„Kans op herhaling ramp
zeker niet denkbeeldig"
De zorgen van waterbouwer ing. W. Drooger
ROTTERDAM Als hij zijn blik over de kaart van
Nederland laat glijden, kan hij zo een aantal gebieden
aanwijzen dat nog lang niet afdoende is beveiligd. En
dan praat hij nog maar niet over dat stuk dijk in Fries
land dat zo slecht is dat de bevolking bij zware storm
moet worden geëvacueerd. Hij moet er dan ook niet aan
denken dat de elementen weer net zo tekeer gaan als in
1953. In dat geval is een nieuwe catastrofe zeker niet
denkbeeldig.
De bezorgdheid van ing. W.
Drooger, voorzitter van de Ne
derlandse vereniging kust- en oe-
verwerken, omtrent de toestand
van onze waterkeringen vloeit
niet alleen voort uit zijn betrok
kenheid bij de sector van het be
drijfsleven waarvan hij de belan
gen dient te behartigen. Ook ons
aller veiligheid ligt hem nauw aan
het hart want hij weet als geen
ander wat het is om have en goed
aan die eeuwenoude vijand, het
water, te moeten prijsgeven.
Toen Zuidwest-Nederland in die
beruchte rampnacht van 1953
binnen enkele uren veranderde in
een onafzienbare watermassa,
vertoefde Drooger samen met
zijn moeder op dé zoldèr van de
ouderlijke woning in Nieuwe.
Tonge. Meer dan tachtig dorps
genoten heeft hij nimmer weerge
zien. Anderen heeft hij op bed
den, wrakhout en boomstammen
voorbij zien drijven zonder dat
hij ook maar een hand kon uitste
ken.
Twee lange dagen en nachten
heeft hij op die zolder doorge
bracht totdat een vlot hen red
de. Totaal verkleumd hoorde hij
dat ook vader, die zondagnacht
was opgeroepen om naar de dijk
te komen, nog in leven was.
Eerst toen kwam aan de marte
lende onzekerheid een einde. Als
ing. Drooger over veiligheid en
onveiligheid praat, weet hij dus
maar al te goed welke inhoud
die begrippen hebben en kunnen
hebben. Vandaar dat hij als
voorzitter van de Nederlandse
vereniging van kust- en oever-
werken vorig jaar meteen aan
de bel trok toen minister Zee-
valking bezuinigingen aankon
digde die directe gevolgen had
den voor onze veiligheid.
Geen uitstel
Vooral het voornemen van Zee
valking om de versterking van de
zeeweringen uit te smeren over
een langere periode, wekte de
woede van ing. Drooger. Hij her
innerde de bewindsman eraan dat
bij de aanvaarding van de Delta
wet in 1956 was toegezegd dat de
Nederlandse kust in 1990 veilig
zou zijn. Uitstel tot 1996, zoals
de minister wilde, zou volgens hem
zeer ernstige gevolgen kunnen
hebben. Hij dacht daarbij onder
meer aan een dichtbevolkt gebied
als Zuid-Holland met circa 3,5
miljoen inwoners dat praktisch
geheel onder water zou lopen als
zich onder de huidige omstandig
heden een stormvloed als in 1953
zou herhalen.
Samen met de Unie van water
schappen werd een zwaar offen
sief ingezet om de plannen van de
minister te blokkeren. Het resul
taat was dat in het nieuwe regeer
akkoord tussen CDA en VVD
kwam te staan dat de toezeggin
gen gedaan in het kader van de
Deltawet, zouden worden nage
komen. Een hele geruststelling
dus voor ing. Drooger, die nog
werd gevolgd door de benoeming
van mevr. Smit-Kroes tot opvol
ger van Zeevalking. Deze be-
Beschamend dat
we na nog geen
30 jaar in actie
moesten komen
Ing. Drooger
maakte ramp
pan nabij mee
der-Jv-K) bij hoogwater-zo'nü a,9
meter water staan".
In hart en nieren
Ing. Drooger is, zo blijkt over
duidelijk, waterbouwer in hart en
nieren. Al meer dan 25 jaar is hij
bij de strijd tegen het water be
trokken. In 1957 begon hij zijn
loopbaan bij de aanleg van de
bouwput voor de Haringvlietslui-
zen (onderdeel van het Deltaplan)
en vervolgens maakte hij de dijk
versterkingen mee van
Zeeuwsch-Vlaanderen tot in de
kop van Groningen.
Thans is hij directeur van een
aannemersbedrijf op het gebied
van kust- en oeververdediging
in Werkendam.
Omdat hij „het water" met al zijn
gevaren van zo nabij kent, zegt
Drooger niet genoeg te kunnen
aandringen op blijvende waak
zaamheid. „De eeuwen door
heeft het water ons verrast.
Steeds hebben onze voorouders
sterkere dijken gebouwd dan de
vorige maar iedere keer deelde
het water toch weer nieuwe sla
gen uit. Daarom mogen we ons
niet in slaap laten sussen. In dat
licht bezien is het eigenlijk be
schamend dat we nog geen dertig
jaar na de ramp in actie moesten
komen omdat er beknibbeld
dreigde (en dreigt) te worden op
onze veiligheid".
Ook als straks de hele Neder
landse kust op Deltahoogte is ge
bracht, moeten we volgens ing.
Drooger bepaald niet denken dat
we er zijn. Hij gebruikt het beeld
van een land dat omgeven wordt
door vijandige mogendheden.
„Zo'n land zal constant paraat
zijn", zegt hij, „en zal zich tot de
tanden bewapenen. Welnu, het
zelfde geldt voor ons. Daarbij
dienen we te bedenken dat de zo
geheten Deltahoogte is gebaseerd
op menselijke berekeningen. De
dijken moeten zo' hoog zijn dat ze
slechts bij een stormvloed die
eens in de 4.000 jaar voorkomt,
zullen bezwijken. Nog afgezien
van het feit dat die ene keer over
honderd jaar kan zijn maar ook
morgen, is het toch ook nog een
keer zo dat aan alle menselijke
berekeningen grenzen zijn. Al
leen daarom al mag onze aan
dacht nimmer verslappen!"
winds vrouwe,zo bekent hij, ge
niet vooralsnog het vertrouwen
van de vereniging omdat zij al
eerder bewezen heeft over grote
daadkracht te beschikken. De
kans dat ook zij wil gaan uitsme
ren en vertragen, acht Drooger
dan ook vrij gering.
Eigen opleiding
De vereniging waarvan ing.
Drooger voorzitter is, werd in
1954 opgericht. Het ledental
bestaat thans uit een veertigtal ge
specialiseerde aannemers die voor
een belangrijk deel afkomstig zijn
uit Sliedrecht en Werkendam. Pa
radepaardje van de organisatie is
de steenzettersopleiding in Stel
lendam, die samen met de rijks
overheid is opgezet. Diezelfde
overheid is tevens de grootste op
drachtgever voor de K Sc O-le
den en de Haagse bezuinigings-
Ing. W. Drooger (met op de
achtergrond de Haritigvlietslui-
zen): „De eeuwen door heeft het
water ons verrast".
drift komt dan ook hard aan. Zo
moest het werknemersbestand de
afgelopen jaren van 2500 tot 1500
man worden ingekrompen.
Een tragische ontwikkeling
noemt Drooger dat en hij heeft
daar zo zijn redenen voor. „Het
departement van Verkeer en wa
terstaat moet steeds meer geld
pompen in het openbaar vervoer.
De exploitatie-tekorten in die
sector zijn enorm en plegen een
onevenredig grote aanslag op de
begroting van het ministerie.
Daarbij komt dat ook voor de
spectaculaire Oosterscheldewer-
ken erg veel geld nodig is. Men is
dat avontuur begonnen zonder
dat precies bekend was wat het
allemaal zou gaan kosten. Daar
door dreigen wij het kind van de
rekening te worden. En dat heeft
niet alleen gevolgen voor de
werkgelegenheid maar ook voor
de veiligheid van de Nederlandse
kust. Want al zijn de plannen van
Zeevalking dan teruggedraaid, er
is ook nog steeds sprake van ach
terstallig onderhoud van miljoe
nen vierkante meters glooiing
Dat een dijk ook onderhoud no
dig heeft, wordt gemakshalve wel
eens vergeten maar het is wel fu
nest als het niet gebeurt.
Waar de zee is, oefent ze
immers geweld uit en zeker voor
een laaggelegen land als Neder
land noopt dat tot blijvende
waakzaamheid. Ga maar na, als
er geen stevige dijken waren, zou
hier (het interview vindt plaats in
een gebouw in de Alexanderpol-
Op 1 februari 1953 vertoefde
Drooger samen met zijn moeder
op de zolder van de ouderlijke
woning in Nieuwe Tonge.