"Jullie
hebben
mensen
qestuurd om te zoenen"
op de
Ramp
..vmM
blik
ZATERDAG 28 JANUARI 1978
PAGINA 29
NIEUWE TONGE - Het mo
nument staat in de
nieuwbouw, het Nieuwe
Tonge van na de ramp. Een
bescheiden gedenkteken dat
spreekt door zijn directheid
en eenvoud. Het is de sobere
uitbeelding van een wor
stelende mens, de wor
stelende mens van de waters
nood. "Monument ramps
lachtoffers. Nieuwe Tonge, 1
februari 1953", staat er op de
sokkel.
Een sobere tekst, geen namen
en geen dodental.
Drieëntachtig doden vielen
er, dat weet men in Nieuwe
Tonge nog pijnlijk nauwkeu
rig. Daarvoor is geen monu
ment nodig. De namen van de
doden, die hoeven geen op
somming, die draagt men in
Nieuwe Tonge zelf met zich
mee.
Op de sokkel staat wel iets am
ders. "Doch de Heer in de
hoogte is geweldiger dan het
bruisen van de grote wate
ren". Oudtestamentische
woorden, afkomstig uit de
Psalmen. Het is een vaker ge
bruikte tekst in het overheer
send calvinistisch ramp
gebied. Een tekst die getuigt
van een nederig en onwan
kelbaar geloof. Voor een
buitenstaander vol van een
ondoorgrondelijke overgave
aan het hogere.
Nieuwe Tonge vijfentwintig
jaar na de ramp. Weinig her
innert er nog aan de waters
nood van '53, die ver
woestende stormnacht van 1
februari en de afschuwelijke
maanden die volgden. De
zichtbare littekens zijn allang
verdwenen. Ook in Nieuwe
Tonge gaat de tijd verder.
Het weinige tastbare is te vin
den bij het rampmonument.
Finlandplein heet het er. Het
monument staat temidden
van een rij houten huizen,
fraaie en opvallende wonin
gen temidden van de kille
stenen nieuwbouw. De hui
zen zijn een stuk Finse hulp
verlening, de naam Finland
plein is een hommage voor
die hulp.
Stille getuige
Op een steenworp afstand ligt
nog een stille getuige van de
hulpverlening aan Nieuwe
Tonge. Het is een weinig op
vallende muziektent, weg
gedrukt in een plantsoentje.
De muziektent staat er al lang,
werd enkele jaren na de ramp
door de gemeente Leiden ge
schonken. Als een symbool
van de verleende hulp.
Die bescheiden herinnering
staan in sterke tegenstelling
met de grote omvang van de
hulp. Leiden adopteerde al
snel na de ramp Nieuwe
Tonge en hielp omvangrijk.
De adoptie kreeg vorm in een
uitgebreide hulp van bevol
king en gemeente. Leiden
spande zich op vele manieren
hartstochtelijk en intensief in
om een stukje nood te leni-
gen.
Terug naar '53. Een diepe de
pressie, guur weer, en krach
tige tot stormachtige wind,
meldde het weerbericht op 31
januari. De getijtafel geeft
springvloed aan. Nergens in
het Nederlands kustgebied
reden voor overdreven be
zorgdheid. Die combinatie
doet zich wel vaker voor en de
dijken zijn sterk, denkt men.
Ook in Nieuwe Tonge.
's Avonds zwelt de storm on
verwachts snel aan. De pol
deropzichter van Battenoord,
de polder bij Nieuwe Tonge,
houdt zich paraat. Besluit met.
naar bed te gaan als hij merkt
dat het water bij laag water-
tijd al de stand van hoog wa
ter heeft bereikt. De eerste
ongerustheid dient zich aan.
In korte tijd stijgt het water on
rustbarend en neemt de
storm tot orkaankracht toe.
Het opgezweepte water slaat
en beukt tegen de dijken. De
polderopzichter vreest dat
het misloopt en alarmeert de
burgemeester. Van Hofwe
gen komt naar de dijk. Kort
daarna slaat het water ver
nietigend toe, de dijk begeeft
het. Van Hofwegen ziet bij
reddingspogingen metgezel
len voor zijn ogen verdrinken,
zelf blijft hij gespaard.
Verzonken dorp
j Het water eist op een ver
schrikkelijke manier zijn tol.
Direct achter de dijk, in het
gehucht Battenoord, vallen
de meeste doden. Hele fami
lies worden er weggevaagd,
overvallen door het water, tijd
om te vluchten was er niet
meer. Nieuwe Tonge is een
verdronken dorp. Drie dagen
en twee nachten blijft het af-
gesloten van de buiten
wereld.
In de loop van de zondag dringt
het rampnieuws langzaam tot
de buitenwereld door. Ne
derland is zich nog nauw
elijks van de volle omvang
van de ramp bewust of aller-
wege beraadt men zich over
hulpverlening. In Leiden
komen burgemeester en wet
houders die zondagavond in
spoedvergadering bijeen.
Men besluit een gemeente te
adopteren.
Ir VAN HOFWEGEN
.verbonden
r-sssa aamÊmi^ma
k Nieuwe Tonge '53, het
ver dronken hart van
het do7-p
De gedachten gaan direct uit
naar Vlissingen, de Schelde-
stad die men ook na de oorlog
hulp verleende. Informatie
leert dat de nood in Vlissin
gen beperkt is. Via de Vereni
ging van Nederlandse Ge
meenten krijgt Leiden
Nieuwe Tonge toegewezen,
een kleine gemeente, waar de
nood groot is.
Spontaan
De maandag na de ramp spant
Leiden zich al onmiddellijk
in. "Nood is neergedaald over
ons vaderland. Help, help di
rect. Hulp is plicht", is de op
roep van het Nationaal Ram
penfonds. Die oproep wordt
in Leiden goed verstaan. Een
spontane kledingactïe levert
een vracht aan kleren en een
geldinzameling een grote
hoeveelheid geld op.
De hulp in die eerste dagen is
vooral snel en spontaan. Nog
's zondags vertrekt een lich
ting studenten naar het
rampgebied om hulp te bie
den, het Rode Kruis rukt met
een ploeg uit en manschap
pen van de militaire koks-
school worden ingezet.
Landbouwer E. van den Doel
was in de rampnacht ook op
de Battenoordsedijk. Zijn
boerderij ligt er direct achter.
Hij overleeft de doorbraak,
maar wordt enkele dagen la
ter .geëvacueerd. Van den
Doel blijft niet lang weg. Bin
nen een week is hij terug in
Nieuwe Tonge. Met zijn zoon
behoort hij tot de helpers van
het eerste uur.
Nieuwe Tonge is dan al een
doods dorp. De bevolking is
praktisch geheel geëva
cueerd. Burgemeester Chr.
van Hofwegen staat met. en
kelen alleen om de hulp
verlening op gang te brengen.
Dat gaat uiterst moeizaam,
het ambtelijk apparaat is
weggevallen, de wethouders
zijn elders. Van den Doel,
voor de ramp net gekozen als
raadslid, wordt benoemd tot
wethouder. Hij krijgt een be
langrijk deel van de organisa
tie van de hulpverlening voor
zijn rekening.
Enkele weken na de ramp reist
een delegatie uit Leiden naar
Nieuwe Tonge om de aard
van de hulpverlening te be
spreken. Eén van hen is wet
houder S. Menken. "Wij wa
ren één van de eersten die er
kwamen, de wegen waren net
aan bereikbaar", herinnert hij
zich.
Menken, inmiddels 68 en oud
wethouder, haalt zich die
beelden nog scherp voor de
geest "Het was een trooste
loos leeg gebied met hier en
daar mensen. Alles stond on
der water, overal zag je het
dode vee in het water drijven.
Een trieste tocht was het,
zoiets blijft je altijd bij".
Littekens
Nieuwe Tonge ligt er verlaten
en verloren bij. Een oogge
tuige beschrijft het "als een
dorp vol ellende, waar de
polsslag van het alledaagse
leven is verstomd. Nieuwe
Tonge is een dood dorp, het
leven is eruit. Iedere straat en
ieder huis vertoont littekens
van de ramp".
De Leidse delegatie keert
geïmponeerd en geschokt te
rug. De wil om te helpen is er
alleen maar groter door ge
worden. Terug in Leiden
wordt de gemeenteraad
geïnformeerd. Aarzeling van
een enkeling over de wijze
mm
De Imlp in '53, collectebus en goederen.
van hulpverlening wordt
geïrriteerd ter zijde gescho
ven. "Niet praten, maar
doen", is het parool. "Wie de
ellende daar had gezien, kon
geen tegenspraak velen", zegt
Menken zoveel jaar later. Men
besluit eensgezind Nieuwe
Tonge te adopteren.
De adoptie-hulp van de ge
meente kwam snel op gang.
Het was vooral praktische
hulp, daaraan was de meeste
behoefte. .Een ambtenaar van
de secretarie werd uitgeleend
voor de administratie rondom
de evacuatie, personeel van
gemeentewerken werd uitge
zonden voor het inventarise
ren van de schade, later voor
het herstel van de straten.
Burgemeester Van Hofwegen -
al sinds '60 weg uit Nieuwe
Tonge en inmiddels bur
gemeester van Gouda - is nog
altijd dankbaar voor de hulp
uit Leiden. Zegt er nu vij
fentwintig jaar later van: "Dat
is heel erg belangrijk geweest,
die hulp. De adoptie heeft
geweldig veel betekend. Voor
Door
Kees van der Malen
al de persoonlijke hulp, de
wetenschap dat er mensen
waren die je hielpen".
Een onopvallend, maar belang
rijk stuk hulpverlening was
enkele maanden na de ramp
de komst van ploegjes leer
lingen van de huishoud
school uit Leiden. De meisjes
werden ingezet voor het
schoonmaken van de huizen.
Zij gaven de nog geëva
cueerde inwoners van
Nieuwe Tonge weer een be
hoorlijke entree en zorgden
voor de alledaagse hulp en de
begeleiding bij thuiskomst.
Om te zoenen
De menselijke waarde van deze
hulp werd men zich in Leiden
pas later duidelijk, Menken
herinnert zich een bezoek aan
NieuWe Tonge, vele maanden
na de ramp. Hij wordt aange
schoten door een oudere in
woonster, die hem toefluis
tert: "Julliehebbentoen men
sen gestuurd om te zoenen".
Menken stelt dat de hulp vanuit
Leiden zeker effectief is ge
weest. "Dat was nou helpen,
je handen uit de mouwen ste
ken. Ik heb daar nog altijd
fijne herinneringen aan". Van
Hofwegen kenschetst de
Leidse hulp als "een soort
eerste hulp bij rampen". "Dat
heeft voor ons veel betekend,
de internationale hulp kwam
pas later op gang", kijkt hij
terug.
Het rampgebied stond inter
nationaal in de belangstel
ling. Dat leverde van alle kan
ten en alle mogelijke soorten
hulp op. Geslaagde - Van
Hofwegen benadrukt de hulp
van de internationale vak
beweging - en ondanks alle
goede bedoelingen ook min
der geslaagde.
Zoutstrooiers
Van Hofwegen kan er zoveel
jaar later nog mild om lachen.
"Ja, er waren dingen bij,
waarvan je dacht wat moet ik
er mee. Uit Italië kregen we zo
een voorraad stenen eieren,
daar zat dan advokaat in en
als ze leeg waren kon je ze ge
bruiken als zoutstrooier
Noemt verder de "onvoorstel
bare hoeveelheden" wijn uit
Spanje en Portugal. "Hoeveel
het was, durf ik niet te zeggen,
maar ik weet wel dat we
maanden later nog wijn
dronken. Lange tijd hebben
we bij iedere geboorte twee
flessen cadeau gegeven en als
er een stel trouwde, kregen ze
ook ieder een fles. We wisten
anders niet hoe we er af moes
ten komen".
De hulp vanuit Leiden kreeg
vooral gestalte in de vorm van
kleding. Onder de bevolking
werden grootscheepse kle-
dingacties gehouden. Men
ken herinnert zich nog beel
den van bergen kleding in de
Hooglandse kerk: "Ik zie nog
die verschrikkelijke grote
berg schoenen, met dames
die daar dagenlang in zaten te
wroeten om de paren bij el
kaar te vinden".
Menken geeft ook de cijfertjes
van de hulp, hij heeft ze met
zoveel andere documenten
uit de ramptijd nauwgezet
bewaard. Hij somt op: hon
derdzestigduizend stuks kle
ding, vierduizend paar
schoenen, drieduizend meu
bels en driehonderd pakken
levensmiddelen. Bij - elkaar
honderdzesentwintig ton aan
goederen. Alleen naar
Nieuwe Tonge gingen vanuit
Leiden al eenentwintig
vrachtwagens met goederen.
Naast de goederen kwam er in
Leiden ook veel geld binnen.
Al in de eerste week van de
ramp bracht een inzameling
bijna 50.000 gulden op. Later
volgde nog veel meer. Uit
eindelijk kwam het totaal
bijna op een kwart miljoen.
Voor die dagen een gigan
tisch bedrag. Het grootste
deel ervan ging naar Nieuwe
Tonge. De offerzin in Leiden
was groot en eensgezind.
Menken kijkt daar na vijfen
twintig jaar nog steeds met
trots op terug. Zegt: "Er werd
enorm veel gegeven in Lei
den. Dat moetje niet uitvlak
ken voor die tijd. Velen ver
keerden nog in de schrale na
dagen van de oorlog. Moet je
nagaan, het laatste distribu
tiekantoor was in '53 nog
maar een jaar dicht".
In Nieuwe Tonge kwam veel
van de hulp via Van den Doel
bij de mensen. Hij kan zich
nog herinneren, dat er een
grote partij lakens aan kwam:
"Ik dacht aanvankelijk wat
moet ik daar nou zo snel mee,
maar het was nog maar nauw
elijks bekend of de lakens
vlogen onder m'n handen
vandaan".
Mooie tijd
Van den Doel is maandenlang
met de hulp bezig geweest.
Na twee maanden wilde hij er
een punt achter zetten: "Ik zei
tegen de burgemeester, ik
moet nu ook eens terug naar
m'n boerderij, daar is nog
niks gebeurd, maar hij kon
me niet missen; Ik ben toen
nog een hele tijd doorgegaan.
Het klinkt misschien gek,
maar door alle narigheid heen
was het toch een mooie tijd".
Hij is inmiddels 78, woont nog
altijd in Nieuwe Tonge, maar
moet zijn herinneringen
noodgedwongen vanaf zijn
ziekbed doen. Zijn zoon zit op
de boerderij in Battenoord.
Het bestaan is er sterk veran
derd. Het gehucht telt ver
schillende campings, het ge
volg van de afgesloten Gre-
velingen. Van den Doel jr. is
er niet blij mee: "We hadden
het water liever open gehou
den", zegt hij.
Vanuit Gouda voelt Van Hof
wegen zich nog altijd nauw
met Nieuwe Tonge verbon
den. Hij heeft er niet alleen de
ramp, maar ook de hele we
deropbouw meegemaakt.
Komt ook nog regelmatig in
zijn oude gemeente: "De
ramp heeft natuurlijk voor
een bijzóndere band ge
zorgd."
Van Hofwegen spreekt er
slechts spaarzaam over. Zijn
eigen schokkende ervarin
gen, die rampnacht, waar
mensen voor zijn ogen ver
dronken en weken erna, het
evacueren van de overleven
den en het bergen van de do
den.
Triest
Zegt plotseling na lang zwijgen:
"Dat is een van de triestste er
varingen in een mensenleven.
Elke ochtend opnieuw be
ginnen met het bergen van de
slachtoffers. En dat heeft zo
een hele tijd geduurd. De
laatsten zijn pas vele maan
den later gevonden, toen de
sloten leeggemalen waren".
Van Hofwegen legt iets bloot
van zijn emoties als hij vertelt
over een bezoek van de ko
ningin. Juliana was de eerste
tijd voortdurend in het ramp
gebied, hield zich nauwgezet
op de hoogte en was ook al
enkele dagen na de ramp in
Nieuwe Tonge.
De burgemeester ontving haar
op de dijk bij het gemeente
huis, de hoogste en enige
drooggebleven plek in het
dorp. De koningin trof daar
een klein groepje mensen,
rijen doodskisten stonden er
als stille getuigen van de
ramp.
Met de burgemeester nam de
koningin de situatie in ogen
schouw. "Ik bracht haar-ver
telt Van Hofwegen - "naar de
plaats, waar je over het water
heen de polder in kon kijken.
Dat was een heel triest ge
zicht, die watervlakte. De ko
ningin vroeg me toen of daar
nog doden konden liggen. Ik
heb alleen maar geknikt. Sa
men stonden we daar op die
dijk, twee volwassen mensen,
maar ik kan wel zeggen dat
we daar toen samen een potje
gehuild hebben".