26
'God schudde de wateren' werd een bestseller
De Ramp in de Nederlandse literatuur
Na één dag had Arie van der Lugt genoeg stof voor snelst geschreven en meest gelezen roman
„Rotterdam...
Ahoy-hallen, doorgangscenrum voor geëvacu-
eerden. Immense gebouwen, die gonzen van
bedrijvigheid. Enorme hallen, zeer wijd en
zeer hoog. Vlaggen van alle nationaliteiten
hangen van de zoldering neer, alsof het feest
is. Vorige maand werd hier 'n beroemde ijsre-
vue vertoond en de Rotterdammers kwamen
in dichte drommen. Nu zijn ze hier weer, de
mensen van de havenstad, en zij werken zich
in het zweet om de naakten te kleden, de hon-
gerigen te spijzen, de zieken te verzorgen.
Daar staan honderd, vijfhonderd, daar staan
duizend draagbaren en meer op de betonnen
vloer. Hierop slapen de getroffenen uit de
noodgebieden - als de gruwzame herinnering
aan de voorbije dagen hen niet wakker houdt.
Als hun harten niet schreien om het dierbaars
te wat verloren ging... Neen, er wordt niet veel
geslapen op de duizend draagbaren, maar je
kunt er toch heerlijk op liggen, gestrekt onder
de feestvlaggen en peinzend over het water
graf. waarin je dierbaren rusten.
Je wordt hier gevoed, gekleed en opgelapt,
door de liefdevolle handen van het volk boven
de Maas. Dag en nacht staan ze voor je klaar.
Duizend mensen en meer putten zich uit om
de wonden te helen, die het water sloeg. Tien
tallen verpleegsters sjouwen rond op hun
moeie benen, ze glimlachen naar je, met hun
vermoeide gezichten, een gelegenheidsglim-
lach. die bijna een grijns wordt op den duur,
maar onder hun witte schorten klopt een eer
lijk, warm hart. Dokters lopen af en aan in hun
witte jassen, politiemannen kijken toe onder
hun witte petten: zij houden nieuwsgierigen
en de sensatiebelusten op een veilige afstand,
maar ze staan machteloos tegenover de pers-
muskieten met hun flitsende lampen, want die
moeten een brok ellende vastleggen op de ge
voelige plaat. Voor het lezend publiek achter
de kachel doen ze dat, en voor het nageslacht,
opdat niemand zal vergeten hoe erg het is ge
weest. Neen. we zullen het niet vergeten, wij.
die door de natte hel zijn gegaan. Hier wanen
wij ons in een paradijs, als die flitslampen
maar niet zo flitsten. Vorige maand danste hier
Salomé op de schaats; ook toen hebben de lam
pen geflitst. Salomé danste onder fanfaremu
ziek, onder schijnwerperlicht in betoverende
kleuren en onder dezelfde vlaggen, waar wij
nou onder liggen met onze barre herinnering.
De agenten, die toen de orde bewaarden, doen
het nu weer. Het decor is eender; de marionet
ten zijn anders, en de muziek zwijgt gelukkig,
want we zijn zo moe..."
(Uit 'God schudde de wateren' van Arie van der
Lugt, uitg. Zuid-Hollandsche Uitgeversmaat
schappij, Weert)
„Het dorp telde zestig huisjes of daaromtrent.
De klok begon te luiden en de dorpers dachten
dat er brand was. Een kwartier later hield de
klok op met luiden, omdat de koster was weg
gespoeld van de zeel. Toen telde het dorp nog
zestien huizen, welgeteld. Toen waren bekant
driehonderd dorpers voor Gods rechterstoel
verschenen en de anderen zaten rillend hun
beurt af te wachten op de zestien daken, die de
plaats aanduidden waar eens een dorpje was
geweest. Een kwartier.
Soms gebeurt hier niks in een halve eeuw. Nou
was het dorp van de wereld geveegd in vijftien
ontzettende minuten.
Belust op sensatie waren de mensen uit hun
bedden gekropen op het luiden van de klok. Ze
gingen kijken naar de brand, een welkome af
wisseling in hun eentonig bestaan. Zij kwa
men buiten en staarden verbijsterd in de ogen
van de dood, die op een berg van brullend wa
ter kwam aangegaloppeerd. Ze renden terug
in hun huizen en ze gilden van angst om zoveel
sensatie.
Geen helle brand, aangewakkerd door de
wind, maar Heintje Pik, gedragen op vleugels
van de storm. Een berg van water, een zond
vloed van loeiend, bulderend water, een don
kergroene stolp, die zich over hen sloot. Een
vraatzuchtige muil, die veertig huizen ver
slond. en een paar honderd mensenkinderen
en alles wat het beest op zijn weg ontmoette.
Gegil van mensen in het zwart van de nacht,
en boven alles het donkere gegrom van het wa
terbeest.
Een dorp van vijfhonderd zielen. Daarvan wer
den er bekant driehonderd opgeroepen om
achtermekaar voor God te verschijnen. De wa
terberg stortte zich bovenop het dorp en de
huisjes donderden in malkaar en de driehon
derd werden begraven met één gebaar van
Gods hand. Het was groots. Het was een ver
schrikkelijk grootse begrafenis en een ver
schrikkelijk diepe rouw. Wat kan er in één
kwartier veel gebeuren, als de tijd een halve
eeuw heeft stilgestaan. Zestig huisjes. Het wa
ter liep er brullend tegenaan met zijn machti
ge schouders. Het tilde ze op en wierp ze er
gens neer. Het overspoelde de kleinste en het
drukte deuren en ramen in van grotere. Dan
rende het water binnen in zo'n huis, het ramde
de muren uit malkaar, het tilde de vliering op
zijn schouders. Daar sliepen de kinders. Die
dreven weg. die kantelden over malkaar en
stortten gillend in het zwarte diep. Ze snikten
in de kouwe armen van de dood. Enkelen slie
pen rustig door, tot zij wakker werden in Gods
schoot. Driehonderd, in een luttel kwartier.
Toen rende het water alweer verder de polder
in.
Zestig daken. Die staken boven het wilde wa
ter uit in het duister van de nacht. Ook de
kerk. Ook de pastorie van pastoor Blankert en
het gele huis van dominee Kwist. Daarop zaten
die mensen opeengehoopt, schreiend in hun
onsteltenis, of te verbijsterd om een klacht te
uiten. De klok had opgehouden te luiden. De
koster was wiegelend verdronken aan de zeel.
Hfj had in zijn grote schrik de torendeur open
gelaten en nou kwam het water hem daar be
springen. De zeel ontglipte aan de koster zijn
handen. Toen viel de klok stil, na nog een paar
buitelende klanken."
(Uit 'God schudde de wateren' van Arie van der
Lugt, uitg. Zuid-Hollandsche Uitgeversmaat
schappij. Weert)
sfeer te proeven van de wederop
bouw en de veranderingen, die de
ramp ook in de verhoudingen tus
sen de overgebleven eilandbewo
ners en de rest van Nederland te
weeg heeft gebracht. Het leverde
het derde deel, 'Herwonnen
Land', op van de trilogie, die de ti
tel van de roman over de waters
nood kreeg.
Die titel 'God schudde de wate
ren' ontleende de bourgondische
rooms-katholiek aan de preek,
die zijn pastoor hield op de ramp
zalige zondag van 1 februari 1953.
„Nog voor het nieuws over de wa
tersnood tot Vlaardingen was
doorgedrongen, gebruikte onze
pastoor de tekst 'God schudde de
wateren en nam de uitverkorenen
onder zijn hoede'. Ik heb dat al
tijd frappant gevonden," vertelt
Annemarie van der Lugt, die door
haar echtgenoot 'zijn redactrice'
wordt genoemd.
Arie van der Lugt behoort tot de
populairste schrijvers van streek
romans in Nederland en België.
Zijn geestesprodukten zitten in
reeksen van boekenclubs en zijn
veel gevraagd in bibliotheken
Van jongsaf aan gebruikt de op 30
maart 1917 in Vlaardingen als eer
ste van een tweeling geboren Arie
van der Lugt zijn schrijftalent om
te bestaan. „Het is in het begin
wel armoe geweest, maar de laat
ste twintig jaar kunnen we er
goed van leven." vertelt zijn ze
ventigjarige echtgenote Annema
rie. Het nog vieve stel heeft vijf
kinderen groot gebracht, waarvan
er drie in het buitenland wonen
en het nu 27-jarige, studerende,
nakomelingetje nog thuis is.
Nummer 44
Bijna honderd toneelstukken le
verde Arie van der Lugt (soms on
der pseudoniem) af, tientallen
jeugdboeken schreef hij en mo
menteel werkt hij aan roman
nummer 44. In de door hemzelf
gebouwde houten 'schrijfhut', in
het bos achter zijn bungalow in
Luyksgestel, noteert hij met een
balpen in een schrijfblok van
houtvrij papier de eerste hoofd
stukken voor 'De Tweesprong'.
Het is het vervolg op zijn vorig
jaar verschenen roman 'De Claere
Waerheit' en bedoeld als onder
deel van zijn zoveelste trilogie.
Deze gaat over het leven van ko
perteuten uit de Brabantse Kem
pen. Dat zijn kleine koperhande
laren met veel contacten in het
buitenland, die op bijzondere wij
ze waardering hebben gekregen
van een Deense koning.
Menselijke relaties in een kleine
gemeenschap beschrijft Arie van
der Lugt ook nu weer. Als gebo
ren verteller verhaalt hij over op
bloeiende liefdes, botsende ka
rakters, droeve belevenissen en
feestelijke ervaringen van de een-
voudigen en hun autoriteiten.
Menselijke tekortkomingen en
hun onvermijdelijk lot zet hij vol
emotie en met humor tegenover
de geestelijke kracht, die hij zijn
romanfiguren meegeeft.
Van der Lugt is gewend om door
studie en onderzoek ter plaatse
het geweld aandoen van de wer
kelijkheid te vermijden. Reacties,
die hij in de loop der jaren heeft
gekregen van lezers van zijn ro
man 'God schudde de wateren',
bevestigen hoezeer daarin de
droeve realiteit van dat moment
wordt beschreven.
Simon
Carmiggelt.
Archieffoto
Rotterdams
Dagblad
Harry
Mulisch.
Foto Fred EmsV
Cor Vos
Maarten
't Hart.
Foto Niels van
der Hoeven/
Rotterdams
Dagblad
Vlaardinger Arie van der Lugt hoefde niet lang na
te denken toen hij de kans kreeg met een boot
het rampgebied in te trekken. De schrijver ging,
slechts gewapend met een notitieboekje, mee.
Het was snel volgeschreven en zes weken, vele
kopjes koffie en vele sigaretten later was zijn
boek klaar: 'God schudde de wateren'. Het werd
een bestseller. Volgens zijn uitgever zijn een
miljoen exemplaren verkocht. Zelf relativeert
Van der Lugt dat cijfer liever.
Door Ben van Haren
Luyksgestel - „Ik liep langs de havenkant. Een
aantal jongens van Bram Sprij. van de meubel
fabriek, waren bezig een boot te laden. Ze wil
den met brood naar de overkant varen. Over
een uur zouden ze vertrekkenIk ben snel naar
huis, naar de Javastraat, gelopen om mijn
vrouw te waarschuwen, dat ik meeging. Met
vijf man trokken we erop uit. We konden zo
doorvaren. Je zag alleen maar water."
De Vlaardingse romancier Arie
van der Lugt (76) vertelt hoe hij in
1953 in korte tijd de stof vergaar
de voor zijn meest gelezen roman
'God schudde de wateren'. Het
werd de titel van een trilogie met
vertalingen in het Engels, Spaans
en Duits.
Door Peter de Lange
Inkt lost op in water, maar inkt
houdt ook de herinnering levend
aan wat door het water werd uit
gewist. Dat is al zo sinds de zond
vloed. Al vele honderden jaren
wordt, telkens opnieuw, voorgele
zen en verteld hoe Noach een ark
bouwde en hoe van ieder dier een
paartje aanmonsterde, opdat de
wereld, die gedoemd was in water
te smoren, toch zou voortbestaan.
Wij kennen het verhaal omdat ie
mand er zo van onder de indruk
was, dat hij het opschreef.
De kroniekschrijver die Noachs
avonturen te boek stelde legde de
basis voor een literair motief, dat
vooral in het gelovige en natte Ne
derland veel beoefenaren vond.
God, altijd toornig om de verdor
venheid van de mensen, kon ie
der moment een nieuwe zond
vloed afkondigen, zo geloofden
velen. En ze wierpen angstig een
blik over de dijk. Daar lag water
genoeg om het vonnis te voltrek
ken.
De dichter Ad Zuiderent stelde
tien jaar geleden een boekje sa
men over de invloed van de
stormramp van 1953 op de Neder
landse literatuur. Bij het vergaren
van materiaal uit 1953 en later
stuitte hij ook op teksten en ge
dichten ie ontstaan waren bij
vroegere overstromingen. Omdat
er in vorige eeuwen nogal wat wa
tersnoden zijn geweest, lag er al
snel een flinke stapel papier op
Zuiderents bureau. In die verha
len speelden de wil van God en de
profeten uit de bijbel een niet on
belangrijke rol.
Oerkracht
Een zekere Fruytiers dichtte na
de novembervloed van 1570 (naar
schatting 20.000 doden) bijvoor
beeld de regels „Gij zondt de stro
men hier vroeg daar later, doch 't
is van ons verdiend, want wij zijn
van uw geboden afgeweken."
Volgens Zuiderent liet vooral de
negentiende eeuw een ware haus
se aan watersnoodpoëzie zien.
..Er hoefde maar bij Brakel.
Nieuwaal of een andere plaats
tussen Maastricht en de Noordzee
een dijk door te breken, of de ge
legenheidsdichters grepen hun
vochtige lier om het leed van de
slachtoffers te relativeren door
het aan een hoger, ondoorgronde
lijk Godsplan toe te schrijven."
Ook in het proza en de poëzie over
de februariramp doken zo nu en
dan verwijzingen op naar de vin
ger Gods. In zijn 'Ballade van de
watersnood' beleed J. W. F. Weru-
meus Buning 'dat wij allen zijn in
God's hand'. Gerard den Braban
der sprak in 'En het geviel...' over
de 'oerkracht van de goddelijke
knuist' en Okke Jager schreef een
gedicht met de titel 'De kinder
moord van Zeeland', waarin de
watersnood wordt vergeleken
met de kindermoord in Israël na
de geboorte van Jezus.
Rampenfonds
Toch was het allemaal lang niet zo
stichtelijk en belerend als in voor
gaande eeuwen. Wel lieten veel li
teratoren zich door de ramp inspi
reren, wat bleek uit de talloze ge
dichten die al kort na de eerste fe
bruari in de weekbladen versche
nen. Maar die gedichten hadden,
hoe tranentrekkend soms ook ge
toonzet, niet meer de functie
mensen te bewegen hun beurs te
trekken voor de slachtoffers, zo
als in vroeger dagen gebruikelijk
was. Nederland kende immers al
sinds 1935 het Nationaal Ram
penfonds. Toch konden schrij
vers nog steeds financieel bijdra
gen aan het lenigen der nood. Jan
de Hartog schonk de opbrengst
van zijn verhaal 'De kleine ark" in
zijn geheel aan het Rampenfonds.
Een fragment uit dat boek ont
breekt in Ad Zuiderents bundel.
Maar hij kon dan ook niet alles
opnemen wat er over de ramp
werd geschreven, daarvoor was
de hoeveelheid materiaal te groot.
Max Dendermonde ('De wereld
gaat aan vlijt ten onder') opperde
ooit dat iemand een lijvige docu
mentaire roman zou moeten
schrijven over de noodlottige ge
beurtenissen op de eilanden,
maar dat gigantische karwei
heeft geen schrijver aangedurfd.
Daarvoor zou eerst een onvoor
stelbare berg gegevens moeten
worden uitgezocht en geordend.
De meeste schrijvers lieten het bij
kortere stukken, uitzonderingen
als Ed Hoornik daargelaten.
Hoornik wijdde een toneelspel in
drie bedrijven aan de ramp. Dat
paste uiteraard met in z'n geheel
in Zuiderents bloemlezing. Vol
staan moest worden met een frag
ment. Van de rest van wat over de
ramp werd geschreven, bracht
Zuiderent een groot aantal stuk
ken bijeen. Zijn overzicht is niet
volledig. Maar hij probeerde wel
zoveel mogelijk facetten naar vo
ren te halen: de storm, de kou, de
doden, de ravage.
Om dat te bereiken koos hij zijn
materiaal uit allerlei genres, van
de later gecomponeerde legende
'De terugkomst' van Harry Mu
lisch uit 1957 tot de hartverscheu
rende, ter plaatse geschreven re
portages van de Parool-journalis
ten Willem Witkampf en Simon
Carmiggelt ('„Is Anna van Willem
bij jullie?" Even een aarzelende
stilte. „Nee, die is weg hoor...,"
klinkt het dan over het water'.)
Maarten 't Hart, die ten tijde van
de stormvloedramp in Maassluis
woonde, leverde ook een frag
ment voor het boek. Aangehaald
wordt een verhaal ('Mammoet op
zondag') waarin 't Hart vertelt
over een krantefoto van zijn va
der. die als een soort Sint Christo-
forus de Maasluizer Kees Koevoet
op zijn rug door het water draagt.
„Maar Kees Koevoet had gemak
kelijk zelf door het water kunnen
lopen, het stond misschien nog
geen 20 centimeter hoog."
Het is een beetje magere bijdrage
uit het toch behoorlijk door de
ramp getroffen Maassluis. In die
stad doet nog steeds een veel ster
ker (uit de literatuur afkomstig?)
verhaal over de le februari 1953
de ronde. Dat gaat over een streng
gelovige Maassluizer die het wa
ter in zijn kamer langzaam zag
stijgen. Zijn boeken stonden in
een kast onder het raam, en de
man zag de ene rij ruggen na de
andere verdwijnen. Het water
hield op met stijgen toen het de
plank had bereikt waarop de bij
bel stond.
Voor dit artikel werd gebruik ge
maakt van '1 februari 1953; storm
ramp en watersnood nagewerkt in
gedichten, verhalen en toneeltekst'
door Ad Zuiderent.
..Het was een helse tocht. Ik ben
bijna nog overboord geslagen,
maar kon me net aan de helmstok
vastgrijpen. Een man in een oud
soldatenpak, was de enige bekwa
me stuurman aan boord. Onder
Spijkenisse kregen we motor-
pech. Na twee uur sleutelen en
wachten is het gezelschap uit
elkaar gegaan. Ze hebben mij bij
de brug afgezet, waar ik twee
mannen van een Rotterdamse
krant tegenkwam die hun kran
ten moesten verspreiden. We gin
gen richting Tiengemeten. Ik was
geen journalist maar wel op
nieuws uit en schreef mijn noti
tieboekje vol. Na één dag had ik
stof genoeg. Ik heb de volgende
dagen wel alle kranten gelezen en
ik ben ook verschillende keren
nog naar Ahoy' gegaan. Na zes
weken leven op koffie en sigaret
ten was ik klaar met deze roman.
Normaal heb ik een half jaar no
dig."
Volgens de folder van de uitgever
zijn er een miljoen exemplaren
verkocht van 'God schudde de
wateren'. De schrijver zelf zegt,
bescheiden als hij is, dat het om
een afgerond getal gaat. „Hou het
maar op ruim een half miljoen."
adviseert Arie van der Lugt, die
overigens de verkoopcijfers van
de ter gelegenheid van zijn 75ste
verjaardag vorig jaar uitgegeven
speciale druk nog niet kent. „Het
is wel de best verkochte en tevens
mijn snelst geschreven roman."
De Gekke Dokter
Veertig jaar geleden was het wel
een uitgever, toen van De Toorts
uit Heemstede, die Arie van der
Lugt aanzette tot het maken van
zijn roman over de ramp. Het had
alles te maken met het succes van
zijn in 1951 verschenen roman
'De Gekke Dokter'.
Die roman is geinspireerd op de
gedragingen van de zeer bekwa
me, maar eigengereide en wars
van oude gebruiken levende dok
ter van de ouders van zijn vrouw.
Zij woonden in het Overijsselse
Steenwijkerwold, een zwaar
ciële bel rinkelen bij één van de
mensen van De Toorts. Na het ho
ren van de eerste rampberichten
belde deze Arie van der Lugt. die
na het gesprek in Heemstede van
het station naar huis wandelend
over de Westhavenkade in Vlaar
dingen langs de meubelfabriek
van Bram Sprij kwam, waar een
boot voor vertrek werd klaarge
maakt. Binnen enkele uren zat de
schrijver in het gebied van de
ramp waarover zijn nieuwe ro
man zou gaan. Nog in 1953 kwam
de eerst druk van de persen.
Herwonnen Land
Later is Arie van der Lugt terug
gegaan naar de eilanden om de
Arie van der
Lugt schrijft
nog steeds.
In zijn
houten
'schrijfhut'
in Luycks-
gestel is hij
bezig met
roman num
mer 44. Foto
Jaap Rozema/
Rotterdams
Dagblad
christelijk platteland. Om de be
treffende huisarts zelf, zijn pati
ënten en verdere omgeving niet
al te shockeren verplaatste Van
der Lugt het verhaal in zijn ro
man echter naar een hem als
Vlaardinger bekender en qua
christelijkheid vergelijkbaar plat
teland, de Zuidhollandse eilan
den.
'De Gekke Dokter' sloeg goed aan
en niet alleen in Nederland. Ze
ker toen de beroemde uitgeverij
Randomhouse in Londen de rech
ten kocht en prompt aanvragen
uit Duitsland en Spanje kwamen.
De watersnoodramp, die even la
ter heel de wereld deed opschrik
ken, liet vervolgens een commer-