Toen was vluchten
niet meer mogelijk
Stellendammen gingen gevaar tegemoet
Die boerderij was plotseling
niet meer te bereiken
nog wel. Het water stond in deze
polder in een ogenblik tijds gelijk
met de zee. Gelukkig waren de
mensen daar op tijd weg. Wel
ontstond een grote ravage omdat
een gedeelte van ons dorp in die
polder lag. Ik herinner me nog
dat een oude man, die de over
stroming van 1906 bewust had
meegemaakt, alle ramen en deu
ren openzette. „Dan kan het wa
ter er doorheen stromen", legde
hij uit. Dat was ook zo, zijn huis
bleef staan."
Spoelgat
„Aan de haven was de situatie in
tussen ook verslechterd. De
schotbalken stonden tot 4.10 me
ter boven NAP. Het water ging
echter over de schotbalken heen.
De grote coupure in de
Voorstraat begaf het en het water
stroomde het dorp in. Er ont
stond een spoelgat van een paar
meter diepte. Op Sint Annaland
„Er werd bijzonder veel hulp
geboden, vooral ook door militai
ren."
bereikte het water uiteindelijk een
hoogte van 4.70 meter boven
NAP."
„Tegen de morgen bereikte ons
het bericht dat er geen slachtof
fers waren. Dat stemde ons tot
dankbaarheid. Was het niet mede
een gevolg van het feit dat onze
mensen op tijd hadden gewaar
schuwd
„De andere morgen zijn we direct
begonnen met het opnemen van
de schade. Ook met het herstellen
en verstevigen van de binnendij
ken werd een aanvang genomen.
Onze eerste zorg daarbij was, wie
dat allemaal zou gaan betalen.
Vroeger moest elk waterschap
zichzelf maar zien te bedruipen!
Een jaarlijkse bijdrage van de
overheid kende men toen nog
niet. Maar het moet gezegd wor
den dat de centrale overheid zich
tijdens de ramp prachtig heeft ge
dragen. Gelukkig maar, want de
waterschappen zouden de lasten
niet hebben kunnen opbrengen."
Stavenisse
„Maandagmorgens kwamen ei
„We zagen al vroeg
in dat hier geen
houden aan was"
genlijk de eerste betrouwbare be
richten vanuit de andere dorpen.
Stavenisse was bijzonder zwaar
getroffen. Ook in Sint Maartens
dijk en Sint Philipsland waren
slachtoffers gevallen. Op de fiets
ben ik via binnendijken op andere
plaatsen gaan kijken. Wat je daar
allemaal zag, was gewoon ver
schrikkelijk."
„We zijn hier zo spoedig moge
lijk begonnen met het definitieve
herstel van de dijken. Door heli
kopters en vliegtuigen werden le
ge zakken gedropt die wij vulden
met klei en zand. Elke morgen
stond er een karavaan van tracto
ren en paard en wagens te wach
ten."
„Het grootste stroomgat te Sint
Annaland werd gedicht met be
hulp van een zogenaamde zolder-
bak en zandzakken. De met
stortsteen geladen zolderbak
werd in het sluitgat gevaren en
door de genie met springstof tot
zinken gebracht."
„Hier in Sint Annaland alleen al
zijn in die periode ongeveer
550.000 zandzakken verwerkt. Er
is toen in korte tijd zeer veel werk
verzet. Je wist de ene dag niet
meer wat je de vorige dag gedaan
had. Iedere avond kwamen we in
Tholen bij elkaar met alle water
schapsmensen en de ambtenaren
van Rijkswaterstaat."
Te hoog
„Er werd bijzonder veel hulp ge
boden, vooral ook door de mili
tairen. Die mensen hebben hard
gewerkt. Eén van hen, een lei
dinggevende, werkte zolang dat
hij er op het laatst letterlijk en fi
guurlijk bij neerviel. Ze hebben
hem met een ambulance af moe
ten voeren."
„In maart hadden we de zaak hier
al droog. Er is toen nog gerst ge
zaaid op het land. We hadden in
tussen een stuk dijk naar eigen in
zicht hersteld maar na enige tijd
kwam Rijkswaterstaat met de
boodschap: „Die dijk is te hoog,
er moet een stuk af!" We hebben
die mensen meegedeeld dat we
dat zeker niet van plan waren.
Het werk was wel door hen be
taald, maar het was en bleef ónze
dijk. Er had zeker een stel krui
melaars zitten rekenen. Zo zie je,
toen het ergste voorbij was, stak
de bureaucratie de kop weer op."
„Merkwaardig is ook dat hier de
Sint Annaland en Stavenisse:
twee zwaar getroffen plaatsen.
Op Sint Annaland bereikte het
water een hoogte van 4.70 m bo
ven NAP.
doorbraken plaatsvonden op
plaatsen waar oorlogshandelingen
hadden plaatsgevonden. Dat wa
ren de zwakke schakels in de ke
ten. Dat wisten we en daarom
trokken we ook wel aan de bel,
maar er was gewoon geen geld.
Daarbij komt dat je nimmer hon
derd procent zekerheid kunt krij
gen. Van een brug kun je de ma
ximale belasting berekenen, maar
dat weet je van een dijk nooit.
Daarom is die stormvloedkering
in de Oosterschelde ook zo be
langrijk. Weliswaar zijn de dijken
hier in de jaren zeventig extra
versterkt nadat de regering had
besloten het Deltaplan met 7 jaar
te verlengen (1985 in plaats van
1978, dit in verband met de bouw
van een doorlaatbare dam in de
Oosterschelde). Maar die verster
kingen zijn ten enenmale ontoe
reikend. De Oosterscheldedam is
en blijft noodzakelijk. Dat is ge
woon een kwestie van nuchter
bekijken."
Toen het ergste
voorbij was, stak
de bureaucratie
de kop weer op
Reproduktie van een luchtfoto van het zwaar getroffen Stellendam.
STELLENDAM „De Damdiek", zeggen ze in
Stellendam (Goeree-Overflakkee). Bedoeld wordt dan de
verbindingsdijk met het enkele kilometers verder
gelegen Melissant. Er loopt nu een druk bereden
verkeersweg overheen. Een dijk zoals er zoveel zijn op
de Zeeuwse en Zuidhollandse (schier-)eilanden. Maar
dertig jaar geleden vond een groot aantal inwoners van
Stellendam hier de dood op hun vlucht voor het water.
Veel Stellendammers meenden in
Melissant een veilige haven te
vinden, niet wetend dat ze juist
het gevaar tegemoet gingen. De
nu 75-jarige Piet Blokland uit
Stellendam heeft verschillende
van hen in de vroege ochtend van
zondag 1 februari nog gezien.
Voor het laatst, zo zou later blij
ken. „Ze dachten in Melissant
veiliger te zijn", zegt hij. „Dat
dorp lag immers een stuk hoger
dan Stellendam. Maar dat het wa
ter anderhalve meter over de
Damdijk zou komen, daarmee
had niemand rekening gehouden.
Toen was vluchten niet meer mo
gelijk. Zij, die niet tijdig een
boerderij hebben weten te berei
ken of in bomen zijn geklommen,
zijn door het water verzwolgen".
Blokland heeft die nacht het leven
van menige polderbewoner ge
red. Het moet zo rond een uur of
twee zijn geweest dat hem werd
gevraagd de polder in te gaan om
te gaan waarschuwen. Met zijn
vrachtauto en enkele helpers trok
Blokland naar de buitendijken,
waar hij erin slaagde verschillen
de boeren te alarmeren. De tocht
door de bulderende storm ein
digde bij een huisje dat aan de
voet van een zeedijk stond. De
bewoners ervan lagen in diepe
rust en niets vermocht hen daar
uit te halen. Er zat toen weinig
anders op dan de deur in te trap
pen. Vervolgens werd de hevig
geschrokken familie met grote
haast naar de vrachtauto ge
bracht.
Blokland zelf was intussen met de
auto naar de boerderij van Bijde-
vaate gereden, enkele honderden
meters verderop. Hij wekte het
gezin en maande hen tot spoed
omdat de dijken ieder moment
konden doorbreken. „Toen zij
zich gereed maakten voor ver
trek", vertelt Blokland, „keerde
ik alvast terug naar de auto. Maar
mij werd geen tijd gegund om op
het gezin te wachten. Vanaf de
zeedijk kwam een hoge muur van
water aanrollen want de dijk had
het inderdaad begeven. Zo snel
als ik kon ben ik de dijk opgere
den, waar. de anderen intussen al
waren gearriveerd. Een aantal van
hen wilde nog naar de boerderij
terug maar dat was niet meer mo
gelijk. Later hoorden we dat de
boerderij het niet had gehouden
en dat Bijdevaate en zijn vrouw
waren verdronken. Zijn dochter
met haar zoontje van nog geen
jaar en de dienstbode zijn nog in
een boom voor het huis terecht
gekomen. Van hen is alleen de
dienstbode gered. Die heeft meer
dan 35 uur achtereen in die boom
gezeten, ze was totaal versteend
toen ze werd gevonden. De doch
ter van Bijdevaate, die juist over
was uit Canada, heeft eerst haar
zoontje los moeten laten en is
daarna zelf verdronken. Wat die
mensen daar hebben moeten
doorstaan, daar moet je gewoon
niet aan denken."
Speelbal
Toen Blokland weer op Stellen
dam terug was, werd ook daar de
toestand kritiek. Zijn huis aan de
Achterweg kon hij nauwelijks
meer bereiken. De laatste hon
derden meters moest hij te voet
afleggen omdat de straten onbe
gaanbaar waren geworden. Hij
maakte nog een angstig avontuur
mee toen hij plotseling door de
stroom werd opgepakt en meer
dan tien meter werd meegeno
men. Wonder boven wonder
spoelde hij aan op het erf van zijn
„spulletje", waardoor hij zich
nog juist op tijd bij zijn gezin kon
voegen. „Ik ben niet gauw be
nauwd", merkt Blokland nog
droogjes op, „maar toen was ik
toch wel geschrokken..."