'Worsteling om
een snel herstel
Recessie
Japanners
wennen
aan
minder
Vakantie
Drie extra
pagina's
tips en
verhalen
KEMART
In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953
beleefde Nederland de Watersnoodramp: in Zeeland en Zuid-Holland
begaven zee- en polderdijken het op talloze plaatsen en in het woeste
water verdronken 1835 mensen. Maandag wordt de Ramp herdacht.
HAAGSCHE COURANT HET BINNENHOF ZATERDAG 30 JANUARI 1993
an de Oosterschelde
was begin deze week de I
V' - beperkte en op enkele
i plaatsen zelfs ver-
'jr^scherpte dijkbewaking
die in delen van Neder-
land was gelast niet no
dig. Weliswaar werden
gedurende korte tijd de j
gaten in de storm
vloedkering van de Zeeuwse zeearm ge
sloten, maar er was geen bange twijfel
over de beschermende kracht van de
dijken die Schouwen-Duiveland, en aan i
de overkant Noord- en Zuid-Beveland,
moeten beschermen tegen de water
massa van die onafzienbaar brede Oos
terschelde. In de jaren zeventig zijn de
dijken er immers op maximale en haast
voor de eeuwigheid veilige sterkte en
hoogte gebracht.
„Dat was overigens allemaal pas ruim
een kwart eeuw na de Watersnoodramp
voor elkaar", zegt Leen Moermond
dinsdag op een nuchtere toon. De lange
en dunne man, ex-Zeeuwse boer, ex-
Zeeuwse dijkgraaf, ex-Zeeuwse burge- j
meester, heeft dan een ochtend lang
verteld en een volle middag gegidst over
zijn eiland Schouwen-Duiveland. Hij is
nu uit de auto gestapt en gaat zijn gast
voor over een modderig veld van zand
en graspollen. Het is aan de zuidzijde
van Schouwen-Duiveland waar de
kruin van de zeedijk omhoog steekt
door een kolossale klomp beton.
Dichterbij blijkt de grillige hoogte
waarachter de Oosterschelde in kwaai-
ige schoonheid schuimt, te zijn ge
vormd door drie caissons, enorme be
tonnen afgezonken dozen, waarvan de j
rechter en linker scheef en slordig uit
gelid liggen. Die in het midden staat
echter kaarsrecht en waterpas.
Op 6 november 1953, vier minuten voor j
middernacht, zakte deze middelste bre-
de en hoge betonbak in het water en
werd hij door vijf schepen op zijn plaats
gezet. Op de Oosterschelde dobberde
toen de 'Breezand', een vaartuig van
Rijkswaterstaat dat koningin Juliana
en minister-president Drees aan boord
had. Zij en andere notabele Nederlan-
ders waren daar getuige van de sluiting
van het laatste gat in de dijken van de
Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden.
Een eindje landinwaarts, bij het rechter
caisson, stond die novemberavond ook i
Leen Moermond toe te kijken, tussen
het gewone Zeeuwse volk en veel nabe-
staanden van de 91 mensen uit Ouwer-
kerk en 289 uit Nieuwerkerk die negen
maanden eerder in het wilde water wa
ren verdronken. Het was beestenweer
bij de stoere plechtigheid van 6 novem-
ber 1953, herinnert Moermond zich;
het woei en het donderde. „De harmo
nie van Zierikzee speelde het Wilhel
mus maar het was zo vals als wat, want
de mensen stikten van de kou hun
lippen waren te stijf om er fatsoenlijk
mee te blazen."
De drie breuken in de zeedijk bij Ou-
werkerk hadden in de Watersnoodramp
een luxe avondsupermarkt
met
NORMALE PRIJZEN
OPENINGSTIJDEN
Dl. T/M ZA. 15.00-24.00 UUR
ZON. 11.00-18.00 UUR
MA. GESLOTEN
ZOUTMANSTRAAT 22
Ex-dijkgraaf Leen Moermond op de caissons van Ouwerkerk.
van 1953 het grootste en later moei
lijkst te bedwingen stroomgat veroor
zaakt. Veertig jaar later ligt achter de
dijk een beschermd natuurgebied van
prachtige kreken. Ze zijn ontstaan in de
stroomgeul waar het zilte water van de
Oosterschelde drie seizoenen lang in-
en uitgutste voordat het in november
1953 tot stilstand kwam en in het be
zinksel nieuwe vegetatie ontstond.
In het natuurlijke plantsoen dat links
en rechts van een provinciale weg ('De
weg van de Buitenlandse Pers'Jtussen
kreken en caissons ligt, zijn nu mannen
van het plaatselijke waterschap in ijve
rige haast een weggetje aan het egalise
ren. Het loopt tot een meter voor de
caissonmuur, bij de plaats waar in het
ruwe beton een tekst is gehakt.
Komende maandag 1 februari, als her
dacht wordt dat het 40 jaar geleden is
dat Nederland door de Watersnood
ramp werd getroffen, zal koningin Bea
trix hier, op een droge, moddervrije en
aangeveegde plaats, een moment haar
ogen laten rusten op de woorden aan de
muur. Ze vormen een zin uit de Troon
rede die haar moeder in het rampjaar
1953 uitsprak: 'In de worsteling om een
snel herstel van de waterkeringen zijn
de beste tradities van ons Volk gehand
haafd'.
Eerder die maandag is koningin Beatrix
aanwezig bij de nationale plechtigheid
in het kleine kerkje van Nieuwerkerk,
het andere Duivelandse dorp dat dooi
de waterstroom uit de kapotte dijk van
de Oosterschelde zo goed als wegge
vaagd werd en waar de meeste mensen
van het eiland verdronken.
Springtij
In de nacht van zaterdag 31 januari op
zondag 1 februari 1953 beleefde Neder
land de grootste natuurramp sinds de
Allerheiligenvloed in 1570 half Neder
land van zuid tot noord onder water
zette. De Watersnoodramp gebeurde in
een nacht met volle maan en een zware
noordwesterstorm die bij vlagen or
kaankracht had. Door de samenwer
king van zon en maan deed zich het
maandelijkse verschijnsel voor van ex
tra hoogwater dat 'springtij' wordt ge
noemd. De storm hield uren aan en
stuwde het water van de Atlantische
Oceaan de Noordzee in waarna de dij
ken van Zeeland en Zuid-Holland het in
de vroege ochtend van 1 februari op tal
loze plaatsen begaven en het woeste wa
ter de polders instroomde.
In zuidwest Nederland verdronken
1835 mensen en tienduizenden dieren.
Van de bijna 250.000 hectare onderge
lopen land, acht procent van het Neder
vormgeving Peter J. C. Martens
door Aad Wagenaar
aangespoeld die door geluk een stuk
drijfhout hadden kunnen pakken. Op
i de dijk stonden mensen die ze over de
i wrakrotzooi voor de dijk op het droge
trokken.
Er was, zei Moermond, een arbeiders
buurtje buiten Ouwerkerk, Hennne-
kenspad heette het, waar op 1 februari
alle bewoners op één na verdronken
zijn. Het ene na het andere huisje was
j ingestort en de mensen dreven weg op
deuren, ramen en stukken zolder, sloe
gen om in het kolkende water en ver
dronken. Twintig mannen, vrouwen en
kinderen kwamen zo om het leven; de
ene overlevende was een vrouw die zich
met haar twee zonen in een telefoon-
1 paal had vastgebonden en daar haast
een etmaal in de ijzige storm hing. Toen
I ze werd gered was ze letterlijk stijf en
blind door het zoute water. De jongens
waren al uren daarvoor van de paal ge
gleden en verdronken.
Adriana Johanna
landse grondgebied, moesten 100.000
mensen worden geëvacueerd omdat
4500 huizen en andere gebouwen in de
waterstorm werden weggevaagd en een
veelvoud zwaar beschadigd raakte. De
materiële schade werd later in 1953
vastgesteld op anderhalf miljard gul
den.
Leen Moermond voerde ons 's middags
langs de Rampaertsedijk, die de schei
foto Stephen Evenhüis
ding vormt tussen het poldergebied van
Nieuwerkerk en Oosterland, een vrien-»
delijk landschap met akkers die netjes
geploegd waren en ingezaaid met win
tertarwe. Er scharrelden onbevangen
fazantjes door de ploegvoren.
Hier, vertelde Moermond, zijn die fe
bruarizondag van 1953 uit Ouwerkerk
en Nieuwerkerk en van de boerderijen
in de polders, tientallen drenkelingen
Leen Moermond woont met zijn vrouw
Jans op de grens van de polders Drei-
schor en Adriana Johanna, even buiten
het bekoorlijke dorpje Dreischor. De
hoeve die achter Moermonds huis ligt
heet ook Adriana Johanna; Jans is er
geboren en Leen heeft er een groot deel
van zijn leven geboerd.
Leen Moermond heeft een degelijke in
tellectuele vorming. Hij volgde in Zie
rikzee de Rijkskweekschoolopleidingen
deed in 1935 eindexamen.
Hij heeft op de Zierikzeese kweekschool
ook het meisje ontmoet waarmee hij
trouwen zou, de dochter van boer Mol
van de hoeve Adriana Johanna. Jans
heeft in Dreischor nog een paar jaar als
kwekelinge-met-akte voor 300 gulden
per jaar voor de klas gestaan, voordat
Leen en zij toch de roep van de familie
traditie volgden en het boerenbedrij f in
I hun kleine polder overnamen.
I Moermond is nu 76 jaar en zo'n beetje
J in ruste, na een leven waarin hij behal
ve boer ook wethouder van Dreischor
i was en nog op zijn 56ste werd geroepen
tot het ambt van burgemeester van
Westkapelle op het eiland Walcheren.
Begin 1982 kwamen hij en zijn vrouw
weer in de polder Adriana Johanna
thuis.
„Ik ben in mijn leven steeds voor van al
les gevraagd", vertelde hij in zijn leun-
stoel met uitzicht op de Zuiddijk. „Of ik
brandweercommandant wilde worden,
I of ik wethouder wilde zijn, of ik in het
I bestuur van dit of van dat wilde zitten,
consul van de KNVB, voorzitter van de
Boerenleenbank, voorzitter van de KI-
vereniging, voorzitter van de stichting
voor verbetering van het rundvee.
Brandweercommandant ben ik gewor
den zonder dat ik ooit bij de brandweer
geweest was".
Er was toen in Dreischor een vlasturbi
ne in brand geraakt en op één meter
van het vuur stond het huisje.van een
arm landarbeidersgezin te schroeien.
Leen Moermond was tegen alle waar
schuwingen in het huisje binnengegaan
en had, terwijl de Zierikzeese brand
weer het huisje nat hield, alle schamele
inventaris naar buiten gedragen, ook de
najaren van sparen juist aangeschafte
nieuwe bedden. De volgende dag kwam
een delegatie van de brandweer van
Dreischor bij Moermond op de boerderij
om te vragen of hij hun commandant
wilde worden.
„Dat huisje is trouwens een paar maan
den later bij de Ramp weggespoeld".
Op 31 januari 1953 was Leen Moer
mond behalve brandweercommandant
ook dijkgraaf van de polder Adriana Jo
hanna.
„Die avond", vertelt hij 40 jaar later,
„werd ik om negen uur uit het dorp op
gebeld dat ik niet naar bed rrrocht gaan
omdat het hoog water zou worden. Om
elf uur kwam de kraanmachinist van
het haventje De Beider bij de Grevelin-
gen aan de lijn en die zei dat ik vloed
planken moest komen zetten. 'Hoe kan
dat nou?' riep ik nog, 'het is pas om drie
uur vannacht hoog water!Maar die
man zei dat het water nu al zo ver
schrikkelijk hoog was, dat hij het ergste
vreesde".
zie verder pagina D3
I