Schouders onder de pijlerdam Milieu krijgt een kans in de Oosterschelde nieuwe tijd breekt aan algemeen dagblad watersnood februari 1953-1978 IN DOSBOUW WERKEN ACHT AANNEMERS SAMEN STOEIEN MET DE NATUUR Alarm Noord-Beveland VRIJDAG 27 JANUARI 1978 PAGINA 23 ir. J. M. Schei ters ....ook ondenveg uitvinden... Ir. J. M. Schetters (55) is voorzit ter van de raad van bestuur van Dosbouw. de aan nemers combina tie die de werken in de monding van de Oosterschelde uitvoert Dosbouw is een firma waarin acht aannemingsbedrijven deelne men: Ballast N'edam. Bos Kalis Westminster. Hollandse Beton Groep (HBG), Stevin. Koninklijke Adriaan Volker, Van Oord-Ut recht. Aannemers Combinatie Zinkwerken en Baggermaatschap- pij Bree jen bout. Ir. Schetters is bij de HBG directeur van de werk maatschappij Hollandsche Aanne mingsmaatschappij (HAM). Ingewikkeld Hij zegt: „Dit werk is zo inge wikkeld en omvangrijk, en er is zoveel kennis en ervaring bij nodi& dat geen andere groep van aanne mers in staat is het te maken. Voor de aanbesteding had Rijkswater staat indertijd nojj twee groepen uitgenodigd. De ene bestond uit Nederlandse en Belgische bedrij ven. de andere uit Nederlandse en Westduitse". Dosbouw werkt als eenheid en kent geen onderverdeling van ta ken. vertel ir. Schetters. De firma beschikt over een staf van onge veer 150 man. Bij de feitelijke uitvoering zijn nu nog maar zo'n 175 man betrok ken. Dit aantal gaat in de komende jaren sterk groeien. Hij verwacht dat de piek in 1980 wordt bereikt. Dan zullen er 1200 a 1500 mensen bij betrokken zijn. Die periode duurt ongeveer twee jaar. Charme De topman van Dosbouw prijst de samenwerking tussen Rijkswa terstaat en de aannemers. „De charme van de hele ontwikkeling van de Deltawerken is de voortdu rende schaalvergroting", vindt hij. „Wij weten nu hoe het moet, maar alles is veel gigantischer gewor den. Ik ben ervan overtuigd dat er onderweg nog verbeteringen uit gevonden zullen worden". SlNDS in 1967 werd begon nen met de aanleg van twee werkhavens en drie werk- eilanden voor de definitieve afsluiting van de Ooster schelde. klonken ook de stemmen luider om deze zeearm open te houden en de dijken erlangs te verho gen en te versterken. Het ging daarbij niet alleen om het behoud van de oester- en mos selcultures. maar in het algemeen om het handhaven van het unieke biologische karakter. Van Rijkswaterstaai mag niet worden gezegd dal hij zich van dit facet nooit iets heeft aangetrokken Wel duurde het tot 1971 voordat hij de afdeling milieu-onderzoek in stelde. Toen ging men de hierbij be trokken vraagstukken organisato risch op een rijtje zetten. Het hield zeker met in dat Rijkswaterstaat ..om" was met betrekking tot de Oosterschelde. Veiligheid In februari 1972 liet hij weten - „na afweging van alle nieuwe aspecten die de laatste tijd naar voren waren gebracht" - erbij te blijven dat de Oosterschelde afge sloten moest worden, zoals voor zien was in het Deltaplan, dus de finitief. In zijn rapport Deltaplan in het licht van Je laatste ontwik kelingen stond: ..grote waarde dient te worden gehecht aan de factor veiligheid die niet altijd in geld is uit te drukken" Een week later verscheen het be richt dat de Oosterschelde in het voorjaar van 1978 dicht zou gaan met behulp van drie kabelbanen van 800, 1200 en 1800 meter lengte. Er zouden 1,2 miljoen betonblok ken van elk 214 ton gewicht in de sluitgaten worden gestort. De 9 km. wijde Oosterschelde (in het mdden lag al een bijna 5 km. lang damvak) zou dan potdicht zitten. Al eerder had de-Deltadienst er op gewezen dat zich door de afslui ting van het Voikerak grote veran deringen in de stroomsnelheden op de Oosterschelde hadden voltrok ken. De zeearm mocht maar zo kort mogelijk open gehouden worden om de zeedijken erlangs en de al gemaakte werken in de monding niet in gevaar te brengen. Het werk ging dus door: bodemr bescherming, heien van stalen py lonen voor de kabelbanen en het in gereedheid brengen van 16 al eer der in het Deltagebied gebruikte gondels. Actiegroepen Inmiddels waren de stemmen van actiegroepen die een open Ooster schelde propageerden, nog luider en vooral talrijker geworden. Op den duur stonden er 25 organisaties uit het hele land achter In het par lement hield men zich er eveneens mee bezig. De regering kon er niet omheen het onderwerp nog eens te bekijken. Zij stelde op 15 augustus 1973 de commissie-Klaasesz in met als Niet alleen de grote aannemers hebben al hun kennis gemobiliseerd voor het maken van de pijlerdam als stormvloedkering in de monding van de Oosterschelde. Er is ook een nature samenwerking tussen de drie diensten van Rijkswaterstaat: Sluizen en Stuiven Bruggen en Deltadienst. Uit die diensten is een projectgroep gevormd onder leiding van ir. F. Spaargaren. In deze projectgroep zijn al van de onticerpperiode af ook de aanne mers vertegenwoordigd. Alle mogelijkheden voor on derzoek in laboratoria werden samengebracht. Zo is ook het Lucht- en ruimtevaartlabora torium in Amsterdam inge schakeld voor het vaststellen van de krachten die de pijlers te verduren krijgen. Bepaalde aspecten daarbij kunnen het best in een windtunnel worden onderzocht. Op het gebied van de grondmechanica heeft men zich ook verzekerd van buiten landse adviezen. 700 deskundigen Aan het totale karwei werken nu 600 a. 700 deskundigen in de project groep. Tot hen behoren circa 125 in genieurs. Pe overigen zijn hogere technici Dit jaar zal voor ongeveer 300 miljoen gulden aan werken wor den uitgevoerd. Sinds een klein jaar is men bezig met het verwijderen van een deel van de bodembescherming die al in de as van de (toen nog definitieve) afsluiting was gemaakt. Dit is no dig omdat de pijlers op een diepte van 5 a 10 meter in de zeebodem komen te staan Er zijn 74 pijlers nodig. De eerste 22 pijlers worden in één comparti ment gebouwd. In de andere com partimenten kan worden doorge werkt als de gereedgekomen pij lers door een gat in de ringdijk worden vervoerd. Het bouwen van de pijlers duurt tot half 1983 Twee jaar eerder moet de eerste pijler worden geplaatst. Met de laatste moet men daarmee op 1 ja nuari 1984 klaar zijn Het vervoer ervan gaat gebeuren met een speciaal te bouwen hef- schip (kosten ongeveer 100 miljoen gulden). Aan het ontwerp wordt nog gewerkt. Het wordt een drij vend hefeiland met twee 80 meter lange rompen, waarop een portaal kraan komt. Het wordt voorzien van poten om het tijdelijk op de zeebodem vast te kunnen zetten De zwaarste pijlers krijgen een "droog" gewicht van 20.000 ton. Doordat de voeten tijdens het transport onder water blijven, wordt het te heffen gewicht tot de helft gereduceerd Als het hefeiland aan de grond staat, volgt als moeilijkste moment het nauwkeurig neerzetten van de pijlers. Daarbij is een speling van ten hoogste 5 cm toegestaan. Bij dit precisiewerk zal men onder meer gebruik maken van radar- en la- serapparatuur. Het pijlerdeel bo ven water is vijf meter breed en de lengte -in de stroomrichting wordt 18 meter. Tot half 1985 zal men bezig zijn met het afwerken van de drempel rondom de pijlers. De voeten moe ten stevig worden ingepakt 71 stalen schuiven In februari 1981 moeten con structiebedrijven beginnen met het samenstellen van de 71 stalen schuiven die 40 meter breed wor den. De hoogte varieert van 5 tot 12 meter. In het voorjaar van 1984 ko men drijvende bokken eraan te pas om de schuiven tussen de pijlers in de sponningen te hangen. Dit werk duurt ruim een jaar Op 30 september 1985 - juist voor het begin van het stormseizoen - moet de stormvloedkering "be- dnjfsgereed" worden opgeleverd. Waarschijnlijk nog aan het einde van dat jaar zal het verkeer er over heen kunnen rijden. Er komt een tweebaansweg en een eenstrooks- weg voor langzaam verkeer. Op deze vogelrijkdom kan men blijven rekenen nu hel karakter van de Ooster schelde wordt gehandhaafd. taak de mogelijkheden te onder zoeken om „het behoud van het na tuurlijk milieu in overeenstem ming te brengen met de noodzake lijke bescherming tegen storm vloeden". De commissie ging met voortva- rendheid aan het werk en bracht al op 20 februari 1974 haar rapport 7* uit. Zij adviseerde tot een gedeel- mm telijke afsluiting met behulp van een stormvloedkering. Zij had in haar overwegingen uitvoerig aan- W dacht geschonken aan de biologi- sche aspecten! Flora en fauna De bijzondere planten- en dieren wereld, ook op de zandplaten en in- jjl lagen, schorren en slikken, werd daarbij niet vergeten. In de Ooster- schelde leven 70 soorten vissen en de vogelrijkdom is groot. Dit alles zou geheel of grotendeels verloren gaan na afsluiting van de Oosterschelde. Inderdaad stroomde nog heel C2 veel water door de Oosterschelde voordat Nederland wist dat er een stormvloedkering zou worden ge maakt. Met het heen en weer pra ten over de opening die onder nor male weersomstandigheden zou worden gehandhaafd, ging nog wat tijd heen. maar sinds juni 1976 weet men nu waaraan men toe is. Intussen is in de afgelopen zeven jaar de omvang van het milieuon derzoek enorm toegenomen. Alleen al bij dé Deltadienst werken er on geveer 70 mensen aan Deskundigen Naast (en samen met) de water bouwkundige ingenieur werkt nu ook de hydroloog (scheikundige kenner van het water), de sedi- mentoloog (deskundige op het ge bied van bezinksel en neerslag), de bioloog (kenner van de natuurleer van de levende wezens), de hydro- bioloog (die zich bezig houdt met de levensgemeenschappen in het water), en er is gekomen de milieu hygiënist: de gezondmaker van het milieu, zou men kunnen zeggen. Als het goed is, werken die alle maal samen als het gaat om de be langen van de scheepvaart, de wa terafvoer. de waterberging, de koelwatervoorziening, de visserij, de watersport, de recreatie, de na tuur en natuurbeleving op het wa ter en op de drooggevallen platen, de leverantie van landbouw- en industriewater, en de zoetwater visserij. Dat is nog met alles, want er zijn ook nog al wat andere specialis men. Daarom zijn ook contacten gelegd met een groot aantal (rijks-)instituten, zoals die voor zuivering van afvalwater, voor hy- drobiologisch onderzoek, voor vis serij-onderzoek, voor bodem vruchtbaarheid. voor toegepast na tuurwetenschappelijk onderzoek, voor drinkwatervoorziening, voor de IJsselmeerpolders.... Tenslotte is er dan ook nog de sa menwerking met universiteiten en hogescholen. De Deltadienst gaat werkelijk niet over een nacht ijs. Over een lengte van 4 kilometer en een breedte van 125 meter moet daartoe de bodembescherming worden weggehaald. Daarmee zal men nog het hele jaar bezig zi jn. Er is een speciale knipploeg van reu zeformaat ontwikkeld om de deci meters dikke matten kapot te knippen. Met een rotsbaggermolen worden die stukken opgebaggerd. Tegelijk evenwel is men bezig met de uitbreiding van de bodem bescherming aan weerszijden van de plaats waar de pijlers komen. Sinds december vorig ja$r werkt men met een nieuwe ponton, waarmee grondonderzoek wordt uitgevoerd. Die kostte 3 miljoen gulden. ,Verdichtingsschip'' Het. bestek ligt klaar voor een zo genaamd verdichtingsschip. Dit vaartuig wordt voorzien mn "naal den" die in trilling gebracht de zandbodem verdichten op de plaats waar de pijlers komen te staan. Het gaat dan wel om naalden van meer dan en meter dik. De bouwtijd van dit schip vergt een jaar. De kosten zullen ongeveer 40 miljoen gulden bedragen. Intussen zijn de 12 pylonen ge trokken die waren geheid als fun dering voor de drie kabelbanen, waarmee aanvankelijk de sluitga ten met betonkubussen zouden worden dichtgebombardeerd. De onderste stukken ervan zouden worden gebruikt als ondersteuning van een 3 km lange en 7 meter bre de hulpbrug van de Schouwense kust naar een nieuw te maken ha ven bij het damvak dat al sinds 1972 op de zandplaat Neeltje Jans ligt. De brug met overspanningen van 145 meter dient voor het ver voer van mensen en materialen. 21 nieuwe palen Sinds kort is besloten toch 21 ge heel nieuwe palen te laten maken. Dit is voor 3Vi miljoen gulden opge dragen aan het Roermondse be drijf SIF. Kloos (Kinderdijk) maakt voor 5,8 miljoen gulden de paalkoppen. Kloos behoort ook tot de combi natie van vijf constructiebedrijven die de overspanningen zullen fa briceren en monteren. Daarmee is 20 miljoen gulden gemoeid. De an dere vier bedrijven zijn De Groot (Dordrecht). Hollandia (Krimpen aan den IJssel), Penn Baudum (Dordrecht) en Hollandse Con structiewerken in Leiden. Met bijkomende werken en toe leveringen van het rijk (8 miljoen) gaat de brug meer dan 100 miljoen .gulden kosten. Zij moet eind van dit jaar klaar zijn. Van de twee bouwputten die achter het. 4'/a km lange damvak waren gemaakt voor de bouw van caissons, wordt er eén geschikt ge maakt voor de bouw van de pijlers die in de sluitgaten moeten komen. De put moet worden uitgediept en van een bemaling worden voor zien. Compartimenten Op het werkterrein ernaast komt een elektrische centrale. Er komen twee loodrecht op elkaar staande tussendijken in de put, zodat vier compartimenten ontstaan. Omstreeks 1 januari 1979 begint de bouw van de pijlers die. afhan kelijk van de waterdiepte waar ze geplaatst worden, een hoogte krij gen van 30 tot 45 meter. De enorme voeten ervan hebben afmetingen van 50 x 25 x 15 meter. mosselen bij de vleet waar het water was weggelopen. En overal hulp. ook van verre: in Eikerzee. Kerkwerve en Nieuwerkerk. in Brijdorpe en Serooskerke. Ellemeet en Noordwelle. Daar zwoegden in de blubber een jonge Engelsman, een vluchteling uit Oost-Duit,sland, een Amerikaanse studente, verder mensen uit Zwitserland en Zweden. Wat kun je dan een bewondering krijgen voor zoveel menselijkheid? Zo ongeveer - lussen ander werk door - was voor mij het jaar 1953 verstreken. Sindsdien maakte ik nog vele reportages in het zuidwesten: over de herverkaveling van Schouwen-Duiveland, het herstel van het polderland rondom Kruiningen en de huizenbouw op Goeree-Overflakkee. over zoetwatervoorziening, nieuwe dichtingstechnieken, de bedreigde oestercultuur en de toenemende recreatie. Immers, heel wat nieuwe toestanden kondigden zich aan. \^AN tijd tot tijd volgde ik de bouw van de stormvloedkering bij Krimpen aan den IJssel, de werken voor de afsluiting van het Haringvliet, de dam in de Zandkreek en ik ging kijken naar de schaalmodellen van het Deltagebied in het openluchtlaboratorium in de Noordoostpolder. Ik schreef over ervaringen met nieuwe materialen en over de toepassing van elektronica. Maar ook over de eerste blaadjes aan de vers geplante, wandelstok-dikke jonge bomen op de oude stadswallen in Zierikzee. Daar en overal waar het zeewater was geweest, was de beplanting doodgegaan. Toch ging ik tevoren nog eens kijken hoe men nu leefde op Noord-Beveland. dat mooie, rijke en vruchtbare land. maar ook een land w aarvan de oevers sinds mensenheugenis berucht zijn wegens de dijk- en oevervallen, waarbij ineens zo'n miljoen kubieke meter grond wegzakt in zee - in het niets eigenlijk. In het gemeentehuis van Kortgene begreep ik dat men blij was met met de komende afsluiting. Op zondag 1 februari 1953 stond op dat punt het water meer dan manshoog. Het gebouw was gloednieuw, de dag ervoor feestelijk in gebruik genomen. Een jaar later weer een historisch moment: afsluiting van het Veerse gat, het eerste bastion dat rechtstreeks tegen de zee was opgeworpen. Primaire afsluiting heet dat Prof. Jansen had een paar dagen ervoor gezegd: "Ik heb het steeds zeer wonderlijk gevonden dat wij eigenlijk altijd al wisten wat ons te doen stond. Misschien is dit bestiering., of toeval". Hij wist het karwei altijd uit zijn kille betonnen sfeer te halen. De mens stond altijd voorop bij hem - mede daarom ook een man die je nooit vergeet. Het was nooit de bedoeling iets spectaculair tc Van het zuiden uit gezien is dit de mond van de Ooster schelde, waar een pijlerdam als stormvloed kering moet komen. Het jaar 1954 was nog niet ten einde, toen er opnieuw alarm werd geslagen wegens beschadigingen door opgezweept water aan de zeedijken bij Moerdijk. Willemstad en Dinteloord. Het was bitter koud en er stond een harde storm, toen ik 's nachts om half twee vlak voor Kerstmis in Willemstad stond bij het gat in de Westdijk bij Fort de Hel - een toepasselijke naam. want het scheelde een haartje of Willemstad had weef blank gestaan. Nog meer flarden van herinneringen. Zoals in het voorjaar van 1955 zomaar een verhaal over opa Jan Kip in Dreischor, omdat hij 104 jaar was geworden. Hij had twee jaar eerder de evacuatie naar Dordrecht goed doorstaan. Een vief manneke die nog precies wist Opa Kip dat hij toen 95 jaar geleden zijn eerste fiets kreeg: met een groot voor- en een klein achterwiel. Een taai volk. die Zeeuwen, ja, ja... In het najaar van 1957 andermaal een doorbraak, nu op Tholen waar de 200 meter brede zeearm Pluimpot volgens een nieuwe methode zou worden afgesloten. Groot-formaat nylonzakken met zand werden daarbij gebruikt, maar dat lukte niet helemaal. Als ik de deur van de directickeet open. zie ik prof. ir. P. Ph. Jansen, hoofd van de Deltadienst, in gesprek met hoofduitvoerder Kees Verstoep van de aannemer. Ik wacht wel even. denk ik en wil de deur weer dicht doen, maar prof. Jansen riep: "Kom er maar bijzitten, daar kun je van leren...". Zo was hij wel, altijd bereid om je te helpen. Na 1960 werden de lezers vooral ingelicht over de vorderingen met de technische werken die in het raam van de Deltawet moesten worden gemaakt. Toch ontkwam je er niet altijd aan nog eens terug te kijken. De eerste dam in het voormalig rampgebied werd bij Katseveer gelegd. Het was "maar" een binnendam. maar de waterstaatsingenieurs hadden het wijs bekeken: van eenvoudig naar moeilijk werken. Toen ir. F. Spaargaren zes jaar geleden in Burghsluis op de kop van Schouwen werd aangesteld als hoofd van de afdeling waterbouw kundige werken West van de Del tadienst, ging hij met zijn pas 31 jaren een bijzonder grote verant woordelijkheid torsen. De gang van zaken bij de afsluiting van de Oosterschelde kwam onder zijn leiding. Onder hem berust tevens de ontwikkeling van nieuwe werk methoden. Tevoren werkte hij gedurende acht jaar in Den Haag bij de wa terbouwkundige afdeling van de Deltadienst. Zijn taak was toen het begeleiden van het modelonder zoek voor de voorafgaande afslui tingen. voornamelijk Volkerak, Lauwerszce. Haringvliet, Brou- wershavense Gat en de Ooster schelde die toen nog verkeerde in de fase van volledige afsluiting. Hij moest zich op de bouwplaat sen op de hoogte stellen van situa ties die nader modelonderzoek no dig hadden. Hij zorgde dan dat dit in de waterloopkundige laborato ria werd gedaan, waarna hij met de resultaten terug ging naar de plaatsen van uitvoering. Hij houdt van de dynamiek in de monding van de Oosterschelde. Hij noemt het stoeien met de natuur. Ir. Spaargaren zegt: „Het is inte ressant om te trachten te voorzien hoe de natuur reageert op wat je doet. Er zijn een duidelijke strate gie en filosofie nodig om die de baas te blijven. Daarmee ben je er ook buiten de kantooruren mee be zig. Als het gaat stormen, voel je pas hoe nauw je erbij betrokken bent, want er zijn toch altijd be paalde onzekerheden". De leider van de projectgroep - hoofdingenieur a in de hiërarchie van Rijkswaterstaat - wijst erop dat deze manier van afsluiting een veel grotere inspanning en bunde ling van kennis vraagt bij het op lossen van de problemen dan bij het oorspronkelijke plan dat in een definitieve afdamming voorzag. Ir. F. Spaargaren van de Deltadienst wijst de plaats aan waar de kolossale pij lers voor de afsluiting moe ten worden gebouwd.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1978 | | pagina 6