Zaterdag Zondag 23
'Zuid' is in alle vroegte in rep en roer
Brielse dam hield het na heroïsche strijd
Rotterdam relatief gespaard, maar overlast was toch groot
Rotterdams Dagblad
Zaterdag 30 januari 1993
Rotterdam bleef redelijk gespaard, maar in de
directe omgeving van de Nieuwe Maas was de
chaos toch groot. Schepen kwamen op de kades
terecht, stukgoed dreef her en der rond en de
spoorverbinding vanaf het Maasstation naar
Utrecht werd onbruikbaar. Op Zuid drong het
water verder landinwaarts en vernielde veel hui
zen, huisraad en bestrating. Maar even snel als
het water kwam verdween het weer.
Door ReinWolters
Rotterdam - Hoog opgezweept door een or
kaanachtige noordwesterstorm stroomde het
water van de Nieuwe Maas op tal van plaatsen
over kaden en dijken Rotterdam in. Vooral op
Zuid was alles en iedereen in de vroege och
tenduren van 1 februari in rep en roer. Buiten-
dij kse gebieden kwamen blank te staan en ver
dreven bewoners uit hun huizen. Weer ande
ren leden grote schade door instortende schu
ren en andere opstallen of afgerukte daken.
Bedrijven zagen hun voorraden vernield en
wegdrijven, straten verzakten en kaden spoel
den weg. Schepen raakten op drift en haven
kranen werden door de storm omver geblazen.
Bomen knapten af en bovenleidingen van de
tram raakten door breuk onklaar.
De vrees voor dijkdoorbraak was
groot. Vrijwel alle waterkeringen
in en rond de stad stonden im
mers bekend als zwak en door
hun te geringe hoogte ook niet be
rekend op de combinatie van vlie
gende storm en springtij.
Wassend water
Al op zaterdag 31 januari was 's
morgens duidelijk dat het water
extra zou wassen en overlast ging
veroorzaken. Die ochtend, om
09.20 uur. zakte het peil na de
vloed slechts twintig centimeter,
terwijl het pas om 13.04 uur eb
zou zijn. Inplaats daarvan zwelde
het water aan tot 2.40 meter boven
Nieuw Amsterdams Peil (NAP) en
dat was aanzienlijk meer dan de
voorspelde, niet echt verontrus
tende, verhoging van 99 centime
ter. Schematisch moest het water
vanaf 18.06 uur zakken, maar het
bleef stijgen tot 3,75 meter boven
NAP. Deze hoogte werd 's mor
gens om 04.00 uur gemeten, met
ondertussen de bekende rampza
lige gevolgen. Eén uur later zakte,
volgens schema één uur te vroeg,
de waterstand en dat kwam ook
doordat de storm al enige tijd aan
kracht had ingeboet.
De grootste zorg in de spannende
en afmattende uren gold de door
braak van de Schielands Hoge
Zeedijk tussen Rotterdam en dé
Julianasluis nabij Gouda. Door
het overlopen van andere kaden
en dijken was deze hoofdwaterke
ring behoorlijk aangetast. De
ramp voor het achterland was bij
een doorbraak omvangrijk ge
weest. Tot aan Amsterdam en
Utrecht zouden polders en steden
zijn ondergelopen.
Zandzakken
De grootste dreigingen van door
braak deden zich voor bij het café
restaurant In den Rustwat aan de
Honingerdijk in de wijk Kralin
gen, bij Capelle aan den IJssel én
bij de Scheepstimmersmanslaan
in hartje Rotterdam. Het water
spoelde hier en daar al over de
dijk, maar met in haast gevulde
zandzakken werd erger voorko
men. De zakken werden gevuld in.
de buurgemeente Schiedam en
het gemeentelijke opslagterrein
bij de St. Janshaven.
De lage bekadmg van de toenma
lige Spoorweghaven en Binnen
haven op het voormalige Groot
handelsterrein dreef tal van ge
zinnen weg uit de 'Laantje', de
woonhofjes tussen de Var-
kenoordsekade en Slaghekstraat
in Hillesluis. Via het spoorweg-
emplacement bij de 2e Rosestraat
stroomde het water het laaggele
gen buurtschapje binnen. Als
snel stond in de woningen ander
halve meter water waarin huis
raad en verdronken huisdieren
tegen de muren klotsten. Kolen-
kachels gaven sissend de geest en
de verlichting viel uit. hetgeen
nog eens extra angstaanjagend
was.
Door de hoger gelegen omgeving
van de Beijerlandselaan, Preton-
alaan. Putselaan en Hillevliet
spoelde tegelijkertijd een giganti
sche hoeveelheid water en veroor
zaakte aanzienlijke schade aan
auto's en spoelde fietsen en
straalmeubulair mee. Ook de
Maas- en Rijnhaven traden bui
ten hun oevers. Het water stroom
de de Leeuwenkuil in de Afri-
kaanderwijk binnen. Kelders
stonden in luttele minuten blank,
winkeliers grepen vertwijfeld
naar hun hoofd en probeerden uit
het ijskoude water te redden wat
er nog te redden viel.
Zandzakken brachten ook hier
uitkomst Over een afstand van
zevenhonderd meter werden de
kaden van de Maas- en Rijnhaven
in luttele uren mét vier meter aan
zandzaklcéïi1 opgehoogd "en ver
sterkt. Schouder aan schouder
zwoegde men verheten tegen het
natuurgeweld. Maar het kwaad
was al 'geschied. "Overal was be
strating weggeschuurd. Het' meé-
gegevoerde zand hoopte zich bij
het Putseplein op tot een meters
hoge dam.
Roeiboot
De spoorbielzen van het goeöe-
renspoor en van de Rotterdam-
sche Tramweg Maatschappij (het
moordenaartje) op de Putselaan
waren door het water verzakt en
onbruikbaar geworden. In de
'Laantjes' bewees een roeiboot
(waar kwam-ie opeens vandaan?)
goede diensten bij de evacuatie
van ouderen en zieken.
Giel van Berkel van de gelijkna
mige kruidenierswinkel op de
Brede Hilledijk viste uit zijn kel
dermagazijn ronddrijvende le
vensmiddelen op. waaronder bit
terkoekjes, Hij wist met de troep
ook geen raad meer en stapelde
het maar op het trottoir in afwach
ting van de vuilniswagen. Tot ge
noegen van de buurtjeugd. die
koekjes en ander nog eetbaar
spul dankbaar uit de berg spitte
en opsmikkelde.
Giel ergerde zich er groen en geel
aan. Hij wees de kinderen op ge
vaar voor ziekten, want ratten en
ander ongedierte waren door het
water ook uit hun holen verdre
ven. De paai' eigenwijzen, die toch
bleven snoepen, verkocht hij een
schop onder de broek.
Dijkdorp
In Pernis was het al niet anders.
In de ochtend van de rampnacht
kwam het water over de dijken en
zette de bebouwde kom van het
dijkdorp blank. Eén uur eerder
was ook het Park (toen nog zon
der Euromast) bij de Maastunnel
geheel overstroomd. Vanaf de
Kievitslaan drong het water bin
nen tot een hoogte van twee me
ter boven het maaiveld.
Op Zuid liep de verkeerstunnel
van de Bree/Strevelsweg onder de
Groene Hilledijk vol. Zes dagen
later was deze leeggepompt en
kon het verkeer er weer door
heen. De Maastunnel liep vrijwel
geen schade op door het tijdig
plaatsen van vloedplanken.
Voor Rotterdam was de waters
nood de aanzet om alle belangrij
ke dijken in en rond de stad dras
tisch te verhogen. Dat karwei is
veertig jaar na dato vrijwel ge
klaard. Een ramp als in 1953 is nu
niet meer denkbaar.
Door Ad Hoogerwerf
Brielle - De bevolking van Voorne heeft de
voeten droog gehouden. Maar het heeft er in
die stormnacht om gespannen. Aan de zeekant
stond de Brielse Maasdam op doorbreken, ter
wijl in het oosten van het gebied het opdrin
gende water slechts na de aanleg van een kilo
meter lange nooddam rechts van het Kanaal
door Voorne kon worden gehouden. De forse
krachtsinspanning van het vrijwilligersleger,
dat met man en macht de strijd met het water
aanbond, had uiteindelijk het gewenste suc-
-ces.
Hoewel op beide fronten honder
den vrijwilligers actief zijn ge
weest, en de rol van deze mannen
niet moet worden uitgevlakt, rela
tiveert de 78-jarige M. van der
Hoek uit Oostvoorne de inspan
ningen bij de Brielse Maasdam.
„Ach. eigenlijk was het een verlo
ren strijd," herinnert hij zich.
„Het is dat de wind voor de twee
de vloed draaide, anders hadden
we het ondanks ons werk echt
niet gered. Al die zandzakken; het
was niet meer dan een noodver
bandje. En het belang van ons
werk viel helemaal weg toen be
kend werd welke strijd er in
Zeeland is gevoerd."
De verslaggevers die indertijd
hun verhalen schreven over het
behoud van de dam zagen het an
ders. „Na een urenlange heroï
sche strijd bleef de afsluitdam in
de Brielse Maas behouden," kon
in een regionale krant worden ge
lezen.
Eerst waren het eenlingen, zo in
formeerde de Nieuwe Brielse
Courant haar lezers in februari
1953, maar toen op zondagmor
gen om kwart over elf de sirene
loeide en de noodklok werd ge
luid stroomden honderden vrij
willigers naar de in 1950 gereed
gekomen afsluitdijk om de strijd
met het aanstormende zeewater
aan te binden. Vele uren werd on
vermoeid gewerkt met honder
den mannen en voertuigen. Zak
ken werden met zand gevuld en
op de dijk gelegd.
Huis aan huis
Volgens Rijkswaterstaat waren
die zondag ongeveer driehonderd
mannen en vrouwen bij de dam in
touw. Van der Hoek weet nog dat
hij werd gewaarschuwd door
brandweerlieden, die huis aan
huis de bewoners opriepen naar
de dam te komen. „Oostvoorne
ligt hoog, dus direct gevaar be
stond er naar mijn idee niet. Maar
je wilt toch wat doen. Want Brielle
en Zwartewaal liepen wel ge
vaar."
Van een georganiseerdé aanpak
was geen sprake, meent Van dei-
Hoek zich te herinneren. „Ieder
een deed maar wat."
Nippertje
„De dam heeft het gehouden," zei
de burgemeester van Oostvoorne,
Van Voorst van Beest, begin fe
bruari '53. „maar...op het nipper
tje." Ter plekke hadden bewoners
van Oostvoorne geconstateerd
dat de basaltlaag over een lengte
van enkele honderden meters
compleet was weggeslagen. Bo
vendien was er veel afslag en zelfs
het caisson, waarmee het laatste
stuk van de dam enkele jaren
daarvoor werd afgesloten, was
bloot komen te liggen. De twee
meter brede kruin bleek over zes
tig meter weggeslagen. Op één
plaats was het water al over de
dam geslagen en knabbelde het
aan de achterkant van de dijk
Het was een technicus die de bur
gervader met de neus op de feiten
drukte. Als we vanmiddag weer
hoog water krijgen is de dam ver
loren, hield hij de burgemeester
voor. De dam moest behouden
blijven, anders was de ramp voor
Voorne niet te overzien. Die me
dedeling was voor de burgemees
ter van Oostvoorne het sein de
hulp in te roepen van alle mannen
in Oostvoorne en Brielle.
Het duurde niet lang of hulpgroe
pen uit Brielle arriveerden, waar
de hele mannelijke bevolking
tussen 15 en 45 jaar was opgeroe
pen toen duidelijk werd dat de si
tuatie zeer ernstig was. Voertui
gen werden gevorderd, alsof het
om een mobilisatie in oorlogstijd
ging.
Stadsomroeper
T. de Man, W, de Baan en J. Zon
dag woonden destijds in Brielle.
Volgens De Man werd de bevol
king op een ouderwetse, maar
doeltreffende wijze opgeroepen.
„Het was de stadsomroeper die
met een grote bel de aandacht
trok en de mensen opriep te ko
men helpen." vertelt De Man.
„Het waren echt spannende uren.
Veel mensen waren compleet
over hun toeren. We waren overi
gens op het ergste voorbereid. Ie
dereen had snel de vloedplanken
voor de deuren gezet. Eigenlijk
waren die niet meer nodig, want
door de aanleg van de dam had
den we geen hoogwater meer."
Zondag woonde indertijd in de
Voorstraat en zegt door een ge
luidswagen te zijn opgeroepen.
De Baan en Zondag werden met
een bus naar Oostvoorne ge
bracht, waar ze enige tijd hebben
geholpen. „Meer dan zakkenvul
len konden we niet doen." zegt De
Baan. „Ik had het dus snel gezien,
we liepen elkaar maar in de weg."
Zondag daarentegen hield het
langer uit. Van een winkelier in
de Voorstraat kreeg hij een stel
laarzen mee, waarna hij met tien
tallen stadsgenoten op de bus
stapte.
Hij werd op de dam gedropt waar
hij vervolgens uren zandzakken
heeft doorgegeven, tot laat in de
middag, 's Avonds was hij kapot.
„Ik was een kantoorman en niet
aan lichamelijk arbeid gewend. Ik
was blij dat het afgelopen was."
Geluk
Hij is er wel van overtuigd dat het
behoud van de dam Brielies geluk
is geweest. ..Zonder die dam had
den we zeker ook een paar meter
water in Brielle gehad." is zijn
stellige overtuiging. Volgens hem
heeft het er wel degelijk om ge
spannen. „Hij vertoonde name
lijk al scheuren."
De chaos waar De Hoek van
spreekt heeft Zondag met erva
ren. „Er zijn in zo'n situatie altijd
mensen die de leiding nemen. Of
ze nu in opdracht handelden of
uit gevoel de leiding namen weet
ik niet."
Mobilisatie
Van de watertoren op het Krui-
mnger Gors reed een onafgebro
ken stroom vrachtwagens en trac
toren met aanhangwagens die
daar honderden zakken met zand
laadden voor de dam. Een stroom
voertuigen die deed denken aan
de historische rit van Parijse
taxi's die in 1914 militairen naar
het front ten noorden van de stad
vervoerden.
De politie had de handen vol het
verkeer in goede banen te leiden
en opstoppingen te ontwarren.
Veel hinder werd hierbij onder
vonden van talrijke nieuwsgieri
gen die in de weg liepen. Ook
Briellenaar Zondag kan zich hier
over veertig jaar na dato nog ver
bazen. „Echt. terwijl wij een iint
vormden om zoveel mogelijk
zandzakken op te stapelen ston
den er mensen gewoon te kijken.
Ik zag een paar collega's die ston
den te kijken hoe ik aan het werk
was. Toen dacht ik ook: kun je je
handen niet laten wapperen?"
Tijdens de eerste raadsvergade
ring na de ramp haalde de Brielse
burgemeester Van Sleen zich die
rampzondag voor de geest. ..Zon
dagvoormiddag gingen alle trans
porten met hulpmiddelen zand,
lakkebossen, stro nog richting
Oudenhoorn. Tot in de loop der
middag de onheilstijding uit
Oostvoorne bekend werd dat de
dam op doorbreken stond."
Verharde weg
De werkzaamheden op de dam
werden zwaar gehinderd door het
ontbreken van een verharde weg.
Ter bescherming van het toen
nog bestaande natuurgebied de
Beer bij Rozenburg werd er op de
net twee jaar oude dam - aange
legd om de kust te verkorten en
de schadelijke verzilting tegen te
gaan - geen weg aangelegd. Uit
angst voor verstoring var. de rust
van de vogels en vernieling van
de kwetsbare duinvegetatie werd
de dam halverwege afgesloten
door een prikkeldraadversper
Dit besluit had tijdens de waters
noodramp bijna catastrofale ge
volgen. Wegens het ontbreken
van een weg bleven vele voertui
gen met zandzakken in de mod
der steken. Een behoorlijke aan
voer van materialen werd hier
door ernstig belemmerd. De on
derzijde van de dam. waarlangs
het verkeer moest, was compleet
stukgereden. Menig vrachtwagen
moest door tractors worden losge
trokken. Aangevoerde takken
bossen, dekzeilen en zandzakken
werden niet voor versteviging
van de dam gebruikt, maar als re
paratiemiddel van de route naar
het bedreigde punt.
Aan de andere kant van de dam
stonden ook Rozenburgers klaar
om te helpen. Veel konden zij met
uithalen, want het bleek al een
klus het bedreigde damdeel te be
reiken. De Rozenburgers bleven
net als de vrachtwagens in de klei
steken.
Het ontbreken van de weg zou
volgens ingewijden nog een ande
re reden hebben. De dieren die
zich in het natuurgebied de Beer
veilig waanden kregen om de zo
veel tijd bezoek van een lid van
het koninklijk huis. Het gebied
was de favoriete jachtstek van
Prins Bernhai'd, En die had het
liefst zo min mogelijk pottenkij
kers. Een openbare weg naar zijn
jachtterrein zou hem zeer slecht
zijn uitgekomen.
Kistdam
Nadat het gevaar aan de westkant
van Voorne was geweken togen
de vrijwilligers naar het oosten,
waai' het water over het Kanaal
door Voorne dreigde te stromen.
Doordat enkele binnendijken in
de omgeving van Oudenhoorn.
Zuidland en Abbenbroek het be
gaven stonden de polders rechts
van het kanaal volledig blank.
Honderden vrijwilligers en mili
tairen werkten dag en nacht door
om over een lengte van tien kilo
meter op de oostkade een nood
dam aan te leggen. Om te voorko
men dat het inundatiewater toch
de droog gebleven gebieden over
stroomde werd voor de zekerheid
ook aan de westzijde van het ka-
naai nog een houten kistdam aan
gelegd.