Zaterdag Zondag 25
Zonder morren een maand in Ouddorp
Hulpvaardige handen verzachtten het leed
Vlaardingse radio-amateur Gerrit Swaneveld 'bevoorraadde' hulpverleners
Rotterdams Dagblad I Zaterdag 30 januari 1993
Gerrit Swa-
neveld (73)
bij de zen
der achter
de toon
bank van
zijn winkel
in Vlaardin-
gen: 'Een
probleem in
die eerste
dagen was
het op peil
houden van
de accu's.
Tractoren
bleven
rondjes rij
den om de
batterijen
te laden'.
Foto Roel
Dijkstra
Door Rein Wolters
Rotterdam - De hulpverlening kwam in Rot
terdam snel op gang. De eerste maatregel be
trof de evacuatie van bewoners van de Boven
straat in Oud-I Jsselmonde. Vanwege een drei
gende doorbraak van de Oostdijk was hun situ
atie uiterst kritiek. Vloedplanken tussen hun
huizen ontbraken, wat overigens wél voor
schrift was. Ook de hoogte van de dijk was on
voldoende en dat wreekte zich.
Voor burgemeester G. E. van Wal-
sum en wethouder J. van Tilburg
was de situatie reden tot evacu
atie van 153 bewoners, 's Nachts
zijn ze naar het Stadion Feije-
noord overgebracht en onder ver
zorging gesteld van inderhaast
opgetrommelde helpers van het
Rode Kruis. Hun leed was snel ge
leden. In de loop van die zondag
morgen mochten ze, op één gezin
na. weer naar huis. Het directe ge
vaar was geweken.
Intussen werkten in hoog tempo
de verschillende gemeentelijke
diensten samen bij het helemaal
gereed maken van het stadion
voor opvang van misschien wel
duizenden evacués, afkomstig
van de Zuidhollandse en Zeeuw
se eilanden. De verwarring was
groot, niemand bevroedde de
juiste omvang van de ramp.
Door het hoge water, overstro
mingen en onder water gelopen
straten, was Rotterdam-Zuid in
de vroege ochtenduren geïsoleerd
van de rest van de stad. Maar daar
trokken de hulpverleners zich
weinig van aan. Improviserend
wisten ze onder leiding van onder
meer ambtenaar R. Heijmans met
behulp van verhuiswagens van
Diepenhorst bij de Holland Ame
rika Lijn 150 bedden, 140 strozak
ken en 350 dekens op te halen en
in de Ahoy'-hallen te installeren.
Omstreeks 16.00 uur arriveerden
bij het Stadion Feijenoord de eer
ste bussen met evacués. Daar
heen waren ondertussen ook tal
van autobezitters gereden. Spon
taan stelden zij hun wagen be
schikbaar voor vervoer van de
ontredderde vluchtelingen naar
familie of andere bestemmingen.
Ook reden voor dat doel bussen
van de RET en van de firma Vre-
denstein uit Den Haag. Het sta
dion was ondertussen voldoende
toegerust met personeel.
In de middag kwamen de trans
porten hoofdzakelijk uit Zuid-
land en 's-Gravendeel en enkele
geëvacueerden van Ridderkerk
en Slikkerveer. In korte tijd volg
de registratie van hun persoonlij
ke gegevens en werd eten en drin
ken verstrekt. Voor zover men be
schikte over een logeeradres,
volgde vervoer per auto daar
heen. Wie niet zo gelukkig was,
werd voor tijdelijke huisvesting
overgebracht naar de Ahoy'-hal-
len bij de Westzeedijk (ongeveer
waar nu de Medische Faculteit en
het Dijkzigt-Ziekenhuis zijn). In
enkele gevallen was opname van
een evacué in het ziekenhuis
noodzakelijk. De arts dr. J. Boiten
schreef, na een eerste onderzoek,
de benodigde verwijskaart uit.
Gamellen soep
Terwijl de vluchtelingenstroom
toenam, groeide ook het aantal
aanbiedingen voor materiële
hulp. De firma Van Wijk uit Lei
den liet bijvoorbeeld honderd
wollen dekens in het stadion be
zorgen, slager Van der Linden
van de Riederlaan bracht gamel
len met soep en de firma Goed en
Goedkoop uit de Zwartjanstraat
zond een knecht met vijftien kilo
vleeswaren voor broodbeleg. Het
aanbod van het Zuiderziekenhuis
voor 150 warme maaltijden werd
niet gehonoreerd, want dat was al
geregeld, Tot tegen middernacht
hield de stroom vluchtelingen
aan. Aan het eind van de rampdag
waren er in het stadion 591 gere
gistreerd. Ondertussen liep ook
Ahoy' vol.
Nederland leefde intens mee met
het lot van de getroffenen. Nog
nooit was het westen van Neder
land, behalve dan tijdens oorlo
gen, getroffen door zoveel leed.
De hulp kwam goed op gang. Op
de tweede dag na de ramp werden
belangrijke hoeveelheden kle
ding en schoeisel aangevoerd. Da
mes van de Urne van Vrijwilligers
sorteerden de giften in onder
meer de Rivièrahal van Diergaar
de Blijdorp en loodsen van Pak-
huismeesteren bij de Rijnhaven.
Scheepvaartmaatschappij Rotter
damse Lloyd stelde vijftig bedden
en honderd dekens beschikbaar.
Koningin Juliana bezocht die dag
's avonds het stadion en on
derhield zich geruime tijd met de
vluchtelingen. Op 2 februari re
gistreerde men in de Kuip 720
evacués. Ter verwarming van de
ruimten in de catacomben van de
Kuip werd de tlrma Kieboom ver
zocht 160 mud cokes te bezorgen.
Onderdak
Op de derde dag meldden zich in
het stadion geen vluchtelingen,
maar de dag daarna waren er voor
de middag alweer 112 geregis
treerd afkomstig uit de gemeen
ten Zuid-Beijerland, Oosterland.
Stavenisse, Bruinisse, Zonnemai-
re, Strijen, 's-Gravendeel, Middel-
harnis en Rhoon. Via hulp van
kerkelijke instanties vonden zij
onderdak bij particulieren. De
vluchtelingen arriveerden niet al
leen met auto's, maai- ook per
boot of met hun schamele bezit
tingen op een handkar. Ook uit de
regio Dordrecht kwamen veel
vluchtelingen, waarvan de mees
ten via Ahoy' tijdelijk aan onder
dak en eerste levensbehoeften
werden geholpen.
Op 5 februari is het stadion voor
de opvang gesloten en werd de
administratie overgebracht naar
Ahoy'. Een lorrenkoopman haal
de de resterende hoeveelheid
waardeloze rommel op en droeg
10,00 af aan het Rampenfonds.
Dit bedrag werd met nog 14.72
verhoogd, zijnde de inhoud van
een onbeheerd aangetroffen col
lectebus. De resterende hoeveel
heid cokes werd overgenomen
door stadion-directeur Van Krim
pen. „Het stadion met zijn grote
ruimten en sanitaire voorzienin
gen leende zich uitstekend voor
verwerking van een groot aantal
evacués," schreef le commies
C .A. Schulte zes dagen later in
zijn rapport.
Ahoy'-hallen
Al in de nacht van de ramp stelde
de gemeente Rotterdam ook de
Ahoy'-hallen beschikbaar voor
centrale opvang en hulppost. Met
spoed werd het complex ingericht
voor de opvang van vluchtelingen
en evacués van buiten Rotter
dam. Aangrijpende tonelen speel
den zich af bij mensen die elkaar
hervonden of vernamen dat ver
wanten waren verdronken. Stro
men afgematte en ontredderde
mensen sjokten binnen. Sommi
gen met hun plunjezak over de
schouders en af en toe een kind
met wat speelgoed of een hondje
of een poes. Er kwam geen eind
aan. Ondanks alle ellende bleef
de inderhaast geïmproviseerde
organisatie uiterst werkzaam en
vooral soepel. Vlekkeloos was het
niet. maar dat was in de chaos ook
niet mogelijk.
Padvinder
Op de avond van dinsdag 3 fe
bruari begaven de koningin (ze
had het rampgebied in Zeeland
bezocht) en de wethouders A. Ho-
geweg en J. U. Schilthuis zich on
gemerkt onder de slachtoffers
van de ramp. Het trio en nog en
kele begeleiders werd voorge
gaan door de zeeverkennersleider
K. Heil, die bij het betreden van
het complex door Hare Majesteit
was aangetikt met het verzoek
haar rond te leiden. Plichtge
trouw voldeed de padvinder daar
aan. maar in aanvang zonder te
weten dat het de koningin was.
Afgezien van het eigenlijke ramp
gebied en de dramatische gebeur
tenissen, waren de Ahoy'-hallen
ook het centrum van de wereld
pers. De NTS (de voorloper van de
NOS) maakte opnamen voor het
journaal en verslaggevers van de
binnen- en buitenlandse radio- en
televiestations en kranten liepen
in en uit. Mede door hun bericht
geving kwam ook in andere lan
den de hulp op gang. Uit onder
meer Italië en België kwamen
vrachtwagen vol met hulpgoede
ren. Ook met schepen werden
overzee hulpgoederen aange
voerd. Een straatcollecte in Ne
derland bracht in enkele dagen
tijd het ongekende bedrag van
ruim tweehonderdduizend gul
den op.
De hulpvaardigheid van ook par
ticulieren was tijdens de eerste
dagen na de ramp groot. Velen
vervoegden zich met hun auto bij
Ahoy'. Al spoedig bleek het on
doenlijk hen in het gebouwen
complex toe te laten. De rust van
de geëvacueerden en de hulpver
lening dreigden door de (ook on
gezonde en sensatiebeluste) be
langstelling in gevaar te komen.
In samenspraak met de politie
werd daarom bij de ingang een
controlepost opgezet. Padvinders
en gidsen van Rotterdamse scou
tinggroepen zetten zich met hart
en ziel in als ordonnance en bij
andere verbindings- en commu
nicatiezaken.
Ahoy' heeft acht dagen als evacu
atiecentrum dienst gedaan. Veel
van de ruim tienduizend evacués,
die Rotterdam heeft opgevangen,
zijn via Ahoy' geholpen. Van hen
verbleven er op dat moment nog
9.950 in Rotterdam. Hun trefcen
trum was Odeon in de Gouverne-
straat. Twee dagen na het sluiten
van de opvang maakten de Rot
terdamse bloemenhandelaren
een fraai gebaar: op de Coolsingel
hielden ze een markt, waarvan de
(onbekende) opbrengst in zijn
geheel ging naar het Rampen
fonds.
Vergoeding
Wie huisvesting met voeding aan
een evacué verschafte, ontving
van de gemeente een bijdrage
van 2,50 per dag. Voor alleen
huisvesting keerde de gemeente
ƒ0,50 per dag uit. Bovendien
werd in de week van 28 februari
1953 besloten tot een éénmalige
uitkering van 20,00 aan man en
\touw als een tegemoetkoming in
de aankoop van kleine benodigd
heden. Voor kinderen van eva
cués tot 15 jaar werd 2,50 be
taald en wie boven deze leeftijd
nog thuis woonde ontving 5,00.
Rotterdam keerde ruim 1,8 mil
joen gulden uit.
Aan 4.241 inwoners van Rotter
dam-Zuid is een éénmalige uitke
ring verstrekt van 15,00 als bij
drage voor het droogstoken van
hun woning. In Rotterdam is,
voor zover bekend, één dode door
de watersnoodramp gevallen en
vielen er relatief weinig gewon
den. Maar de overlast en schade
was groot. De schade bij particu
lieren en bedrijven is nooit exact
becijferd, maar moet gigantisch
zijn.
weet ik nog, bakker Tinus Aal-
ders uit Vlaardinger-Ambacht
een radio met een 80 meterband,
waardoor ze weer even verder
kon."
„Na een kleine maand ben ik naar
huis gegaan. Een andere Vlaar
dingse radio-amateur is toen ach
ter mijn zender gaan zitten."
Geld gekost
„Ik heb er goud aan verdiend,"
zegt Gerrit Swaneveld met zijn ei
gen aparte gevoel voor ironie. Het_
heeft hem geld gekost, want een
maand lang stond zijn handel stil.
Juist in een tijd met groeiende
vraag naar radio- en televisietoe
stellen was zijn winkel in Vlaar-
dingen dicht omdat hij in Oud
dorp achter zijn zender zat.
„Eenmaal thuis heb ik me op het
stadhuis afgemeld. Ik kwam bij
de burgemeester en wethouder
De Bruijn en werd vriendelijk be
dankt voor mijn hulp. Ik heb toen
gevraagd of er misschien een ver
goeding voor me inzat, omdat ik
toch een maand mijn eigen werk
niet had kunnen doen. Ze zeiden
dat ik me maar even moest mel
den bij de Sociale Dienst. Daar
kreeg ik een gesloten enveloppe,
waarin 25 gulden bleek te zitten.
Ik heb die enveloppe met geld en
al zo teruggestopt in de brieven
bus bij de Sociale Dienst omdat
het natuurlijk een bedrag van
niks was. Nooit meer heb ik daar
over gesproken. Het is dat je er
naar vraagt."
Gerrit Swaneveld is ook nooit
meer terugegaan naar Ouddorp.
Burgemeester Klijnenberg is wel
in Vlaardingen langs geweest na
de geboorte van de derde Swane
veld, „Hij kwam met luiers, ge
loof ik, toen hij toch een keer hier
op het stadhuis moest zijn."
„Toen ik na een dag of veertien
terugkwam in Ouddorp om mijn
spullen te halen, kende eigenlijk
al niemand me meer. Ach die
mensen hadden het druk genoeg
met zichzelf en alle problemen
om weer opnieuw te beginnen. Ik
heb nooit de behoefte gehad om
er bijvoorbeeld met mijn vrouw
een keer heen te rijden. Het heeft
toch geen nut, vind ik. Het valt al
tijd tegen. Na de oorlog ben ik een
keer met mijn vrouw naar Raven-
stein gegaan waar ik in dienst lag
toen de oorlog uitbrak. Leuk
dacht ik. kan ze zien waar ik in die
moeilijke tijd zat. Het werd een
grote teleurstelling. De fietsen
maker op de hoek, waar ik altijd
kwam, was er niet meer. Daar zat
toen, na de oorlog, een garage en
natuurlijk van de Volkswagen.
Sindsdien hoef ik nergens meer
heen om te kijken wat er van ge
worden is. Ook niet naar Ouddorp
dus."
Gerrit Swaneveld was een enthousiaste radio
amateur uit Vlaardingen en vanaf het eerste be
gin betrokken geweest bij de stormramp. Toen
hij maandagmorgen op het stadhuis werd ont
boden hoefde hij niet lang na te denken over de
vraag of hij met zijn zender naar het rampgebied
wilde vertrekken. De winkel ging op slot en de
Vlaardinger vertrok. Eerst naar Zierikzee, later
naar Ouddorp, om hulpverleners te melden waar
dringend behoefte aan was in het rampgebied.
Hij zou er een maand blijven.
Door Ben van Haren
Vlaardingen - Zijn vrouw was in verwachting
van hun derde kind. Al zeven maanden was ze.
toen Gerrit Swaneveld haar met hun twee
zoons van tien en zes jaar voor een maand al
leen liet in de Verheij straat in Vlaardingen om
'op de eilanden' assistentie te gaan verlenen.
„Een kleine maand," schat veer
tig jaar later de nu 73-jarige
Vlaardingse radio-handelaar, dat
hij als zendamateur m het ver
dronken land in de weer is ge
weest om de verbinding te onder
houden met het droge deel van
Nederland. Geheel belangeloos.
„Gewoon omdat de burgemeester
het me had gevraagd en de men
sen daar hulp nodig hadden."
Gerrit Swaneveld staat bij zijn ge
liefde zendapparatuur achter de
toonbank van zijn winkel in de
historische Smalle Havenstraat
in het hartje van Vlaardingen. Op
die plek woont hij ongeveer 25
jaar en nog steeds drijft hij er zijn
handel in radio- en televisiemate
rialen. De nog montere bejaarde
heeft het er best naar zijn zin en
hij wil er ook niet vandaan. „Ik
woon hier prachtig en kom bijna
niet meer de deur uit. Het is zelfs
jaren geleden dat ik over de brug
ben geweest. Mijn zender staat de
hele dag aan en op z'n tijd ga ik de
lucht in op de 20, 40 of 80 meter
band."
Borreltje
Swaneveld houdt van ether-com
municatie, heeft al sinds 1946 een
licentie en had veertig jaar gele
den een 80 meter bandzender
thuis op zolder staan.
Wij woonden aan de Verheij-
straat en daar kwam op zondag
morgen 1 februari mijn vader om
'n uur of tien waarschuwen, dat er
een vreselijke ramp was gebeurd.
Hij had het op de nieuwsdienst
gehoord en kwam naar mij toe om
ook op de 80 meter band te kun
nen luisteren."
Gerrit diept, staande achter zijn
oude toonbank, het rampzalige
weekeinde van 1953 op uit zijn
herinnering.
„Op zaterdag was er eentje jarig
bij ons thuis dus waren we naar
mijn vader en moeder geweest.
Op de terugweg slingerde de auto
nu en dan en prompt zei mijn
vrouw, dat ik teveel borreltjes had
gedronken want anders zou ik
wel recht rijden. Ik had haast niks
op. Dat geslinger kwam van de
hevige rukwinden in de storm
van die avond.
Maar goed, zondagsmorgens dus
stond mijn vader voor de deur
met dat rampnieuws. Ik heb ge
lijk de zender in orde gemaakt en
aangezet."
„Het eerste contact dat ik had,
was met P. A. nul Z. U. Dat is Jan
van Rijn, een zendamateur, die
nu in Hellevoetsluis maar toen in
de Visstraat in Brielle woonde.
'Als ik naai- buiten kijk, zie ik al
leen maai- water om me heen',
brulde hij. Hij had nog wel
stroom. Een ander in Zeeland
hoorden we, die met accu's en een
omvormer in de lucht kon blijven.
Verder zaten er drie Vlaardingers
op de 80 meter. We vingen allerlei
paniekberichten op die zondag."
„Op maandagmorgen kwam er
rond tien uur iemand van het
stadhuis bij me aan de zaak. Of ik
even bij de burgemeester wilde
komen. Wat doe je dan? Ik deed
de zaak dicht en liep naar het
stadhuis. Daar vroeg burgemees
ter Heusdens me of ik misschien
met zendapparatuur naar het
rampgebied zou willen gaan. Ik
weet het niet precies, maar ik ge
loof dat ze een fles met een briefje
erin of op een andere manier een
hulpkreet hadden ontvangen. Ik
ben toen naar huis gegaan, heb
mijn zender helemaal afgebroken
en in mijn auto gelegd. Ik heb een
omvormer opgehaald en ben naar
de Oosterstraat gereden om vier
auto-accu's, van zes volt toen, te
lenen van de Accufabriek
Schiedam (AFS). Ik kon ze zo
meenemen.
Helse tocht
Bij het veer op 't Hoofd stonden
twee politie-agenten klaar om me
te helpen. Die middag kwamen
we via allerlei binnenweggetjes
tussen het water door in Helle
voetsluis terecht. Daar hebben we
alles uit mijn auto gehaald en aan
boord van een bootje van de ri
vierpolitie geladen, waarmee we
die grote watervlakte op zijn ge
gaan."
„Het was een helse tocht. We kwa
men een keer zelfs vast te zitten,
maar uiteindelijk bereikten we
toch Zierikzee. Daar heb ik één
nacht met mijn zender op een ka
de gestaan. Rondom waren we
gen en talud weggeslagen, maar
wij zaten op een stuk wat hoger
lag. De antenne heb ik vast kun
nen maken aan een zandtrechter
en om 23.00 uur had ik verbinding
met Vlaardingen, met P.A. nul
V. L. M., Mar Vletter, een andere
zendamateur. Via hem kreeg ik
de vraag of ik naar Ouddorp zou
kunnen gaan."
„Ik heb m'n boeltje weer afgebro
ken en dat politiebootje heeft me
toen naar Ouddorp gebracht,
waar ik een plaatsje kreeg in het
stadhuis. De antenne heb ik op
het dak van het huis van de tand
arts gezet. Een kleine maand heb
ik daar in Ouddorp gezeten. Ik
sliep bij burgemeester Klijnen
berg thuis."
Geen stroom
„Toen we eenmaal verbinding
hadden kwam de hulpverlening
goed op gang. Met vliegtuigen en
boten werden de gevraagde spul
len gebracht. Ik kreeg telkens op
een briefje van burgemeester
Klijnenberg wat er nodig was.
Heel imponerend vond ik hoe een
militair vliegtuig na verloop van
Een opname uit februari 1953. Burgemeester Klijnenberg geeft
in het stadhuis van het geïsoleerde Ouddorp een briefje met
boodschappen aan Gerrit Swaneveld, die via de ether het con
tact met de buitenwereld onderhoudt. Repro van archieffoto shell
tijd een dieselgenerator neerliet.
Daarmee kreeg ik meer stroom en
dus een betere verbinding, want
met die vier zes volts-accu's en
mijn omvormer kwam ik niet ver
der dan 250 volt, terwijl mijn zen
der eigenlijk 500 nodig had.
Een ander probleem in die eerste
dagen was het op peil houden van
de accu's. Tractoren bleven rond
jes rijden om de batterijen te la
den. Toen eenmaal de generator
achter het stadhuis stond was dat
opgelost. Voor die tijd hebben ze
mijn accu's zelfs een keer ge
bruikt om er een lamp van de
brandweer op aan te sluiten
omdat ze licht nodig hadden bij
een nachtelijke bevalling."
„Hoe het mijn eigen vrouw in die
tijd in Vlaardingen verging? Nou,
ik had zo nu en dan via de zender
van Mart Vletter contact met haar
en begreep dat het goed ging en
dat ze hulp kreeg van familie en
kennissen. Maar op zeker mo
ment raakte het huishoudgeld op.
Ik heb toen een briefje van hon
derd gulden, dat ik nog bij me
had, aan iemand meegegeven die
zou zorgen dat het in Vlaardingen
kwam. Maar hij gaf het later terug
omdat hij toch niet deze kant op
was gegaan. Wel eerlijk natuur
lijk, maar mijn vrouw was niet ge
holpen. Gelukkig kocht toen, dat