de dan toch
/ater vergaan?
Het leek wel
of heel
Nieuwerkerk
ten onder
zou gaan
55
NIEUWERKERK Een vredig dorpje, zo kon je
Nieuwerkerk gerust noemen. Velen werkten bij de
boeren, die wel niet meer de macht bezaten zoals in de
jaren dertig maar die toch nog veel in de melk te
brokken hadden. Anderen waren voor zichzelf
begonnen en verbouwden kleine vruchten, zoals uien,
bonen en erwten. Ook vlas kwam je veel tegen.
Het dorp vormde een hechte ge
meenschap, al had je dan de ker
kelijke en maatschappelijke ver
schillen. De een ging naar
,,'t Schuurtje", waar de volgelin
gen van ds. Kersten samenkwa
men, de ander ging naar „de
Straetpad", waar de gereformeer
den kerkten en een derde was van
„de hroite kareke", het bedehuis
Een luchtfoto van het zwaar
getroffen Nieuwerkerk (Schou-
wen-Duiveland). In de eerste da
gen van de ramp kwam het water
er zo hoog dat vliegtuigen er
overheen vlogen zonder dat de
piloten de dramatische situatie al
daar bemerkten. Er was zo wei
nig van het dorp overgebleven
dat Nieuwerkerk vanuit de lucht
slechts een onbetekenend ge
huchtje leek... Deze foto is enkele
dagen na de ramp genomentoen
het water al flink gezakt was.
van de hervormden. En dan had
je ook nog een deel dat nergens
aan deed.. Maar hoe groot die ver
schillen ook waren, iedereen ken
de iedereen. Dat kon toen ook
nog, zo groot was het dorpje niet.
Geïsoleerd
Eens in de week gingen de koeie-
boeren naar Zierikzee. Daar kre
gen ze dan de melkcenten. Veel
verder kwamen de dorpelingen in
de regel niet. Wie naar „Ollangt"
(Holland) moest, had al gauw een
dag werk. Eerst ging je dan met
de boemeltram naar Zijpe, waar
vandaan twee keer per dag de
„Minister Lely" naar Numans-
dorp voer. Daar had je aanslui
ting op de bus naar de Rose-
straat in Rotterdam.
Armoede werd er niet meer gele
den. Dat was in de jaren dertig
wel anders geweest. Als slaaf
werd je toen veelal door de here-
boeren behandeld. Je was eigen
lijk aan hen overgeleverd. Daarna
was de oorlog gekomen. Eerst
merkte je daar niet zo veel van,
maar in 1944 hadden de Duitsers
besloten om Schouwen-Duive-
land onder water te zetten. Over
al waren de Nieuwerkerkers te
rechtgekomen, tot in Overijssel
en Limburg toe.
Toen de oorlog voorbij was,
keerden de meesten terug. Mage
re jaren waren dat. Het land was
zo zilt als de zee en het had jaren
geduurd vóórdat de velden hun
vruchten gaven zoals weleer.
Toen kwam er zelfs enige wel
vaart, al was het dan nog steeds
hard werken geblazen. De uurtjes
werden eigenlijk niet geteld. Al
leen 's zondags, dan heerste er
een weldadige rust. Dan was een
ieder weer blij dat het lied van de
arbeid voor even verstomde.
Onvoorstelbaar
Maar op die zondag in februari
werd die spreekwoordelijke rust
ruw verstoord. Als eerste werd
de brandweer gealarmeerd. De
dijk bij Stevensluis een haven
tje ten noorden van Nieuwerkerk
stond op doorbreken, zo luid
de de mare. Toen was het eigen
lijk al te laat. In de nachtelijke
uren boorde het water zich door
de dijken en rond zeven uur
's ochtends was het dorp herme
tisch van de buitenwereld afge
sloten. Toch leefden velen toen
nog in de veronderstelling dat het
water niet hoger zou komen dan
anderhalve meter. Zo hoog had
het immers bij de inundatie door
de Duitsers ook gestaan. Maar in
de loop van zondag werd maar al
te zeer duidelijk dat die verwach
tingen veel te optimistisch waren.
„Het was eigenlijk onvoorstel
baar", zegt de heer J. Rotte, die
in die jaren een bakkerij dreef aan
de Kerkring. „Het water bleef
maar stijgen. Dat het zo hoog zou
komen, had niemand verwacht.
Rond 11 uur trad er een korte
stilstand op maar na de middag
begon het water opnieuw te rij
zen. We zaten op zolder en je zag
het water tree voor tree stijgen.
Ik kan me nog herinneren dat ik
toen dacht: zou de aarde dan toch
nog door water vergaan? Pas bij
de op drie na laatste trede bleef
het staan en dat terwijl wij vrij
hoog woonden. Het was toen
zondagavond zes uur".
Wat zich die zondagmiddag in
Nieuwerkerk heeft afgespeeld,
vermag geen pen te beschrijven.
Alle factoren voor een gruwelijke
watersnood waren aanwezig: een
de ramp zagen enkele Zierik-
zeese mosselschippers onder
uiterst hachelijke omstandig
heden kans Nieuwerkerk met
behulp van een roeiboot te be
reiken. Op de foto een van
hen,JSchot Jzn. Zijn neef,
Schot Wzn., vertelde ons dat
zij 's zondags al hadden ge
probeerd naar Nieuwerkerk te
varen. Met een roeiboot wel te
verstaan omdat de buiten
boordmotors juist in de revisie
waren op Bruinisse. „Je kon
toen echter weinig doen", zegt
hij. „Het waaide erg hard en
je kwam domweg niet vooruit.
Bovendien moest je door een
stroomgat heen roeien waar
een verval optrad van mis
schien wel drie meter. Enkele
familieleden van me zijn daar
nog bijna omgekomen,
's Maandags lukte het wel. We
hebben eerst de mensen van de
buurtschap Capelle in veilig
heid gebracht en ik ben toen
's middags nog naar Nieuwer
kerk gegaan. Mijn schoonou
ders woonden er. Toen ik er
kwam, waren ze echter al ver
dronken... Ook voor velé an
deren kwam de hulp te laat.
Het was een slopende tocht,
temeer omdat er zware buien
vielen. Soms kwam je een hal
ve meter vooruit om vervol
gens een meter achteruit te
worden gedreven. Omdat de
polder waarin Nieuwerkerk
lag, zo uitgestrekt was, had je
te kampen met een zeer sterke
stroom. Daardoor zijn er in
Nieuwerkerk en omgeving ook
zoveel huizen weggevaagd"
dorp in een laaggelegen polder,
éen zee die meer dan drie meter
hoog is omdat een dubbele vloed
optreedt en het water niet weg
kan door de relatief smalle dak
openingen, huisjes die veelal geen
hechte fundering kennen en
ronddrijvende balken, daken en
bomen die op de nog overeind
staande huizen inbeuken. Het
leek in die bange uren alsof heel
Nieuwerkerk zou vergaan.
Hoge tol
Het dorp betaalde een hoge tol.
Van de 1800 ingezetenen kwamen
er 289 om het leven, meer dan in
alle andere getroffen plaatsen op
Schouwen-Duiveland. Nieuwer
kerk verloor in enkele dagen een
zesde van zijn inwoners.
Van de overlevenden zochten ve
len Js maandags hun toevlucht in
de hoger gelegen Kerkstraat.
Nogmaals bakker Rotte: „Wat je
dan ziet, is onbeschrijflijk. Ver
bijstering, radeloosheid, opstan
digheid... Er was hier iemand die
14 familieleden was kwijtgeraakt,
waaronder zijn eigen vrouw en
kinderen. De man was stom van
verdriet. Een ander had meer dan
twintig uur in een boom gezeten,
een derde had de nacht in een
dakgoot doorgebracht. Zeer tra
gisch was verder het geval van die
man die met zijn moeder in de