VERANTWOORDING
STELLENDAM
ÖOST-BEVELAND
iLANÖ
Omdat er een dubbele vloed optrad, bereikte bet water op zondag 1
februari 1953 in Nieuwerkerk (Sehouwen-Duivelanéf een angst
wekkende hoogte. „Ik dacht toen werkelijk dat de aarde toch nog
door water zou vergaan'', vendteep. inwoner. Van de rtdatt 1800 in
woners kwamen 'diedagZmom bet leven. Pag. 4en 5.
Is het zinvol om dertig jaar na de
watersnood in een herdenkings
nummer nog bij dit dramatische ge
beuren stil te staan? Of vormt deze
catastrofe een hoofdstuk in onze
jongste geschiedenis dat we hebben
afgesloten omdat het opslaan ervan
slechts oude wonden openrijt bij de
nabestaanden van de slachtoffers?
Het waren vragen die we onszelf
stelden toen de datum van 1 februa
ri 1983 in zicht kwam.
Sommigen die de watersnood
van nabij hebben meegemaakt,
vonden het inderdaad niet gewenst
dat de watersnood na zoveel jaar
nog in herinnering wordt gebracht.
„Het leven gaat verder", zo werd er
bij gezegd.
Anderen echter, die de ramp
evenzeer bewust hebben meege
maakt, noemden zo'n herdenkings
nummer een goede gedachte. „De
ramp", zeiden ze, „mogen we niet
achteloos afdoen als een samenloop
van omstandigheden. Er is een
sprake van uitgegaan. Het is goed
dat ook de opgroeiende generatie
hiervan afweet.
Het gevoelen dat de watersnood
niet als een toevallige speling der ele
menten gezien mag worden, wordt
ook elders aangetroffen. In het or
gaan „De Saambinder" van de Ge
reformeerde gemeenten van 12 fe
bruari 1933 bijvoorbeeld schreef de
voormalige hoofdredacteur ds. L.
Rijksen uit Middelburg onder de
veelzeggende kop „De geduchte
sprake Gods" onder meer: „Hoe
duidelijk was in dat vreselijke ge
beuren de sprake Gods van Zijn
heilig ongenoegen over de zonde en
ongerechtigheid van land en volk,
kerk en staat". En ds. W. C. La-
main, zelf van Noord-Beveland af
komstig, schreef op 25 februari in
hetzelfde blad: „Doch zie, daar op
't alleronverwachts kwam God Zelf
met Zijn gerichten en oordelen.
We mochten elkander wel toeroe
pen: „Komt, aanschouwt de daden
des Heeren, Die verwoestingen op
aarde aanricht".
Vanuit die achtergrond is het
voor u liggende herdenkingsnum
mer ontstaan. We hopen ook bij het
samenstellen ervan in deze geest ge
handeld te hebben.
-
Voordat dijkgraaf G v$WfffïMé'uit 0ié(Thoak<
wisse zich „bij zijngezmf&p devoidmvdtirt- "zijn bi
zou voegenwilde hij eerst"nog de koeim eréf
lossnijden. Toen hij dat gedaan had, werd hij pfape-
Ungdpor het wtter éuerugdlen, in hèf ijs
koude ,W$ér trachtte Van Putte eéh naburige dijk te
W%ere$mi- Zijn relaas yindt u op ttag, 6.
Op Piet Blokland uit Stellendam Goe-
re'é-Overflakkeerustte de taak de be
woners van de polder te waarschuwen
voor denaderende watervloed. Her
werd, een tocht t ie hij zijn leven lang
niet meer zou Jfrgt'ien. Pag. 11.
Toert burgemeester T>f G off au van hei
Zuidbevelandse- phghtsje Rilland Jndjj-,
rairtpnac^^^^ejïkreeg dal
■^over de atjInstroomde, be l§Mp"
inwoners van het dorpje
dewerkers spoedd
naar de plaats
Bath echter n.
pag. 12 en IX
van de witte.
de vele ramfskichÈfpÊr^fn Sta-
pss* bevond zmfook ouderling Pot*?-'
aPP$tÊMï gemeente niét m-
%upd dmter. De zondag%oor
'snood bijbeen biddagpre-
én Sfftytegad laten lezen.
Wr een godyzuchii^man en een ge-
f^nkwaardigekerkaienst. Pag. 7t-
Pappen Hiar0t vanaf het
gin biL de, Watersnood van
1953 betroJdiettWwrfêspfaken met een
watérscbapsman uit de getroffen gebie
den. jng.j. Qe Jagt uit Sint Anr -'*-">