De feiten van februari 1953 Zaterdag 28 januari 1978; 116e jaargang nr. 24 Bijlage van het Brabants Nieuwsblad Pagina 28: Waar staat West-Brabant 25 jaar na de watersnood? Pagina29: J.Huuskes uit Halsteren: Laat iedereen meebetalen in pol- derlasten De veiligheid in het Deltage bied anno 1978 Pagina 30; Tholen: iand van tegenstellin gen, eenheid en verscheiden heid Bergse zendamateur stond in verbinding met noodgebied Pagina 31: Zeeland kreeg zijn portie wel aan stormvloeden Foto's: Jan Sturm (watersnood), Thom van Amsterdam, Piet Hanssen c.a. door Kees van der Maas Foto's en filmbeelden van overstromin gen, waar ook in de wereld (of dat nu India is, de westkust van de Verenigde Staten, Zuid-Engeland of de Filippijnen) veroorza ken in het deltagebied van ons land bij veel mensen nog altijd een flits van herkenning. Doden en gewonden, wanhopig geisoleerden op daken en achter hoog gelegen ramen, evacués in bootjes en op laadbakken van vrachtauto's, kadavers van vee en huisdie ren, wrakhout, kapot gebeukte huizen, scho len en kerken, reddingsploegen, puinrui mers en de onwezenlijke stilte waarin alles achterblijft. Die flits van herkenning zegt: „Zo was het bij ons op 1 februari 1953 in Zeeland, in West-Brabant, op de Zuidhollandse eilan den". Volgende week 25 jaar geleden, het kwart van een eeuw. Een nieuwe generatie is sindsdien volwassen geworden. Ze heeft „de ramp van 1953" uit de tweede hand. Van horen zeggen, van de verhalen thuis, uit boeken en films, Precies zo als dat eerder ging met de Tweede Wereldoorlog. De nieuwe generatie heeft er vaak moeite mee om die dui delijke scheiding in de tijd aan te leggen (vóór en na de ramp) die voor al in Zeeland zoveel betekent bij wie het zelf destijds hebben meege maakt. Monumenten in dorpen en steden van het voormalig rampge bied, die naar de datum van 1 febru ari 1953 wijzen, hebben zelf al een geschiedenis. Vijf en twintig jaar terug in de tijd. Het is de stap naar een datum, die iedereen weer anders heeft be leefd. De niets vermoedende kerk ganger in Utrecht of Maastricht, die het eerste nieuws van de dominee of de pastoor op de kansel vernam. De boer in de polder Vierbannen op Schouwen-Duiveland, die alleen de helft van zijn gezin nog op het dak van zijn schuur had weten te hijsen toen hij de anderen zag verdrinken, De wanhopige telefoniste in het post kantoor van Zierikzee, die midden in de nacht al haar verbindingen naar buiten zag wegvallen. De zendama teur ergens op Goeree-Overflakkee die met oplopend ongeduld in de lucht probeerde te komen om de ra de afstand. Ook de afstand van een nuchterheid, die een vergeten is". Het is de vraag of die afstand, die nuchterheid en dat overzicht ten op zichte van alles wat zich op en kort na 1 februari 1953 in Zuidwest-Ne derland heeft afgespeeld, er na 25 jaar wèl is. Misschien blijft „de ramp" nog veel langer een verhaal, bestaand uit flarden en roept iedere herinnering meteen en andere op. Mogelijk scheppen alleen de harde, kille cijfers over de watersnood eni ge afstand. De cijfers die in elke po ging tot documentatie terugkeren. Dit was de tol van de watersnood op 1 februari 1953:1835 mensen kwa men om het leven (in Zeeland 873, met als zwaarst getroffen gebied Schouwen-Duiveland, in Zuid-Hol land 686, met Goeree-Overflakkee als zwaartepunt, in Noord-Brabant 254 en in de rest van het land 22); 72.000 inwoners uit het rampgebied moesten evacueren, van hen waren er op 1 mei ruim 24.000 en op 1 okto ber ongeveer 11.000 nog niet terugge keerd; 200.000 hectare oppervlakte van Zuidwest-Nederland kwam on der water te staan en 500 kilometer zeedijk werd geheel of nagenoeg ge heel vernield; het duurde tot de nacht van 6 op 7 november 1953 voor dat het laatste stroomgat in de zee wering (bij Ouwerkerk) was gedicht en tot na de jaarwisseling eer alle overstroomde polders weer waren drooggemalen. De klap in de Nederlandse veesta pel was enorm: er verdronken 20.000 koeien, 12.000 varkens, 165.000 stuks pluimvee, 1750 paarden en 2750 stuks kleinvee zoals schapen en geiten; meer dan 47.000 woningen, scholen, kerken en boerderijen werden be schadigd, waarvan een vijfde deel zeer ernstig of onherstelbaar. Er zijn 25 jaar gepasseerd sinds „de ramp" deze cijfers liet noteren. Nog veel mensen in de voormalige inun- datiegebieden kennen ze uit het hoofd. Ze blijven die kille statistie ken naar zichzelf vertalen. Al was het alleen maar om de flits van her kenning te bevestigen. Heijningen was in West-Brabant een van de zwaarst getroffen dorpen zandzakken kolkend water in dijk- bressen tegen te houden. Die jonge moeder in het Brabantse Fijnaart die zonder iets te zeggen minuten'lang met haar dode baby in de armen stond. Terug naar 1 februari 1953 is de stap naar een ontmoeting met men sen en hun eigen verhaal oVer de storm en het water, die zoals de auteur van een kort geleden versche nen gedenkboek schrijft - „met de geniepigheid van dieven in de nacht toesloegen". Een compleet verhaal over wat in die rampdagen gebeurde, is doodeenvoudig niet te maken. Elke impressie was, is en blijft onvolledig. Misschien wordt bij een herdenking zoals nu in veel gezinnen, nog eens het boek De Ramp uit de kast ge haald. Het werd betrekkelijk kort na de stormvloed geschreven en van il lustraties voorzien ten bate van het Nationaal Rampenfonds. Ook anno 1978 is het een indringend document voor wie het openslaat. Alleen al door de improvisatie, die auteurs en fotografen erin hebben gelegd. „In flarden is nog slechts de nood tot ons overgewaaid", staat op de eerste pa gina. „Gesprekken, berichten, repor tages. Uit flarden werd nog slechts dit boek samengesteld. Voor docu mentatie en overzicht ontbreekt ons De school in Zwingelspaan verdween voor een groot deel in het losgeslagen water I overstroomd inundated Deze kaart geeft een overzicht van de gebieden die in februari 1953 in Zeeland, Brabant en Zuid-Holland werden overstroomd. dionieuwsdienst duidelijk te maken dat men in de berichten heel lang de indruk wekte alsof er op de eilanden in het Zuidwesten niets was voorge vallen. De vissers ui: Yerseke, die door de dijkbressen de Schouwse polders binnenvoeren om mensen te redden. De militairen die uit hun ka zernes of van hun weekend naar het rampgebied waren opgetrommeld voor het ondoenlijke karwei om met Koninging Juliana bezocht direkt na de ramp de getroffen gebieden. Deze foto werd in Halsteren gemaakt, waar ze in gezelschap van burgemeester Eikhuizen een bezoek bracht aan het provisorische mortuarium in de kerk van Halsteren De omgeving van Willemstad was op de eerste ochtend van de ramp een trieste binnenzee met ka potgeslagen huizen vluchtweg het water werden verrast

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1978 | | pagina 1