De gemeente Goedereede
na de watersnoodramp van 1953
De Voordelta:
niet gepland, wel voorzien
EXTRA EDITIE
EILANDEN-NIEUWS
PAGINA 7
door G. van Velzen
burgemeester van Goedereede
De watersnoodramp van 1 februari 1953 heeft
ook in de toenmalige gemeenten Goedereede,
Ouddorp en Stellendam veel leed gebracht.
Naast veel materiële schade waren ook veel
slachtoffers te betreuren: Stellendam 62 perso
nen, Goedereede 6 personen en Ouddorp
1 persoon.
Vooral in Stellendam was de materiële schade
erg groot. In totaal werden 28 huizen en een aan
tal schuren vernield en werden 529 huizen meer
of minder beschadigd. Met grote voortvarend
heid werd het dorp herbouwd. Veel steun werd
van elders ontvangen, o.a. van de gemeente
's-Gravenhage. Deze gemeente schonk in 1958
een verenigingsgebouw, "t Haegse Huus', annex
Groene Kruisgebouw.
Vanuit Noorwegen en Zweden werden in totaal
17 houten woningen geschonken. Ook Goede
reede kreeg een zestal Noorse woningen aan
geboden.
Daarnaast werden in Stellendam en Goede
reede veel woningen hersteld en nieuwe wonin
gen gebouwd.
De watersnoodramp van 1953 heeft de uitvoe
ring van het Deltaplan bewerkstelligd. Dit had
grote gevolgen voor de Kop van Goeree, die tot
1 januari 1966 bestond uit de gemeenten Goede
reede, Ouddorp en Stellendam. Het eiland werd
ontsloten door bruggen en dammen. Op de Kop
van Goedereede kregen we te maken met de
aanleg van de Haringvlietsluizen als vaste
oeververbinding met Hellevoetsluis en met de
Brouwersdam als verbinding met Schouwen-
Duiveland.
De uitvoering van de Deltawerken en met name
de bouw van de Haringvlietsluizen bracht veel
werkgelegenheid. Toen in 1957 dan ook met dit
werk werd begonnen, zagen veel inwoners dat
als een gelegenheid om dichter bij huis werk te
vinden. Veel mensen vonden hier dan ook hun
werk. Niet alleen vanuit de Kop van Goeree ove
rigens, maar ook van andere plaatsen.
Na realisering van de Haringvlietsluizen veran
derde er veel voor de Kop van Goeree. Het
eiland werd ontsloten en dat gaf voor haar
bewoners meer mogelijkheden. Rotterdam met
al zijn mogelijkheden, ook op het gebied van het
onderwijs, kwam dichterbij.
Waar men vroeger via de veerboot van Middel-
hamis vele uren moest reizen, kon men nu met
het openbaar vervoer of met eigen vervoer bin
nen een aanvaardbare tijd 'het Rotterdamse'
bereiken. De pendelaars, die dagelijks aangewe
zen waren op bedoelde veerboot, konden 's mor
gens later van huis en waren 's avonds eerder
thuis.
Als een direkt gevolg van de uitvoering van de
Deltawerken is aan te geven de veranderingen
in de visserij. Van oorsprong werd door de Oud-
dorpse en Stellendamse vissers op garnalen
gevist langs de kust en in de zeegaten. De veran
deringen in de zeestromingen als gevolg van het
afdammen van het Goereese Gat en het Brou-
wershavense Gat deden de garnalen verdwij
nen. Hierdoor schakelden deze vissers over van
de garnalenvisserij naar de zeevisserij. Met deze
omschakeling waren grote investeringen ge
moeid. Investeringen die door de visserij zelf
opgebracht dienden te worden.
De thuishavens van Goedereede-Havenhoofd,
Ouddorp en Stellendam kwamen door de Del
tawerken te vervallen. In het kader van diezelfde
Deltawerken werden nabij Stellendam een
nieuwe binnen- en buitenhaven aangelegd.
Hier kreeg de gehele Goereese vloot haar
thuishaven.
De gemeente heeft de vismijnen van Ouddorp
en Stellendam opgeheven en aan de binnenha
ven een tijdelijke vismijn ingebruik genomen.
Later is deze vismijn vervangen door een visaf-
slag aan de buitenhaven. Een modem gebouw,
wat geheel is ingericht voor een goede service
verlening naar de visserij en de handel.
Ook op het gebied van de recreatie zagen we veel
veranderen. Reeds van oudsher was Ouddorp
een familiebadplaats. Echter de veerverbindin-
gen naar en van Goeree-Overflakkee kende zijn
beperkingen. Bij de totstandkoming van de
vaste oeververbindingen vielen deze beperkin
gen weg. De stroom vakantiegangers was nu
onbeperkt en de gemeente Goedereede diende
daarop in te spelen.
Veel aandacht werd besteed aan een goede
bereikbaarheid van dit gebied. Wegen werden
aangelegd en bestaande wegen werden verbe
terd. Om Ouddorp werd een wegenruit aange
legd, waardoor het verkeer naar de recreatie
terreinen de bebouwde kom van Goedereede
kon mijden.
Het aantal recreatieterreinen breidde zich uit.
Eenzelfde ontwikkelingen zagen we in de
recreatieve onderkomens. Van tenten, tenthuis
jes en caravans zag men ook houten en later ste
nen onderkomens verrijzen. In de huidige tijd is
het woord 'onderkomens' niet of nauwelijks
meer van toepassing. We kunnen zonder meer
spreken van vakantiewoningen die de mogelijk
heid bieden om daarvan zowel 's zomers als 's
winters gebruik te maken.
Het gemeentebestuur heeft al die jaren grote
bedragen geïnvesteerd om er aan bij te dragen
het verblijf van de recreanten zo aantrekkelijk
mogelijk te maken. Zo zijn op de Kop van Goe
ree veel parkeerterreinen, fietspaden en wegen
aangelegd. Kortom, een complete infrastructuur
is tot stand gebracht in dit gebied. Daarnaast
wordt jaarlijks een subsidie verleend aan de
V.V.V. en aan de Ouddorpse Reddingsbrigade.
Ook wordt subsidie verleend aan elk-weer-
voorzieningen als musea, tramwegmuseum
etc.
Veel aandacht is ook besteed aan de restauratie
van diverse panden in het stadje Goedereede.
Bovendien werd in Ouddorp het multifunktio-
neel gebouw 'Dorpstienden' gebouwd. Een
gebouw bestaande uit een sporthal en een ver
enigingsgebouw wat in een grote behoefte
voorziet.
Voorts kan melding gemaakt worden van het
subtropisch zwembad "t Zuiderdiep' in Stellen
dam. Een zwembadcomplex waar zowel in een
overdekt zwembad als in de open lucht ge
zwommen kan worden. Daarnaast biedt het bad
alle mogelijkheden om recreatief bezig te zijn
(glijbaan, bubbelbad, wildwaterbaan etc.).
In het vorenstaande is in het kort geschetst hoe
de gemeente Goedereede zich heeft ontwikkeld
na de watersnoodramp van 1953. De gemeente
Goedereede is door de jaren heen geworden tot
wat het nu is: een mooie gemeente waar het goed
wonen, werken en recreëren is.
Het stroomgat in de Preekhilsepolder te Ouddorp werd op 14 februari 1953 door de Prinses Irenebrigade gedicht.
door J. van Alphen
projektleider Beleidsplan Voordelta
De aanleg van de Deltawerken heeft niet
alleen grote gevolgen gehad voor de land-
waartse delen van de voormalige zeearmen,
maar ook voor het kustgebied zeewaarts
van de nieuwe dammen en sluizen. Dit
gebied, gelegen tussen Maasvlakte en
Westkapelle, wordt de Voordelta genoemd.
Het omvat ongeveer 900 km2 en 100 km
kustlijn van de zogenaamde 'buitendelta's'
van Haringvliet, Grevelingen en Ooster-
schelde.
Zoals in 1961 al door de Deltacommissie voor
zien werd, zijn door de aanleg van de Deltawer
ken de diepe geulen in de Voordelta gaan
verzanden en dichtslibben, terwijl evenwijdig
aan de kust de ontwikkeling van een nieuw stel
sel van banken op gang gekomen is. De Rijks
Planologische Commissie onderkende in 1971
dat zich door de afsluiting van de zeearmen een
nieuw strand- en duingebied met belangrijke
mogelijkheden voor de natuur zou kunnen
gaan ontwikkelen, dat ook voor de recreatie
grote betekenis zou kunnen hebben. Kortom, al
voor het Haringvliet, de Grevelingen en de Oos-
terschelde afgesloten waren, had men een rede
lijk beeld van de mogelijke gevolgen. Omdat
vervolgens de aandacht echter vooral geconcen
treerd was op het tot stand brengen van de
afsluitingen en de inrichting van het binnenge-
bied, voltrokken de ontwikkelingen in de Voor
delta zich onopgemerkt, maar niettemin ge
staag.
Over wat voor soort ontwikkelingen hebben we
het dan, en hoe gingen die in z'n werk?
Om te beginnen is door de aanleg van de dam
men en sluizen de waterbeweging in de mon-
dingsgebieden ingrijpend veranderd. In de
geulen traden vroeger nog stroomsnelheden op
van soms meer dan 1 meter per seconde, nu zijn
de snelheden gehalveerd of teruggelopen tot
10% van de oorspronkelijke waarde. In de gebie
den met lage stroomsnelheden komt zand en
slib, dat vroeger nog wel getransporteerd werd.
nu tot afzetting. Met name in de oude geulen
(Brouwershavensche Gat, Rak van Scheelhoek)
is aldus in lOjaar tijd soms 10 meter slib afgezet!
Meer zeewaarts, langs de rand van de buiten
delta, is naast stroming ook golfwerking een
belangrijke kracht. Door het verminderen van
de stroomsnelheden werd het evenwicht tussen
landwaarts gericht zandtransport door golfwer
king en zeewaarts gericht transport door de uit
gaande eb-stroming in het voordeel van de
eerste verschoven. Hierdoor werd in 10 jaartijd
de buitenrand van de buitendelta op- en
omhooggeschoven. De vroegere ondieptes wer
den hierdoor zo hoog, dat ze nu bij laag water
droogvallen. Dit is het meest duidelijk zichtbaar
bij de Hinderplaat voor Voorne en de Bollen
van de Ooster ten westen van Ouddorp. Deze
ondieptes schermen de kust af van golf
werking.
De beschut gelegen, ondiepe gebieden tussen de
banken en de kust vormen een ideaal milieu
voor een rijk bodemleven (garnalen, wormen,
schelpdieren). Op zijn beurt is dit bodemleven
weer een belangrijke bron van voedsel voor
vogels (zeeëenden, steltlopers, sterns) en op
groeiende vis (tong, schar, haring, sprot). Voor
sommige soorten is de Voordelta bijna het laat
ste toevluchtsoord geworden, omdat door de
Deltawerken vergelijkbare gebieden in Haring
vliet, Grevelingen en Oosterschelde verdwe
nen zijn.
Deze ontwikkeling in bodemligging en de reac
tie daarop van de natuur is voor Nederland, en
wellicht Europa, uniek in omvang en snelheid.
Hoewel een nieuwe evenwichtsituatie nog niet
bereikt is. neemt het tempo van de veranderin
gen wel af. Naar verwachting blijven de banken
ongeveer op hun huidige plaats liggen, en zullen
ze niet permanent boven water uitkomen. De
ecologische verandering is later gestart en ver
loopt minder snel. Op dit gebied is nog een ver
dere toename van rijkdom te voorzien, maar of
dit ook plaatsvindt hangt onder andere af van
de (remmende) invloed die andere faktoren
daarop kunnen uitoefenen. De afgelopen jaren
heeft immers niet alleen de natuur zich ont
wikkeld.
Welke ontwikkelingen hebben dan verder nog
plaatsgevonden in de Voordelta?
Om te beginnen ondervonden de vissers voor
een deel op dezelfde wijze de invloed van de
Deltawerken als sommige vogelsoorten: hun
visgebieden verdwenen, en voor hun broodwin
ning moesten ze naar buiten. Afgezien daarvan
heeft de visserij zich sowieso verder ontwikkeld,
mede als reactie op het nationale en internatio
nale visserijbeleid. Thans is de Voordelta met
Waddenzee en Oosterschelde voor de kustvisse
rij één van de belangrijkste visgronden. De
vangsten bestaan uit onder meer platvis en
rondvis, garnalen en kokkels.
Een andere belangrijke ontwikkeling voltrok
zich in de recreatie. Door de aanleg van de dam
men en de verbindende wegen werden de eilan
den goed toegankelijk voor recreanten en
dagjesmensen uit de Randstad, het Ruhrgebied
en uit België: 10 miljoen mensen kunnen bin
nen 2 uur de kust van de Voordelta bereiken! En
wat voor een kust. Het gebied heeft een grote
aantrekkingskracht vanwege de relatief rustige
en lange stranden, in combinatie met de water
sportmogelijkheden langs de dammen. Op
zomerse dagen zijn kilometerslange files naar
(en 's avonds vanaf) de kust niet ongewoon.
Tfenslotte breidden de havenaktiviteiten in het
noordelijk deel van de Voordelta hun invloed
verder zeewaarts uit. Eerst door de aanleg van
de Maasvlakte, later gevolgd door de aanleg van
de Slufterdam, de bergplaats voor vervuilde
baggerspecie. Momenteel wordt onderzocht of
een nog verdere uitbreiding mogelijk is.
Alles overziend blijkt dat de afgelopen 20 jaar
het gebied zeewaarts van de Delta-dammen een
stormachtige ontwikkeling heeft ondergaan,
zonder dat dit in banen geleid werd. Hierbij
konden zowel grote natuurwaarden als grote
economische belangen ontstaan. De belangen
zijn onderhand zo groot geworden dat door
gaan zonder beleid grote risico's inhoudt.
Immers investeringen zijn groter geworden,
meer mensen zijn afhankelijk van de recreatie,
en natuurwaarden kwetsbaarder.
Om te voorkomen dat door nieuwe ontwikkelin
gen deze belangen en waarden onnodig schade
wordt toegebracht heeft de regering in 1988 in de
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening aangekon
digd dat voor de Voordelta een beleidsplan dient
te worden opgesteld. Dit plan is gericht op het
veilig stellen van de voor Nederland unieke
natuurlijke ontwikkeling (laten we maar eens
zien wat de natuurlijke en ecologische proces
sen voor ons in petto hebben), waarbij de kust-
veiligheid vanzelfsprekend niet in gevaar mag
komen. De regering onderkent dat recreatie en
visserij belangrijke economische belangen ver
tegenwoordigen en stelt daarom dat deze aktivi-
teiten niet op voorhand uitgesloten mogen
worden. Door middel van een zorgvuldige
belangenafweging moet worden aangegeven
hoe deze aktiviteiten gecontinueerd kunnen
worden. Hierbij kan inmiddels gebruik ge
maakt worden van de ervaringen die opgedaan
zijn bij de opstelling van eerdere plannen in het
Deltagebied (Krammer-Volkerak. Grevelingen.
Oosterschelde). De minister van Verkeer en
Waterstaat heeft in 1989 de overheden uit het
gebied uitgenodigd deel te nemen aan het
Bestuurlijk Overleg Voordelta dat het Beleids
plan Voordelta opstelt. In het Bestuurlijk Over
leg nemen deel de kustgemeenten. waterschap
pen. provincie Zeeland en Zuid-Holland en het
rijk. Naar verwachting wordt het Beleidsplan
Voordelta begin 1993 vastgesteld. De betrokken
overheden binden zich aan uitvoering van het
plan door ondertekening van een bestuurs
overeenkomst. Een Stuurgroep, waarin ook
weer de betreffende overheden vertegenwoor
digd zijn, zal toezien op de uitvoering van het
plan. Op deze wijze kan de Voordelta en het
Beleidsplan Voordelta gezien worden als 'sluit
stuk' van het Deltaplan.