Tien jaar geleden
braken de dijken
De les van de ramp
Van watersnood
tot vernieuwingsdeugd
NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT DONDERDAG 31 JANUARI 1963
Van onze bijzondere
correspondent in Zeeland
OVERAL waar leed is, is zegen
nabij.
Met deze woorden troostte
koningin Juliana de rampzalige
mensen die verloren wie en wat
hun lief was. Haar spreuk is voor
zuid-west-Nederland toepasselij
ker gebleken dan werd vermoed.
Van de (waters) nood werd een
zodanige (vernieuwings) deugd
gemaakt dat de deltagemeen
schappen bezig zijn in luttele
jaren tijds een wezenlijke veran
dering te ondergaan.
Er zijn nog slechts 7.400 paarden
in het Zeeuwse land, maar het
plaatje met de dampende rossen
doet het altijd nog beter dan dat
met de efficiënte trekker of spuit-
instailatie. Enkele lokale bestuurs-
crises hebben de landelijke pers in
de gelegenheid gesteld te doen als
of er een folkloristisch festijn aan
de hand is en geen aanpassingspro
ces aan de nieuwe tijden.
De gemeenteraad van Middel
burg voteerde onlangs met moeite
1,4 miljoen voor de modernisering
van de schouwburg. Het visserijla
boratorium in Wemeldinge vergroot
de afstand tussen de natuur en de
kunstmatige levenscondities van
oesters en mosselen, zoals het proef
station in de Wilhelminapolder de
fruitteelt conditioneert.
Waar het deltaplan vordert wordt
de natuurlijke lozing door eb en
vloed vervangen door die met mo
derne gemalen. Aanpassingswerken
noemen wij dat, een toepasselijk be
grip voor wat zich in de menselij
ke ziel ook heet af te spelen.
TVfOG niet lang geleden was er op
Tholen verzet tegen het werken
van meisjes in de industrie, maar
nu er misschien 800 lange-afstands-
pendelaars zijn, staan de bakens
wel anders opgesteld.
De besloten coterieën in de streek-
centra zijn opengebroken of lijden
een anachronistisch bestaantje. De
bestaande industrieën staan niet af
wijzend meer tegenover nieuwe. Het
mentale separatisme van de
Zeeuws-Vlaming is achterhaald
door een herboren zelfvertrouwen.
Goes, dat voor de ramp met pijn
industriehallen oprichtte, is een ge
slaagde ontwikkelingskern geworden
en Middelburg pretendeert meer te
worden dan het overgeleverde be-
stuurs- en cultureel centrum. De
samenwerkingsverbanden beginnen
het stadium van het afvangen van
vliegen langzaam maar zeker ach
ter zich te laten- Het dialect wordt
bedreigd door pendel, toerisme en
televisie, tekenen van een opgehe
ven isolement.
Het jaar 1953 is wel als een
breuk te beschouwen al is er na
tuurlijk voordien ook sprake van
vernieuwingen.
De landbouw bijvoorbeeld loopt in
het zuidwesten al meer dan een
eeuw voorop. De herverkaveling op
Walcheren, die is geboren uit de
oorlogsnood, is na 1953 voortgezet
op Schouwen-Duiveland. Tholen,
Zuid-Beveland en in West Zeeuws-
Vlaanderen. In de vorm van ruil
verkavelingen gaat zij verder, voor
al in Oost Zeeuws-Vlaanderen en
op Noord-Beveland.
Bijna 73.000 ha is of wordt op de
schop genomen. 60 procent van het
Zeeuwse areaal, waarmee een be-
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
een in het sluitgat op te storten
stenen dam in praktijk brengen bij
de bouw van de Grevelingendam tus
sen Bruinisse en Oude Tonge. Mede
door deze ervaringen zal de me
thode voor Brouwershavense Gat en
Oosterschelde worden bepaald.
De les van de ramp is terdege
ter harte genomen. Het doel dat de
rijkswaterstaat in tijd van een
kwarteeuw zal moeten bereiken is
bovenal een dertigvoudige vergro
ting van de veiligheid tegen over
stroming, met als belangrijkste ne
venvoordelen het creëren van grote
zoetwaterbekkens in het zuidwesten
en het tot stand brengen van vaste
verbindingen tussen de voormalige
Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden.
H." J. STUVEL
drag is gemoeid dat ver boven 300
miljoen komt.
Streekverbeteringscommissies heb
ben zich ingespannen de mentale
ontwikkeling hierop af te stemmen.
Mechanisatie, rationalisatie, de
bouw van aardappelbewaarplaatsen
en graansilo's hebben de bedrijfs
voering een ander aanzien gegeven.
Het zal niet lang meer duren of het
aantal onrendabele percelen, wat de
openbare nutsvoorzieningen betreft,
zal te verwaarlozen zijn. In 1937
hadden er 7.000 nog geen aanslui
ting op het elektriciteitsnet.
L)E FRUITTEELT heeft zich her
steld van de ramp en is sterk ge
moderniseerd. De 5400 ha pit- en
steenvruchten en 900 ha klein fruit
staan aan de top van de rentabili
teit in Nederland. De veilingen heb
ben de laatste jaren voor tientallen
miljoenen geïnvesteerd. De glas
cultuur is sterk in opkomst.
Eén van de grootste bestuurlijke
prestaties is de inrichting van al
omvattende waterschappen op
Schouwen-Duiveland, Tholen en
Zuid-Beveland, waarmee vele dijk
graven doelbewust een eind hebben
gemaakt aan hun miniatuur ko
ninkrijkjes. De vele pittoreske
landbouwhaventjes worden gecon
centreerd, daar waar de afsluitin
gen tot een vast waterpeil leiden.
Kortgene en Wissekerke op Noord-
Beveland hebben kustvaarthavens
gekregen.
In de vier ontwikkelingskemen,
Terneuzen, Goes, Zierikzee en Sint
Maartensdijk, is de industrialisatie
begonnen met een tempo dat voor
Zeeland vijf maal zo hoog ligt als
enige jaren geleden. In de Sloeha-
ven hebben Vlissingen en Middel
burg belangrijke perspectieven,
evenals de gemeenten langs het ka
naal Terneuzen-Gent, nu dit van
10.000 tot 50.000 ton capaciteit
wordt vergroot. Ook in deze plan
nen draagt het Rijk met enige tien
tallen miljoenen bij. De vlasindus
trie is overigens sterk in verval.
"jVJET de enorme uitbreiding van
de Westerscheldeveren is het
verkeer navenant gestegen. In 1947
werden er 220.000 auto's overgezet,
in 1962 meer dan een miljoen. De
bouw van de brug over de Ooster
schelde, die in 1965 gereed is, sluit
aan op de Haringvlietbrug. Ver-
keerseconomisch anticiperen bei
de op het eigenlijke deltaplan. Ge
lukkig is de tram na 1953 op
Schouwen-Duiveland verdwenen.
Goeree-Overflakkee maakt zich
op voor de aansluiting bij het vas
teland met grote gevolgen voor in
dustrie, pendel, toerisme en tuin
bouw. Rondom de drie-provinciën-
dam werken de gemeenten aan één
structuurplan.
In westelijk Noord-Brabant, dat
de economische stagnatie deelt met
het gehele zuidwesten, zijn projec
ten ontvouwd voor zeehavens aan
Kreekrak en Hollands Diep, die het
grote geboortenoverschot moeten bin
den.
De visserij is met gemeentelijke
steun aan een vernieuwing van de
vloot bezig en Breskens gaat zich
op de Gemeenschappelijke markt
oriënteren. Omtrent de oesterproef
in het Veerse Gat is nog geen ze
kerheid.
1YE ARBEIDSMARKT is nog ont
wricht door de grote pendel en
de omvangrijke vertrekoverschot-
ten. De Zeeuwse landbouw bood in
1947 aan 30.000 mannen werk, in
1960 nog aan 21.000.
Maar de werkgelegenheid neemt
toe, er is concentratie in de steden
die zich op de grotere groei voor
bereiden, zoals Breskens zich her
oriënteerde op het toerisme toen de
veerboten hun route verlegden en
zoals Veere zich moest herstellen
en straks Yerseke.
De samenvoeging van gemeenten,
op Schouwen-Duiveland en straks
op Walcheren een feit, vordert aar
zelend. In het Drie-eilandenplan is
meer dan 80 miljoen geïnves
teerd. Op de Westerscheldebrug
wordt door de provincie nijver ge
studeerd.
Economisch, waterstaatstech-
nisch, planologisch en sociaal is de
provincie toegerust met instellin
gen die in de ontwikkelingsprogram
ma's coördinatie nastreven. Men
mag vaststellen dat ook van hen
uit de nieuwe gezindheid wordt ver
spreid die zovelen reeds bezielt bij
hun initiatieven.
ONDER de deskundigen van
de natte waterstaat mocht
dan al wel eens de vraag zijn
gerezen of bij een springvloed
na uitzonderlijk lang storm
weer uit het noordwesten de
hoogte van de zeekeringen
wel voldoende zou zijn, meer
dan een theoretische kwestie
vas het in de jaren voor. 1953
toch eigenlijk niet geweest.
Sinds eeuwen had zich een der
gelijke calamiteit niet voorge
daan en dit had de waakzaam
heid tegen het latente gevaar
doen verslappen. In zekere zin
zou men een parallel kunnen trek
ken met de bereidheid van een
volk om zware financiële offers
voor zijn defensie te brengen in
een periode waarin het sinds
mensenheugenis niet in een reëel
oorlogsgevaar heeft verkeerd.
den opgemaakt. Die lijst gaf wel
een zeer somber beeld.
Het bleek dat men geconfron
teerd was met een ramp die de
zo beruchte en haast legendarische
Elizabethsvloed in omvang verre
overtrof. Het aantal slachtoffers be
droeg 1795; talloze stuks vee, paar
den en pluimgedierte waren ver
dronken; zeer vele woningen waren
ingestort of zwaar beschadigd
^an huisraad, landbouwwerktuigen
en bouwland was een onvoorstel
baar grote schade berokkend. Vele
dijken waren doorgebroken en vloed
en eb wisselden elkaar af boven
het verdronken land.
Maar hartverwarmend was do
wijze waarop zo wel hier te lande
als in de ons omringende landen
de hulpverlening spontaan op gany
kwam; hoe zeer velen zich inspan
den om met de daad het leed van
de getroffenen te helpen verzach
ten; hoe rijkelijk de hulpfondsen
werden gevuld en hoe energiek het
herstel werd aangepakt.
op drie plaatsen; tussen Lek en IJs
sel bij Ouderkerk aan de IJssel;
langs de Merwede bij Papendrecht
en Giessendam en ten slotte op
Texel in het noordwesten.
Ernstige duinafslag deed zich
voor bij Cadzand, op Walcheren, bij
Scheveningen, Katwijk, Noordwijk
en Zandvoort.
1MEN JAAR zijn sindsdien
voorbij gegaan. Tien jaar
waarin de felle pijn van de per
soonlijke wonden tot berustend
aanvaarden kon genezen, al blij
ven de littekens een smartelijke
herinnering. Tien jaar ook waar
in het herstel kon worden vol
tooid en het Deltaplan met
kracht ter hand kon worden ge
nomen.
Wij leven in een tijdperk waar
in geweldige gebeurtenissen en
zware dreigingen voortdurend
de geest gespannen houden. Dit
doet de herinnering snel verva
gen. Maar vergeten mogen wij
de ramp van de 31ste januari
1953 stellig niet. Niet om de na
gedachtenis aan hen die bij de
catastrofe het leven hebben ge
laten, en niet om de wijze waar
op het Nederlandse volk deze
slag heeft weten op te vangen:
verbeten, energiek, gul, zonder
ophef, en met een deugddoende
eenheid in verscheidenheid.
Het Scliouicense dorp Kerktverve
in 1953 en in 1958.
Toen dan ook in de late avond
van zaterdag de 31ste januari 1953
springtij werd verwacht, nadat het
al geruime tijd uit het noordwesten
had gestormd, maakte vrijwel nie
mand zich zorgen.
Zeker, op de plaatsen waar andei's
bij abnormaal hoog water extra
voorzieningen werden getroffen,
deed men dit nu ook. Men plaatste
vloedplanken en sloot de deuren in
de uitsparingen van sommige dij
ken.
Zij die des avonds het ongerief
ondervonden dat veerdiensten uit
moesten vallen wegens het toen
reeds vrij hoge water, mopperden,
maar over het algemeen ging het
Nederlandse volk rustig slapen.
Zelfs zij die in de lage polders
vlak bij de zeearmen woonden.
TYE NACHT bracht dood en ellen-
de, lijden en grote schade. Om
dat men niet bedacht was geweest
op de mogelijkheid van een ramp
van een dergelijke omvang ontbrak
in het eerst elke georganiseerde be
strijding en hulpverlening; omdat
de communicatiemiddelen op vele
plaatsen uitvielen ontbrak in het
begin ook elke mogelijkheid om
rich een juist beeld van de omvang
van de ramp te vormen. Het was
laat op de volgende zondag dat men
boven de grote rivieren wist, dat
het in Zeeland heel erg was; het
was pas maandag voordat was door
gedrongen welk een zware ramp ons
had getroffen.
Nu, tien jaar later, staat ons nog
zeer levendig voor de geest hoe wij,
bewoners van een bovenwoning aan
een van de Rotterdamse buitenha
vens, des nachts wakker werden
door een vreemd gerommel op de
kade. Het bleken lege, ijzeren va
ten te zijn, die op de wal opgesla
gen hadden gelegen, maar die nu, al
drijvend, tegen de huizen bonkten.
Een paar binnenschepen waren bo
venop de kade terecht gekomen. De
elektriciteit was uitgevallen, zodat
er geen licht kon worden gemaakt.
Door de overstroomde straat waad
de kniehoog een peloton mariniers,
op weg van hun kazei'ne naar het
hoofdkwartier.
Zodra het mogelijk was haastten
wij ons naar het bureau van de
krant, waar op dat moment
tegen zessen in de morgen de
eerste berichten via telefoon, telex
en radio begonnen binnen te komen.
Wij hoorden van ondergelopen
polders, vooral ten zuiden van Rot
terdam, van enkele slachtoffers,
van verdronken vee, van verbroken
verbindingen, van beschadigde hui
zen. En wij zouden op reportage
gaan.
Maar de weg naar Dordt bleek
achter Rijsoord niet berijdbaar, de
weg voorbij de brug over de Noord
bij Ridderkerk dook onder in een
onafzienbare watervlakte. Vrij
spoedig waren wij terug op de
krant, waar men inmiddels al meer
en nog alarmerender berichten had
ontvangen. Doch van Zeelands
ramp had niemand nog veel weet.
TYAT KWAM pas nadat vliegtuigen
terugkeerden van een rond
vlucht over de grauwe watermas
sa's waarin Zeelands tuin was her
schapen. Over de weg bleek die
provincie slechts via Utrecht en
Den Bosch bereikbaar te zijn.
En langs die route begon zich
reeds de stroom voort te rep
pen van de velen die spontaan te
hulp snelden.
Auto's met zandzakken en schop
pen, levensmiddelen,
d'ekens, een roeiboot,
geneeskundig personeel,
drinkwater. Tegelij
kertijd bewoog zich
over de waterwegen
naar het zuiden een
stroom van vaartuig
jes, want men had be
grepen dat in het zuid
westen van ons land
mensen en vee gered
moesten worden en
dat men hen niet an
ders dan over het wa
ter zou kunnen berei
ken.
Het was ook in die
uren dat de eerste
schepen met geredden
aankwamen, in Vlaar-
dingen, in Rotterdam
en Dordt. Uit hun ver
halen kon men zich
een beeld gaan vormen
van de verschrikkingen
van die nacht, van de
nood waarin nog vele
landgenoten bleken te
verkeren en van de
zwaarte van de slag die
ons had getroffen. Maar
het zou nog vrij lang
duren voor een volle
diger balans kon wor
T TIT DEZE energie is het Deltaplan
geboren. Voor welk een zwa-«
taak de deskundigen van de wa
terstaat wel stonden kan men ter.
dele benaderen als men nagaaf
waar het water zijn vernielende
krachten aan het werk had gezet.
Een slechts heel globaal over
zicht hiervan geeft het volgende
beeld:
drongen dat op de weg naar een
vergrote veiligheid feitelijk geen uur
ongebruikt voorbij mocht gaan, dat
de toenmalige minister van ver
keer en waterstaat, mr. J. Algera,
van de vaste commissie uit de
Tweede Kamer blanco volmacht
kreeg om onverwijld te beginnen
met de eerste werken, dus lang
voordat er een Deltawet was aan
genomen.
De Deltacommissie, ingesteld in
de maand van de ramp, bracht in
snel tempo vijf interimadviezen
uit, in 1961 gevolgd door het om
standig gedocumenteerde, zesdelige
eindverslag.
Van deze interimadviezen is het
derde het belangrijkste geweest om
dat de commissie hierin unaniem
adviseerde over te gaan tot het af
sluiten van vier zeegaten, van zuid
naar noord- het Veerse Gat, de
Oosterschelde, het Brouwershaven-
se Gat en het Haringvliet.
Het tweede advies bevatte het
voorstel onverwijld over te gaan tot
de bouw van een dubbele storm
vloedkering in de benedenmond van
de Hollandse IJssel, teneinde de
zwakke zuidelijke hoogwaterkering
van de Randstad Holland op korte
termijn belangrijk te versterken.
Het vierde advies betrof de wer
ken van het Drie-eilandenplan, wel
ke inmiddels zijn uitgevoerd.
Het vijfde interimadvies bevatte
een nadere argumentatie van de
eerder uitgesproken voorkeur om
de zeearmen af te sluiten boven het
verhogen van de bestaande dijken.
Volledigheidshalve vermelden we
nog dat het eerste interimadvies
betrekking had op het verhogen van
de Schouwse Dijk, een voor het
eiland Schouwen-Duiveland belang
rijke zaak, zolang namelijk de gro
te breuk bij Schelphoek nog niet was
gesloten.
Gepaste trots
AVER het algemeen kunnen wé
bij het opmaken van de balans,
tien jaar na de ramp, dankbaar
vaststellen dat de uitvoering van de
werken van het Deltaplan met grote
energie is aangepakt.
De eerlijkheid gebiedt echter te
vens te vermelden dat aan het ver
hogen van de waterkeringen langs
Westerschelde en Rotterdamse Wa
terweg niet met een zodanige voort
varendheid wordt gewerkt dat de
eindstreep zal worden bereikt tege
lijk met de afsluiting van de Oos
terschelde. En toch is dit de op
dracht van de Deltawet; men leze
r de monumentale memorie van
toelichting maar op na.
Ook kunnen wij niet onverdeeld
het beleid met betrekking tot de
afsluiting van de Lauwerszee be
wonderen. Waarom moest er zo
veel strijd worden geleverd eer dit
deltawerk in het noorden ter hand
werd genomen?
Een andere, zo langzamerhand
pijnlijke zaak is het nog altijd ont
breken van een Bijdragenwet Del
tawerken. waarin de kostenverdeling
van dijkverhogingen e.d. tussen het
rijk en lagere organen wordt gere
geld. Vooral in waterschapskringen
bestaat hierover nog steeds een
grote mate van onzekerheid.
Maar overzien wij in het kort wat
er wèl is gebeurd, dan bestaat er
alle reden tot tevredenheid en zelfs
tot een gepaste trots.
In IJssel en
Haringvliet
T)E BOUW van de stormvlöed-
kering werd onmiddellijk na het
dijkherstel, namelijk in januari
1954, ter hand genomen. Hoewel in
de uitvoering ongeveer een jaar ver
traging ontstond, kon op 22 oktober
1958 deze grootste beweegbare ke
ring ter wereld door minister Witte,
die de kort tevoren afgetreden mr.
Algera had vervangen, symbolisch
in bedrijf worden gesteld.
Tegelijk werd de vaste oeverver
binding tussen de Krimpenerwaard
en de Randstad Holland voor het
verkeer opengesteld. Voltooid is dit
kunstwerk echter ook nu nog niet,
door het ontbreken van de tweede
stalen schuif tussen de heftorens
aan de landzijde.
Met de voorbereiding van de af
sluiting van het Haringvliet werd
reeds in 1955 een begin gemaakt
door de aanleg van een werkhaven
bij Hellevoetsluis. Acht jaar later
is de afsluiting van deze noorde
lijkste zeearm in een bijzonder
spectaculair stadium.
Dat betreft vooral de in aanbouw
zijnde uitwateringssluis met een to
tale lengte van ruim één kilometer.
Bij het monteren van de 34 stalen
segmentschuiven is weliswaar eni
ge vertraging ontstaan, maar hier
tegenover staat, een meevaller bij
een ander onderdeel van dit werk,
zodat nog steeds wordt gestreefd
naar de definitieve afsluiting in
1968.
Met de werken in de Volkerak-
delta te beschouwen als de tech
nische voorwaarde voor de afgren
deling van het Haringvliet wor
den goede vorderingen gemaakt.
Hoogtepunt
TN ZEELAND beleefden de delta
werken tot dusver een niet ge
ëvenaard hoogtepunt met de afslui
ting van het Veerse Gat in het voor
jaar van 1961. Hier werd de zee
door het gebruik van zeven door-
laatcaissons op zo overtuigende wij
ze verslagen dat hiermede het be
wijs is geleverd dat ook de grootste
zeearmen afgesloten kunnen wor
den.
Zoals bekend wil de Deltadienst
in de loop van dit jaar nog de al
oude methode van de zogenaamde
geleidelijke sluiting met behulp van
Dijkdoorbraken hebben zich voor
gedaan (van zuid naar noord): in
Zeeuws-Vlaanderen (op ten minste
vier plaatsen); bij Vlissingen en
Vere; op Zuid-Beveland bij Krui-
ningen, Krabbendijke, Rilland Bath
en Wolphaertsdijk; op Noord-Beve
land; op Schouwen en Duiveland,
welk eiland het zwaarst werd ge
troffen, op drie plaatsen, waaron
der het dijkgat bij Ouwerkerk,
waarvan het herstel zulk een spec
taculair succes is geworden; in
Noord-Brabant bij Halsteren, Wil
lemstad, Dinteloord en Moerdijk; op
Goeree-Overfakkee op ten minste
drie plaatsen, plus het eiland Tien
gemeten; op Voome en Putten bij
Hellevoetsluis en Simonsha'-en; in
de Hoeksche Waard o.m. bij Numans-
dorp; op het Eiland van Dordt op
ten minste twee plaatsen; op IJs-
selmonde bij Ridderkerk en ten zui
den van Rotterdam; op Rozenburg
WAT zijn. in ruimer verband ge-
zien, nu wel de positieve resulta
ten van de ramp van 10 jaar ge
leden geweest?
Een periode van tien jaar is op
zichzelf natuurlijk willekeurig,
maar het is toch wel nuttig om nu
zij het zeer globaal ons erop
te bezinnen wat inmiddels is be
reikt, welke plannen gereed liggen
en welke plannen reeds in een ver
gevorderd stadium van voorberei
ding zijn.
Wij weten allen dat het indruk
wekkende antwoord op deze uitda
ging van de natuurelementen kort
en bondig kan worden samengevat
in een even groot als groots pro
ject, het Deltaplan.
De uitvoering van deze grote wer
ken geschiedt op grond van de op
dracht, vastgelegd in een speciale
Deltawet.
Op 8 mei 1958 werd de Deltawet
afgekondigd in het Staatsblad. Het
is een raamwet, waarvan de lengte
omgekeerd evenredig is aan de be
tekenis; als zodanig is het een pen
dant van de wet op de afsluiting en
gedeeltelijke droogmaking van de
Zuiderzee.
Het is welhaast karakteristiek
voor onze volksaard dat ook in dit
geval de beslissing eerst kon vallen
nadat de vreselijke gevolgen van
een stormvloed (13 januari 1916) de
onontkoombaarheid van een derge-
De gebieden in Zeeland, Zuid-
Holland en Noord-Brabant die in
de nacht van 31 januari op 1 febru
ari 1953 door het water teerden
overspoeld.
lijk grootscheeps offensief hadden
aangetoond.
In beide gevallen ging het boven
al om vergroting van de veiligheid
van het beneden de gemiddelde zee
stand gelegen land; een bétere be
veiliging dus tegen overstroming.
In beide gevallen is ook besloten
tot dezelfde remedie, namelijk ver
korting van de kustlijn.
Zo werd met de bouw van de Af
sluitdijk (19201932) een uiterst be
langwekkende periode ingeluid,
waarin grote en belangrijke water
bouwkundige werken tot stand zijn
gekomen.
Hoogtepunten in deze cyclus wa
ren in chronologische volgorde de
droogmaking van Walcheren (1945/
'46), de afsluiting van de Brielse
Maas (1950), de afgrendeling van
de Braakman (1952) en het drama
tische dijkherstel in 1953. Het be
sluit om de deltawerken te gaan
uitvoeren, was een besluit dat van
moed getuigde en dat alleen geno
men kon worden door de mogelijk
heden die een snel ontwikkelende
techniek bood, ondersteund door de
uitkomsten van wetenschappelijk
onderzoek.
Hoog tempo
TAE RAMPVLOED van tien jaar
geleden heeft een zo radicale
verandering van het geestelijke kli
maat bewerkt dat het, dank zij het
„schrikeffect", plotseling niet
moeilijk meer bleek te zijn de mil
jarden die deze werken gedurende
enige decennia zouden vergen, op
te brengen.
Zozeer was een ieder ervan door