„Het is voorstelbaar wat er in die tijd is verricht" RODE KRUIS GROTE ROL BIJ HULP VERLENING Herdenkings bijeenkomst DEN HAAG De hulpverlening die na de overstromingen in Zuidwest-Nederland op gang kwam, was massaal en indrukwekkend. Zonder aan anderen tekort te doen, moet in dit verband met name het Rode Kruis worden genoemd. Wat deze organisatie in korte tijd heeft verricht, is nauwelijks in kaart te brengen. Opvang van evacuées, verstrekking van kleding en levensmiddelen, verzorging van zieken en bejaarden, verlening van medische hulp, kortom alles waaraan in die dagen behoefte was, werd verzorgd door het Rode Kruis. Om een indruk te geven van de rol die deze organisatie in de februari-dagen van '53 heeft gespeeld, geven we enkele gedeelten weer uit het verslag van het hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis over de hulpverlening in de stad Dordrecht. Deze stad kwam niet alleen voor een deel onder water te staan maar fungeerde bovendien als eerste opvangcentrum voor de bevolking van de getroffen Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden. Evacuatie „Op zondag 1 februari werd de colonne (de door vrijwilligers bemande parate „troepen" van het Rode Kruis-red.) 's morgens om 4 uur gealarmeerd. Om 5 uur was zij gereed. Zij beschikte slechts over één ambulance-auto, maar in de daaropvolgende uren werd een groot aantal particuliere auto's en vrachtauto's ter beschikking gesteld. In samenwerking met de 9 Zieken werden met de ambulance of geïmproviseerde ziekenwagens naar veiliger oorden gebracht. Dordtse EHBO en vele vrijwilligers, MTS'ers, matrozen van het opleidingsschip „Hollands Glorie", leerlingen van het Gymnasium, Lyceum en Mulo werden de volgende dagen grote hoeveelheden werk verzet. Zo werd geholpen bij de evacuatie van het Bestedelingenhuis en van de Arend Maartenshof, waar het water plm. 1.20 m hoog stond. Zieken werden met de ambulance of geïmproviseerde ziekenwagens uit verschillende woningen gehaald en naar veiliger oorden gebracht. Al spoedig bleek, dat met het oog op de te verwachten toevloed van zieken en ouden van dagen noodziekenhuizen ingericht moesten worden". Reddingsploeg „Op 2 februari vertrok een sergeant van het RKK (Rode Kruis korps) in gezelschap van 2 helpers en 2 helpsters met een schip met goederen en levensmiddelen naar Bruinisse en arriveerde daar als eerste reddingsploeg. Hij bracht diezelfde avond 48 evacuées mee en vertrok dadelijk weer voor een tweede tocht naar dit bedreigde gebied. De volgende dag gingen nog kleine ploegen van 2 of 3 man met schepen mee naar Zierikzee en Stad a/h Haringvliet. Intussen werd op 3 februari als centrum voor de colonne de school „Mühring" aangewezen. Hier werden groepen evacuées al of niet reizend, opgevangen, gekleed en gevoed, medisch onderzocht en zo spoedig mogelijk afgevoerd. Terwijl grote groepen evacuées in boten aan de Buitenkalkhaven arriveerden om met auto's naar Utrecht verder getransporteerd te worden, kwamen in kleinere vaartuigen of op eigen gelegenheid allerlei groepjes, die naar de school „Mühring" gezonden werden ter registratie. (Alle evacuées werden door het Rode Kruis geregistreerd, hetgeen uiteraard een gigantisch karwei was-red.)". Goederenstroom „In de avond van 2 februari kwamen de eerste zendingen goederen uit Hilversum binnen. Aan de sortering bleek alle aandacht te zijn besteed. De eerste trucks uit Hilversum werden direct na aankomst overgeladen in schepen, die gereed lagen om naar het noodgebied te vertrekken. Hilversum zond in totaal 56 trucks Apeldoorn was de tweede in de rij met 27 trucks. Meppel kwam met 12 vrachtauto's, Katwijk hielp met rubberlaarzen, oliekleding, watervaten, zandzakken, vletten "i Het Rode Kruis heeft op 1 februari a.s. een herdenkingsbijeenkomst in de Zierikzeese Gasthuiskerk die gewijd zal zijn aan de watersnood. Eregasten zijn prinses Juliana beschermvrouwe van het Rode Kruis, en prinses Margriet, lid van het dagelijks bestuur. Na de bijeenkomst zal er een tentoonstelling worden bezichtigd in het Zierikzeese stadhuis. Deze expositie over de Rode Kruis-hulp tijdens de watersnood duurt tot en met 11 februari. Het Rode Kruis heeft in korte tijd enorm veel werk verricht in het rampgebied. en sloepen voor reddingswerkzaamheden „In de periode van 5 t/m 27 februari werden in totaal gedistribueerd (vanuit Dordt- red.) 43286 goederen en 84 kisten, zakken of dozen ongetelde goederen. Het kwantum goederen, dat op 3 en 4 februari ongerigistreerd werd doorgezonden, is zelfs niet bij benadering te schatten. Vermoedelijk is een raming van 250 ton nog aan de lage kant". Kleding Uit het geciteerde blijkt overduidelijk hoe omvangrijk de door het Rode Kruis begeleide goederenstroom wel was. In Middelburg kwam zelfs zoveel kleding aan dat men al na enkele dagen met ruimte moest gaan woekeren. In de Zeeuwse residentie zetelde ook het provinciaal crisiscentrum van het Rode Kruis. Het was ondergebracht in de riante woning van Kringcommissaris mr. J. A. Heijse, die in die tijd agent was van de Nederlandsche bank. Hij vertelde ons dat in de vroege ochtend van 1 februari door de afdeling Goes van het Rode Kruis werd opgebeld met de mededeling dat Noord- Beveland onder water was gelopen en dat er veel mensen waren verdronken. „Na overleg met het hoofdbestuur in Den Haag werd enkele uren later besloten bij mij thuis een crisiscentrum in te richten. Het was zaak de hulpverlening in zo goed mogelijke banen te leiden, al moest er uiteraard veel worden geïmproviseerd. We waren wel voorbereid op een ramp, maar niemand had ooit aan een catastrofe van deze omvang durven denken", aldus mr. Heijse, die tot zijn zeventigste actief bij het Rode Kruis betrokken is geweest. Een deel van de kleding werd door vissers vanuit Veere naar Noord-Beveland en Schouwen- Duiveland gebracht. Ook levensmiddelen en rubberlaarzen werden meegestuurd. Verder vertrokken reddingsbrigades van het Rode Kruis naar genoemde eilanden om de overlevenden zo snel mogelijk in veiligheid te brengen. Nogmaals mr. Heijse: „Het is onvoorstelbaar wat in die tijd door vrijwilligers is verricht. Het Rode Kruis heeft in die dagen getoond wat het kan als de nood echt aan de man komt. Maar ook de vrijgevigheid van de bevolking was enorm. We werden in enkele dagen tijds overstelpt met goederen. We wisten aanvankelijk niet waar we het allemaal laten moesten. Ik had het er de eerste dagen zo druk mee, dat ik er niet eens aan toekwam om de getroffen gebieden te bezoeken. Daar had ik pas na een dag of tien gelegenheid voor. Ja, wat je toen zag het was een chaotische situatie. Daar kun je je nauwelijks een voorstelling van maken. Er heerste dan ook een verslagen stemming. Aan de andere kant moet ik ook mijn grote bewondering uitspreken voor de wijze waarop de bevolking van die gebieden het leed heeft kunnen dragen. Ik denk dat ze de kracht daartoe gevonden heeft in het geloof". Enkele evacuées in een der opvangcentra, die bemand werden door leden van de BB en het Rode Kruis.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1983 | | pagina 12