De stormramp K£ü!?Dampo Penning Watersnood 1953 V&eMeff 1/oodwill Chr. Ulo-leraar II. Fopma plotseling overleden Massagraf rampslachtoffers Oude Tonge 35e jaargang Vrijdag 1 februari 1963 No. 3160 V1IEUW5 PRINS HENDRIKSTRAAT 14 - POSTBOX 8 - MIDDELHARNIS Redactie en advertenties: Kantoor Langeweg 13, Sommelsdijk Tel. (01870) 26 29, na 6 uur 's avonds Tel. 20 17 Giro 167930 Chr. STREEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Verschijnt tweemaal per week: dinsdagen vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS 2,15 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. 1 februari 1953 1 februari 1963 Tien jaren zijn verstreken sedert in de nacht van zaterdag op zondag 1 fe bruari 1953 de dijken braken en de wa teren der Noordzee zich met onweer staanbaar geweld over onze eilanden en dorpen stortten en allewegen dood en vernieling brachten. Zij die deze ramp zelf hebben meegemaakt in al haar ver schrikking, kunnen zich nauwelijks voorstellen dat zij reeds een decennium achter ons ligt. Die uren, nachten en dagen van doodsgevaar en hoogspan ning liggen zo diep geworteld in ons geheugen, dat bij het terugdenken er van ons alles nog intens levendig voor de geest staat. Deze catastrofale gebeur- tenis heeft bij ieder onzer een onuit wisbare indruk achtergelaten en het is goed, dat wij na tien jaar er nog eens een ogenblik bij stilstaan. Wij doen dat allereerst om de doden te "herdenken, die bij deze ramp het leven lieten. Het waren er velen. In het hele deltagebied zijn in totaal 1835 mensen om het leven gekomen. In Zee land vielen 873 slachtoffers, in Zuid- Holland 686 en in Noord-Brabant 254. Ook ons eiland Goeree-Overflakkee heeft een zware tol moeten betalen aan deze natuurramp, want hier kwamen 510 mensen om. In slechts drie dorpen, Dirksland, Melissant en Stad aan 't Ha ringvliet, waren geen doden te betreu ren. In volgorde van het aantal waren het er in Oude Tonge 314 Den Bommel 9 Nieuwe Tonge 95 Goedereede 6 Stellendam 62 Herkingen 4 Middelhamis- Ooltgensplaat 2 Sommelsdijk 17 Ouddorp 1 Oude Tonge had van alle getroffen gemeenten in ons land het hoogste aan tal slachtoffers. Deze gemeente ver loor in enkele uren tijds 10 van haar bevolking. Alleen Nieuwerkerk op Schouwen en Duiveland werd naar ver houding nog ernstiger geteisterd, want daar verloren 270 van de ruim 1800 in woners het leven d.i. 15 °/o. Wij gedenken al deze doden, mannen, vrouwen en kinderen met eerbied. Ve len onder onze lezers we weten het hebben familieleden te betreuren, die omkwamen onder de meest dramatische omstandigheden. Anderen verloven goe de vrienden of collega's en onderwijzers leerlingen van hun school. Wij hebben in het gedenkboek van de ramp, dat door het Wetensohappelijk Genootschap een jaar later werd uitgegeven en waarmee het heel de eilandbevolking aan zich verplicht heeft („Gebroken Dijken") nog eens de lange lijst dei- slachtoffers nagelezen en daarbij ver menigvuldigden zich de gedachten we derom binnen in ons, want er waren vele vrienden en kennissen onder. En wie het rampkerkhof bezoekt, dat in derhaast in Spuidijlc te Oude Tonge moest worden aangelegd, waar hele fa milies, waaronder van 7 of 8 personen begraven zijn, die komt wel heel sterk onder de indruk van de omvang en het ernstige karakter van deze ramp, die we niet meer voor mogelijk hadden ge houden. Maar naast deze dodenherdenking dienen wij als overlevenden toch zeker ook uiting te geven aan onze grote dankbaarheid jegens God, die ons leven spaarde temidden van de dodelijke ge varen, die velen onzer van alle zijden omringden. Waaraan hebben wij dat verdiend? Het is louter Gods genade, die ons heeft gespaard, want we waren niet beter dan zij, die zo tragisch zijn omgekomen. We weten, dat er onder ons zijn, die nog elke dag God danken voor hun behoud, want zij zien het als een wonder, dat zij temidden van de woedende golven, die door hun huizen spoelden of waardoor ze dreigden ver zwolgen te worden, gaande langs de rand van de dood, tenslotte toch nog aan het gevaar omkwamen. Het is goed dat we daarbij weer eens stilstaan en Gode de eer geven, die Hem toekomt voor Zijn redding uit zo grote nood. Want wij moeten ons goed realiseren, dat wij toen machteloos waren en dat ons leven zoals altijd, in Gods hand was en Hij in die kritieke uren met ons kon doen naar Zijn welbehagen. De stormramp-1953 was één van de ernstigste natuurrampen, die Nederland in historische tijden getroffen heeft. Na Schouwen en Duiveland werd Goeree en Overflakkee het zwaarst geteisterd. In het hele rampgebied zijn op meer dan 400 plaatsen de dijken doorgebro ken, die helaas niet bestand bleken te gen het geweld der natuurkrachten. Door de zeer lang woedende storm, die met een kracht van meer dan 20 m. per seconde gedurende 23 uur woedde sedert 1898 was dit nooit langer dan 12 uur geweest werd het water van de Noordzee, vooral ook door de zeer ongunstige windrichting (Noord-west) en tegelijk een springvloed, zo hoog op gestuwd, dat de dijken het begaven. Er onstonden op ons eiland 150 gaten in de buitendijken met een totale lengte van meer dan 10 km. van de 90). Daar door kwamen 17000 ha. van de 22.000 onder water te staan. Alleen Dirksland en Melissant bleven vrij. Dat de ramp hier zulke afmetingen heeft aangeno men, kwam mede daardoor, dat in het Goereese Gat en in iets mindere ma te in het Brouwershavense het stormeffect op de waterhoogte het grootst is geweest. Merkwaardig was het, dat zowel op Schouwen en Duive land als hier verreweg de meeste ga ten ontstonden aan de zuidkant, hoewel de wind op de noordkant stond. In het Schouwense gedenkboek „Gekwelde Meditatie Jezus' macht over de natuur Wie is toch Dezedat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn? (Marcus 4 41b) Tien jaar zijn al weer vergleden, sinds 1 februari 1953 ons vaderland en in zonderheid ook onze streek, door een natuurramp werd getroffen, die zijn weerga in de geschiedenis schier niet heeft. Wie denkt niet terug aan die zater dagavond van de 31ste januari? De vorige dag hadden we in Middel- harnis jaarvergadering van de Jonge lingsvereniging gehad en ik herinner me nog levendig een voordracht van één der leden over het beleg en ontzet van Leiden. U weet, dat de Prins van Oranje toen de dijken van Delftland en Schieland had laten doorsteken, met de bedoeling het Z. Hollandse polder land te inunderen opdat de platboom de vaartuigen van admiraal Boisot, de stad zouden kunnen bereiken om het zo vurig verbeide voedsel te kunnen bren gen aan de uitgehongerde Leidenaars. Maar.de wind was hun tegen. Iede re dag woei er een straffe oostenwind. Het waterpeil zakte, inplaats dat het steeg. De gaten in de dijken bleven kurkdroog. Moedeloos verzuchtte de Prins iedere morgen: Oostenwind! Totdat eindelijk de wind naar het Noord-Westen schoot en de Heere uit komst gaf door het opkomende getij. Wie onzer had op die avond kunnen denken dat de Noord Wester die toen maals de redding van Leiden beteken de, de volgende dag de ondergang van zovelen zou bewerken? De harde wind van zaterdag wakker de aan tot zeer zware storm en 's avonds werd er de waarschuwing ge geven voor zeer zware storm en zeer hoog water. Maarwie dacht nog aan gevaar? Totdat plotseling in de nacht van zaterdag op zondag de wate ren zich verhieven en met ongetemde kracht de dijken kapot sloegen en op vele plaatsen verwoesting, leed, angst en dood brachten. Meer dan 1800 mensen vonden de dood in de golven, waarvan een kleine 500 op ons eiland. De wateren kwamen en wij beefden. De golven zijn teruggevloeid. De dij ken.. gedicht,de materiële schade, her steld, maar de wonden die geslagen zijn door het verlies van zoveel dierbaren zijn gebleven en op een dag als vandaag vermenigvuldigen zich de gedachten. „Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?" grond" wordt gezegd, dat de dijken aan de zuidkant te laag, te zwak en te steil waren. In hoeverre dit ook voor Goeree en Overflakkee geldt, weten we niet, maar feit is, dat de drie zwaarstgetrof- fen dorpen op ons eiland, Oude en Nieuwe Tonge en Stellendam, de eerste twee vanwege hun ligging en de laatste in hoofdzaak vanuit het zuiden werden overstroomd. Nakaarten daarover heeft weinig zin. Hoewel de autoriteiten als de bevolking hebben een dergelijke ramp, zij het misschien niet in theorie maar dan toch in elk geval reëel, eigen lijk niet voor mogelijk gehouden. Veel medeleven Bij een herdenking van de storm ramp mag zeker niet ontbreken een herinnering aan het geweldige medele ven en de buitengewone hulp, die alle getroffenen op zo velerlei wijze hebben ondervonden. Door verschillende om standigheden o,a. doordat de ramp in het weekend gebeurde kwam de hulpverlening van buiten pas laat op gang, maar toen ze er eenmaal was, had ze ook moeilijk beter kunnen zijn. Onze dorpen waren onbewoonbaar geworden en van de 33.000 inwoners van ons eiland moesten er ongeveer 20.000 ge- evacueerd worden (uit het hele ramp gebied 72.000). Den Briel, Rotterdam, Dinteloord, Den Bosch en andere plaat sen dienden voor opvangcentrum. Ve len kregen bij familie aan de „over kant" onderdak, doch de meesten kwa men bij vreemden terecht. Dit bracht op de duur allerlei problemen met zich, doch gelukkig konden de meesten na enkele maanden reeds terug. Het mede leven was overal buitengewoon groot. Schrijver dezes herinnert zich nog", dat hij, na 's maandagsmiddags al in Den Haag te zijn gearriveerd via Brielle, de volgende middag naar de vergadering van de Tweede Kamer ging, waar de voorzitter Dr. Kortenhorst en de mi nister-president Dr. Drees de doden herdachten het toen bekende aantal was 627 en de laatste een overzicht gaf van de omvang van de ramp en de genomen maatregelen. Wij waren de enige, die toen reeds, vanuit het ramp gebied gekomen in de gelegenheid was, deze historische vergadering bij te wo nen. De tribunes waren stampvol en wij moesten staan. Alle gesprekken gin gen over de ramp en toen we onze we derwaardigheden vertelden, was er uiteraard een enorme belangstelling. Het mooie was dat één der toehoorders die een zitplaats had, opstond en zijn plaats ons aanbood met de woorden: ik wil niet, dat iemand, die dit alles heeft meegemaakt, nu hier moet staan, terwijl wij erbij zitten! Zo was er in MUZIEKHANDEL BERNARD ZN. MIDDELHARNIS Voor platen en platenspelers SOMMELSDIJK RESERVE-KAPITEIN EN DISTRICT COMMANDANT B.S. Met grote ontsteltenis werd woens dagavond de droeve mare vernomen dat de heer A. Fopma, oud-leraar aan de Chr. Ulo te Middelhamis, plotseling was overleden. Ofschoon de heer Fop ma gepensioneerd was gaf hij door gebrek aan leraren iedere morgen ■nog les op school, wat hij op de dag van zijn overlijden ook nog heeft ge daan. Hij is dus wel in het harnas ge storven. ABRAHAM FOPMA is geboren 20 maart 1895" te Zwammerdam. Uit zijn levensgeschiedenis valt te vertellen dat hij als jongeman 8 jaar in militaire dienst is geweest en deze dienst verliet als reserve-kapitein. Daarna heeft hij als boekhouder gewerkt, om vervol gens bij het onderwijs te komen. Als zoon van een schoolhoofd was hij de enige die onderwijzer werd, om het Christelijk onderwijs met overtuiging te dienen. In 1934 verbond hij zich aan de Chr. Ulo te Middelhamis welke school hij 26 jaar, tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft gediend. Op 24 en 25 aug. 1960 is hem bij het afscheid een grootse hulde bereid door het bestuur, collegae en oud-leerlingen. Honderden leerlingen zijn door hem opgeleid, die van hem vorming ontvingen niet alleen voor het maatschappelijke, maar ook voor het geestelijke leven. Hij had een aparte manier van les geven het vorige hoofd van de Chr. Ulo de heer de Fockert, waarmee de overledene zeer vele jaren heeft sa mengewerkt zei er eens van: „Fopma wil door zijn leerlingen begrepen wor den: als hij bemerkt dat ze dit niet doen, verpakt hij de leerstof in humor en het werkt prima!" Dit werkte inderdaad vaak ontwape nend. Vele jongens en meisjes zullen hem dan ook dankbaar herinneren. Na zijn pensioen heeft hij de school nog niet geheel vaarwel gezegd, maar heeft tot zijn sterfdag iedere morgen les gegeven. Na zijn thuiskomst woensdagmiddag is hij onwel geworden mevr. Fopma dacht van bronchitus waarom hij zich voornam enige dagen rust te hou den. 's Avonds reeds heeft hij het tijde lijke met het eeuwige moeten verwis selen. Vervolg pag. 2 le kolom) Speciaal in het opmaken van Fruitmanden en Fruitbakjes uitcen.trale" B. v. d. VEER Telefoon 2682 Westdjjk 36 MIDDELHARNIS f N.V. KONINKLIJKE BEGEER Wij brengen heir een foto van de voor- en keerzijde van de penning „Watersnood 1953" destijds door de N.V. Koninklijke Begeer te Voorschoten ontworpen' en in de handel gebracht om de herinnering aan de ver schrikkelijke ramp die tien jaar geleden ons volk trof, levendig te houden. De voorzijde spreekt voor zichzelf, een mens in nood, roepend om redding. De Latijnse spreuk op de keerzijde „Nil Desparundum" betekent: „Wanhoop nooit". De duif met het olijfblad in de bek, geeft het beeld weer van de tekst Gen. 8 11 toen de duif naar de ark terugvloog bemerkte Noach dat de wateren boven de aarde gelicht waren en weg vloeiden. De penning is nog verkrijgbaar aan genoemd adres. De prijs bedraagt thans 8.75. VJ O land, land, land hoort des Heeren Woord! Indien niet, dan zal straks voor eeuwig de bangheid, de vrees, de be nauwdheid ons deel zijn! Gelukkig, wanneer dit gedenken ons op onze plaats mag brengen, evenals de discipelen en ons brengt tot de kinder lijke vreze en belijdenis: „Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn." Dan komt er plaats voor het lied: 't Gebruis der zee doet Gij bedaren Daar Gij haar golven stilt 't Rumoer der volken en der baren Betoomt Gij, waar Gij wilt Die d' einden dezer aard bewonen Aanschouwen dag aan dag De teek'nen die Uw almacht tonen Met vrees en diep ontzag. Dirksland. C. J. Kesting. De Heere Jezus is in onze tekstge schiedenis met Zijn discipelen op het meer. Plotseling steekt er een storm op en bevinden zij zich weldra in noot.' op de baren. Al hun schipperskundo is niet tegen deze omstandigheden op gewassen. Het schip dreigt te zinken. Ze weten het niet meer! En het ergste is, dat het schijnt of de Meester Zich van dit alles maar niets aantrekt. Hij ligt te slapen. Langer kunnen zij het niet uithouden. Angstig schudden zij Hem aan de arm. „Meester, Meestei, bekommert het U niet, dat we ver - 1 gaan?" En dan komt de Heiland aan dek. Gebiedend strekt Hij de arm uit en even plotseling als de storm is op gestoken, bedaart zij. De golven zwij gen. Het gevaar is voorbij. Uit deze geschiedenis kunnen we veel leren. In de eerste plaats lezen we in en rondom ons tekstwoord van tweeërlei vrees. Eerst lezen we: „En Hij zeide tot hen: Wat zijt ge zo vreesachtig? La ter: „En zij vreesden met grote vrees en zeiden: Wie is toch Deze....!" In de oorspronkelijke tekst worden hier twee woorden voor „vrees" ge bruikt. Het eerste woord ziet op angst, bangheid! Het tweede woord op: de kinderlijke vreze des Heeren. Hieruit kunnen we dus zien, dat ook Gods kerk vrees kent in hun leven! Te midden van de oordelen kan het bang worden. Van de discipelen lezen we elders zelfs, dat zij schreeuwden van vrees. David zegt: Mij is bange! Petrus is bevreesd voor zijn leven ir. de zaal van Kajafas. Elia siddert in de rotsspleet van Horeb. Abram en Izak zeggen uit vrees zelfs een leugen. Hiskia kermt op zijn ziek bed om genezing. Het is een bewijs dat het geloof kan inzinken. En Jezus be^ straft Zijn jongeren om hun vrees en wantrouwen. Hoe was dat met óns, in de ramp nacht? Gelukkig, wanneer we echter ook van die andere vrees weten te spreken. „En zij vreesden met grote vrees en zeiden: Wie is toch deze, dat ook do wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?" Hieruit spreekt immers weer de kin derlijke vreze. Het opzien tegen hun Meester, het geloof in Zijn almacht en trouw. Ook die vreze is in de rampnacht ge kend. Zelfs toen er geen uitkoms. kwam! En we weten het immers, das- er zijn ondergegaan in de koitenuerg'Si^~ ven met de zang op de stervende lip- pen: Nu ga ik op tot Gods altaren. Tot God, Mijn God, de bron van vreugd! i Hoeveel anderen hebben ook in oot- moedige verwondering gestaan bij hun redding uit het bangst gevaar met op nieuw de kinderlijke vreze, dat aanbid dend opzien tot Hem: Wie is toch Deze? Dan volgt na de rampnacht, de dank dag.' Hier in onvolkomenheid en gebro kenheid. Straks de eeuwige dankdag, waarop het zal worden uitgeroepen: En de zee is niet meer!" Tien jaar geleden! Wat heeft het in uw leven uitgewerkt? Moet de Heere van ons klagen: Ik heb ze geslagen, maar ze hebben geen pijn gevoeld? Ach in brede massa is dat zo! Het is of ons vaderland sinds dien in nóg snellere vaart is afgegleden van de wegen des Heeren. "De voorspoed, die sindsdien gekomen is, heeft ons soms geheel in zijn greep gekregen. De dingen der wereld wegen ons zwaarder dan de dingen van Gods koninkrijk. Hoe is zelfs het fijne goud verdonkerd en de aarde flessen gelijk geworden. allerlei vorm een buitengewoon mede leven, dat ons allen zo goed heeft ge daan. Materiële schade De schade, die de ramp heeft ver oorzaakt, was vanzelfsprekend bijzon der groot: meer dan een miljard gul den. Er waren 20.000 koeien verdronken (op G. O. 4500), 11.000 varkens (3000), 2500 schapen, 1000 paarden (350) en 100.000 kippen (22.000); 130.000 ha. cul tuurgrond was overstroomd, van de to tale dijklengte van 1080 km. werd 480 km. weggevaagd of beschadigd; duizen den huizen waren vernield of bescha digd; huisraad en kleding weggespoeld of bedorven. Maar het Nationaal Ram penfonds kreeg geld genoeg: 133 miljoen waarvan 39 m. uit het buitenland. Van de vreemde landen gaven de Ver. Sta ten het meeste in geld n.l. 11 m. en de Scandinavische landen, vooral Noorwe gen en Zweden het meeste in goederen n.l. 23 miljoen! Via de adoptie is ook zeer veel hulp geboden. En de rijksre geling van de rampschade was ook zeer bevredigend; wij hebben althans weini gen horen klagen. Materieel kwam al les wel weer terecht, maar het grote aantal slachtoffers blijft een tragische bladzijde in onze landshistorie. MIDDELHARNIS Bejaardenbijeenkomst in het Diekhuus Op dinsdag 5 febr. a.s. zal een sa menkomst worden gehouden in het Diekhuus van bejaarden uit Middel- harnis, Sommelsdijk, Stad en Nieuwe Tonge. De heren Boomsma zullen dia's vertonen over hun reis naar Egypte. Aanvang 's middags 2 uur. Gevonden: Een paar schaatsen, (hou ten Noren). Terug te bekomen bij L. de Korte, Lijsterbesweg 25, Middelhamis. STAD AAN 'T HARINGVLIET Burg. Stand. Overleden: L. Diepen horst, echtgenote van Joh. Borri, 79 j. Alleen 't beste... Binnenvering Schuimrubber HAZET FABRIEKEN ZEVENBERGEN Van de redactie Omdat wij in dit nummer de nodige aan dacht hebben besteed aan de her denking dat 10 jaar geleden de storm vloedramp plaats vond, waren wij ge dwongen meerdere verslagen tot de vol gende nummers te laten overstaan. Om plaats te maken voor het noodzakelijk ste moesten enkele opschuivingen plaats hebben. De zwaarst getroffen gemeente in het gehele rampgebied was Oude Tonge, waar meer dan 300 slachtoffers zijn gevallen. Aan een dijk van de spuikom was de enige mogelijkheid tot begraven. Daar zijn de slachtoffers nadat zij geindentificeerd werden bijgezet, herbegraving heeft later niet meer plaats gevonden. Op ieder graf is een steen aangebracht waarin de naam en de leeftijd van het slachtoffer is gebeiteld. Na tien jaar is het nóg ont roerend om dit massagraf te bezoeken en de namen van zoveel gevallenen, waaronder zeer jeugdigen af te lezen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1963 | | pagina 1