een kwart eeuw later Als een dief in de nacht HULP SNEL OP GANG ik zag het gebeuren algemeen dagblad watersnood februari 1953-1978 Barend Maaskant heeft deze bijlage over de stormramp en de 25 jaar jn daarna geschreven HjR bestaat geep enkele fo to van een moment waarop 25 jaar geledenin de nacht van 31 jamtari op 1 februa ri, de ivoedende zee bezig is aan de vernieling van de zeedijken in zuidwestelijk Nederland. Inderdaad overviel de storm vloed ons land als een dief in de nacht. Hij eiste het leven van 1835 mensen. De Ramp was volkomen! 100 rampen Sinds het jaar 1200 had ons land meer dan 100 stormvloed- rampen overleefd, maar de nu veroorzaakte ellende moet vol gens deskundigen vergelijk baar zijn met de droeve nasleep van beruchte historische wa tersnoden: de St.-Elizabeth- vloed in 1421, de St.-Felixvloed (als gevolg waarvan Reimers- waal op den duur van de aard bodem verdween) in 1530 en de Allerheiligenvloed in 1570. Natuurlijk heeft men gewe ten dat er zwaar weer op komst was. Om 11 uur zaterdagoch tend 31 januari ging er van het KNMI in De Bilt een waar schuwing voor „flink hoogwa ter" uit. 's Middags om half zes waarschuwde het Rotterdam, Willemstad en Bergen op Zoom voor „gevaarlijk hoogwater". Zware storm Een half uur later deelde de radio mee: „Boven het noorde lijk en westelijk deel van de Noordzee woedt een zware storm tussen noordwest en noord. Het stormveld breidt zich verder uit over het zuide lijk cn oostelijk deel van de Noordzee. Verwacht mag wor den dat de storm de gehele nacht zal voortduren". In de loop van de middag werden langs de Nederlandse kust de loodsdiensten gestaakt. Tientallen schepen raakten in nood. ook in andere gebieden van de Noordzee. Om midder nacht waren in het zuidwesten nog geen beschadigingen ge constateerd. Die traden in de loop van de nacht op. Waar mogelijk werden de kerkklok ken geluid om voor de noodtoe standen te waarschuwen. Het vernielingsproces aan de dij ken duurde zes uur. Doordat niet alleen de weg- en water verbindingen verbroken wa ren. maar ook telefonisch ver keer nauwelijks meer mogelijk bleek, duurde het enkele dagen voordat de volle omvang van de Ramp bekend was. Dodental Op zondagavond waren mel dingen binnen gekomen over 138 doden. Dit aantal was een etmaal later tot 485 gestegen. Op dinsdagavond telde de do denlijst 873 namen en nog een dag later waren er weer 400 do den bijgekomen. Gedurende die laatste twee dagen was pas bekend geworden dat er enkele honderden slachtoffers te be treuren waren in Oude Tonge op Flakkee, in Nieuwerkerk op Schouwen en in Stavenisse op Tholen. Op vrijdagavond om vatte de droeve optelling 1372 doden. Toen was ook nog een aantal mensen vermist. Ten slotte moest worden vastge steld dat 1835 mensen de Ramp niet hadden overleefd. Zij kwamen uit 72 gemeenten in Zeeland, Zuid-Holland, Noord- Brabant en van Texel, waar de stormvloed zeven levens, waaronder die van vier leden van een reddingsploeg had geëist. Het zwaarst hadden ge leden de eilanden Schouwen- Duiveland met 525 slachtoffers en Goeree-Overflakkee met 481 doden. In het hele gebied moest de dood worden betreurd van 371 kinderen onder de tien jaar. tlit het getroffen gebied, waar 153.000 hectare onder water stond, worden 72.000 mensen geëvacueerd. Zij kwamen uit een woestenij waarin 3000 wo ningen, scholen en kerken wa ren vernield en 40.000 bescha digd. Waar 300 boerderijen vol ledig onbruikbaar waren ge worden en 3000 beschadigd. Verdronken waren 47.000 koeien, paarden, varkens, gei ten en schapen, en 140.000 stuks pluimvee. Dijken De balans van de schade aan de dijken was ontstellend. Be halve 89 stroomgatcn waren er ongeveer 500 dijkbressen. Bij elkaar opgeteld bedroeg de lengte van de dijkbeschadigin- gen bijna 187 km, meer dan veertig procent van de totale lengte van de dijken in het ge troffen gebied. Zeeland Zeeland was er het ergst aan toe wat de lengte van de stroomgaten betreft: 3571 me ter, waarvan op Schouwen - Duiveland 1480 meter en op Zuid-Beveland 1160 meter. In Noord-Brabant omvatten de stroomgaten 1102 meter en in Zuid-Holland 1010 meter. Toen alle weerkundige gegevens be kend waren, bleek dat in voor gaande jaren nog zwaardere stormen over ons land hadden gewoed. Nu was er evenwel de noodlottige combinatie geweest van kracht, windrichting, springtij en duur. Door de lan ge duur verliep de stormaanval in fasen. 'Na het eerste abnor male hoogwater zakte daar door bij eb het water nog niet eens beneden de normale vloedstand. En de volgende vloed kwam zowaar hoger dan de vorige. In die rampzalige nacht kw.am het water 50 tot 70 cm hoger dan ooit was voorgeko men. Achteraf kwam vast te staan dat de kracht en de baan van de storm samen met het opgezweepte water nog ongun stiger hadden kunnen uitwer ken. Dan zou het water moge lijk nog driekwart meter ver der zijn gestegen. Met uiterste inspanning was overigens al voorkomen dat ook een groot deel van weste lijk Nederland ging onderlo pen. Op enkele plaatsen dreig den de dijken langs de Hol landse IJssel het te begeven. Op het nippertje werd bij Ou derkerk aan den IJssel een doorbraak gedicht, nadat twee sleepboten van Piet Smit twee oude binnenschepen die bij Heuvelman in Krimpen aan den IJssel gesleept moesten worden, zo hoog mogelijk op de afbrokkelende dijk hadden ge sleept. Andere landen De storm richtte ook ernstige schade aan in België, in Frank-' rijk. in West-Duitsland en in Engeland, waar ongeveer 400 doden vielen. Eind januari had de minister van verkeer en wa terstaat een rapport ontvangen dat handelde over afsluiting van de zeegaten. Het was nog niet helemaal gelezen toen de Ramp zich voltrok. xaLS een nieuwe vloed golf, maar dan een van op offering en medeleven, bra ken de hulpacties los om de nood van de vele tiendui zenden slachtoffers in het rampgebied te lenigen. Uit de hele wereld stroomden mensen en goederen naar de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden. Veel meer dan 10.000 burgers meldden zich om te helpen bij het dichtmaken van de dijkbressen. Ook vele duizenden militairen werden daarbij ingezet. Ook in drukwekkende groepen studenten, padvinders en sportverenigingen gingen naar het rampgebied. Zij verwerkten samen met de mensen van aannemingsbedrijven zo'n 17 miljoen zandzakken! 500 SCHEPEN Uit Yerseke, maar ook Urk en Volendam, Katwijk, IJmuiden en Scheveningen voeren wel 500 vis sersschepen het verdronken gebied binnen. De 2500 bemanningsleden haalden duizenden mensen van da ken en dijken. Behalve van overal uit het land werden ook uit het buitenland kle ding, levensmiddelen en medica menten gestuurd. Duizenden vrachtauto's, honderden bussen, vele particuliere auto's en schepen werden vrijwillig ingeschakeld bij de evacuatie van de mensen en de aanvoer van goederen. Binnen tien dagen waren al schenkingen aangekomen uit Zwe den, Denemarken, Frankrijk, Is rael, West-Duitsland en Engeland. De Franse trawler Aiglon was het eerste buitenlandse schip met goe de gaven. Uit de Verenigde Staten en Canada waren nog meer sche pen onderweg. Ook uit de omringende landen schoten militairen toe om bij het dijkherstel te helpen, mee te wer ken aan het transport van goede ren of met helikopters mensen te' redden. Op den duur kwamen er goederen uit 65 landen ter waarde van meer dan 61 miljoen gulden. AHOY'-IIAL Het grootste opvangcentrum voor de vluchtelingen uit het rampgebied was Rotterdam. In de vroegere Ahoy'-hal (waar nu de gebouwen van de Medische Facul teit staan) werden 12.000 mensen geregistreerd en van onderdak adressen voorzien. De eerste dagen bleven de meesten in de Maasstad, waarbij honderden helpers ter be schikking stonden. Zo'n duizend mensen waren be reid in vijf grote opslagplaatsen in Rotterdam de geschonken goede ren te sorteren, waaronder zeer veel kleding die particulieren had den afgestaan. Financiële hulpacties werden op touw gezet. Die werden gecoördi neerd door het Nationaal Rampen fonds. Zij brachten 138 miljoen gul den op, waarvan 42 miljoen uit het buitenland. Jong en oud bleken vindingrijk om hiervoor bronnen aan te boren. BEURZEN OPEN, DUKEN DICHT De radio-actie Beurzen open, dij ken dicht bracht 5<ï miljoen gulden op, voor die tijd een geweldig be drag. De opbrengst van de 675.000 exemplaren van het speciaal sa mengestelde bock De Ramp kwam aan hetzelfde doel ten goede. En de hulp hield niet op toen de eerste moeilijke periode achter de rug was. Vanzelfsprekend werd niet in de laatste plaats gebruik gemaakt van de ervaring van het Rode Kruis, waarvan 5000 colonneleden werden ingeschakeld. Toen eenmaal de balans was op gemaakt, bleek dat voor een waarde van 700 miljoen gulden was uitge geven om hel dagelijks leven van de getroffenen weer op gang te helpen. Voordat aan de uitvoering van het Deltaplan werd begonnen, had het rijk al 400 miljoen gulden besteed aan hel herstel van de dijken. EINDELOZE LUST De menslievendheid hield aan. Uit Zweden, Noorwegen, Dene marken, Finland en Oostenrijk werden ongeveer 500 houten huizen geschonken, kant en klaar in on~ derdelen. Canada hielp de boeren door 250 landbouwtrekkers te stu ren. Het Zweedse Rode Kruis bood Zierikzee een prachtig streekzie kenhuis aan. Uit Zweden kwam onder veel meer ook nog meubilair voor 72 kleuterscholen. Het is een schier eindeloze lijst Na het sluiten van de dijkgaten moesten huizen en straten van on voorstelbare hoeveelheden modder worden ontdaan. In 's-Gravendeel waren daar Amerikanen. Engelsen. Hongaren en Fransen broederlijk mee bezig. Nijmegen had er een ploeg straatmakers heengestuurd. De voorbeelden van zulke hulp. zijn vele. Ede hielp Strijen, Haar lem stond Oude Tonge bij. dat ook steun ontving uit de Verenigde Staten en Luxemburg. Schoon maakploegen uit Hazerswoude. Schoonhoven, Krimpen aan de Lek en Friesland trokken naar Stellen dam. Maasland en Oostvoorne stuurden bezemploegen naar Zuid- land op het eiland Putten. VERTROUWEN Het was zoals ir. A, G. Maris, di recteur-generaal van Rijkswater staat, in het voorwoord schreef van het officiële verslag over de storm vloed 1953: „Het was een periode waarin het vertrouwen in de men sen hoog genoteerd stond". vnrmno\nnn look crhi litmon omdat hij zo vergroeid is met het Deltagebied, de mensen die er levende bou wers van dammen en dijkende schepende havens, de stad Rotterdam en met het Algemeen Dagblad. Toen het AD vlak na de oorlog verscheen teerden havens en scheepvaart Maaskants werkterrein. Hij is zich evengoed thuis gaan voelen in de directiekamers van bedrijven als in loeiende storm bij een redding aan de kust. Later liecj't hij er als lucht vaar tredacteur een naam bijgekregen. Toevallig is hij voor de krant van het eerste moment af bij de ramp van 53 betrokken geweest en heeft hij (niet toevallig) alles daarna stap voor stap gevolgd. Hij voelt zich in de Delta thuis, heeft er op een van de eilanden een buitenhuisje. Als hij over de mensen daar praat voelt de toehoorder de ivaardering. Barend Maaskant heeft met en na die ramp zoveel beleefd, dat dit een apart verhaal waard is. Het begint hier onder en zet zich op elke pagina van deze bijlage voort. Op 28 januari 1953 - morgen 25 jaar ge leden - publiceerde het Algemeen Dag blad het eerste van een serie van vier arti kelen die ik had geschreven na een uren lang gesprek met prof. ir. J. Th. Thijssc toen directeur van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft Zij handelden over de strijd om zoet water en om dat te bereiken zouden de Zeeuwse en Zuidhollandse zeegaten moeten worden afgesloten. Thijssè zei toen dat ongeveer vijf jaar nodig zouden zijn voor eenintensieve bestudering van de daarbij opdoemende vraagstukken. "Veronderstel", zo redeneerde prof. Thijj- se verder, "dat het basisplan er is op 1 ja nuari 1958, dan kan het worden gedétail- leerd. Aannemende dat met pasen 1966 wordt begonnen, kunnen in 1972 de wer ken klaar zijn in het zuidwesten. Zeeland heeft dan een rechte kustlijn meterachter een meer". Daarnaast sprak hij de waarschuwende woorden: "De waterkerende dijken moe ten tegenwoordig voldoen een veel hogere eisen van veiligheid dan vroeger, toen men elke tien jaar had te kampen met een watersnood".

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1978 | | pagina 1