gin Juli ana e indruk De watersnood in Oost-Beveland Ook ds. J. B. Bel was bij reddingswerk betrokken nooddijk en had het water weer vrij spel in de polder. Omdat des kundigen meenden, dat het gesla gen gat niet afdoende gedicht zou kunnen worden, werd daarvan afgezien. Besloten werd, om een nieuw stuk nooddijk aan te leg gen. Op 11 maart kwam de aan sluiting tot stand en was de pol der weer gevrijwaard van eb en vloed. Veel hulp werd bij de aan leg van de nooddijk ondervonden van het regiment Limburgse Ja gers, alsmede van het Oranje- Gelderland regiment. Koninklijk bezoek Op 23 maart bracht koningin Ju liana een bezoek aan het getroffen Oost-Zuid-Beveland. Rond tien uur arriveerde de koninklijke trein bij wachtpost 20. Het was de eerste personentrein, die na de ramp Zeeland binnenreed. De eenvoudig geklede koningin werd verwelkomd door de commissaris van de koningin, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot. Vol belangstel ling bekeek de vorstin de aange legde nooddijk en bezocht onder meer de oude moeder van de om gekomen burgemeester De Gof- fau. Dit bezoek maakte op velen een diepe indruk. Later schreef ie mand erover: „Wij hadden het voorrecht Hare Majesteit te mo gen ontvangen en haar binnen te leiden. Dit bezoek heeft een diepe indruk bij ons achtergelaten. Hoe vol medegevoel zat de koningin daar naast de zo diep beproefde moeder. Hoe hartelijk waren de woorden, die zij sprak. Zij, de moeder van een bloeiend gezin, luisterde vol mededogen naar die andere moeder, die zulk een groot verlies geleden had. Zij zat daar niet als een koningin, mijlen ver van haar onderdanen verwij derd, doch als een moeder, die het leed van een andere moeder meevoelde en meeleed. Het be zoek duurde ongeveer tien minu ten en toen Hare Majesteit ver trokken was beseften we eerst recht, welk een edele, liefdevolle vrouw wij in onze koningin be zitten." Ondertussen was men druk in de weer om het gat bij Bath te dich ten. Op 9 april werd het gat ge dicht, maar een half uur later werd het door de opkomende Bi] laag water werden nog wat spulletjes uit de huizen gehaald. Foto bij dorpskern van Waarde. vloed weer open gespoeld. Zo doende was men gedwongen om te wachten op het volgende dode tij. Op 21 april was het zover, en kon het gat definitief worden af gesloten. Diezelfde dag reden voor het eerst weer de gewone personentreinen Zeeland binnen. Twee dagen later keerden de be woners van Rilland, die benoor den de nooddijk woonden, weer terug naar hun woningen en kon het herstel van Rilland definitieve vormen gaan krijgen. Oostdijk Ook Oostdijk, gelegen tussen Krabbendijke en Kruiningen, werd in de nacht van 1 februari getroffen door de ramp. Toen de dijk van de Kruiningse polder be zweek, waren de inwoners van Oostdijk in diepe nachtrust. Ze werden echter gestoord in hun nachtrust door AMZ-chauffeur P. van den Berge. Deze was bij de veerhaven van Kruiningen ge vlucht voor het water en reed nu al toeterend over de Lavendeldijk te Oostdijk om de mensen te wekken. Een half uur later was het water er al en stroomde de huizen in. Sommigen gingen naar boven, terwijl anderen zich in veiligheid brachten door op de Lavendeldijk en de Nieuwlandse Binnendijk te klimmen. Korte tijd later kwam er een bijna twee meter hoge vloedgolf aanrollen, die vrijwel alles met zich meenam, wat op haar weg kwam. Een groot aantal woningen was niet tegen dit ge weld bestand en werd verwoest. Wrakhout, vee en zelfs mensen werden door de krachtige stroom meegesleurd en verdronken. Hoewel reddingswerk onmoge lijk geacht werd, ging toch een aantal mensen als een keten het water in, om zodoende te probe ren een aantal drenkelingen op te vangen. Gelukkig was hun werk niet tevergeefs en konden nog en kele mensen worden gered. Later op de eerste rampdag brak de Lavendeldijk tegenover de christelijke school door en ont stond er een gat van ongeveer 50 meter. Door deze doorbraak ging vrijwel geheel Oostdijk ten on der. Tweederde deel van alle wo ningen werd geheel verwoest of onherstelbaar beschadigd. Ook werden verschillende boerderijen beschadigd en kwamen er veel dieren om in de golven. RILLAND/OOSTDÏJK Een van de zwaar getroffen gebieden in Zuidwest-Nederland was het gebied tussen de Kreekrakdam en de Zanddijk. In dit gedeelte van Zuid-Beveland werden Rilland, Bath, Waarde, Oostdijk, Kruiningen en delen van Hansweert en Gawege door het water overspoeld. Op elf verschillende plaatsen brak de Westerscheldedijk door, waardoor evenzovele polders onderliepen. In het genoemde gebied verloren 77 men sen het leven. Militaire hulp in het centrum van Rilland. uren werden de heren Van Hoek, Leendertse en De Hartog uit hun benarde positie verlost. Tevens werden ae inwoners van Bath geëvacueerd en met bussen naar Bergen op Zoom gevoerd. Dinsdags werd het reddingswerk op grote schaal aangepakt. Solda ten uit verschillende delen van ons land werden ingezet en speurden evenals vliegtuigen naar overlevenden in de polders. Ber gen op Zoom en Ossendrecht werden aangewezen als opvang- Begeleid door de commissaris van de koninginjhr. mr. A. F. C. de Casembroot bezocht koningin Juliana vele plaatsen in de getrof fen gebieden. centra. Laat in de middag was de evacuatie voltooid. Het gat in de dijk bij Bath werd door het in- en uitstromende wa ter iedere dag groter. Om te ver hinderen, dat dit gat nog groter zou worden, werd besloten om een nooddijk aan te leggen, die een groot gedeelte van de Rey- gersbergse polder zou afsluiten en daardoor de ebstroom zou doen verminderen. Op vrijdag 13 februari werd een begin gemaakt met de aanleg van deze nooddijk. Elf dagen later was dit werk vol tooid en was een groot gedeelte van de polder niet meer onderhe vig aan eb en vloed. Toen het dode tij echter voorbij was, steeg het water bij iedere vloed zo'n 15 centimeter. Op 28 februari sloeg er een gat in de De meeste inwoners van Rilland maakten zich aanvankelijk niet zo druk om de zware storm, die ons land teisterde op 31 januari. Hoe wel het bekend was, dat Bergen op Zoom gewaarschuwd was voor gevaarlijk hoog water, meende men, dat het in Rilland wel mee zou vallen. Echter, niet allen waren zo ge rust. Waterbouwkundig opzich ter A. Cysouw vertrouwde de zaak niet en had 's avonds nog een onderhoud met een van de le den van het polderbestuur. Cy souw beloofde, dat hij 's nachts waakzaam zou blijven. Omstreeks half vier in de nacht werd burgemeester J. A. de Gof- fau gebeld door de heer Walrave uit Bath, die vertelde, dat het wa ter over de dijk stroomde. De burgemeester, geschrokken van deze mededeling, nam snel een aantal beslissingen en waar schuwde brandweercommandant H. de Hartog. De gemeentebode werd opgedragen om de nood klok te luiden. Verder werd er een bus gereed gezet om in geval van nood de inwoners van Bath te evacueren. Verrast Om tien minuten over vier verlie ten de burgemeester en de brand weercommandant met taxichauf feur P. van Hoek Rilland en gin gen naar Bath. Busondernemer J. Leendertse volgde met een bus. Vlak bij Bath ontmoetten zij Cy souw. Nadat zij met elkaar over- O De hofstede Puthoekvan ds. G. H. Kersten. Hier is hij ook overleden. Ten tijde van de ramp werd hij bewoond door zijn zoon W. J. Kersten. „Puthoek" ligt vlakbij Waarde. legd hadden, zagen zij er van af, om de inwoners van Bath nog met de bus op te halen. Omdat de bus echter niet zonder gevaar gekeerd kon worden, be sloot men, dat de burgemeester en de brandweercommandant elk met een brandend zaklicht aan een kant van de weg zouden gaan lopen, om het de chauffeurs van de bus en de auto mogelijk te ma ken achteruit te rijden tot aan de Krukweg, waar men dan zou kunnen draaien. Men was echter nog maar een klein stukje onderweg, toen de dijk bij Bath doorbrak en het wa ter zich met enorme kracht in de polder stortte. Van Hoek en De Hartog konden zich nog ternau wernood redden door op de bus te klimmen, maar zowef burge meester De Goffau als Cysouw werden door de golven meege sleurd en verdronken. Inmiddels was de dijk ook door gebroken bij de Derde Weg en had het water het dorp Rilland bereikt. In enkele minuten steeg het water tot meer dan een halve meter hoogte in de huizen. De mensen, die door het klokgelui of de sirene van de brandweer waren gewekt, konden slechts enkele van hun spulletjes in veiligheid brengen, voordat het water hen naar boven dreef. Soldaten Toen het licht was geworden, werd de omvang van de ramp pas goed duidelijk. Het bleek, dat er vier polders waren ondergelopen die samen een oppervlakte van 1723 hectare besloegen. Het reddingswerk kwam spoedig daarna op gang. De militairen van vliegveld Woensdrecht werden ingeschakeld om de bewoners van de Völckerpolder te redden. Rond het middaguur waren zij daarmee gereed. In de middag-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1983 | | pagina 7