'In
naam der Koningin beveel ik u
uw schip de dijk in te varen'
DE HAVENLOODS
Herdenkingsexpositie 40 jaar na stormnacht
Model Gerrigje Adriana is voor
van zolder gehaald
'Rustwat-
herinneringen'
Verwoede
strijd
DONDERDAG 28 JANUARI 1993
4-592
Mevrouw A.C.J. Vogelaar-van Sliedregt opent maan
dag l februari de 'herdenkingsexpositie 40 jaar na
de stormnacht' in de hal van het raadhuis van
Nieuwerkerk. In aanwezigheid van burgemeester
H.B. van der Goot en dijkgraaf van Schieland,
mevrouw J.M. Leemhuis-Stout, vinden vanaf 14.00 uur de
plechtigheden plaats. De herdenkingsexpositie is een initiatief
van het college van burgemeester en wethouders en van het
college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraad
schap van Schieland. De expositie duurt van 2 tot en "met 11
februari.
De expositie bestaat uit een weergave van de gebeurtenissen in
de nacht van 31 januari op I februari 1953. Zowel van de
gebeurtenissen langs de Hollandsche IJssel als in de rampgebie
den in zuid-west Nederland. Tevens wordt getoond welke
maatregelen in het kader van het Deltaplan zijn getroffen om
herhaling van deze ramp te voorkomen.
Het is meer dan een foto-expositie! Zo zal er in de hal van het
raadhuis een dijk worden opgetrokken en is de computer ter
plekke die ook in het paviljoen van Schieland op de Floriade
aanwezig was.
Gemeentelijke voorlichters Wijnand van Doorne en Willy Die-
peveen hebben bovendien vanuil de bevolking attributen uit de
rampnacht weten te vergaren.
De expositie is in delen opgebouwd: De ramp, Na de ramp de
Deltawet. Hoe veilig is Schielands Hoge Zeedijk nu? en Waken
over veiligheid van Nederland houdt nooit op.
De unieke herdenkingsexpositie is op weekdagen van 9.00 tot
17.00 uur te bezichtigen. Op dinsdag 2 en 9 februari is dal tot
20.00 uur mogelijk. Op zaterdag 6 februari van 12.00 lot 16.00
uur.
door LIANNF. VAN ECK
NIEUWERKERK Het
Vrije Volk verscheen op 1 fe
bruari 1953 met een zondags
krant. 'Noodtoestand in de
Hoeksche Waard', 'Schelde
zinkt', 'Het Hoofd in Schie
dam raakte in paniek' en
'Verwoede strijd om IJssel-
dijk' luidden enkele van de
krantekoppen in deze acht
cent kostende extra editie.
Op zaterdagmiddag 31 janua
ri waren alle tekenen aanwe
zig die duidden op een nacht
vol storm en hoog water.
Leen Boer uit Nieuwerkerk
had die dag verschillende ma
len zijn zaad- en grindhandel
aan de dijk bezocht. Toen hij
om 23.00 uur het hoofd op het
kussen legde, vermoedde hij
niet dat hij de volgende dag
dè belangrijkste rol in zijn le
ven zou spelen. Een held zou
worden! Het is dankzij zijn in
ventiviteit, kordaat en alert
optreden dat Ouderkerker
Arie Evergroen het schip 'De
Twee Gebroeders' op de plek
waar de Groenendijk dreigde
door te breken de dijk invoer.
Dezelfde IJsselaak die jaren
ervoor onder de naam 'Ger-
rigje Adriana' eigendom van
Leen Boer was geweest en
waarop Evergroen als knecht
had gevaren!
„Om 2.30 uur in de nacht van
zaterdag 31 januari op zondag 1
februari werd er op de deur ge
bonsd. 'Direct rijden', kregen
wij toegeschreeuwd. Mijn vader
en ik schoten in onze kleren.
Binnen vijf minuten waren we
op ons opslagterrein aan de
dijk", vertelt Johannes Boer.
Hij was toen 24 jaar, woonde
nog thuis en werkte bij zijn va
der. Hij had die zaterdagavond,
uiteindelijk was hij nog vrijgezel,
zijn rondje langs kennissen in de
omgeving willen maken. Zijn va
der had gevraagd of hij wel goed
wijs was om met zulk weer op
stap te gaan. Morrend was hij
daarom vroeg onder de wol ge
kropen. „Maar goed ook, want
er stond ons heel wat te wachten.
Bij het opslagterrein aangeko
men zagen we dat het water al
een halve meter hoog op het
terrein stond. Daar bovenuit
staken nog toppen zand en
grind. Van alle kanten, van
boerderijen en van het Hoog
heemraadschap, werden lege
zandzakken aangesjouwd. We
zijn die gaan vullen met zand dat
boven het water uitstak. Geluk
kig was Rijkswaterstaat in Nieu
werkerk bezig wegen aan te leg
gen.
„Toen wij geen zand meer had
den, zijn we zand uit hel de
depóts van Rijkswaterstaat gaan
halen. Af en aan reden de
vrachtauto's met de zandzakken
naar de plekken op de dijk die
dreigden door te breken", vertelt
Johannes in zijn ouderlijke wo
ning aan de Kerklaan. Met zijn
drie zonen runt hij nu het bedrijf
dat sinds maart 1992 Firma
L.Boer en Zonen Transport en
Handel heet.
„Sinds zaterdagmiddag was een
'dijkleger' al beziggeweest. Het
water was toen al hoog gestegen.
Wij kregen de order zandzakken
naar de dijk ter hoogte van het
poldergemaal bij Hitland te
brengen. De toestand was daar
uiterst kritiek, Het stormde als
een gek. Regen, hagel en
sneeuw, alles kregen we die
nacht over ons heen. De dijken
waren nog niet verhard. Door
het weer en de gladde grasdijk
konden de vrachtwagens niet tot
aan het gemaal rijden. Op zo'n
achthonderd meter afstand van
die plaats strandden de wagens.
Er zijn toen paarden en wagens
ingezet", herinnert hij zich als de
Arie de Bruin herinnert
zich 1 februari 1953
nog als de dag van
morgen. Hij was twaalf
jaar oud en de middel-
j ste zoon van Bertus de Bruin,
eigenaar van café Rutswat.
Hij vertelt: „Toen ik 's ochtends
I van zolder de trap afLwam zag
ik in de woonkamer allemaal
j vreemde mannen zitten. Ik be
greep er niets van. Tussen neus
en lippen vertelden mijn ouders
I wat er aan de hand was en dal de
drukte in huis wel een tijdje zou
duren. Ik geloof niet dat mijn
j vader en moeder de dagen erna
I nog één woord tegen me gespro
ken hebben. Zo druk hadden ze
j het.
De heren in de woonkamer ble-
I ken burgemeester Vogelaar en
mensen van hel Hoogheemraad-
I schap te zijn. Achter elkaar ging
I de woonkamerdeur open omdat
de koeriers kwamen vertellen
I hoe het er buiten voor stond. In
het café was het nog drukker.
Mannen kwamen er zich war
men aan een kop koffie of thee
tussen het vullen van zandzak
ken door. Hoeveel liters koffie
en thee mijn moeder in die lijd
heeft gezet zou ik eigenlijk wel
willen weten. En gekookt dat ze
heeft. De stapels boterhammen
waren ook niet te tellen. Hel
ging dag en nacht door."
Zijn vader was 'pijlmeester'. Bui
ten het café stond de pijlpaal. Bij
een bepaalde N.A.P.-stand, het
'roeppijl' moest Bertus de Bruin
alarm slaan. Arie heeft daar 's
nachts niets van gemerkt. Daar
kwam hij pas de volgende och
tend achter.
Vrije Volk 1 februari
1953 - Honderden
mannen hebben van
nacht onmenselijk hard
gezwoegd om de IJssel-
dijk te houden, die even voor het
veer Capelle-Krimpen aan den
IJssel zwaar gehavend was. Het
water stroomde met geweld over
de kruin en sloeg aan de landzij
grote brokken uit het talud. De
Prins Alexanderpolder. de Zuid-
plaspolder en de dorpen Nieu
werkerk, Moordrecht, Zeven
huizen en Moerkapelle liepen
groot gevaar.
In de vliegende storm moesten
de dijkverdedigers soms tot aan
de knieën door het water waden.
Zij groeven een dam van het
Capelse kerkhof af om aan zand
te komen. Ook de auto's van de
Rotterdamse Dienst van Ge
meentewerken voerden zand af
en aan.
Met twee man is de strijd tegen
de watergolf begonnen. Om
streeks half vier hadden zij ge
zien dat het water met grote
kracht kwam opzetten. Er werd
alarm geslagen en van alle kan
ten kwamen helpers toesnellen:
dijkwachten, Rotterdamse mari
niers, leden van de reserve-poli-
tie en van de Nationale Reserve.
Vanmorgen nog werd er met
man en macht gewerkt. Langs de
waterkant was op de kruin van
de dijk een honderden meters
lange dam van zandzakken op
geworpen. Nog steeds reden
vrachtauto's af en aan. Aan de
oostelijke oever van de woest
golvende rivier zag men een rij
buitendijkse huizen in het water
staan; het water spatte tot aan de
daken legen de muren op.
Johannes Boer bevond zich onder de genodigden toen het beeld aan de Groenendijk onthuld werd.
dag van gisteren. „Wat was het
dreigend en beangstigend. Lang
kon je daarbij niet stilstaan,
want er moest aangepakt wor
den om te kunnen redden wat er
maar te redden viel", vervolgt
hij.
Crisiscentrum
Café Rustwat in Nieuwerkerk
werd tot crisiscentrum gebom
bardeerd. Vanuit het café dele
geerden de toenmalige burge
meester J.C. Vogelaar (burge
meester van Nieuwerkerk van
1949 tot 1969) en vertegenwoor
digers van het Hoogheemraad
schap de werkzaamheden. „Per
koerier, want van walkie-talkies
was natuurlijk in die lijd nog
geen sprake! Toen wij op de dijk
strandden kreeg mijn vader de
opdracht zandzakken richting
Moordrecht/Gouda te vervoe
ren en ik naar de dijk bij het
Laantje van Van Haaften. Daar
waren dijkdoorbraken in wor
ding", vervolgt hij, terwijl hij
met zijn vinger op het kleedje
van de salontafel probeert uit te
leggen waar het laantje ligt. „Het
was toen een eigen weg van de
firma Van Haaften. Nu is het
een wandel- en fietspad dat op
de dijk even voor hel veer aan de
kant van Capelle uitkomt", ver
duidelijkt hij.
„Het Laantje van Van Haaften
kon ik niet gebruiken omdat hel
stuk dijk aansluitend erop op
springen stond. We hebben toen
het Oudekerkselaantje, de eigen
weg van de familie Bloot van de
IJsselsteenbakkerij, gebruikt.
Dat ging redelijk goed want het
was enigszins verhard", gaat Jo
hannes Boer in één adem door.
„Als je er zo over praat, komt
het allemaal naar boven. Je ver
geet het nooit meer", zegt hij
verontschuldigend.
Lachend vertelt hij over de 'tel
lers': „Er stond een mannetje bij
Hitland en een mannetje bij de
's-Gravenweg. In de stromende
regen hebben ze zich daar on
danks de storm uren op de been
gehouden. Het laantje was zo
nauw dat de vrachtwagens el
kaar niet konden passeren. Door
de wagens te tellen, hel waren er
vijf, wisten de tellers dat er vanaf
de andere kant het laantje inge
reden kon worden."
Hij denkt even na en realiseert
zich weer hoe goed alles was.
Dat iedereen deed wat er van
hem verlangd werd. Dat er geen
onvertogen woord viel. Ook niet
toen iedereen op was van moe
heid. „In dit soort situaties staan
de natuurlijke leiders op. En dat
wordt dan ook door iedereen
geaccepteerd", zegt hij peinzend.
Zijn vader, die richting Moor
drecht was gestuurd, kreeg het
weer voor .zijn kiezen. Want,
vertelt zijn zoon: „Dat gedeelte
dijk was bestraat. Op een gege
ven moment zakte hij met zijn
voorwielen door de bestrating.
Het bleek dat de dijk eronder
ondermijnd was. Het was inmid
dels een uur of negen 's morgens.
Het kostte natuurlijk moeite om
de wagen uit het gat te trekken
en daarom liep de motor vast.
De motor was net gereviseerd.
Was dus nog niet goed los en
raakte overbelast. Werkloos is
vader uit de wagen gestapt.
Toen hij de richting opslag aan
de dijk liep, hoorde hij via via
dat het goed mis was met de dijk
bij het gemaal. Dat de door
braak elk moment verwacht kon
worden. Op dat moment zag hij
dat 'De Twee Gebroeders' los
raakte van de wal in Ouderkerk
en dat de schipper een goed
heenkomen probeerde te zoeken
onder de wal van Nieuwerkerk.
Hoe hij het heeft gepresteerd
weet ik niet, maar door de gie
rende storm heen heeft hij de
aandacht van schipper Arie
Evergroen weten te krijgen.
'Vaar naar Hitland. Jouw
scheepslengte past precies voor
de doorbraak. Ik loop er heen
om je te helpen', heeft hij ge
schreeuwd. 'Ik kijk wel uit, dan
ben ik mijn schip kwijt. Wie gaat
dat betalen?', gilde de schipper
terug. Mijn vader heeft het toen
op een lopen gezet naar burge
meester Vogelaar in café Rust-
wat. Vogelaar is met hem terug-
gerend en heeft Evergroen toe
geschreeuwd: 'In naam der Ko
ningin beveel ik u uw schip de
dijk in te varen'." Hij moet er
even om lachen. „Ik zie het voor
me gebeuren. Die twee gillende
mannen in de storm", zegt hij.
Met hel voorsteven op de wal,
tegen de noordwester wind in,
heeft Evergroen zijn schip rond
10.00 uur uiteindelijk de buiten
kant van de dijk ingevaren. En:
„Mijn vader heeft toen nog het
anker over de dijk richting bin
nenkant gegooid. De schipper is
naar het roer gelopen om die bij
te sturen en heeft de motor afge
zet. Dal bijsturen van het roer
was eigenlijk niet meer nodig
want door de zuiging van de
bijna doorbraak sloot het schip
als een sluisdeur voor het gat.
Het water was zo hoog dat op
verschillende delen van de dijk
het water over de kruin de pol
der inliep. Bijna dreigde het
scheepje over de dijk door het
water meegesleurd te worden.
Jaap Pauwel van Carosseriefa-
briek Pauwel en Van Weelde
kwam met paard en wagen aan
gesneld. Met gas- en zuurstofcy-
linders en gasbranders. Ze heb
ben gaten in de wand van hel
schip gemaakt om haar met bin-
nestromend water te verzwaren.
Intussen arriveerde een dek
schuit volgeladen met zakken
zand die in het ruim van 'De
Twee Gebroeders' werden ge
dragen. De IJsselaak werd vol-
gegooid en kwam muurvast te
zitten."
Hij gaal achterover zitten en ver
telt verder: „Maandagmorgen 2
februari om 2.00 uur stapten
mijn vader en ik in bed. Kapot
waren we. We hadden hier en
daar een kop koffie gedronken
en een boterham gekregen. Drie
weken zijn we nog bezig geweest.
Ik herinner me dat ik geen na
gels meer op mijn vingers had
toen we de zandzakken weer uit
de gaten in de dijk moesten trek
ken. Mijn linker hand was bo
vendien dik en mijn nek stijf. De
vrachtwagens van toen hadden
links een buitenspiegel niet gro
ter dan een asbakje. Door de
storm, regen, sneeuw en hagel
zag je niets als je op de dijk
achteruit moest rijden. Dat deed
je dan achteroverhangend met
een halfopen linker portier."
Gedurende zijn verhaal wijst
Boer junior er voortdurend op
dat zijn vader in de schijnwer
pers behoort te staan. Dat zijn
eigen werkzaamheden ten tijde
van de watersnood erbij in het
niet vallen. Hij wil dat het zijn
vaders verhaal wordt. Ter nage
dachtenis aan hem. Johannes
Boer is trots op zijn vader. En
niet zonder reden! Als Leen Boer
die zondag I februari 1953 niet
zo kordaat en vindingrijk had
opgetreden, was het leed voor
Nieuwerkerk en het achterland
niet te overzien geweest.
„Ik was die dagen zo vrij als een
vogeltje. Niemand keek naar mij
om.
Het was best wel spannend voor
een twaalfjarige", herinnert Arie
zich.
Gerrigje Adriana was
de doopnaam van de
IJsselaak die als de
Twee Gebroeders op
1 februari 1953
Nieuwerkerk en haar achter
land tegen overstromen be
hoedde. In 1904 liet de vader
van Leen Boer hel schip bou
wen op de werf van Cornelis
Snoey in Ouderkerk. Hij ver
noemde de IJsselaak naar zijn
echtgenote. Het veertien meter
lange schip kreeg er in 1927
nog eens drie meter aange
bouwd toen het zeiltuig werd
vervangen door een motor.
Dat was nodig voor een machi
nekamer in het achterdek. Boe-
vendien moest er ook een roef
komen.
Het was hard aanpakken ge
blazen als zand- en grindschip-
per: dag- en nacht werd er ge
werkt. Er waren tijden dat er
per week maar acht uur gesla
pen werd. Hel zand dal ver
voerd werd, werd grotendeels
uitgebaggerd in de Lek. Bij
voorbeeld bij 'Griet van de
Sluis' in Streefkerk. Die plaats
werd zo genoemd omdat vlak
bij de sluis een herberg stond
waarin een juffrouw Griet
diende.
Gerrigje Adriana, alias de
Twee Gebroeders, is niet meer.
In 1939 verkocht Leen Boer
het schip aan Leen Vuyk. Die
verkocht haar later aan Arie
Evergroen, de voormalige
dekknecht van de Gerrigje
Adriana.
„Het schip is gesaneerd. Hel
was crisis en Arie Evergroen
kon het niet meer bolwerken.
Op Sloperij Rijsdijk in Hen
drik Ido Ambacht is de Twee
Gebroeders gesloopt. Na de
ramp was zij op de Vuykwerf
in Capelle helemaal gereno
veerd. Geknipt en geschoren!
De hele motor is uit elkaar
gehaald. Met een drijvende
bok is zij van de kant getrok
ken en naar Capelle vervoerd.
Alles is door hel Hoogheem
raadschap betaald. Die sane
ring heeft mijn vader veel ver
driet gedaan. Mijn vader voer
vanaf zijn negende mee met
zijn vader. Naar school ging hij
niet, want hij had geen 'pokke-
briefje'. Een jaar of drie heeft
hij les van een meester gehad,
maar het meeste heeft hij zich
zelf aangeleerd", vertelt Johan
nes Boer.
Van zolder heeft hij een onder
het stof zittend model van de
Gerrigje Adriana gehaald. Hij
blaast de stof weg en neemt het
enige driedimensionale over
blijfsel van zijn vaders IJsse
laak in zijn handen.
En vertelt: „In de oorlog heeft
vader hel model gemaakt. Hij
zat het laatste oorlogsjaar on
dergedoken. Hij verveelde zich
rot. Tien weken is hij eraan
bezig geweest. Het is vakwerk
èn op schaal. Tot in de kleinste
details heeft hij alles uitge
werkt. Zeventien centimeter
groot is het. Dat zal een geprie
gel zijn geweest met die grote
werkhanden! Hij heeft het
schip uit één stuk gesneden.
Uit een essenhouten schoppes-
teel."
Het model is een beetje bescha
digd. „Vanavond repareer ik
het voor de foto. Het moet
goed in de krant komen", al
dus Johannes Boer.