ZATERDAG 28 JANUARI 1978
Bij de sluiting van het laatste
stroomgat in het Veerse Gat
werd gebruik gemaakt van
caissons, beschikbaar gesteld
door Engeland, en oorspronke
lijk bestemd voor de kunst
matige haven aan de Nor-
mandische kust waar in 1944 de
invasie van de geallieerde troe
pen plaats vond. Het invaren
van het laatste caisson was een
centimeterkwestie, die echter
vlot verliep. (Foto links)
Een luchtopname van de ka
belbaan, waarmee het laatste
deel van het Haringvliet werd
gesloten, nadat het sluizen-
complex (achtergrond) voltooid
was. (Foto rechts)
Door Piet Bok
Een dam op deze plaats
scheidt de twee voedende
zeegaten. Zonder deze schei-
dingsdam zou tijdens de
bouw van een van de primaire
dammen de stroomsnelheid
in het andere zeegat zodanig
toenemen dat ontoelaatbare
uitschuring van de zand
bodem en verdieping van de
stroomgeulen zouden kun
nen optreden. Bovendien zou
in het nauwe gat van het Zijpe
een te grote stroomsnelheid
ontstaan.
Kabelbaan
Bij het dichten van het laatste
sluitstuk van de Grevelin-
gendam (1965), paste men een
nieuwe methode toe. Met be
hulp van een kabelbaan werd
in het sluitgat een richel van
Belgisch breuksteen gestort.
Over alle dammen werden
tenslotte wegen aangelegd,
die met elkaar in verbinding
gebracht, aansluiting gaven
op de Nederlandse hoofdwe
gen.
Het water, dat door de rivieren
Maas, Waal en Lek wordt
aangevoerd, heeft lange tijd
zijn weg onbelemmerd naar
zee gevonden. In de winter,
na een vorstperiode, voerde
dit water grote massa's ys
mee. Om deze grote afvoer
van water en ijs ook na de af
sluiting van de zeegaten te
kunnen realiseren werd in de
afsluitdam in het Haringvliet
een complex van zeventien
uitwateringssluizen ge
bouwd. Om dit mogelijk te
maken begon men in februari
1955 midden in het Haring
vliet een ringdijk te bouwen.
Daarna werd het hierdoor om
sloten water weggepompt,
waardoor een kunstmatig ei
land ontstond. In deze droge
bouwput, midden in open
zee, werden de uitwaterings
sluizen gebouwd met een
opening van 56,5 meter met
gigantische stalen kleppen.
Wat vrijwel niemand voor mo
gelijk had gehouden, werd
niettemin werkelijkheid: al
op 1 december van het ramp
jaar 1953 waren alle gaten in
de dijken van zuidwest Ne
derland gedicht en was het
overstroomde land weer
droog. Geen vierkante meter
was aan de zee gelaten, zoals
beloofd was. Een van de
grootste problemen van die
gigantische actie was de tij
dige aanvoer van voldoende
zand naar het ramp-terrein.
Oyeral in het rampgebied is het
dichten van de zwaar mis
handelde dijken op tijd ge
reed gekomen. De stormen
van de nieuwe winter vonden
geen enkel gat meer van
waaruit zij nieuw onheil kon
den brengen. Vooral voor
Schouwen-Duiveland is het
bijna een zekerheid, dat een
tweede winter met eb en
vloed in de polders het voort
bestaan van dit eiland zoals
wij dit kennen hoogst du
bieus zou hebben gemaakt.
De aannemers en hun arbei
ders, onder leiding van inge
nieurs van Rijkswaterstaat
hebben deze wedloop met de
overbiddelijke tijd met glans
en slechts op één punt op het
nippertje (Ouwerkerk op 6
november 1953) gewonnen.
Nu, 25 jaar na de ramp, kan
daar met trots en vreugde aan
herinnerd worden.
Goeree-Overflakke kwam op
tijd dicht. Het verkreeg een
nieuwe zeewering met een
kruinhoogte die varieerde
van 5.70 tot 7.20 boven N.A.P.
wat later 'Deltahoogte' is gaan
heten. Op sommige plaatsen
kwam het niet verder dan het
aanbrengen van de laag zan-
dasfalt en moest met het leg
gen van de deklaag van as
faltbeton tot de droge tijd van
1954 worden gewacht. Het
zandasfalt heeft echter de
winterstormen van 1953-1954
goed doorstaan.
Het herstel van de hoofdwater
kering vergde 3.130.000 ku
bieke meter perszand 260.000
kubieke meter aangereden
zand, 232.000 kubieke meter
grond, 151.000 ton asfaltbe
ton, 12.000 ton gietasfalt,
12.000 ton stortsteen, 16.000
vierkante meter zinkwerk en
kostte rond 50 miljoen gul
den, nog eens vermeerderd
met 10 miljoen voor het her
stel van de binnendijken
waarin 95 bressen en 22
stroomgaten waren geslagen.
En deze kosten vallen weer in
het niet vergeleken bij de kos
ten van herstel van het eiland
zelf, van de bebouwing en het
weer in cultuur brengen na de
ontzilting van het land.
Voor een deel waren deze werk
zaamheden al een onderdeel
van het grootste waterstaat
kundige werk dat als directe
konsequentie van de storm
ramp op poten werd gezet.
Delta-Commissie
Op 21 februari 1953, drie weken
na de ramp werd door de
toenmalige regering de Delta
commissie ingesteld, die tot
taak kreeg te bestuderen
welke waterstaatkundige
voorzieningen er dienden te
worden getroffen om een
herhaling van de stormvloed
ramp te voorkomen.
Binnen het jaar kwam deze
commissie met het Delta
plan. De Deltawet, waarin de
plannen tot afsluiting van de
zee-armen in het Zuidwes
telijke deel van Nederland
werden gebundeld, werd op 5
november 1957 door de
Tweede Kamer der Staten
Generaal aanvaard.
Door de uitvoering van dit Del
taplan zou de kustlijn met
niet minder dan 700 kilometer
worden verkort, waardoor
aan de dreiging van de zee een
einde kon worden gemaakt.
Het Deltaplan voorzag in de
afsluiting met zware dammen
van vier brede en diepe zee
armen het Haringvliet, het
Brouwershavense Gat, de
Oosterschelde en het Veerse
Gat, alsmede het bouwen van
secundaire dammen in de
Zandkreek, Grevelingen en
Volkerak.
Twee zee-armen, de Nieuwe
Waterweg en de Wester-
schelde zouden open blijven
omdat zij de toegang vormen
tot de havens van Rotterdam
en Antwerpen. Om ook hier
de grootst mogelijke veilig
heid te verkrijgen zouden
langs deze wateren de dijken
worden verhoogd en ver
sterkt.
Als onderdeel van het Del
taplan werd bij Capelle a.d.
IJssel een stormvloedkering
gebouwd, een stalen schuif-
constructie, tachtig meter
breed, elf meter hoog, uitge
balanceerd met contrage
wichten die tussen heftorens
op en neer wordt bewogen.
Dit eerste werk in de del
tawerken werd in vier jaar
gebouwd en kwam in 1958 ge
reed.
De afsluiting is meestal open.
Alleen bij zeer hoge water
standen wordt de schuif
neergelaten. Het hoge water
wordt buitengesloten zodat
de achter de schuif gelegen
dijken langs de Hollandse
IJssel tegen de doorbraak zijn
gevrijwaard. Naast deze
stormvloedkering is een
schutsluis gebouwd ten be
hoeve van de scheepvaart.
Inmiddels was het werk begon
nen aan een van de belang
rijkste neven-werken van het
deltaplan.
Logisch
Het is logisch dat een object als
de Deltawerken die tezamen
zo'n 6 a 7 miljard gulden zul
len kosten, zoveel mogelijk
dienstbaar wordt gemaakt
aan andere doeleinden dan
alleen beveiliging. Dan viel in
de eerste plaats te denken aan
de zoetwatervoorziening,
voorts aan de recreatie en
tenslotte maar niet het laatst
aan de ontsluiting van
Noordwest Brabant en de
Zuidhollandse en Zeeuwse
eilanden.
De werken in het Volkerak als
tussenfase voor de bouw var
de Haringvlietdam, de eigen
lijke vloeddam in het Haring
vliet, vormden na het eerste
begin in de Hollandse IJssel
de tweede fase van de del
tawerken, tevens dienstbaai
gemaakt aan de andere
doeleinden, zoetwaterhuis
houding, recreatie en ontslui
ting.
.In het Haringvliet werd een
hoofdafsluitdam gebouwd,
waarin afwateringssluizen en
een kleine schutsluis zijn op-
genomen.Alleen in de Oos-
terscheldedam werd een
spuisluis verwezenlijkt. In de
dammen door het Brouwers-
havensegat en het Veerse Gat
kwamen geen sluizen voor.
De afsluitdam in het Veerse
Gat en de secundaire dam in
de Zandkreek maakten deel
uit van één plan, het Drie
Eilandenplan. Zo genoemd
doordat deze dammen de drie
eilanden Walcheren, Noord
en Zuid-Beveland met elkaar
werden verbonden.
Nadat de dam bij het Katse Veer
eind 1960 gereed kwam, werd
in april 1961 de sluiting van
het Veerse Gat een feit. Zeven
zogenaamde doorlaatcais-
sons werden toen in het
sluitgat op een drempel ge
plaatst. De secundaire dam
men in de Zandkreek, de
Grevelingen, en het Volkerak
dienden om ontoelaatbare
stromingen in de eigelijke
zeegaten tijdens de uitvoe
ring van de primaire dammen
te voorkomen. De Grevelin-
gendam was nodig om tijdens
de bouw van de dammen in
het Brouwershavense Gat en
de Oosterschelde moeilijk
heden te voorkomen.
De vloedstromen in beide
zeegaten ontmoetten elkaar
namelijk ter hoogte van
Bruinisse, terwijl de ebstro-
men daar enkele uren later
ook weer uit elkaar gingen.
De totale breedte van dit
sluizencomplex bedroeg on
geveer een kilometer. Het to
tale werk kostte ongeveer 500
miljoen.
Aan de constructie van dit
kunstwerk moesten hoge ei
sen worden gesteld, omdat
het na voltooiing aan de volle
kracht der elementen is
blootgesteld.
Toen de uitwateringssluizen
gereed waren, werd de ring
dijk om de bouwput weg-
gebaggerd. Inmiddels had dit
complex aan de zuidzijde via
een dijk verbinding gekregen
met Goeree. Aan de noord
zijde werd in 1970 ter aanslui
ting op de Voorne een dijk
aangelegd. Ditmaal door
middel van een kabelbaan,
waarmee in plaats van Bel
gisch breuksteen betonblok
ken werden afgeworpen. Het
breuksteen moest uit het
buitenland worden inge
voerd.
Bij produktie van de beton
blokken kon de binnenlandse
'industrie worden inge
schakeld. De kabelbaan werd
opgetrokken uit hetzelfde
materiaal dat destijds ook bij
de Grevelingendam werd ge
bruikt. In voorbereiding ech
ter op de sluiting van het
Brouwershavense Gat zijn
boven het Haringvliet ook tij
delijk gondels met gastur
bineaandrijving getest. In
maart 1970 werd met het dich
ten van het laatste gat van
1200 meter breed begonnen
en in september was deze
dam waterdicht.
Belangrijk
Een zeer belangrijk aspect van
het Deltaplan - naast de be
veiliging van zuidwest Ne
derland - is de mogelijkheid
om te komen tot een betere
verdeling en beheersing van
het beschikbare zoete water.
Vooral in droge zomers is er
veel behoefte aan het zoete
water van de rivieren, dat
lange tijd ongebruikt in zee
stroomde.
Na afsluiting van de zeegaten
zal achter de afsluitdammen
een groot zoetwaterreservoir
ontstaan, waardoor men in
staat is de gebieden in
zuidwestelijk Nederland te
voorzien van zoet water en de
verzilting en verontreiniging
van de binnenwateren tegen
te gaan. De functie van dit
zoetwaterreservoir voor het
zuidwesten is dezelfde als die
van het IJsselmeer voor het
noorden van het land.
Dit meer ontvangt thans water
van de Rijn via de Gelderse
IJssel waaraan het zijn naam
ontleent. Om de verdeling
van het zoete water van de
Rijn naar behoefte te kunnen
regelen werden gelijktijdig
met de bouw van de Haring
vlietdam in de Nederrijn drie
stuwen met schutsluizen voor
de scheepvaart gebouwd. De
eerste stuw kwam in 1961 ge
reed, de tweede in 1966 en de
derde in 1970.
Een gedeelte van het thans via
de Nederrijn naar zee vloei
ende water kan nu via de
Gelderse IJssel naar het IJs
selmeer worden gevoerd.
Het water van de rivieren de
Maas en de Waal, dat nu nog
voor de helft via Hollands'
Diep en Haringvliet onge
bruikt in zee verdwijnt, kan
na het gereedkomen van de
afsluitdam in het Haringvliet
via de Dortse Kil en de Noord
langs Rotterdam worden ge
leid. Zoals het zoete water van
het IJsselmeer thans reeds
het zout uit het noorden van
het land verdringt, zo zal de
zoetwaterstroom langs Rot
terdam het zout in de Nieuwe
Waterweg terugdringen en
verzilting van het omliggende
gebied tegengaan.
De uitwateringssluizen van de
Haringvlietdam hebben nu
de functie van een kraan
waarmee de loop van het wa
ter binnen bepaalde grenzen
kan worden geregeld. Voor
het op peil houden van het
zoetwaterreservoir achter de
afsluitdammen was de se
cundaire dam in het Volkerak
onmisbaar- In deze dam werd
een inlaatsluis gebouwd die
dient om in het voorjaar, als
de sneeuw op de bergen smelt
en de rivieren zwellen het
spaarbekken ten zuiden van
deze Volkerakdam tot de
hoogst toelaatbare water
stand te vullen.
Ook in het zuiden van het land
is dan een hoeveelheid zoet
water beschikbaar voor de
landbouw en de industrie
alsmede voor de zoutbestrij-
ding. In de Volkerakdam zijn
voor de scheepvaart drie
grote sluizen gebouwd, het
grootste complex in Europa.
Een vierde sluis in gebouwd
speciaal voor de sportjachten,
die door de dam zullen trek
ken op zoek naar het unieke
recreatiegebied ten zuiden
van de dam.
Gigantisch
Van 1957 tot 1967 is aan dit gi
gantische project gebouwd.
Deze Volkerakdam blijft de
uiteindelijke zeewering tot
dat rond 1985 de laatste van
de te dichten zeearmen zal
zijn afgesloten: de Ooster
schelde. Aanvankelijk heeft
het in de bedoeling gelegen,
in 1978 reeds deze Ooster-
scheldedam te sluiten.
Zo is in 1978, een kwarteeuw na
de ramp, het Delta-werk voor
het grootste deel geklaard.
Slechts de Oosterschelde rest
nog. Dit laatste werk moet in
1985 gereed zijn, in de ge
daante van een pijlerdam met
doorlaatopeningen van in to
taal 12.000 vierkante meter
ten koste van 4,1 miljard gul
den, iets meer dan de Del
tawerken tot dusverre heb
ben gekost.
Tot deze constructie werd op 17
juni 1976 door minister Wes-
terterp van Verkeer en Water
staat besloten na een jaren
lange studie over rapporten
van milieugroepen die fel ge
kant waren tegen de aanvan
kelijk voorgenomen defini
tieve afsluiting waardoor het
zilte milieu tussen Noord-
Beverland en Goeree verlo
ren dreigde te gaan.
Premier Van Agt stelde in zijn
regeringsverklaring van 16
januari nadrukkelijk, de
voornemens en plannen van
het voorgaande kabinet on
verkort te willen handhaven.
Daarmee werd - in samen
werking met de Tweede Ka
mer die op 23 juni 1976 ak
koord ging met de plannen
van Westerterp - de basis ge
legd door het grootste water
staatkundige werk in Neder
land in de twintigste eeuw.
Drie geulen
In de drie geulen in de Ooster
schelde (de Roompot, de
Schaar, van Roggeplat en de
Hammen) komen resp. 38, 18
en 34 pijlers. In feite komen er
dus drie peilersconstructies.
De pijlers worden geplaatst
op betonnen putten van 16 x
46 meter, zijn 35 meter lang en
4,5 meter dik en worden ver
vaardigd op een speciaal
.daarvoor gemaakt Cal-
maran-schip dat 359 miljoen
gulden zal kosten en ontwor
pen wordt door het Scheeps-
bouwdeskundig Labora
torium in Wageningen.
Tussen de pijlers kunnen
schuiven worden aange
bracht met een totale geza-
melijke lengte van 3,2 km.
Na de afsluiting van de Ooster
schelde rest nog het ophogen
van de dijken tot delta
hoogte, een werk dat in 1990
voltooid moet zijn.
Dat betekent, dat zuidwest-
Nederland, het rampgebied
van een kwart eeuw geleden,
in 1990 volgens berekening
beschermd zal zijn tegen een
stormvloed die zich eens in de
10.000 jaar zal voordoen. Veel
langer derhalve dan ooit no
dig zal zijn. Want dan zitten
we al lang in een nieuwe
ijstijd met alle consequenties
van dien...
PAGINA 33
,600 DA
DELFT
V0QRN6
.BREDA
NOOAD W<ELAN8
Zul» 4EVfkA*/t
'WBVJEA UMtLOS
ANrWCAPSN