de ramp Achteraf bezien Er zijn van die dagen die beter in je herin nering blijven dan de dag van gisteren. De ervaringen van veertig jaar geleden staan in mijn geheugen gegrift. Angst, onzeker heid. Achteraf bezien had het eigenlijk niets te betekenen. Het water is bij ons nooit gekomen. Je concludeert dus later dat we niet eens weg hadden behoeven te gaan. De spanning bij je ouders, bij je buren om het behoud van have en goed maakt op een kind van elf jaar een onuitwisbare indruk. Het is zaterdagavond. De wind raast al lange tijd over het rieten dak van de boer derij. De plaat op een dakkapel wordt ver zwaard door er draden over heen te span nen en daar grote emmers met water aan te hangen. De kap van de eeuwenoude boerderij kreunt bij elke aanval van de wind de hele lange nacht door. De vroege zondagochtend breekt aan. Mijn ouders zijn door een oudere broer en mijn zus op een ochtendje uitslapen getrakteerd. De jongere garde melkt en verzorgt de koe ien. Desondanks zijn mijn ouders vroeg op. Onheilspellend weer. Over de dijken, over het water wordt niet gepraat. We hebben op school geleerd dat de dijken van nu sterk genoeg zijn. De burgemeester vertelt tijdens de kerkdienst van de noodsituatie. Eerder en sneller dan anders komt het kerkvolk naar huis. Een onzekere middag volgt. Et telijke keren kijk ik die dag achter de boerderij de polder in of ik het water al zie komen. Spanning. De burgemeester ad viseert om het vee klaar te maken voor evacuatie. Zieken, ouden van dagen en kinderen moeten naar familie in veiliger oorden worden afgevoerd. Daar gaan we dan. In de duisternis van de avond in een grote zwarte auto. Groot moeder, moeder, een zieke broer, een broertje van bijna drie en ik, gereden door een oom. Een nacht om nooit te vergeten in een wildvreemde boerderij, in een koud bed boven een stal met koeien. Vervolgens nog twee nachten als logé van de dorpssmid. En dan - het is woensdag - weer naar huis. De afschuwelijke omvang van de ramp is dan al lang tot iedereen doorgedrongen. Het water is niet in ons dorp in de ooste lijke Alblasserwaard gekomen. Achteraf vraag je je nog altijd af of we niet beter thuis hadden kunnen blijven. Henk Bovekerk ZATERDAG 30 JANUARI 1993 De Bordtenaar PAGINA 25 Het water sloeg een gaf in de dijk bij Hardinxveld- Giessendam. Met traan on macht werd tijdens de waters? nood ©p vei© plaatsen in het rampge bied gewerkt aan de ver sterking van de dijken. Daarvoor werden zandzakken, stenen, plan ken etc ge bruikt. Deze tof© komt uit het archief van het Spaar nestad Fotoarchief en is ge maakt in Slikkerveer. Met een rub berboot worden op de Zuid- Voorstraat te 's- Gravendeel- 9 De grote verkeersweg bij Dordrecht richting de Moerdijk was ondergelopen mensen en en goederen in vei ligheid ge bracht. De boot ligt ter hoogte van de vroegere bakkerij Van der Giessen. 9 's-Graven- deel tijdens de watersnood ramp. V.l.n.r. een De Zeeuw, Bas Komans, die iemand - waarschijnlijk zijn moeder - op de rug naar hef droge draagt en Dirk Barth. 's-Gravendeel rouwt. Op 2 april 1953 werden 37 inwo ners herbegraven. Omdat de plaatselijke begraafsplaats onder water stond, waren d© slachtoffers aanvankelijk op die van Dubbeldam ter aarde besteld. De plechtig heid werd voorafgegaan door een rouwdienst in de Ne derlands© Hervormde Kerk. D© dienst werd geleid door Ds. A.J. van Heuven, die preekte over de bijbeltekst Ge lijk het gras is ons kortstondig leven'. Wateranoodschade aan de Ringdijk voor de voormaii- ge conservenfabriek Gebroeders Los. o Zandzakken op de Binnendamseweg in Giessen- Ou- dekerk

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1993 | | pagina 3