spannende minuten ZEEUW HOUDT VAST AAN ZUN EIGEN SPELREGELS AAN ZOET WATER IS GEEN GEBREK algemeen dagbladwatersnood februari 1953-1978 pj* z s Nooit juichen 'Als een vorst' .vrijdag 27 januari 1978 pagina 21 Met rubberlaarzen aan was koningin Juliana er snel bij om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de om vang van de ramp. Haringvliet... maar men ondervindt nu twee tegenvallers. Er komt meer zout in de Rijn mee als gevolg van een veranderd lo zingssysteem van afvalwater uit de Franse kalimijnen in de Elzas. Verder zal het nog tot ver ir 1985 duren dat via de Volkeraksluizen zout schutwater op het Haringvliet komt Daaraan komt pas een eind als ook de Philipsdam (van halver wege de Greveiingendam naar St. Philipsland) gereed is in het raam van de compartimentering van de Oosterschelde. Uü PS a a ss a o O N dat met het gat in de veerhaven bij Kruiningen gaan gebeuren. Omdat dit vanwege het tijdstip van kentering van eb en vloed in de prille ochtend moest worden gedaan, doorwaakten een grote groep collega's en ik de voorafgaande nacht in hotel De Korenbeurs in Goes. Na een drankje voor de gezelligheid en „op de goede afloop" werd dat een hardnekkig gevecht tegen slaap en verveling. Er werd geprobeerd een collega in de boot te nemen door via de huistelefoon zijn „chef" te laten opbellen „waar in hemelsnaam zijn voorverhaal bleef". De samenzweerders wisten namelijk dat dit verhaal niet geschreven zou worden. Rijkswaterstaat had wel verteld over zijn bedoelingen, maar tegelijk gevraagd met publiceren ervan te wachten tot de operatie achter de rug was. Het leek allemaal wel eenvoudig, maar je kon niet weten... Zob brak tussen drie en vier uur het moment aan dat we ongeschoren en landerig op pad gingen naar het strijdtoneel. De bekroning van alle moeite volgde enkele uren later: het meemaken onder een stralende hemel van uiterst precisiewerk met de even indrukwekkende als logge betonnen caisson. Het waren beklemmende minuten. Achteraf was het nuchter bekeken een kwestie van „poppetje gezien - kastje dicht", maar op het ogenblik zelf dacht je er zelf deel aan te hebben. En toen het gegil van de scheepsfluiten. dat ik nog zovele malen zou horen. En de effen gezichten van de waterstaatsingenieurs waarmee zij de spanning camoufleerden. Tot op de dag van vandaag heb ik ze nog nooit zien dansen en juichen. Dat mag zeker niet. heb ik wel eens gedacht. Meer en meer keerden de mensen terug naar hun onttakelde haardsteden. Zij konden het op den duur niet meer harden op hun evacuatie-adressen. „Beter thuis op een veilingkist dan bij een ander op een mooie stoel". Daarom ook kon in een café in Den Bommel de secretaris van de voetbalvereniging een mededeling ophangen dat de lijsten van toewijzing van kaarten voor interlandwedstrijden door de watersnood zijn zoekgeraakt en ..of men zich weer wil melden". Korte tijd later kon ik mee met een van de twee sleepboten van Smit die in Portland aan de Qigelse zuidkust een caisson moesten ophalen die nodig was bij de sluiting van de zeedijk bij Ouwerkerk. Die betonnen doos mocht niet boven windkracht 4 worden versleept Dat zou te riskant zijn. Alsof de duvel ermee speelde: na aankomst ging het nog veel harder waaien en over de scheepsradio hoorde ik dat er schepen in moeilijkheden raakten. De sleepboten werden erop af gestuurd. Uit een eerdere ervaring wist ik dat je nooit weet wanneer je weer aan land komt als je eenmaal op een sleepboot zit. Er zat niets anders op dan met de trein via Londen naar Harwich te gaan. daar de Zeeland-boot te nemen.... en zonder kopij thuis te komen. De sleepboten zwalkten inderdaad nog een dag of tien op zee. Be 'EGIN november nog eens naar Ouwerkerk.: Alleen met een boot kon je de dorpskern bereiken waar enkele tientallen mensen probeerden te wonen. Het was er triest („Ja vochtig", zei een vrouw, „binnen twee dagen zit de schimmel op het brood"), maar men bleef optimistisch. In afw achting van de poging het laatste gkt bij Ouwerkerk te sluiten, logeerden twee collega's en ik enkele kilometers verder in een Zierikzees hotel waar wij vaker kwamen. De hotelier was een braaf mens. maar hij stotterde lichtelijk. Waren wij daarom zo inschikkelijk onze kamers af te staan aan „drie hogen van Rijkswaterstaat" en er genoegen mee namen met zijn drieën op één kamer te gaan bivakkeren? Tenslotte vierde improvisatie nog hoogtij op Schouwen. Als eerste van ons drietal zocht ik mijn bed op. Nauwelijks lag ik onder.de dekens, rookte (kwalijke gewoonte destijds) nog een sigaretje, of mijn collega's stapten binnen in gezelschap van de hotelier Die sprak toen de voor ons onsterfelijk geworden woorden: „Mó-mö-mó je zien. as-as een vorst". Wel. ik ben nog jarenlang bij tijd en wijle een vorst geweest. Zon naderde de 6de november, waarop 's avonds enkele minuten voor middernacht de triomf van de dijkdichting werd gevierd in het oranje schijnsel van drie lichtmasten toepasselijk licht, want koningin Juliana beleefde het mee. Een oorverdovend lawaai steeg op uit de sirenes van tientallen schepen. Ik heb het idee dat ik nooit meer zo iets groots heb meegemaakt. Het laatste van de 89 stroomgaten zat dicht. Wat een blijdschap op Schouwen-Duiveland. Als een soort Sinterklaasverrassing werden begin december 300 bronzen herinneringsplakken uitgereikt voor verdienste bij het dijksherstel. Waterstaatsminister Algera kreeg er een. maar ook de man-met-de-schep. Het was een gebaar van erkentelijkheid van de gezamenlijke waterschapsbesturen. De volgende dagen trok ik nog eens door de polder Schouwen. Ik herinner mij nog dat het zachte, zonnige dagen waren. Toch was alles even troosteloos: modder in de huizen, meeuwen azend op het drooggevallen land en Hij dacht dat de mensen „door het water" dichter bij elkaar waren gekomen en dat het gemeenschaps gevoel nog sterker was geworden Hij zou beginnen met cursussen voor jeugdleiders en hij zou „mo derne" ontspanningsavonden orga niseren De redenering was dat de eva cuatie de jeugd niet onberoerd had gelaten Zij had gezien wat de jon gelui elders beleefden. Er kon daardoor een kloof dreigen tussen de jeugd en de ouderen. Daarom moest het vormingswerk ook tot de volwassenen worden uitgestrekt. NUCHTER In de praktijk bleek dat de men sen alles voor zichzelf of onder el kaar opknapten door er nuchter tegenover te staan. Een goede re presentant van die opvatting was jbr. mr. A. F. C. de Casembroot, destijds de bij de bevolking alom geliefde commissaris der koningin in Zeeland. Een jaar na de Ramp zei hij met zijn rauwe, rondborstige stem: Het is eer. zware taak het tand opnieuw irt te richten. Zo nodig moeten we hard zijn. De tradities moeten in acht worden genomen, maar we moeten ook denken aan de volgen de generatie. De jeugd heeft andere eisen en wensen dan ons geslacht. We moe ten vooruit zien, maar het is niet te vermijden dat bij dit werk mensen betrokken raken die er niets van zullen begrijpen". Toen het vaak met kritiek over laden streekvervoersbedrijf RTM had besloten de tram te laten ver dwijnen en met bussen te gaan rij den. merkte Groenman op: „Ik vraag mij af of de tram niet een es sentieel element is in de sociale structuur van de eilanden, omdat zij de ondankbare, maar in een sa menleving soms nuttige rol van zondebok vervult Men zal haar daarom aanstonds nog missen" Nou - dat is dus óók anders uit gepakt. BLIJVEN LACHEN J A. Rotte, griffier van het wa terschap Schouwen-Duiveland in Zienkzee, zegt het zo: „Toen men zich in het westen zorgen ging ma ken over de sociale en culturele problemen hier. dachten ze zeker aan die 'arme boertjes van buten'. Wel, we zijn maar blijven lachen. Ik denk dat de mensen die naar hier komen, zelf meer last met die problemen hebben. Zij moeten zich namelijk houden aan de spelregels die hier gelden. Toch dreigt het eigen karakter van stad en dorp wel eens omver te worden geworpen door het gedrag van een deel van de stroom toeris ten die de laatste jaren uit rand stad en Ruhrgebied naar hier komt. Als je ziet wat een rotzooi men soms langs de dijken achterlaat, kan men het ons niet kwalijk ne men dat we blij zijn als het weer september is en de drukte luwt". JUISTE TOON .WIJZIGINGEN' De socioloog prof. dr Sj. Groen man zei er - opnieuw een jaar later - dit over: „Door de snellere ver bindingen komt er in sociaal op zicht wel gemakkelijker contact met de buitenwereld, maar het is overdreven te spreken van een vol ledige ontsluiting. Ik voorzie wijzigingen in het so ciale leven in het westen van Schouwen en Goeree door toene ming van de recreatie in samen werking met tijdelijke bedrijvig heden door het werk aan de dam men. Voor de rest van het gebied verwacht ik weinig stroomversnel lingen in de sociale dynamiek Wie enigszins thuis is op de Zeeuwse en Zuidhollandse eilan den weet dat er heel wat prachtige sociale voorzieningen zijn geko men. De recreanten hebben met hun jachten in het historische Veere de oude visserhaven veroverd. Toeristen de nieuwe vloedgolf D E Deltawerken (en de nieuwe bruggen bij Nu- mansdorp en Zierikzee) hebben de ontivikkeling van de recreatie in grote variatie sterk bevorderd op de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden. De dammen en bruggen maakten de bereikbaarheid van deze gebieden gemakkelij ker over de weg. Daar komt bij dat aan w-eerszijden van de Greveiingendam en Brouwers- dam vele mogelijkheden zijn ontstaan voor een schier onbe perkt aantal dagtoeristen. Zij kunnen zich ontspannen langs vaak zeer brede, kilometers lange stranden. Werkhavens Daaraan heeft ook meegewerkt dat een aantal werkhavens, inder tijd nodig om de dammen aan te leggen, te hunner beschikking is gesteld - soms na het aanbrengen van speciale voorzieningen. Rijks waterstaat hielp daarbij dikwijls met goed inzicht. Ook de henge laars profiteren er in ruime mate van. Op de uitgestrekte meren die tus sen de nieuwe zeedijken en de meer landinwaarts gelegen afsluitdam- men zijn ontstaan, hebben de wa tersporters hun kans gegrepen. Er zijn nieuwe jachthavens gemaakt, en vele oude. voormalige vissers haventjes zijn voor dat doel aange past De zogenaamde verblijfsrecrea- tie op de koppen van Goeree en Schouwen, die al van ouds in trek waren als vakantie-oorden, is sterk toegenomen. Ook in en bij de land- bouwdorpen langs de dijken zijn vele zomerhuizen verrezen en tal van kampeer- en caravanterreinen ingericht. Enkele cijfers ter illustratie van de toeristische ontwikkeling waar aan nog lang geen einde is geko men, getuige de dikke rapporten die samengesteld zijn over de ver wachtingen in de toekomst. In de tien jachthavens langs de oevers van Goeree-Overflakkee zijn nu ligplaatsen voor 350 sche pen. Men houdt er rekening mee dat er in 1985 behoefte zal zijn aan 1500 ligplaatsen. Verwacht wordt ook dat in hetzelfde jaar op dat ei land 25.500 slaapplaatsen nodig zijn, waarvan 15.000 op campings en caravanterreinen en 7000 in zo merhuisjes. Daar zullen dan 25.000 mensen aan het strand bivakkeren en 10.000 watersporters varen. In Zeeland zijn nu 7 jachthavens met 2300 ligplaatsen in het Veerse Meer, 6 havens met 550 ligplaatsen in de Oosterschelde en 3 havens met 350 ligplaatsen in de Grevelingen aan de Zeeuwse kant. Dat is na 1953 zo allemaal gegroeid. De havens lig gen mudvol. Daarom heeft het ver-, kopen van een boot vooral succes als er ook een ligplaats voor wordt gegarandeerd. Indrukwekkend is ook de stij ging van het aantal slaapplaatsen in de zogenaamde Westhoek op de kop van Schouwen-Duiveland. In 1952 - het jaar voor de Ramp - was daar in kampeer- en caravanac commodatie. en in vakantiehuisjes plaats voor (200 mensen. Dat is sindsdien jaarlijks met grote sprongen omhoog gegaan. Vorig ja^r waren er 58.000 slaapplaatsen. En dat op een eigen bevolking van .nog geen 7000 zielen! Op het strand van Schouwen tel de men op de drukste dag in 1962 13 000 badgasten. Dat waren er 37.500 in 1971 Verstopte wegen Niet verzwegen mag worden dat 's zomers op de zondagavonden hoogst onaangename situaties ont staan als de legers dag- en week- eindtoeristen in hun blikken ver pakking naar hun haardsteden te rugkeren. De smalle wegen naar het Hellegatsplein en langs het Voornse kanaal zitten dan uren lang volledig verstopt. Voor een evenwichte gang van zaken in de recreatie is het drin gend nodig dat ook hieraan de no dige aandacht wordt geschonken. De afgesloten zeearm Ha ringvliet is en wordt de grootste leverancier van drinkwater voor de re creanten op de koppen van de eilanden Goeree-Over- flakkee en Schouwen-Dui veland. Dit is een duidelijk voorbeeld van het profijt dat een van de onderdelen uit de gereed gekomen Del tawerken oplevert. De sterke ontwikkeling van het toerisme in deze streken. Dit als ge volg van de gemakkelijkere en snellere bereikbaarheid over de Haringvliet- en de Brouwersdam heeft een stijging van de behoefte aan drinkwater tot gevolg Dat daarin ook via het Deltaplan kan worden voorzien, is een groot voor deel. De eigen bevolking van beide eilanden ontving tot dusver haar drinkwater uit de duinen. AL IN 1972 Ir P Stoter (41), directeur van de Watermaatschappij Zuidwest Ne derland in Goes, vertelt dat al in 1972 een leiding werd gelegd van het Haringvliet naar het eigen 250 ha grote drinkwaterbedrijf in Goe- reese duinen. De inlaat ervan is op de Plaat van Scheelhoek (tevens een be faamd vogelbroedgebied) enkele kilometers oostelijk van de spui- sluis in het Haringvliet bij Stellen dam. Opvallend was dat vrijwel di rect na de afsluiting van deze zeearm het water zoet was gewor den. De doortrekking van deze leiding langs de Brouwersdam zal medio dit jaar worden voltooid. Op Schouwen-Duiveland wordt het water gevoerd naar twee. samen ongeveer vier hectare grote vijvers in de domaniale bossen. Voor het weer oppompen komt er een ring van bronnen omheen die een ge bied van 28 ha omsluit 6 MILJ ARD LITER Op het ogenblik wordt al een miljoen kubieke meter water (mil jard liter water) per jaar naar Goe ree gepompt. Dit jaar komt er een zelfde hoeveelheid bij voor Schou wen. Wegens het stijgende gebruik door de nog steeds toenemende re creatie zal de hoeveelheid op te pompen Haringvlietwater tot 1990 stijgen tot jaarlijks 6 miljoen ku bieke meter (6 miljard liter) water, evenveel naar Goeree als naar Schouwen. Met de uitvoering van dit project is voor beide gebieden samen 30 miljoen gulden gemoeid. De 6 miljard liter water is niet al lemaal roor consumptie bestemd. Het water dat door infiltratie in de duinen een natuurlijke zuivering ondergaat, dient ook voor opslag en als reserve wanneer door bijzondere omstandig heden geen aanvoer meer mogelijk is. Men kan daarbij denken aan een oorlog, maar ook - het moet wor den gezegd - aan een watersnood. Het nu 25 jaar oude verleden heeft aangetoond hoe improviserend men dan te werk moet gaan. TEGENVALLERS Ir. Stoter noemt de kwaliteit van het Haringvlietwater - een meng sel van Rijn- en Maaswater - goed. Als men zich „in het wes ten" érgens op heeft verke ken, dan zijn het wel de spanningen waarvan men dacht dat die op sociaal en cultureel gebied op de Zuid hollandse en Zeeuwse eilan den zouden gaan optreden als gevolg van de ontslui ting door de Deltawerken. Toen ik zeven jaar geleden nog eens gedurende enkele dagen door het voormalige rampgebied trok om mij daarover te oriënteren, kon ik al vaststellen dat er van inner lijke spanningen weipig sprake was geweest Ik hoorde op Flakkee dat de mannen gemakkelijker dan vroeger „naar de overkant" gingen ^>m er te werken, maar zij bleven op het eiland wonen - en verder niets. Dat je er goed aan deed je auto af te sluiten (wat voor 1953 heel onge bruikelijk was), viel (toen) wel mee Een dokter op Goeree zei: ..De pil is hier nu ook in zwang en ik heb er nooit iets van gemerkt dat die tot moeilijkheden aanleiding geeft" TOERISME De toeneming van het toerisme was goed opgevangen en in elk ge val profiteerde de middenstand in de recreatiecentra er behoorlijk van Waar er behoefte aan bleek te bestaan, was er ook „modern" ver maak voor de jeugd gekomen. Niettemin reed er enkele maan den na 1 februari 1953 op Schouwen een door de hervormde kerk aan gestelde sociaal- en cultureel vor mingsarbeider rond op een scooter In het zijspan zaten een projector en een platenspeler De oer-Zeeutc jhr. mr. A. F. C. de Casembroot heeft 17 jaar lang met hart en ziel, met woord en daad als commissaris van de koningin geijverd voorde belan gen van Zeeland. De moeilijkste tijd was ongetwijfeld de periode- na de Ramp. Hij overleed op 39 jarige leejtijd op 10 februari 1963. Eerder was jhr. D. Casem broot gedurende 16 jaar burge meester van ff eslkapelle. Daar toe werd hij, pas 26 jaar oud, benoemd op 13 juni 1932. Maar waarom zal men alle steedse „geneuchten" adopteren als men het op zijn dorps naar zijn zin heeft0 .ZONDEBOK' Meteen had hij de juiste toon te pakken „Hier zijn nu huizen geko men met douchekamers waarvan de ouderen zeiden dat je daarin dood gaat. Maar deze herbouw is ook te danken aan die mensen, die opge groeid zijn in de bedsteden en op de zolder sliepen achter de gordijnen waar de gerst, erwten en bonen la gen. Het geloof is hier altijd sterk ge weest. Mijn vurigste wens is dat in deze nu perfekte. moderne gemeen te deze religieuze sfeer mag blijven, Hieraan ook danken wij het dat de oudere mensen de Ramp hebben doorstaan". Ir. P. Stoter zoet water uit Dat was de taal die de Zeeuwen begrepen. Een jaar later kwam hij op de Opbouwdag in het zwaar ge troffen Stavenisse nog wat dichter naar hen toe. Stavenisse op Tholen behoorde tot de zicaarst getroffen dorpen. Na een kuurt eeuw: herstelde huizen langs een goede asfaltweg.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1978 | | pagina 5