Zaterdag Zondag 1 29
'Het water heeft toch mijn leven gered'
'Er worden weer concessies aan de veiligheid gedaan'
Bas Rustenhoven ontkwam als enige van gezin van elf aan de stroom
Rotterdams Dagblad
Zaterdag 30 januari 1993
Door Peter van Zwienen
Rotterdam - In december 1949 zitten in 'De
Zalm' in Gouda twee heren bij te komen, een
borreltje bij de hand. „Jan jongen, waaraan
ben jij begonnen? Weet toch watje doet." Het
was de waterbouwkundige Salomé sr. die die
woorden sprak na een ritje langs de Schieland-
se Hoge Zeedijk. Degene die ze moest aanho
ren was Jan Salomé, zijn zoon, die eerder dat
jaar bij het hoogheemraadschap Schieland
was benoemd voor de zorg over de dijk.
Maar Salomé jr. wist al hoe be
roerd het er voor stond. Toen hij
vlak na zijn benoeming dezelfde
tocht in z'n eentje had gemaakt
was hij met de schrik in z'n benen
thuis gekomen. Zoiets verschrik
kelijks had hij niet verwacht.
Sommige stukken dijk waren
veel te laag en er waren plekken
waar over honderden meters de
buitenberm was weggespoeld.
Daar groeide wat riet als enige be
scherming.
Helemaal bar en boos was het te
genover de werf van Van der
Giessen. Daar was de dijk niet
verbeterd, maar was een muurtje
gebouwd. 'Als je er een emmer
water tegen gooide ging die er
dwars doorheen'.
Ing. Salomé, later zwaar bekriti
seerd vanwege zijn afwezigheid
in de rampnacht, krijgt het bij de
heemraden voor elkaar dat in elk
geval dit slechte deel van de dijk
werd verbeterd; een kawei dat
vlak voor de ramp werd geklaard.
„Was dat niet gebeurd dan was
het op deze plek gegarandeerd
fout gegaan," zei hij veel later.
Veel meer kreeg Salome niet voor
elkaar, want de heemraden hiel
den de hand op de knip. Waarom
nog veel geld uitgeven aan de dij
ken als er al werd gesproken over
afdamming van de Hollandsche
IJssel? Er was kennelijk een
ramp nodig om de heren wat
scheutiger te laten worden.
Enthousiast
Ing. Duyve, sinds 1960 werkzaam
bij het hoogheemraadschap is wat
voorzichtiger dan Salomé in zijn
beoordeling over de toestand van
de dijk in 1953. „De dijken lagen
er in die zin niet best bij dat ze ge
woon te laag waren," is hij kort in
zijn analyse, waarin hij ook de
toenmalige zuinigheid beaamt.
Duyve kan enthousiast worden
over de periode na de ramp. „Ja,
de bomen groeiden toen ineens
de hemel in. We begonnen onder
leiding van Salomé zelfs aan
werkzaamheden, terwijl we nog
geen toestemming van de over
heid hadden. Maar naarmate dat
we in tijd verder van de ramp af
kwamen, kreeg je boze brieven
uit Den Haag, waarin werd ge
steld: Schieland zo kan het niet
langer."
Toch is Duyve er niet rouwig om
dat Schieland zo voortvarend de
dijkverzwaring en verhoging
heeft aangepakt. Als we langs de
dijk rijden en aan de andere kant
de dijk van de Krimpenerwaard
zien liggen, zegt hij: „Daar zijn ze
later begonnen en hebben con
cessies aan de bebouwing langs
de dijk moeten doen. Met dat pro
bleem zaten wij niet. Toen wij be
gonnen zat de schrik er goed in.
We hadden als norm dat 20 meter
uit de kruin niet mocht worden
gebouwd. In gevallen dat wonin
gen binnen die grens lagen is via
een minnelijke schikking een re
geling getroffen."
Niet bij iedereen lukte dat, maar
in vrijwel alle gevallen kreeg
Schieland z'n zin. Slechts be
schermde dorpsgezichten als Ca-
pelle en Moordrecht werden ont
zien, maar de karakteristieke lint
bebouwing van Kralingseveer en
Capelle-West verdween en maak
te van levendige gemeenschap
pen saaie buurten.
De Schielandse Hoge Zeedijk vol
doet sinds 1975 aan alle normen
die mogen worden gesteld. Een
kruin van vijf meter, een glooiend
talud en een hoogte van vijf meter
boven NAP hebben de overschrij-
dingsgrens gebracht op een keer
in de 10.000 jaar. En als straks de
stormvloedkering in de Nieuwe
Waterweg klaar is zou de norm
voor de hoogte van de dijk zelfs
ongeveer een meter lager mogen
zijn.
Toch is Duyve niet geheel gerust
over de denktrant in Nederland.
Hij zegt het niet met zoveel Woor
den. maar toch: „In plannen voor
de dijken worden steeds meer
concessies gedaan aan milieu en
bebouwing. Kijk maai- naar het
rapport van de commissie Boer
den over de dijkverzwaring langs
de rivieren waarin milieu en be
bouwing worden gespaard. Ik
noem dat concessies aan de vei
ligheid doen."
De ingenieur uit Nieuwerkerk
aan den IJssel noemt nog een
paar simpele voorbeelden van het
bijstellen van normen. „De maat
van geen bebouwing op twintig
meter afstand van de kruin is los
gelaten en gesteld op zeven me
ter, Dat betekent dat er weer lint
bebouwing mogelijk is. zoals bij
voorbeeld in Capelle is te zien. Als
waterbouwkundige ben je daar
met blij mee."
Een ander voorbeeld is het vol
bouwen van de put van Capelle.
„Daar is verschrikkelijke heibel
over geweest tussen de provincie
en de gemeente. De provincie wil
de perse dat het gebied zou wor
den opgehoogd want, redeneerde
men daar, de dijken kunnen wel
op hoogte zijn... stel dat een schip
de dijk ramt en een doorbraak
volgt. Dan staat alles meters on
der water." Om er cynisch aan toe
te voegen. ..Alsof er al geen men
sen woonden.'
Duyve erkent ook dat het heden-
tendage met zo eenvoudig zou
zijn geweest om huizen te laten
slopen. Door alle beroepsmoge
lijkheden hadden we dat niet
meer voor elkaar gekregen."
Lachen
Toch valt er ook nog wel wat te la
chen als we de dijk afrijden. Bij
nieuwbouw langs de dijk zegt
Duyve: ..Natuurlijk hartstikke
leuk dat wonen aan de dijk met
uitzicht op de rivier, maar kenne
lijk vonden ze op een gegeven
moment de voortuintjes wat kaal.
Dus werden er bomen geplant.
Nou, die konden er gelijk weer
uit, want bomen mogen nu een
maal niet opeen dijk."
En als we even stilstaan bij een
opening tussen twee huizen waar
in geval van nood vloedplanken
moeten worden geplaatst om het
water tegen te houden moet Duy
ve wel even lachen „Om de twee
jaar controleren we of alles nog in
orde is er. ja. dan kom je wel eens
gekke dingen tegen. Waren er
nieuwe mensen gekomen die niet
begrepen waarvoor dat hout dien
de. Dan werd het gebruikt als tim
merhout of het verdween in de
open haard."
in Faro staan de hulpverleners in
de rij. Daar was toen geen sprake
van. Ik vind het wel goed hoor,
maar het is soms te gek Of ik die
hulp gebruikt had als die er toen
was geweest? Ik weet het niet.
klinkt het op een toon die ver
raadt dat hij het ook dan zonder
hulp had opgeknapt.
Wel herinnert hij zich dat verre
familie hem wilde komen halen;
hij kreeg vanuit de Achterhoek
het aanbod bij een echtpaar zon
der kinderen te komen wonen.
Maar Bas bleef bij oma, al sprak
hij nooit met haar over de ramp.
„Die \touw heeft het ook slecht
gehad hoor." merkt Alie Rusten
hoven op. „Haar kinderen verloor
ze bij de ramp en haar man was m
de oorlog verongelukt." Oma
stierf op 84-jarige leeftijd.
Zwemles
In 1957 kwam Bas uit dienst en
trouwde snel daarna met Alie
Boender, een Numansdorpse die
de ramp ook had meegemaakt.
Een ander leven begon. Alhoewel:
„Die ramp werkt door. Vooral als
je kinderen krijgt. Zo snel als het
kon heb ik ze op zwemles gedaan.
En we hadden nooit oppas. We
gingen gewoon niet weg. je wilde
de kinderen niet alleen laten. Je
bent toch extra voorzichtig."
Maar Rustenhoven is met bang
voor water. Nog altijd gaat hij vis
sen en varen. „Het water heeft
toch mijn leven gered," klinkt het
zacht.
Het duurde jaren voordat Bas
Rustenhoven goed besefte wat
hem was overkomen. En inmid
dels bepaalt de ramp zijn leven
niet meer. Al heeft dat erg lang
geduurd. „Ik kreeg lichamelijke
klachten. Pijn in mijn rug en in
mijn maag. Dat had allemaal met
die ramp te maken."
Tot vorig jaar werkte Bas by de
Ambachtsheerlijkheid. In het ge
bied waar de ramp de meeste
slachtoffers eiste. Alleen al aan de
Korte Boomweg vielen 34 doden.
Aan de Lange Boomweg achttien
en op de Schuringsedijk verdron
ken vier mensen. Ook de twee
jongens die het gezin Rustenho
ven kwamen waarschuwen zijn
verdronken.
„Dat ik moest werken in het ge
bied waar ik zoveel herinnerin
gen aan heb is geen reden ge
weest iets anders te zoeken Al
had ik wel een rotdag als ik in pol
der moest werken waar de meeste
familie is gevonden. Dan dacht ik
steeds: 'Daar lagen mijn broers en
zusje en daar weer een ander',"
legt hij uit.
Aan de Korte en de Lange Boom
weg staan geen huizen meer. op
één na: het huis van oma Van der
Ree staat nog fier overeind. Op de
plek aangekomen, vertelt Bas in
grote lijnen het verhaal opnieuw.
Op de terugweg verbreekt hij de
stilte. „Weet je, twintig jaar gele
den had ik dit verhaal nog niet
kunnen vertellen. Maar zoiets
slijt, je accepteert het, denk ik. Nu
lukt het wel. En ik mag het ook
vertellen, want het is waar ge
beurd."
Rustenhoven kort na de ramp met een vriend op de resten van
wat eens zijn ouderlijk huis is geweest. Achter hem het huis van
zijn oma.(inzet)
houdschool in Klaaswaal. Daar
werden meer daklozen opgevan
gen."
„Later ging ik naar een tante in
Klaaswaal Mijn oma is ook weg
gegaan. Die wilde daar niet meer
wonen. Ze had zoveel nare herin
neringen aan die plek. Haar doch
ter, met haar man en kinderen
waren natuurlijk verdronken.
Ook een schoondochter van haar
met een dochtertje. Veel familie
leden zijn verdronken. En vrien
den uit de straat waar we vroeger
gingen kaarten."
De dagen na de ramp werden er
ploegen geformeerd om slachtof
fers te zoeken. Bas ging mee want
hij moest en zou zijn familie vin
den. Al snel werd een familielid
gevonden. „Maar politieman Goe-
degebuure vond het beter dat ik
niet zou kijken. Dat was te lugu
ber. Ik vind het jammer dat ik dat
toen niet heb gedaan. De rest van
de familie wilde ik allemaal zien.
En ik moest ze natuurlijk identifi
ceren. Ook de andere mensen uit
de buurt, want ik wist precies wie
wie was. Mijn vader werd als' laat
ste in Strijen gevonden, in april.
Hij zag er het mooiste uit van alle
maal. Ze vonden hem in een grep
pel, onder de klei. Die had hem
geconserveerd, daarom was hy
nog zo mooi. Mijn moeder niet. zij
hing bloot in het prikkeldraad.'
'Gewone' leven
Enige tijd na de ramp vond oma
Van der Ree een huisje in het cen
trum van Numansdorp en Bas
trok bij haar in. Hij hervatte het
gewone' leven en ging weer aan
het werk bij de Ambachtsheer
lijkheid. Weinigen merkten wat
hem was overkomen. „Ik ben al
tijd een gesloten jongen geweest
maar 's avonds op bed kwam het
verdriet." Echt moeilijk had Bas
het toen hij in dienst moest. „Dat
was zwaar, heel zwaar. Nooit heb
ik tegen iemand gezegd wat er
met mij en mijn familie was ge
beurd. Ze moesten me maar ne
men zoals ik was. Ik wilde geen
voordeel krijgen door wat mij was
overkomen," klinkt het stellig.
Na lang wachten kreeg Bas mate
riële hulp van het Rampenfonds.
Van enige vorm van geestelijke
hulp was geen sprake. „Nu heb je
de televisie waarop iedereen kan
zien wat er gebeurt. Na zo'n ramp
Bas Rustenhoven is een doorsnee Numansdor-
per. Getrouwd, twee kinderen die inmiddels het
huis uit zijn, geniet hij van de VUT aan een dijk
woning op de Molendijk, die een jaar geleden
met vrouw Alie is betrokken. Een onopvallende
verschijning in het dorp waar maar weinigen zijn
achtergrond kennen.
Toch is die onthutsend. Bas Rustenhoven, 17
jaar toen, was de enige van het gezin die veertig
jaar geleden het instortende huisje aan de Kor
te Boomweg levend kon verlaten. De rest van
het gezin, vader, moeder en acht broertjes en
zusjes verdwenen in het woeste water.
Hij kan er over praten. „Weet je, twintig jaar ge
leden had ik dit verhaal niet kunnen vertellen.
Maar zoiets slijt. Je accepteert het, denk ik."
Door Joke van Eek
balken werd gedrukt door de
lucht tussen het water en de zol
der. We probeerden nog een gat in
het dak te maken om daardoor
over de pannen naar de boom te
kruipen. Dat lukte helemaal niet
meer. We spraken af dat we als
oudsten ieder een kind bij ons
zouden nemen en het zo lang mo
gelijk boven water zouden hou
den."
Verspreid over de zolder, die twee
niveaus had, probeerden de Rus-
tenhovens zich te beschermen te
gen het water. Totdat een muur
het begaf. Bas ging naar de kant
van het water. „Op dat moment
stortte het huis in en toen sprong
ik in de diepte, in het water. Ge
lukkig kon ik redelijk goed
zwemmen en snel ging ik op zoek
naar de rest van de familie. Het
was natuurlijk stikdonker. Mijn
moeder zat Idem op een deel van
de zolder. 'Laat mij maar gaan',
zei ze. Ik heb haar toch opgetrok
ken. Op een deel van de zolder zat
mijn vader met een paar kinde
ren. Op een ander deel mijn oud
ste broer met een zusje en mijn
jongste broertje. Zij zijn later, nog
steeds met zijn drieën, in de pol
der teruggevonden."
Huilen en schreeuwen
Bas hoorde zijn familie huilen en
schreeuwen en voelde het ijskou
de water. „Ik vond een zusje die
wat hoger op een tafel zat. Ik heb
geroepen dat er hulp zou komen,
Zij is ook verdronken, ik kon haar
niet meer helpen. Dat vind ik ver
schrikkelijk."
Om zich beter te kunnen bewe
gen in het water trok Bas zijn kle
ren uit. Maar het ijskoude water
bracht hem op andere gedachten;
hij deed zijn goed snel weer aan.
Rillen
Eenmaal binnen werd Bas direct
op bed gelegd en onder de wol ge
stopt. „Zo veel dekens, maar het
hielp niet. Ik bleef maar rillen."
En nog was het gevaar niet gewe
ken. Ook in oma's huis begon de
zolder vervaarlijk te kraken en
Bas was bang dat ook dit huis in
zou storten. „Maar het was een
sterk boerderijtje, vijftien of twin
tig jaar oud. En niet van kalk
zandsteen zoals ons huis."
Na een uur werd het lichter, het
water zakte en Bas stapte uit bed.
Hij wilde naar huis. kijken of hij
familie kon vinden. Maar hij zag
niemand. Met een neef ging hij
naar de Schuringsedijk. Het laat
ste deel moesten ze zwemmen.
„Daar zag ik het gat in de dijk
waar het water doorheen was ge
stroomd." Bas liep richting dorp.
Bij de winkel van Bezemer in de
buurtschap Schuring vroeg hij
wat droge kleding en trok verder
Doelloos dwaalde hij die dag door
het dorp. „Ik moest toch ergens
overnachten. Het werd de huis-
Numansdorp- Zeventien jaar is hij. Een oer-
Hollandse jongen in het Hoekschewaardse
Numansdorp. AI vier jaar werkt hij bij de Am
bachtsheerlijkheid Cromstrijen, een land
bouwbedrijf aan de oever van het Hollandsch
Diep. Hij woont ook in het gebied waar hij
werkt. Aan de Korte Boomweg. Met zijn vader
en moeder en acht broers en zusjes in een ar
beidershuisje. Tevreden en dol op de natuur.
Tot op die bewuste le februari zijn leven dras
tisch verandert. Het wilde water verwoest het
huisje van de familie Rustenhoven. Zijn vader,
moeder, drie broers en vijf zusjes verdrinken
in het kolkende water. Alleen Bas weet als door
een wonder het vege lijf te redden. Hij over
leeft de ramp als enige van die grote familie.
Vandaag de dag is Bas Rustenho
ven een doorsnee Numansdorper.
Getrouwd en vader van twee
dochters, beiden het huis uit. Met
zijn echtgenote Alie woont hij nu
bijna een jaar aan de Molendijk in
een nieuwe dijkwoning. Hij ge
niet van de VUT. Weinig dorpsge
noten weten wat hem ooit is over
komen. Alleen de ouderen onder
hen kunnen zich herinneren welk
leed hem heeft getroffen. Af en
toe krijgt hij nog foto's toege
stuurd, uit al alle delen van het
land Van oud-Numansdorpers
die bij het opruimen een foto te
genkomen van zijn vader en moe
der of van zijn broers en zussen.
„Sommige foto's hebben we zelfs
dubbel," zegt zijn vrouw Alie.
„Maar het is toch leuk dat ze er
aan denken."
Boom
Uit zijn binnenzak haalt Bas wat
kleine fotootjes. Hij legt ze voor
zich op tafel. Op één van de foto's
staan twee jongens op de resten
van wat eens een huis moet zijn
geweest. Dat klopt, het is zijn ou
derlijk huis. Rechts van hen een
boom. „Die heeft een belangrijke
rol gespeeld in het hele verhaal.
Door het dak van ons huis ben ik
naar die boom geklommen. We
wilden er met de hele familie in
klimmen en wachten totdat het
water zou zakken, maar zover is
het niet gekomen."
Tussen de jongens en de boom zie
je het huis van oma Van der Ree,
zijn moeders moeder. Daar werd
Bas, na een eerste verwoede po
ging. naar binnen gehesen en ge
red uit de golven.
Hard gebonk
Ondanks de veertig jaar die zijn
verstreken, weet Rustenhoven
nog precies hoe het allemaal be
gon. „Het was bijna vijf uur én ie
dereen sliep. Plotseling werden
we wakker van hard gebonk. Het
waren Hans Hoek en Gemt
Reedijk, twee jongens uit de
buurt, die ons kwamen waarschu
wen vooi het oprukkende water."
Een snelle blik uit het raam leer
de de Rustenhovens dat het ernst
was. De brede sloot bij het huis
stond zo vol dal het water al over
de dam de Korte Boomweg op-
stroomde. Snel werden de kinde
ren aangekleed. De twee oudste
jongens, Henk (19) en Bas, namen
buiten poolshoogte. „Maar het
water liep al over de dam en we
durfden niet meer naar de dijk."
Ze gingen snel naar binnen en
brachten de waardevolle spullen
naar boven. De fietsen naar zolder
en de varkens uit het hok. „Elk
gezin had wel een paar dieren om
verzekerd te zijn van eten," zegt
Bas.
Op zolder
Het water steeg snel, heel snel. De
familie zocht haar toevlucht op de
zolderverdieping. „Maar het wa
ter kwam zo snel. je zag dat het
fout ging. Bij elke golfslag zag je
dat de zolderverdieping uit de
Hij moest zichzelf redden en snel
ook. Inmiddels was er wel gele
genheid om in de boom naast het
huis te kümmen en dat deed Bas.
Een aantal meters verderop zag
hij de boom voor het huis van zijn
oma. Daar moest hij heen. Met al
le kracht die hij in zich had, zwom
Bas er naar toe. „Vanuit die boom
wilde ik naar het zolderraam
zwemmen en naar binnen klim
men. Mijn oma. drie ooms en een
tante wilden mij naar binnen ha
len met aan elkaar geknoopte la
kens. Ik zette af, maar de stroom
was te sterk en trok me mee rond
het huis." Weer zwom Bas naar de
boom en probeerde het nog een
keer. En nu lukte het hem wel.