Treinladingen met zand, zand, zand
De ramp herdacht in
kerken en
musea
Het volk achter de dijk
"Badkuip-spoorweg" op Zuid-Beveland hief isolatie laatste deel Zeeland op
Reformatorisch Dagblad
vrijdag 29 januari 1993
zouden zij later ophalen. „Dan blijf ik
ookhier", zei mijn vrouw. Na enig overleg
mocht ik toch mee. In onze nachtkle
ding stapten wij in de boot, die toen nog vijf
centimeter boven het water uitstak. Het
werd een levensgevaarlijke tocht. De polder
dreef vol met mensen, dieren, balken,
pakken stro, daken en vlotten. Eén zo'n
zwaar obstakel hoefde maar tegen de
boot te komen en wij waren er geweest,
want we konden niet zwemmen. Maar
de vissers uit Yerseke brachten ons veilig en
kletsnat tot aan de dijk".
Waslijst
Matthijssen: „Nadat hij op verhaal
was gekomen, ging Boudens naar zijn chef
op het station in Kruiningen. Dat was de
plichtsgetrouwheid bij die mensen. O ja,
dit is ook leuk. Later kwamen een rijks
ambtenaar van het Rampenfonds en een
raadslid van Kruiningen de boel bij Jan
Boudens inventariseren. Hij moest zeggen
wat hij verloren had. Een hele waslijst
dus. Ook maakt hij gewag van een verloren
kostuum. Zegt dat raadslid: „He Jan, je
had toch twee zondagse pakken?", waarop
Jan antwoordt: „Nee, hoor, wij waren zo
arm als de mieren". Toch heeft hij twee
pakken gekregen en kreeg de familie
werkelijk alles vergoed".
Aan de stationschef Hulshof van
Kruiningen, die boven het station woonde,
was wel te merken dat hij geen Zeeuw
was. Deze keek 's zondagsmorgens uit het
raam en zei toen tegen zijn vrouw:
„Meid, wat heeft het geregend", terwijl het
zeewater twee meter hoog in het station
stond.
Negatief geluid
Andere verhalen gaan over een ran
geerder uit Vlissingen, die terwijl zijn
vrouw net bevallen was, zes weken
nachtdienst moest gaan vervullen in Den
Bosch, omdat er in Vlissingen voorlopig
niets meer te rangeren viel. „Dat geeft een
beeld uit die tijd. Hup, naar Den Bosch,
zes weken niet naar huis, waar pas een klei
ne was geboren. Ja, daar kan de lezer
toch wel een negatief geluid van mij horen.
Dat is ook zo bij die helikopters. Neder
land had er wel één, maar die mocht niet
opstijgen wegens het slechte weer. En de
Belgen en Amerikanen deden het wél voor
ons", kritiseert de schrijver.
Interessant zijn ook de verhalen van
de overwegwachters die vloeddeuren, deu
ren in dijkopeningen waardoor een
spoorlijn loopt, moesten sluiten. P. Meise
uit Krabbendijke deed dat terwijl.zijn
linkerarm bij een Engelse luchtaanval tij
dens de Tweede Wereldoorlog verloren
was gegaan. Kees Witte uit Oostdijk kon
met zijn drie zonen door de vloeddeuren
te sluiten voorkomen dat de polder bij
Krabbendijke volliep.
N.a.v. "Sporen door het water. De
Nederlandse Spoorwegen en de wa
tersnoodramp van 1953", door Jan
Matthijssen; uitg. Stichting Rail Pu
blicaties, Rosmalen, 1993; 120
blz.; prijs 59,00 gulden.
De nationale herdenking van de waters
noodramp op 1 februari bestaat uit een bij
eenkomst (alleen voor genodigden) in
de hervormde kerk van Nieuwerkerk
(13.45 uur), een kranslegging bij de cais
sons in Ouwerkerk (15.00 uur) en als af
sluiting een ontmoeting tussen de Ko
ningin en ooggetuigen van de ramp. Daar
naast wordt de ramp in de regio in diver
se plaatsen herdacht. Zo zijn er herden
kingsbijeenkomsten in de hervormde
kerken van Brouwershaven, Bruinisse, 's-
Gravendeel, Kortgene, Kruiningen.
Nieuwerkerk, OudeTonge, Serooskerke en
Zierikzee. Ook staan diverse exposities
stil bij de gebeurtenissen in de rampnacht
van 1953.
Alblasserdam - De tentoonstelling
"Watersnoodramp 1953" is tot 7 februari te
bezichtigen in de openbare bibliotheek.
Op dinsdag 2 februari houdt de heer P. A.
C. de Bruin een lezing over het onder
werp in de Scholengemeenschap De Mo-
lenwaard (aanvang20.00 uur). In het
gemeentehuis is tot 6 februari een expositie
te zien over dijkversterkingen en het
dijkbeheer in de afgelopen veertig jaar.
Brouwershaven - In de hervormde
kerk is tot 7 februari (van 13.30 tot 15.30
uur) een tentoonstelling te bezichtigen
met foto's, dia's en werkstukken van
schoolkinderen.
Burgh-Haamstede - De Delta Expo op
Werkeiland Neeltje Jans toont de tentoon
stelling "De ramp en de mens". Centraal
staat de vraag: Hoe reageren mensen tijdens
een overstroming? Behalve voor de tra
giek van de ramp is er aandacht voor de hel
dendaden, samenwerking, falende hulp
en communicatie. Dit gebeurt aan de hand
van foto's, geluidsbanden, filmbeelden
en diverse voorwerpen. In de hal van het Ir.
J. W. Topshuis staan verder bij de hulp
verlening gebruikte materialen en voertui
gen uitgestald. De tentoonstelling is het
gehele jaar te bezichtigen.
Bruinisse In de hal van het gemeente
huis is tot 12 februari een tentoonstelling
over de ramp ingericht. Deze staat van
15 tot 26 februari in het verzorgingstehuis
In 't Opper.
Den Haag-"Dwingend Water, 1953-
1993" is de titel van de tentoonstelling die
van 5 tot 20 februari staat opgesteld in
het Provinciehuis.
Hardinxveld-Giessendam In Mu
seum De Koperen Knop is tot 28 maart een
expositie over de watersnood van 1953
te zien. Voorwerpen, foto's, documenten
en films schetsen een beeld van de ramp.
Ook wordt aandacht geschonken aan de ge
volgen: de dijkverzwaring. Voor kinde
ren is er een speurtocht.
Kerlcwerve In de hervormde kerk han
gen tot 6 februari foto's van onder meer
Kerkwerve en omgeving ten tijde van de
ramp. Er wordt ook een video vertoond.
Open van 19.00 tot 21.00 uur.
Kortgene - In de oude kosterij aan de
Kerkgang is een mini-expositie te zien met
foto's en video.
Nieuwerkerk a/d IJssel - In de hal van
het raadhuis staat van 2 tot 12 februari de
expositie "40 jaar na stormnacht". Er
worden onder meer historische kranteknip
sels en actiefoto's getoond. Ook wordt
ingegaan op de maatregelen die genomen
zijn in het leader van het Deltaplan.
Nieuw-Lekkerland - De tentoonstel
ling "Watersnoodramp 1953" is tot 7 fe
bruari te bezichtigen in de gemeentebi
bliotheek. De Historische Vereniging
West-Alblasserwaard legt daarbij vooral
het accent op de gebeurtenissen in de Al-
blasserwaard.
Oud-Alblas - Dezelfde Historische
Vereniging West-Alblasserwaard plaatst de
tentoonstelling "Watersnoodramp
1953" tot 7 februari ook in het gemeen
schapscentrum Trefpunt.
Oude Tonge - In de Grutterswei is tot 2
februari een tentoonstelling ingericht.
Ouwerkerk - In het dorpshuis toont
het waterschap Schouwen-Duiveland beel
den van het getroffen gebied vanaf 1 fe
bruari 1953 tot en met het herstel en de we
deropbouw. De tentoonstelling is van 2
tot 7 februari te bezichtigen.
Papendrecht De tentoonstelling
"Watersnoodramp 1953" is tot7februari te
Ook het Nederlandse spoor
wegbedrijf bleef niet gespaard tij
dens de watersnoodramp.
Maanden duurde het voor er weer
treinverkeer mogelijk was op de
hele Zeeuwse lijn. Na een vernuf
tige vondst van spoorman J.
Colijn uit Goes kon het lijntje
door de ondergelopen Kruinin-
genpolder op Zuid-Beveland bij
lage waterstanden bereden wor
den. Dammen van met grint ge
vulde kisten hielden de rails van
de "badkuip-spoorweg" ondanks
de sterke getijdestromingen op
de plaats.
Door M. Niewenhuijse
Er staan nog veel meer menselijke pres
taties in het boek "Sporen door het water.
De Nederlandse Spoorwegen en de wa
tersnoodramp van 1953" van Jan Matthijs
sen uit Roosendaal. Maandag wordt de
nieuwe uitgave in Kruiningen gepresen
teerd. De nu 66-jarige oud-machinist
deed, na de rampnacht en de zondag erop,
zelf ook dienst op het getroffen spoor
wegnet. Veertig jaar later herinnert hij zich
de sfeer van die tijd nog goed.
„Mijn verhalen zijn praatjes met men
sen. Zij gaan over wat de spoormensen zelf
hebben meegemaakt in de rampnacht en
over de geweldige prestaties die zij daarna
hebben geleverd bij het herstel, ik stel
niet allerlei misstanden aan de kaak. Dat is
mijn vak niet en per slot van rekening
zijn de fouten toch niet meer recht te trek
ken", aldus Matthijssen.
Waarom bent ugaan schrijven
„Omdat ik weg ben van alles wat met
het spoor te maken heeft. Twintig jaar gele
den kreeg ik een hartaanval en werd
wao'er. Om toch onder de spoormensen te
blijven, ging ik reünies organiseren. En
daar hoor je hele verhalen die gewoon opge
schreven moeten worden. Ik draag het
boek op aan alle spoormensen en hulpverle
ners uit die tijd".
Moeilijkste hobbel
De storm ontregelde de treinenloop
in Zuidwest-Nederland ernstig. Niet alleen
in zeedijken bleken gaten te zijn gesla
gen. Op sommige plaatsen was de spoor
baan over meer dan een kilometer lengte
Militairen en hulpverleners assisteren
evacuêes bij het lopen over een ondergelopen
spoorbaan. Foto anp
"Storm over Nederland", een beklemmend boek
Zaterdagavond 31 januari 1953
werd een avond die veel Nederlan
ders nooit meer zouden vergeten.
Een avond waarna het leven van veel
Nederlanders ook nooit meer het
zelfde zou worden. Met deze avond
begint "Storm over Nederland".
„Een beklemmend boek", zegt de
omslag. Terecht.
Door jeannette Donkersteeg
Het stormt over Nederland. Niet alleen
in Zeeland, maar in het hele land waait een
angstaanjagend harde wind. Go Ver
burg neemt zijn lezers mee naar verschillen
de plaatsen, totdat hij terechtkomt bij
„het volk achter de dijk": Piet Laagland en
zijn vrouw. Ze krijgen bezoek vanavond.
Een zus en zwager van Bep Laagland komen
hun dochter Riek opzoeken, die een
tijdje op de boerderij van de Laaglands
werkt.
De visite dringt er bij Piet op aan de
polder te verlaten en te emigreren, maar
Piet wil daar niets van weten. Het is een
gewone gezellige avond. Toch is iets van de
beklemming waarover de omslag
spreekt, al te proeven in deze eerste hoofd
stukken. De schrijver houdt de spanning
erin door bij het vertellen over die bijna-al-
ledaagse gebeurtenissen hier en daar op
te merken: „Je vergeet ooknooit meer..."
en: „Je zal ook nooit vergeten dat..."
Die nacht komt het water. Het over
spoelt de dijk waar de vader en moeder van
Riek op de terugweg hun auto moeten
overgeven aan de golven. Het komt ook in
het huis van Piet Laagland, die inmid
dels, varend in een gierbak, probeert het ge
zin van zijn knecht Jacob te helpen.
Veel gebeurtenissen in het boek zijn
schokkend. Bij voorbeeld het moment
waarop Piet Laagland gevonden wordt
in dat deel van zijn huis dat nog niet door
het water verwoest werd; een man die
juist ontdekt heeft dat heel zijn gezin door
de zee is meegenomen. Redders in een
bootje kijken „regelrecht in de diepste diep
te van menselijk leed". Ontroerend is
ook het moment waarop Piet —aan het ein
de van het boek- te horen krijgt dat zijn
vrouw nog wel leeft en „een levensvonkje
aarzelend begint te branden",
Schuldvraag
De schuldvraag en liet "waarom?"
klinken -welhaast onvermijdelijk- ook in
dit verhaal door. Mooi is in dit verband
de passage waarin de oude boer Teeuw
Buis, Piet het voorbeeld van het schrik
achtige paard voorhoudt (op blz. 219). Het
paard dat verongelukt zou zijn als hij
niet met de zweep geslagen was.
Daarna begint bij Piet de gedachte
aan straf langzaam weg te trekken: „Hij kan
weer aan z'n kinderen denken zonder
zichzelf een moordenaar te weten. „Het
paard weet het niet...", herhaalt hij
zacht. „Ik moet dat even aan Bep vertellen,
buur"".
In "Storm over Nederland" wordt een
op de lagere school uit je hoofd geleerd feit
opeens de vreselijke werkelijkheid van
1835 mensen die her leven verloren. Het le
zen van dit boek eist concentratie. Door
de vele mensen die erin voorkomen en tel
kens terugkomen, kan het soms een
beetje moeilijk zijn de lijn vast te houden en
dat zou jammer zij n van dit mooie ver
haal. De betrokkenheid van de auteur is
duidelijk. En niet voor niets werd het
boek nog in februari 1953, slechts enkele
weken na de ramp, uitgegeven. De
twaalfde druk die eind 1992 verscheen, is
aangevuld met een Woord Vooraf en
een hoofdstuk over "Veertig jaar later". Het
boek is voorzien van twaalf foto's en een
landkaartje van Zeeland.
N.a.v. "Storm over Nederland",
door Go Verburg; uitg. Callenbach,
Nijkerk, 12e, aangevulde druk
1992; 249 blz.; prijs 24,90 gulden.
bezichtigen in de openbare bibliotheek.
De Historische Vereniging West-Alblasser
waard legt vooral het accent op de ge
beurtenissen in de Alblasserwaard.
Stavenisse - In dorpshuis De Stove is
tot 5 februari een tentoonstelling over de
ramp te bezichtigen.
Westersdhouwen In het dorpshuis
staat tot 7 februari een expositie met krante
artikelen en fo
to's. Ook is een vi
deo te bezichti
gen. Openingstij
den van 14.00
tot 16.00 uur en
(behalve op za
terdag) van 19.30
tot 21.00 uur.
Wolphaarts-
dijk - Op dinsdag
2 februari be
gint er in dorpshuis
De Griffioen
een herdenkings
bijeenkomst waarop dia's worden ver
toond van de eerste week na de ramp.
Zierikzee - In het stadhuis is de ten
toonstelling "Zierikzee Rampstad 1953" te
zien. Ook is een "watersnoodroute" in
de stad uitgezet, die voert langs plekken
waar nog sporen van de ramp te zien
zijn. Het gemeentebestuur legt op 1 februa
ri om 10.30 uur een krans bij het bron
zen gedenkbeeld naast de Zuidhavenpoort.
weggespoeld. Pas op 21 mei 1953 konden
er weer treinen van Bergen op Zoom
naar Vlissingen rijden. Op verscheidene
(korte) trajecten was al eerder treinver
keer mogelijk.
De moeilijkste hobbel die genomen
moest worden, was de spoorverbinding
door de Kruiningenpolder. Van de oor
spronkelijke dubbele spoorlijn was een
lengte van vier kilometer vrijwel hele
maal ten prooi gevallen aan de golven. Door
de "badkuip-spoorweg" tussen Oostdijk
en Kruiningen was de isolatie van Zeeland
ook per spoor opgeheven.
De nieuw aangelegde spoorlijn door
de overstroomde polder, die bij hoogwater
een tot anderhalve meter onder water
stond, was uniek. Om het voortdurend
wegspoelen van de rails te voorkomen,
waren er kistdammen aan weerskanten van
de enkele rails gelegd. Veertienhonderd
heipalen moesten hiervoor zonder machi
nes de grond in gejast worden. Een idee
van J. Colijn uit Goes, wegopzichter bij het
spoor. Later is hij door de hoogste baas
van de NS bevorderd tot inspecteur.
Verdronken spoorgebied
Alleen bij lage waterstanden konden
de treinen over het baanvak. De eerste tijd
twee per dag, vijf tot tien kilometer per
uur rijdend. Treinladingen met zand, zand
en nog eens zand werden vervoerd voor
de dichting van de dijken. Op 3 augustus
konden de eerste passagiers weer van de
hele Zeeuwse lijn gebruik maken. Opge
lucht werd ademgehaald. Tot die tijd
moesten NS-reizigers vanuit Brabant mét
bestemming Walcheren met een busrit
over Antwerpen en Zeeuws-Vlaanderen en
9 De "badkuip-spoorweg"tussen Oostdijk
en Kruiningen. Foto Lub
met de veerpont over de Westerschelde
genoegen nemen.
De oud-machinist geeft een totaal
overzicht van het verdronken spoorgebied.
Zwaartepunten van het boek liggen in
Zeeland en bij Lage Zwaiuwe. Daar laat hij
ook de meeste mensen aan het woord.
Oliestank
Een van hen is de stations-assistent
van Kruiningen, Jan Boudens. Hij woonde
op de voormalige wachtpost in de Krui-
ningenpolder, waarvoor 1950 de spoorbo
men bediend moesten worden. Hij
kwam op 31 januari 1953 na een late dienst
thuis bij zijn acht maanden zwangere
vrouw, die door haar zus gezelschap gehou
den werd. Ondanks het stormgebulder
ging men naar bed op zolder, waar ook het
twee jaar oude dochtertje van de familie
lag.
Het gat in de Sloedam op het baanvak
Middelburg-Arnemuiden is gedicht, zodat er
weer getreind kan worden.
Rond half zes werd Jan wakker van
het bonken van meubels tegen het plafond.
Jan rook een verschrikkelijke oliestank.
Het eerste wat hij zei, was: „Dat is een dijk
doorbraak". Met een zaklantaarn seinde
hij naar de auto's die op de Zanddijk ston
den en met hun lampen de polder in
schenen. Op een gegeven moment zagen ze
het niet meer zitten. „Je hoorde alleen
het gieren van de wind en het slaan van de
golven tegen onze woning. Na een poos
je liet ik mij weer zakken en kropen wij
dicht tegen elkaar. Wij hebben ons toen
in gebed voorbereid op het ergste. Nooit zal
ik vergeten wat onze kleine dochter toen
zei: „Bidden papa, bidden!"
Kort daarna, ongeveer half negen,
hoorden wij roepen: „Zijn hier nog men
sen?" Het was of er een stem uit de hemel
kwam en wij antwoordden direct en zagen
in het schemer een sloep liggen. De twee
vrouwen en de kleine mochten mee. Mij