Zaterdag Zondag 1 27 'Lijken fotografeerde je in die dagen niet' Hans Akkersdijk opereerde op eigen houtje en was één van de eerste fotografen I Roterdams Dagblad I Zaterdag 30 januari 1993 Ov<r het lot van fotograaf Hans Akkersdijk ver- kevde men bij Het Vrije Volk lange tijd in onze- keneid. Op eigen initiatief was hij naar het ranpgebied vertrokken. Het enige teken van le vel vormde zijn verlaten auto bij Dordrecht. Vie dagen later dook hij weer op om zijn rolle tjes in te leveren voor de speciale foto-editie vai zijn krant. Akkersdijk kon toen nog niet be- sefen dat hij als één van de laatsten Nederland ex;lusieve fotobeelden voorschotelde van een gr«te gebeurtenis. Die rol was daarna wegge- le/d voor de televisie. Door Frits Baarda Rotterdam - Het eerste nieuws over De Ramp bereikt de buitenwereld in de vorm van getui genverslagen. Verslaggevers beschrijven het ondergelopen land vanuit Dakota's. Ze doen geschokt verslag van bovenmenselijke in spanningen en tragedies. Vermoeide roeiers die niet voorbij levensgevaarlijke doorbraak- gaten geraken. Boerinnen die de kracht mis sen om zich aan de okselhaken van de helikop ters vast te klemmen. Een watervliegtuigje dat een eenzame man met zijn vlag op een dak moet achterlaten, omdat hekjes met prikkel draad het toestel beletten te landen. Een van nood krijsend varken met zijn kop juist boven het water. Verdronken mensen, overal. tvee lukw's ont- noeten ékaar, ter- vijl elders <p de dijken lard werd jewerkt om e gaten te dchten,zo- as hier in Qiderkerk an den IJs- sil. Voor hit vee was irde mees- t< gevallen gien red- dng meer nogelijk. Ds kada- vtrs wer- drn verza- rreld om la- t«r te wor- tfen vernie tigd. ..Het was erger dan de vreselijk ste droom," meldt Het Vrije Volk in de eerste noodeditie. De krant verschijnt nog die nacht. Vlieg tuigjes zullen later die week dui zenden exemplaren boven het rampgebied uitwerpen. „Het was een nachtmerrie vol rinkelende telefoons, dravende mannen, we nende vrouwen, tegen orkaan kracht optornende mensen, was send water." De hoofdredactie besluit onmid dellijk een tekenaar mee te stu ren, zodat de lezer in schetsjes een eerste visuele indruk kan krijgen. Hij tekent de toren van Stellendam, waarin mensen hun toevlucht hebben gezocht. Spoe dig volgen fotografen. Hans Ak kersdijk meldt zich niet op de re dactie, hij is op eigen gelegenheid naar Zeeland afgereisd. Niemand weet waar hij zich bevindt. Zijn auto wordt, een dag later, verlaten aangetroffen bij een brug in Dor drecht. Achter de brug niets dan water. Feestzaal De voorafgaande dag en nacht had hij nog in de Rotterdamse dreven rondgezworven, de over stromingen fotograferend. De eerste foto maakte hij in een on dergelopen feestzaal aan de Oost zeedijk, waar uitgelaten mannen met hoedjes in het wassende wa ter dansten. Hij bood de feestgan gers nog aan voor de eerste nood- editie, maar de redactiechef had geoordeeld: „Te vrolijk bij al die ellende." De noodeditie droeg de kop: 'Om vang van de ramp niet te over zien'. Het maakte de machteloze positie van de journalisten duide lijk: ze brachten groot nieuws waarvan ze zelf alleen maar van grote hoogte getuige waren ge weest. Wélke afmeting de ramp in menselijk opzicht had, konden ze de lezer niet melden. De storm en de grote afstanden beletten hen de geïsoleerde Zeeuwse dorpjes over water te bereiken. Hans Akkersdijk doet na een dag toch een poging. Met zijn auto rijdt hij naar Dordrecht. „Ik kon er niet verder vanwege de ge opende brug. Toen kwam een man aangereden, een Schevenin- ger. Hij reed op een Dukw, een voertuig dat zich zowel op het land als over water kan voortbe wegen. Een tweedehandsje uit een legerdump. Bij mooi weer reed hij ermee over het strand en bracht er badgasten een eindje mee op zee." De man wil op eigen houtje men sen redden. Of hij mee mag, vraagt Akkersdijk. „Liever nie- t,"antwoordt de Scheveninger, „Het is de bedoeling mensen te halen, niet te brengen." Na enig aandringen stemt hij alsnog toe. Al snel is er rond hen alleen water en een bulderende wind. Bij Zijpe komen ze een eerste post van hulpverleners tegen. De fotograaf duikt onder de dekens, aan de voeten van de Scheveninger. Hij weet dat hij moet achterblijven als ze hem ontdekken. Journalis ten worden de eerste uren uit red dingsvaartuigen geweerd. Ze ne men maar onnodig plaats in. De autoriteiten vorderen direct het amfibievaartuig en zetten de Scheveninger bij de hulpacties in. Hans Akkersdijk, nog altijd onder de dekens, zien ze over het hoofd. „Ik ben twee volle dagen in die boot gebleven." vertelt Akkers dijk. „Op de redactie begonnen ze het ergste te vrezen. Ik liet niets van me horen. Ik wilde wel, maar ik kón niet. Alle verbindingen wa ren verbroken. Ik bevond me midden op die enorme watervlak te. Daar fotografeerde ik het on eindige water, de dode koeien, de mensen op de daken, de geredden vóór me in de boot, maar ook brei werkjes hoog in de bomen. Ik was heel selectief en zuinig, want ik had maar tien films met elk twaalf beeldjes bij me." Terwijl de drenkelingen aan boord worden gehesen fotogra feert Akkersdijk. De markantste opname, vindt hij, is van een groepje geredden onder dekens. Ze zitten zwijgzaam bijeen, in een shocktoestand. Het is de enige overgebleven foto uit een serie die hij zittend nam vanuit de boot. Menselijke lijken, hoewel hij ze soms op deuren langs ziet drijven, fotografeert hij niet. „Het werken. Met die boot kwamen we overal. Soms voeren we ermee dwars door een keukentje en za gen we de kopjes en pannetjes nog op het aanrecht staan. Wat me nog het meest is bijgebleven, is het rijden over de daken. In eens hadden de wielen van de dukw greep op iets, dan zag je on der je een dak, losgeslagen van een huis.'1 Na twee dagen draait de motor van de Dukw zichzelf in puin. Het vaartuig strandt nabij Zierikzee, waar Hans Akkersdijk op een gro ter schip met evacuées kan over stappen. Het wordt ook hoog tijd de films bij de krant af te leveren, ze zijn alle vol geschoten. Van de tocht naar Rotterdam kan hij geen foto meer maken. Vier da gen nadat hij bij Dordrecht het water op is gegaan, komt hij aan bij de Spido. „Ik belde meteen mijn redactie chef, Koos Aarse, 'Wat is er nou weer?' was het eerste dat hij me zei. Toen besefte hij dat ik het was. 'Waar zijn je foto's?' Hij liet direct Jan van der Hoeven, een collega, komen om de films op te halen en te ontwikkelen. Ik mocht naar bed. Na vijf dagen zag mijn vrouw Riekie me weer." Enkele van de foto's halen nog juist de extra editie op zaterdag van een fotokrant, een bijzondere uitgave in die dagen. 'Een zwarte week' staat er boven. Voor het eerst kunnen de lezers ook zien welke ramp zich op de eilanden heeft voltrokken. Een enkele foto van Akkersdijk wordt korte tijd later ook opgenomen in het boek De Ramp, het eerste op zo'n grote schaal verkochte fotoboek in Ne derland. De Vereeniging ter Be vordering van de Belangen des Boekhandels, die het boek uit geeft, laat maar liefst 675.000 ge denkboeken drukken. De baten gaan rechtstreeks naar het Natio naal Rampenfonds. Het is misschien de laatste keer dat fotografen in Nederland ex clusief het beeld van een gebeur tenis vormen. De televisie heeft de kinderschoenen nog niet ver laten. In een afgedankt kerkje in Bussum staan al wel camera's klaar, maar die moeten onbe weeglijk binnen blijven. Hans Ak kersdijk in een geani meerd ge sprek met de heer Lie- versen uit Nieuwer- kerk op de piekwaar hij door de j Dukw, met I de foto graaf aan boord, werd opgepikt. Foto Niels van der Hoeven/ Rotterdams Dagblad De foto die de meeste indruk op Hans Ak kersdijk heeft ge maakt. In de Dukw zit ten de slachtof fers. We zenloos; nauwelijks beseffend wat hun is overko men. Foto's Hans Akkersdijk. Reddings werkers in Bruinisse controleer den de hui zen of er niemand was achter gebleven. In Rotter dam-Zuid werd een vrouw door een politie man naar veiliger oor den ge bracht. Tus sen Brui nisse en Nieuwer- kerk was men op zichzelf aangewe zen om een veilig heen komen te zoeken. Over een dak De Scheveninger haalt nog tien tallen mensen uit hun huizen en van vlotjes weg. „Die man heeft werkelijk geweldig werk ge daan," zegt Akkersdijk, „Hij blééf was zelfcensuur. Dat deed je niet, dat was ongepast. Ik wist uit erva ring dat lijken nooit de krant haalden. Die beelden liggen nu opgeslagen in mijn hoofd, in een potje waar ze zelden uitkomen. Gewoon verdrongen."

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1993 | | pagina 4