de Schakel wantrouwt wind en water 'IK MOEST NAAR DE HOEKSCHE WAARD' Zwijndrechtenaren wilden vooral helpen ramp I ZATERDAG 30 JANUARI 1993 Noordeloos Maarten Schakel noemt zichzelf een Nederlander die tot weinig con- sessies bereid is als het gaat om de veiligheid van de polder. Hij is dan ook een voorstander van de dijkverzwaringen, hoewel hij zich als man met een warm hart voor de natuur kan voor stellen dat mensen er bezwaren tegen hebben. Schakel was in het jaar van de watersnood burgemeester van Noordeloos, Hoornaar en Hoogblokland en secretaris van het waterschap De Overwaard. Op de ochtend van de eerste fe bruari in 1953 trok de oud-bur gemeester eropuit om de scha de in kaart te brengen. „Ik heb dus goed gezien wat de gevol gen van een dijkdoorbraak zijn", zegt hij. „Ik had voor mijn boek over overstromingen van de Alblasserwaard - De Waterwolf slaat toe - grondig studie gemaakt van de zaak. Daardoor wist ik dat het water niet één-twee-drie in Noorde loos zou zijn. Het betrof name lijk een vloed uit zee, veroor zaakt door springtij en een noordwester orkaan. Een op- perwatervloed is riskanter, daarbij komen er grote hoe veelheden water via de rivieren ons land in; zo'n vloed duurt langer." Allereerst reed Schakel naar de dijkdoorbraak tussen Har- dinxveld en Sliedrecht. „Daar was men met man en macht aan het werk om het gat te dichten. Alles was redelijk on der controle. Op mijn tocht ben ik elke kerk die ik kon bereiken binnengestapt om de mensen te vertellen wat ze te wachten hadden. Via de Lekdijk kon ik ook bij het gat in Papendrecht komen, waar het water met donderend geweld naar binnen kwam. Heel beangstigend ja. M.W. Schakel was ten tij de van de watersnood secretaris van het wa terschap de Overwaard. Als je bedenkt dat sommige wielen in de Alblasserwaard wel 20 meter diep zijn, kun je je voorstellen wat de kracht van het water kan zijn. Dijkenbouwers Het gat in de dijk bij Papen drecht kon na ruim vier dagen worden gesloten. In vergelij king met andere plaatsen was dat snel. Schakel: „Het gat bij Papendrecht was het eerste grote gat bij de vloed van '53 dat dicht was. Het viel in het hol van de leeuw want de dij kenbouwers van Papendrecht en Sliedrecht zaten er met hun neus bovenop. Op zondagavond lag er al een actieplan op tafel van aannemer Dekker." Toen de twee gaten in de dij ken bij Papendrecht en Slie drecht waren gedicht was daarmee het werk niet ge klaard. „Het westelijk deel van de Alblasserwaard was één grote binnenzee. Om te voorko men dat ook het oostelijk deel onder zou stromen had het wa terschap al een binnendijk la ten leggen tussen Groot-Am- mers en Giessen-Nieuwkerk. De boezemkade werd daar met zandzakken verhoogd. Dat is een enorme organisatie in vrij korte tijd geweest. Mensen, 80.000 zandzakken, boten, wa gens en lichtaggregaten voor het werk 's nachts waren nodig. Vervolgens moesten we zo'n twintig dertig hulpgemalen plaatsen om het water uit de Waard te krijgen. Op maandag 16 maart was de streek weer droog en was de binnenzee met een oppervlakte van 9400 hecta re en een inhoud van 90 miljoen kubieke meter verdwenen." De watersnood van 1953 kost te in de Alblasserwaard aan vijf mensen het leven. „Een landbouwer die bezig was vee in veiligheid te brengen kwam bij Brandwijk in de boezem te recht en verdronk. Een 80-jari- ge weduwe uit Sliedrecht kwam om in haar huisje dat onderaan de dijk stond. Een Papendrechter die nog per se met zijn bootje naar huis wilde heeft het niet overleefd en ook een boer met zijn dochtertje kwamen om. De boer liep met zijn kind van een half jaar op de arm in de richting van ho ger gelegen land. Daarbij kwam hij in een sloot terecht." Kennis Ondanks deze trieste feiten was de ramp van '53 een van de minst insnijdende overstromin gen die de Waard heeft gekend. „Er was veel meer kennis dan bij vroegere watersnoden en de storm was maar van korte duur. Sinds er in 1277 een dijk om de Alblasserwaard is ge legd, heeft het gebied vele dijk doorbraken gekend. Uit kronie ken en archieven blijkt dat het er sinds 1350 33 zijn geweest." Schakel is ervan overtuigd dat wat er in 1953 is gebeurd ook vandaag kan gebeuren. „Het water kan altijd nog meer dan we denken, zeg ik altijd. In het gemaal van Kinderdijk zit een steen met daarop de tekst: Het geldt voor toen en nu en later, wantrouwt de kracht van wind en water." Schakel hield in de weken na de watersnood een dagboek bij waarin hij nauwkeurig bijhield wat er gebeurde in het gebied. „Je wist dat het een gebeurte nis was met geschiedkundige betekenis." Het dagboek kan momenteel in museum De Ko peren Knop in Hardinxveld worden bekeken. Het gat in de dijk bij Papen drecht FOTO SPAARNESTAD FOTOARCHIEF De Dordtenaar PAGINA 24 De Dordtse kunstenaar Oscar tekende in 's-Gravendeel en in l Dordtse kunstenaar Oscar van der Avoort tekende in het rampgebied 's-GRAVENDEEL/DOR- DRECHT Het water was nog niet gezakt in zijn atelier aan de Nieuwstraat of de Dordtse kun stenaar Oscar van der Avoort sprong in 1953 met zijn tekenbe nodigdheden op de fiets en zette koers naar verboden gebied: de Hoeksche Waard. Slechts hoog waardigheidsbekleders en hulp verleners hadden toestemming het rampgebied te betreden. „Ik moest naar de Hoeksche Waard, want ik dacht: zo'n kans krijg ik nooit meer", aldus Van der Avoort. Brutaalweg stapte hij tussen de 'belangrij ke' personen op het pontje tus sen Dordrecht en 's-Gravendeel en betrad het getroffen eiland. Modder, ingestorte huizen en radeloze mensen. Dat is in een paar woorden de beleving van de toen 27-jarige kunstenaar. „Ik zag mensen helemaal ver dwaasd rondlopen en modder scheppen bij de huizen. Er wa der Avoort sprong enkele dagen ren gaten in de dijken en je gleed overal uit omdat het zo modderig was." Hij ging niet ver de Hoeksche Waard in, in een weiland langs de 's-Gravendeelse Molendijk zette hij in de modder zijn te kenspullen klaar en begon. Het is geen vrolijk gezicht, zijn weergave van de gevolgen van de ramp op de Molendijk. Delen weggeslagen dijk, afge brokkelde muren, losliggende stukken hout en half ingestorte huizen. „Kijk dat emmertje op die afgebrokkelde muur, dat is een stille getuige van de men sen die er hebben gewoond." Op een andere plaat wijst hij aan: „In dit huis zijn tijdens de dijk doorbraak 22 mensen omgeko men. Zij hadden zich in het on derste deel van het huis ver stopt, maar maakten geen schijn van kans toen het water kwam." Hoewel het veel indruk maakte op de jonge kunste naar, heeft hij het nu toch voor namelijk over de weersomstan digheden. „Ik snap nu niet meer hoe ik toen heb kunnen tekenen, want het was ontzet tend koud. Ik moest soms dan ook mijn pen neerleggen en de dijkdoorbraken op de fiets en met mijn armen slaan om weer warm te worden." „Maar ik ben niet iemand die de makkelijke weg zoekt, ik zou niet thuis kunnen blijven zitten. Dit moest ik gewoon doen." Na de koude en emotionele dag in 's-Gravendeel had hij er nog niet genoeg van, de dag erna ging hij naar Moerdijk waar hij twee tekeningen maakte. „Dat het al weer veertig jaar geleden is, niet te geloven", verzucht hij. „Je kunt het je haast niet meer voorstellen als je nu op de Molendijk loopt. Maar ik zie wel dat veel huizen nu verdwenen zijn." De vier tekeningen heeft hij nog steeds. „Er is wel eens ie mand geweest die er één wilde kopen, maar ik vind dat ze bij elkaar horen. Ze hebben een emotionele waarde." Hij praat over de waters noodramp als een groot avon tuur, maar toch vergeet hij de gebeurtenissen nooit meer. „Als je de kracht van de natuur ziet, dan word je bang", aldus Van der Avoort. „Toen het gebeur de, leek het voor mij of het weer oorlog was. Dat was op zich natuurlijk heel anders, maar ik kreeg weer een beetje dat gevoel dat ik toen ook had." ZWIJNDRECHTSE WAARD Het water steeg in Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht 'slechts' tot kniehoogte. Met een fiets of laar zen was het nog steeds mogelijk door de dorpen te wandelen, al za gen sommige bewoners van Zwijndrecht wel hun meubelen wegdrijven. Al vielen er in de waard geen dodelijke slachtoffers, de schade was groot. Straten waren ver nield en bijna vijfhonderd men sen in Zwijndrecht bleken water schade aan huisraad te hebben. In Ambacht waren ruim dertig gezinnen dakloos geworden. Toch was er al op de eerste dag na de ramp het besef dat het elders veel erger was geweest. De eerste reacties uit Zwijn drecht na de ramp klonken dan ook als: we moeten helpen, er zijn tenslotte mensen die het veel slechter hebben getroffen. Binnen enkele dagen na de ramp liet de Zwijndrechtse bur gemeester C. Slobbe bekendma ken dat er collectes en gebeds- q6 Prins diensten gehouden zouden wor- Hendrikstraat den. Goederen en geld werden in- jn Zwijndrecht gezameld en naar zwaarder ge troffen gebieden gebracht. Het ene na het andere gebouw raakte vol met de hulpgoederen, die uiteenliepen van directe noodzakelijkheden als kleding tot duurdere en vooral later van pas komende zaken als meubels. In de raadsvergadering van fe bruari besloot de Zwijndrechtse raad vier ton ter beschikking te stellen om de aangerichte schade te herstellen. Dat geld was onder meer bedoeld om de buitenpolder onder de Groote Lindt en de Noordpolder droog te maken en om de sportvelden in het Noord park te herstellen. Al snel stroomden de gulle ga ven uit binnen- en buitenland in Zwijndrecht binnen. Een Franse relatie van P. van Leeuwen Bui- zenhandel gaf een partij water laarzen en een Amerikaan do neerde geld, omdat hij iemand uit Zwijndrecht kende. De Ameri kaan kreeg een persoonlijk be dankbriefje in het Engels van burgemeester Slobbe, die onder tekende met 'Burgomaster of Zwijndrecht'. Ook minder belangeloze bijdra gen werden aan het gemeente huis afgeleverd. Een dag na de ramp stuurde een Rotterdamse aannemer een briefje naar het Zwijndrechtse college van B en W met de vraag om bij het her stel van de schade toch vooral aan zijn bedrijf te denken. In Hendrik-Ido-Ambacht raak ten dertig gezinnen dakloos door dat hun huizen aan de Veerweg en buiten de dijken waren ver nield of onherstelbaar waren be schadigd. Ze werden tijdelijk bij familie, alleenstaanden en vrij willigers ondergebracht. De gemeenteraad kwam op 13 februari bijeen in een spoedver gadering en besloten zo snel mo gelijk 35 huizen te laten bouwen voor de slachtoffers, kosten ruim vierhonderdduizend gulden. Daarvoor moest ook de plaat selijke bouwverordening worden aangepast, maar daar hadden de raadleden geen moeite mee. Na 25 minuten kon burgemeester G.A. Bax de vergadering sluiten.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1993 | | pagina 1