Het beest zit in elk mens mWÊ*SJÊÊSè WEEK UIT Een gesprek over wreedheid en verkrachting in voormalig Joegoslavië WU4 ZATERDAG 23 JANUARI 1993 Tamil-vrouwen gebeurd". Maar ze weet ook hoe moeilijk het te bewijzen is. Wat is systematisch? Van Blokland: „Moet het op bevel van hogerhand zijn, moet er iets op papier staan? Ik denk dat je kimt uitgaan van systematiek als je ziet dat het op zo'n grote schaal voorkomt Als je hoort dat er opdrachten worden gegeven, dat het doel is moslim-vrouwen hun eer baarheid te ontnemen en te zorgen dat ze uitgestoten worden uit hun eigen groep. Dan is er niet alleen sprake van verkrachting, maar wordt er doelbewust ingespeeld op de gevolgen". Gerrits sluit niet uit dat hier sprake is van een Servische oorlogstactiek, maar vraagt zich af hoe bewust dat gebeurt. „Ik denk toch dat vernedering van de te genstander en wraak daarin misschien wel de belangrijkste motieven zijn". Effectief Van Blokland: „Maar het is zo effectief wat er gebeurt. Je haalt een gemeen schap onderuit. Je kunt dat continu ver nederen en martelen zien als een tactiek, waarmee je gebieden vrij kunt krijgen van moslims". Zij vindt het vooral nodig dat nu wordt geprobeerd om bewijzen boven tafel te krijgen. In het verleden is seksueel geweld te vaak weggemoffeld. Daarmee zijn de mannen aan tafel het volmondig eens, maar Blok vindt het moeilijk de systematiek achter de ver krachtingen te ontdekken. Hij gaat ervan uit dat al die legertjes van de lokale en regionale oorlogsbazen misdaden plegen. De oorlogsbazen geven daartoe gelegen heid en moedigen het geweld zelfs aan om het moreel van hun ongeregelde troepen op te krikken. Maar dat de ver krachtingen gecoördineerd worden, daar voor is de militaire samenwerking tussen al die strijdgroepen te zwak: „Kampen, alleen met het doel om vrouwen massaal te verkrachten, zodat zi als moslim vrouw geschonden zijn, nee, daar geloof ik vooralsnog niet in, maar ik sluit het niet uit". Gerrits: „Het ergste is dat het ver krachten geen beleid hoeft te zijn. Ik denk, voorzover ik het kan beoordelen, dat het op grote schaal voorkomt. Maar het is niet nodig voor een legerleiding om het aan te moedigen, het bewust als strijdmiddel te hanteren". Hoewel de politieke leiders geen aan wijsbare moeite doen om het moorden en verkrachten te voorkomen, zal hun verantwoordelijkheid achteraf moeilijk te bewijzen zijn, vrezen de drie gespreks partners. Propaganda In de hele discussie over de wreedheden van met name de Serviërs speelt de pro paganda een belangrijke rol. En er zijn tal van voorbeelden uit het recente verle den waarbij gruwelverhalen overdreven bleken. Gerrits: „Je moet rekening hou den met manipulaties". Overste Blok merkt op dat het verkrachten in ieder geval als wapen wordt gebruikt: „Is het niet door de partij die het begaat, dan wel door de partij die het ondergaat". Blok voelt voor geen der strijdende partijen veel sympathie. „Wat mij betreft zijn het, populair gezegd, allemaal schur ken. Ze hebben allemaal min of meer vuile handen gemaakt. Daarbij komt dat alle huidige leiders uit dezelfde boven laag van de maatschappij van vóór 1990 komen. De huidige tegenstanders waren tot voor kort collega-officieren in het Joe goslavische federale leger en hebben op dezelfde militaire academie gezeten". Wht hem bij terugkomst in het Was ten het meest heeft verbaasd, is de een zijdige veroordeling van de Serviërs. „De etnische zuiveringen zijn ingezet door Serviërs, maar over de zuiveringen van de Kroaten lees je weinig". De public re lations van Zagreb is klaarblijkelijk beter dan van de communistisch getinte club in Belgrado, concludeert Blok. De politieke doelen van de Serviërs zijn volledig uit het zicht geraakt, door de wreedheden waarvan ze worden be schuldigd. Daarbij waren ze in de gevech ten aan de winnende hand en kregen zo wellicht meer dan de andere partijen de kans om wreedheden tegen burgers te begaan. Dat maakte van de andere groe pen de underdogs, die op extra sympa thie konden rekenen bij het publiek in West-Europa, vermoeden Van Blokland en Blok. Consequenties Toch staat wel vast dat verkrachtingen en bestialiteiten op grote schaal in het Joegoslavische oorlogsgebied voorkomen. Wat is daar tegen te doen? Wit er volgens Gerrits en Blok in ie der geval niet moet gebeuren is groot schalig militair ingrijpen, op basis van nog onbewezen verhalen over verkrach tingskampen. Blok gelooft in waarne mers met diplomatieke status die de strijdende partijen voortdurend bij elkaar brengen. „Hen dwingen met elkaar te praten, antwoorden te geven op vervelen de vragen, informatie die je krijgt onder zoeken. Je zou er veel meer mensen, ge kwalificeerd personeel, naar toe moeten sturen". Van Blokland: „Slachtoffers van sek sueel geweld moeten worden erkend als vluchteling". Zij heeft in dit verband veel kritiek op de Nederlandse regering, die zich haastte om een visumplicht voor Joegoslaven in te voeren toen de oorlog daar uitbrak. André Gerrits: „Je moet bij vredesbesprekingen duidelijk maken dat dit soort zaken volstrekt onacceptabel zijn, maar ook consequenties zullen heb ben. Na de oorlog". Vrouwen als oorlogsbuit, dat is bet klassieke beeld. Massale verkrachting als beloning voor de overwin naar. In de moorddadige roes van vernieling en dood wordt er mishan deld, geroofd en ver kracht. Maar in het voor malige Joegoslavië lijkt meer aan de hand. Vol gens een uitgelekt rapport van de EG-missie onder lei ding van de Britse Anne Warburton zijn tenminste 20.000 Bosnische moslim vrouwen, en misschien wel een veelvoud van dat aan tal, verkracht door Servi sche strijders. door ANS BOUWMANS en CEES VELLEKOOP Bovendien zouden die massale verkrachtingen niet meer uitsluitend een beestachtige uitlaatklep zijn van troepen zonder discipline. Het lijkt een welbewuste tactiek om de islamitische bevolkingsgroep te ont wrichten. Daar schrikken wij "beschaafde' Vtesteuropeanen van. De wreedheid en het seksueel misbruik werden onderwerp van boze demonstraties en verhitte dis cussies. Een volgende missie gaat het nader onderzoeken. Intussen roepen de schok kende berichten vragen op. Hoe komen mensen ertoe dit soort wreedheden te begaan? En hoe betrouwbaar is de infor matie? Welke rol speelt de oorlogspropa ganda? Over deze onderwerpen spraken historicus André Gerrits van het Oost-Eu ropa Instituut, rechtsdeskundige Els van Blokland van het Clara Wichmann Insti tuut en luitenant-kolonel Kees Blok, ju rist bij het ministerie van defensie, die namens de EG verschillende bezoeken bracht aan voormalig Joegoslavië. Overste Kees Blok heeft het in Kroatië van nabij gezien. „Op vrijdagavond reden busjes de kant van het front uit. Geen le- gerbusjes, maar gewone bestelbusjes. Mensen met camouflagepakken, vaak zo dronken als ik weet niet wat. De camouf- lagestof is per strekkende meter op de markt te koop en daar laten ze hun vrouw of hun moeder een fantasie-uni form van maken. Wkpens zijn spotgoed koop, twintig, dertig dollar. In die busjes zaten weekendsoldaten, die gingen 'huis houden' in dorpjes die buiten de macht van wie dan ook zijn, waar de krachtige bevolking al lang is weggetrokken. Er zijn video's van gemaakt. Dan zie je zo'n dorp waar allemaal lijken liggen. Bejaar den, op de meest afschuwelijke wijze af gemaakt. En dat gebeurt overal. Ook in Servië en Bosnië-Hercegovina". Motieven Hoe komen Serviërs, Kroaten en Bosni sche moslims ertoe hun vroegere buren te veqagen, verminken, verkrachten en mishandelen, hun bezittingen te vernie len en ontheiligen, alleen omdat ze uit een andere bevolkingsgroep komen? Een gemakkelijk, duidelijk antwoord is er niet Een aantal motieven ligt voor de hand: het vernederen en veijagen van de tegenstander, wraak, het vergaren van oorlogsbuit en machtsvertoon. Maar hoe zijn al die mensen in die spiraal van ge weld terechtgekomen? De drie gesprekspartners komen sa men tot een hele lijst factoren die van invloed zijn: de propaganda en indoctri natie, de omkering van de moraal tijdens een oorlog, de normvervaging en het et nische karakter van de oorlog waardoor burgers het doel zijn geworden van het geweld. Blok heeft ook in Kroatië de immense propaganda ervaren. „Niet alleen naar het Westen om de zaak te verkopen, maar ook intern. De bevolking wordt elke dag geconfronteerd met alle wreed heden van de tegenpartijen. Dat slijt bij zelfs de meest rationele mens elk gevoel voor redelijkheid uit. Ik denk dat wij daar ook niet tegen bestand zouden zijn". Eind 1991, begin vorig jaar stonden in de kranten in Kroatië regelmatig ver- krachtingsverhalen, met foto's. Wrhalen met een propagandistisch doel, meent Blok. „Het kweken van stemming, het hooghouden van de oorlogsbereidheid". Gerrits wijst op het mechanisme dat ver halen zichzelf versterken. „Je moet op passen in de berichtgeving meegesleurd te worden". Normverlagend Oorlogvoeren verlaagt alle normen, zegt Blok. „Wht normaal niet mag, mag in oorlogen wel. Je mag normaal geen men sen doodschieten, in de oorlog wel. Het levert een soort van straffeloosheid op". Historicus Gerrits: „Je hoeft niet per se een slecht mens te zijn in het gewone le ven om dit soort wreedheden te begaan". Die normvervaging heeft ook in ande re oorlogssituaties tot verkrachtingen ge leid. De Nederlanders hebben het gedaan V.l.n.r. Kees Blok, Els van Blokland en André Gerrits. (Foto Cees Zom/GPD) Honderden mensen, voor het merendeel vrouwen, protesteerden onlangs in Den Haag tegen seksueel geweld in het voormalige Joegoslavië. (Foto ANP) in het huidige Indonesië, de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog, de Amerika nen in Vietnam. Maar kenmerkend voor de Joegoslavische burgeroorlog is dat het politieke conflict tussen Kroaten, Serviërs en Bosnische moslims is verworden tot ongecontroleerde strijd tussen misschien wel driehonderd 'warlords'. Blok: „Whar geregelde legers verdwenen zijn, regels weg zijn, is er geen rem op ongelimi teerd geweld en wangedrag". Wat vooral frappeert is de korte tijd waarin gewone mannen tot beestachtig heden in staat zijn. Gerrits ziet overeen komsten met de Deutsche Ordnungspoli- zei uit de Tweede Wereldoorlog. Duitse reservisten, 'gewone mannen', waren bin nen enkele weken tot grote wreedheden jegens joden in staat. „Het etnische ele ment is erg belangrijk. Dat bepaalt na melijk dat ieder van het andere volk een vijand is. Om het simpel te stellen: het neerschieten van vijf kersenplukkende Kroatische kindertjes van Servische zijde is een rationele oorlogsdaad". Neiging Daarbij heeft een klein deel van deze mannen de neiging tot gewelddadigheid, meent Gerrits. „Maar ook de indoctrina tie, de druk van de groep en angst spelen een grote rol. Angst voor meerderen, angst voor collega's, angst om voor een doetje aangezien te worden. Het niet wil len opvallen in negatieve zin". Els van Blokland: „Whnt de SS zit er gens binnen in je, schreef Amoli, zelf overlevende van de vernietigingskampen. Je ziet, en dat blijft dan toch het enge, dat mensen in bepaalde omstandigheden tot dit soort daden in staat zijn. Als je de Joegoslaven zelf hoort, begrijpen die ook niet dat het zo ver kon komen. Daar moet zo'n vervreemding hebben plaats gevonden, waarbij je je zo terugtrekt op je eigen etnische groep, dat die ander tot vijand is geworden waar je alles mee kunt doen". Gerrits: „Als je mensen maar voldoen de inprent dat him eigen leven ook be dreigd wordt, en dat de wreedheden die ze plegen ten dienste van hun eigen ge zin zijn, dan kun je ze vrij snel zo ver brengen. Er staat geen sanctie op wreed heden, maar een premie. Ik zou niet uit sluiten dat ik hetzelfde zou doen, hoe vreemd dat ook klinkt. Ik kan me voor stellen dat mensen zozeer overtuigd zijn van nut en noodzaak om dit soort wreed heden te bedrijven - niet alleen uit wraak en vemederingsgevoelens - maar ook om dat ze denken dat het hen uiteindelijk ten goede komt". Wreedheden niet als negatief bijver schijnsel van een oorlog, maar als 'wen selijke' methode om de overwinning te behalen. Van Blokland: „Dat is ook het onvoorstelbare van de Tweede Wereld oorlog. Dat de Duitser dacht dat hij goed deed". Gerrits noch Blok sluiten uit dat zijzelf - toch beschaafde westerse mannen - over de schreef zouden gaan. Gerrits: „Het gaat hier niet om een conflict tus sen geregelde legers. Dat is een van de meest essentiële zaken, die de wreedheid van het conflict bepalen. Nederlanders zijn waarschijnlijk net zo geneigd tot wreedheden als Joegoslaven, maar de kans dat Nederlandse mannen in zo'n soort conflict verzeild raken is uitermate gering. Onze samenleving is een ander soort samenleving dan het voormalige Joegoslavië, minder gewelddadig en met een andere verhouding tussen mannen en vrouwen, maar ik zie niet in waarom Nederlanders niet dezelfde soort van mis daden zouden kunnen begaan als ze in zo'n situatie terecht zouden komen". Natuurlijk speelt er ook een lange tra ditie van 'antipathie' tussen Kroaten en Serviërs, erkent de historicus. „Maar ik keer mij tegen de opvatting dat de oor log onafwendbaar was. Ik zie wel al die ressentimenten, die haatgevoelens en die traditie van wederzijdse tegenstelling, maar ik denk toch dat politieke manipu latie een belangrijke rol heeft gespeeld". Tactiek De mens kan tot beest verworden. Maar wat de verhalen uit Joegoslavië extra gruwelijk maakt, is de veronderstelling dat het gaat om een oorlogstactiek, waarbij vrouwen in kampen systematisch worden verkracht. Voor alles moet je je afvragen of de gruwelverhalen wel kloppen, meent Ger rits. „Verkrachtingen zullen veel voorko men. Of het hier vaker voorkomt dan in vergelijkbare conflicten, dat is maar de vraag. Massale verkrachtingen gebeuren altijd in dit soort etnisch-politieke con flicten. Voorzover ik weet zijn er geen bewijzen voor kampen waarin dat syste matisch zou gebeuren als oorlogsstrate gie. Ik wil niet zeggen dat het niet zo is, maar de bewijzen zijn er nog niet". Els van Blokland wijst erop dat ver krachten als krijgsmethode algemeen voorkomt om een bepaalde bevolkings groep te treffen. „Dat is zeker ook bij de

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1993 | | pagina 2