Het onbegraven leed
Honderden vluchtten
de dood in de armen
Windkracht 12 en springtij
TOCH LICHTPUNTEN NA
EEN TRAGISCHE RAMP
1 februari
1953
WEEKENDBIJLAGE ZWOLSE COURANT NIEUW KAMPER DAGBLAD HET DAGBLAD HET NIEUWE LAND
leefd. Zo luidde de rauwe werkelijk
heid achter de getallen. De universi
teiten sloten, zodat studenten in het
rampgebied konden gaan helpen, de
Nederlandse bevolking bracht 140
miljoen gulden (1,5 miljard in geld
van vandaag) bijeen voor een Ram
penfonds en 65 landen stuurden hulp
in enigerlei vorm. Dat was de reaktie.
Bij Schelphoek gaapte een dijkgat
van 500 meter breed en 40 meter diep
waar bij ieder getij 140 miljoen ku-
Een reddingsvliegtuig wierp
een rubberboot uit naar een inge-
slotene (zie cirkel) doch de boot
belandde op flinke afstand in de
bomen
Na de eerste even goed bedoelde als chaoti
sche hulppogingen - duizenden bootjes, au
to's, bakfietsen vol oliegoed en eten komen
in dit spitsuur van charitas muurvast te
zitten aan de randen van het rampgebied -
worden de Rotterdamse Ahoy-hallen inge
richt als centrum voor opvang en coördina
tie. Daar stromen duizenden ontredderde,
ontheemde en vaak uiteengereten gezinnen
samen.
Daar ook breken de verhalen los en toont de
watersnood zijn gevolgen in al hun wrede
naaktheid. Het verhaal van adjudant
Rooze, groepscommandant van de Rijkspo
litie te Kruiningen, die als gevolg van een
operatie bedlegerig was en machteloos
moest horen hoe in het donker rondom hem
huizen instortten en mensen hun doods
nood uitschreeuwden. Of dit verhaal, dat je
in het zwaar getroffen Westbrabantse Klun-
dert nog steeds horen kunt. Daar woonde
op de Buitendijk Oost het boerengezin Lod
ders, bestaande uit vader, moeder en tien
kinderen. De oudste zoon Jan zag de golven
in de rampnacht stijgen en besloot de kleine
kinderen alvast per auto naar het dorp te
brengen. Toen hij de rest wilde gaan halen,
had het water de weg al afgesneden. Toch
probeerde hij het, ditmaal in de vrachtwa
gen van een vriend. Maar op twee kilometer
van de boerderij kwam het voertuig vast te
zitten en dreigde te gaan drijven. Draaien
kon niet; er zat weinig anders op dan terug
te rijden in de achteruit. Dat deden Jan
Lodders en zijn vriend. Drie en een halve
kilometer in hun achteruit over een smal
dijkje dat dreigde in te storen, terwijl ze
geen hand voor ogen konden zien en een
speelbal vormden voor de orkaan. Een do
denrit van drie kwartier. En overal kreten
uit huizen, overal mensen die met branden
de sigaretten noodsignalen probeerden te
schrijven tegen de inktzwarte nachthemel.
De rest van het gezin Lodders heeft tot
maandagmorgen gevangen gezeten op zijn
gedeeltelijk ondergelopen zolder en toen
het uiteindelijk werd gered, kostte dit de
levens van twee militairen.
De deskundigen zijn het er over eens dat de
meeste slachtoffers niet zaterdagnacht zijn
gevallen, toen het razende water omstreeks
4 uur voor het eerst toesloeg, en 67 grote
plus 400 kleinere gaten in de dijken brak,
maar in de klaarlichte middag van de zon
dag erop bij het wassen van de tweede
vloed. Het waren mensen die zich in de tus
sentijd wellicht hadden kunnen redden,
maar die thuis waren gebleven in de me
ning dat ze het ergste hadden gehad. Toen
de golven opnieuw rezen, vluchtten ze in
paniek - vaak de dood in de armen.
Nog steeds worden ze naverteld, de verha
len over dood en redding. Over de boer die
zijn zus onder aan de dijk probeerde te
redden met een touw dat net anderhalve
meter te kort was; ze stierf na een worste
ling van twee uur. Over de baby die op een
overstroomde zolder bij gebrek aan melk of
drinkwater twee dagen lang gevoed moest
worden met eiwit uit een bloemschoteltje -
en het overleefde. Over een dijkgraaf die
van zijn voordeur werd meegesleurd en an
derhalf uur later kilometers verderop aan
spoelde, een paal omklemmend en onge
deerd. Fotografen hebben vanuit de lucht
de onvergetelijke beelden vastgelegd van
mannen en vrouwen, vaak bejaarden, die in
nachtgoed op hun daken waren gevlucht en
daar een dag en een nacht in de sneeuw
storm moesten bivakkeren voordat ze kon
den worden gered. Er waren mensen bij die
normaal aan een griepje zouden zijn overle
den. Nu haalden ze het. Uitspraak van een
arts: „Het moet de doodsangst zijn geweest
die hun uitgeputte lichamen als het ware
heeft verwarmd en ze immuun heeft ge
maakt." Andere uitspraak echter: „1835
doden, maar ongeteld is het aantal nog
daarbij komende, indirekte slachtoffers die
zo geknakt waren of kwalen opdeden dat ze
soms na enkele jaren overleden aan de ge
volgen van de ramp."
Het zijn gevolgen die zich nog steeds doen
voelen - daarover weten de mensen mee te
praten die werken in het gebied dat vijfen
twintig jaar geleden getroffen werd. De
vraag naar valium stijgt wanneer er weer
een storm woedt boven een kust, die inmid
dels Deltawerk geworden is.
ONDER REDACTIE VAN
JAN LOUWEN EN WILLEM VAN DER VEEN
Wanneer men bij een diep tragische en ont
wrichtende ramp als die van februari 1953
van een lichtpunt mag spreken, zou men
kunnen denken aan de verregaande in
vloed die hij op velerlei terrein heeft uitge
oefend. Onder de druk van de nood moes
ten de Nederlandse deskundigen al hun
vindingrijkheid mobiliseren - nog meer de
bedwingers van het water worden dan ze
al waren geweest.
Ze deden nieuwe ervaringen op, ontwikel-
den nieuwe technieken, vonden nieuwe
werktuigen uit. Het dijkherstel en vervol
gens de Deltawerken werden niet wat de
volksmond „een visitekaartje" pleegt te
noemen, maar een gigantische lichtreclame
voor de Nederlandse waterbouwkunde. De
hele wereld zag hem. Over de hele wereld
werken momenteel de baggeraars en grote
bouwconcerns dan ook voort op basis van
de sinds 1953 opgedane know-how. Bij To
kyo ligt een beweegbare stuw die sprekend
lijkt op de stuwen in de Lek. In Sleeswijk
Holstein werkt een uitwateringssluis die al
leen in omvang van de Haringvlietsluis ver
schilt. Saoedi Arabië, de Emiraten en ande
re olielanden wenden hun rijkdommen aan
om Nederlandse bedrijven havens en dam
men te laten bouwen.
De ontwikkelingen waartoe de Deltawer
ken de aanzet hebben gegeven, vinden nu
toepassing bij de winning van broodnodige
olie en aardgas onder de zeebodem. Nieuwe
off-shore technieken varen er wel bij en we
houden het licht niet onder de korenmaat.
Delft kent reeds lang een cursus van Social
Studies. Ieder jaar kunnen tientallen inge
nieurs, ook uit de ontwikkelingslanden, er
hun kennis komen aanpunten. Dank zij de
ervaring, opgedaan bij de bestrijding van
de watersnood, worden nu tot in verre uit
hoeken van de aardbol dijken aangelegd
om 'bandjirs' te bedwingen, moerassen ver
anderd in landbouwgrond, dammen ge
bouwd voor opwekking van elektriciteit,
bevloeiingswerken geconstrueerd, havens
uitgebaggerd, gebieden ontsloten. Naast de
herinnering aan het leed is dat de erfenis
van de februari-ramp.
Een orkaan met windkracht twaalf
gierde 23 uur lang over Nederland en
zijn kusten. De gemiddelde snelheid
van de luchtverplaatsing bedroeg 72
kilometer per uur, maar er waren uit
schieters van 110 tot zelfs 180 kilome
ter. Langs de volle lengte van de
Noordzee werd water over een baan
van bijna 1000 kilometer pal noord
west opgestuwd in een trechter tegen
de dijken van zuidelijk Nederland.
Bovendien was het toevallig juist
springtij.
De golven stegen tot ruim drie meter
boven het normale vloedpeil. Bij
Hoek van Holland bereikten ze een
hoogte van 3 meter 85 plus N.A.P. Zo
luidt het weerkundig profiel van de
watersnoodramp die in de nacht van.
zaterdag 31 januari op zondag 1 febru
ari 1953, vijfentwintig jaar geleden,
heenwalste over het zuidelijk deel
van Zuid-Holland, het westelijk deel
van Noord-Brabant en heel Zeeland.
1835 doden. Meer dan 750.000 getroffe
nen. 35.000 stuks vee verdronken.
150.000 hectaren land overstroomd.
47.000 woningen weg. Dat was de tol
in koele cijfers. Een man probeerde
zich met zijn vrouw en vijf kinderen
te redden op een vlot. Eerst verdween
de vrouw met haar jongste kind in de
golven, toen een tweede kind, toen een
derde. Alleen de vader heeft het over
Koningin Juliana bezocht de getroffen gebieden om zich op de
hoogte te stellen van de omvang van de ramp
bieke meter water in: en uitgulpte.
Voorts was er een geulenstelsel ont
staan met geulen dié langer waren
dan anderhalve kilometer, breder dan
100 meter en dieper dan 15 meter. Zo
zag één van de talloze, bijna onoplos
bare problemen eruit die de water
bouwkundigen kregen op te lossen. De
natuur dood, de bodem verzilt, het
huizenbezit ofwel totaal verdwenen,
ofwel beschadigd, wegen, telefoon
verbindingen, waterleidingen wegge
vaagd. Dat waren de gevolgen. Een
boer en een boerin die de hele nacht
verkleumd aan een telefoonpaal had
den gehangen, konden tien uur later
worden gered. Zo gloorde er ook hoop.
Op 7 november 1953 het dijkherstel
voltooid, binnen negen maanden na
de ramp. Dat was het begin van een
grandioze wederopbouw die zijn
hoogtepunt zou vinden in de Delta
werken. Maar altijd zal het gruwel
beeld van Stavcnisse blijven leven,
waar de golven de kerkhoven open-
woelden en waar drie weken na de
catastrofe nog slechts 40 van de 200
vermisten geborgen waren, soms kilo
meters van hun huizen vandaan. Zo
laat zich een leed samenvatten dat al
le beton van Zandkreek, Veerse Gat,
Haringvliet, Gre velingen, Zeeland-
brug, Volkerak, en Brouwersdam niet
heeft kunnen begraven.