Hulp per helicopter
en met vissersschip
WA TERSNOOD
""Tssmmm
REFORMATORISCH DAGBLAD pagina 5
WOENSDAG 31 JANUARI 1973
Zeer langzaam en voor velen té langzaam drong het besef van de ramp tot
dé rest van het land door. Zondags had de reddingboot van Stellendam het
eerste noodsein gegeven: veertig doden. Maar toen maandag dorpelingen op
Goeree-Overflakkee de nieuwsberichten hoorden, die veertig doden op hun
eiland meldden, beseften zij met wanhoop, dat de buitenwacht nog van niets
wist. Aldus het boekwerkje De Ramp, dat werd uitgegeven door de Vereniging
ter bevordering van de belangen des boekhandels. Langzaam kwam de hulp
verlening op gang. Maar nog steeds stortten elk uur de huizen in, uitgeputte le
vens met zich meenemend.
Maar met ontoereikend materieel
werd de redding ingezet. In wankele
boten zwierf men over de landerijen,
om overal waar de witte vlag uit hing,
hulp te bieden. Zondagmorgen klonk de
radio-oproep aan alle colonnes van het
Rode Kruis in de zuidelijke en westelij
ke provincies zich gereed te houden.
Weldra was het gehele apparaat inge
schakeld in de strijd tegen de honger
en ontbering,
MOBILISATIE
Direct na het Rode Kruis kwam het
leger in aotie. Zij waren nog maar met
weinigen: alleen zij die zich in werke
lijke dienst bevonden.. Maar de mobili
satie in de strijd tegen de grootste vi
jand van dit land, het water, was be
gonnen Zij zouden weldra uitgroeien
tot een leger van 12.000 man.
De volgende dagen trokken troepen
uit Breda, Den Bosch, Geertruidenberg
en Rosendaal naar de Brabantse nood-
gebieden. Eenheden van de marine
werkten op Walcheren. Troepen uit
Den Haag, Utrecht en Schoonhoven
zwoegden bij Ouderkerk aan den IJs-
sel.
De koninklijke familie was vanaf de
eerste dag temidden van het lijden en
kwam in de dorpjes troostend en steu
nend waar dit mogelijk was.
URKER MOED
Reeds op zondag reed een bus vol
Urker vissers naar Breslcens, waar zij
hun kotters hadden achtergelaten. Dia
nacht staken zij de woelige Wester-
schelde op. Zij voeren naar Vlissingen
waar een loods bereid gevonden werd
hun de weg te wijzen. Hansweert en
Wemeldinge, Zierikzee en Burghsluis,
Oude-Tonge en Ouddorp werden door
de Urkers bezocht. Overal lieten zij een
schip met. radio achter. Zij vroegen via
Radio Scheveningen om hulp en de me
dicamenten. Door hun snelheid en
moed redden 2ij honderden van een
verdrinkingsdood.
Een vloot van vrachtschepen, salon
boten,, pleziervaartuigen. en luxe jach
ten lag tenslotte in. de Zuidhollandse en
Zeeuwse wateren. Vele daarbij die bui
tengaats werkeloos moesten'toezien hoe
daarbinnen nog duizenden op verlos
sing zaten te wachten.
GEEN TWAALF
pVanult de lucht droppen vliegtuigen
het allernoodzakelijkst en helicopters
pikten mensen op van de meest onbe
gaanbare plekken. Zondagmiddag om
vier uur steeg de Belgische piloot Ge
rard Trémêrie met zijn helicopter op
van het vliegveld Meisbroek, met de
vage opdracht om twaalf op Overflak-
ltee geïsoleerde mensen te helpen. Toen
hij om zes uur in Oude Tonge daalde,
had hij duizenden in nood verkerende
mensen gezien. De volgende morgen
vloog hij naar Woensdrecht met een
rapport van de burgemeester van Oude
Tonge, de eerste duidelijke kreet uit de
ontstellende ramp en tegelijk het begin
van de onschatbare hulp, die hef-
schroefvliegtuigen bij reddingen zouden
gaan bewijzen.
Amerikanen, Engelsen en Belgen
kwamen per wentelwiek zelfs daar
waar rubbervlotten faalden. Zij haal
den de in nood verkerenden per touw
ladder van daken en zolders. Zesender
tig vlogen er in die dagen.
SLACHTOFFERS
Het eerste slachtoffer werd zondag
morgen om 9.58 uur gemeld: Het was
een lifter, verdronken in een auto op de
straatweg tussen Dordt en Moerdijk.
Even later volgden de acht doden van
Hontenisse in Zeeuws-Vlaanderen.
Rond middernacht was het cijfer geste
gen tot 85. De maandag daarop, op
nieuw om middernacht, rees het aantal
slachtoffers tot 605. Om negen uur
dinsdagavond waren het er 873.
Woensdag om drie uur klonk het ont
stellende getal van 1223. Geruchten de
den de ronde, dat alleen al op Goeree
duizend doden zouden zijn. Toch steeg
het cijfer daarna in trager tempo. Met
omstreeks 1800 bleek de definitieve top
bereikt.
«mtUUfcttu 2M
as» ta ;/f, is tmmm.
De nacht was donker, toen 't water kwam,
Het woeste water over dijk en dam;
Zij sliepen allen in stad en land.
Vanaf de Hoek tot aan Cadzand.
Een ieder sliep in zachte rust
Door zoete vree in slaap gekust.
Toen kwam het water wreed en sterk
In Wolf aartsdijk en Ouwerkerk.
Toen moorde 't water wild en blind
Het Godverlaten mensenkind;
Het smoorde in de stal het vee
In Abbebroek en Zierikzee.
En Gij o God, Gij zag niet. om
Naar Uw rampzalig mensendom.
Dat stikte in het vuile nat
In Oude Tonge en Rilland Bath.
Als Gij vertoornd zijt o God,
En Gij wilt eisen Uw gebod,
Waarom stuurt Gij dan niet Uw vloed
Naar Moskou of naar Hollywood
Waarom hebt Gij ons zo verstoord?
Hebt Gij het gillen niet gehoord?
Het angstgeroep naar U o God
Had Gij geen deernis met hun lot?
Waarom o God verliet G'Uw volk
ln stormgebruis en waterkolk?
En zag niet hoe het werd vermoord
In Halsteren en Dinteloord?
Sloot Gij de hemel voor hen dicht
En wendde Gij niet Uw gezicht
Naar 't kind dat naar U schreidde Heer
ln Kruiningen en Nieuw Vosmeer?
O God, wat hard, wat wreed is dit.
Dit derven van al aards bezit.
Dit. missen van z'n vrouw, z'n kind,
't Verlies van al wat men bemint.
De wereld Heer, die is zo hard;
Het leven Heer, het brengt zo'n smart.
Mijn vaderland.... één woeste zee
Op Flipland, Tholen en Flakkee.
Mijn volk.... vergaan in 't modderbad
Van Stellendam en Willemstad.
Mijn volk, verdronken in de vloed.
En Gij.... Gij hebt het niet verhoed!
O Heer, die in de hemel ziet,
Aanhoor deez' bit're woorden niet,
Begrijp het Heer, mijn wrange hart,
Begrijp mijn angst en zielesmart.
Want 'k weet het immers uit Uw woord
Dat Gij altijd Uw volk verhoort,
Dat Gij het nooit en nooit verlaat
ln Nieuwerkerk en Ooltgensplaat
Dat Gij ze ophaalt naar Uw rijk
Uit Stavenisse en van Oostdijk.
Daar rusten zij nu in Uw schoot,
Verlost, gered uit watersnood.
Gij plukte ze van dijk en dak
Als bloemen, en Gij Heere stak
Ze in Uw hof met eigen hand
Uit Dreischor en uit Oosterland.
Daar bloeien zij nu groot en klein,
Daar zal het eeuwig vrede zijn;
Dat volk valt nu geluk ten deel
Uit Numansdorp en s-Gravendeél.
Laat mij niet jammeren meer o God,
Maur blij zijn met hun zalig lot.
Gij riep ze naar het hemels land
Vanaf de Hoek tot aan Cadzand.
M.
En Ik richt
mijn verbond
op met u, dat
niet meer alle
vlees door de
wateren des
vloeds zal
worden uit
geroeid;. en
dat er geen
vloed meer
zijn. zal, om
de aarde
te verderven.
Genesis 9 >11