Tien jaar geleden braken de dijken De les van de ramp Van watersnood tot vernieuwingsdeugd NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT DONDERDAG 31 JANUARI 1963 Van onze bijzondere correspondent in Zeeland OVERAL waar leed is, is zegen nabij. Met deze woorden troostte koningin Juliana de rampzalige mensen die verloren wie en wat hun lief was. Haar spreuk is voor zuid-west-Nederland toepasselij ker gebleken dan werd vermoed. Van de (waters) nood werd een zodanige (vernieuwings) deugd gemaakt dat de deltagemeen schappen bezig zijn in luttele jaren tijds een wezenlijke veran dering te ondergaan. Er zijn nog slechts 7.400 paarden in het Zeeuwse land, maar het plaatje met de dampende rossen doet het altijd nog beter dan dat met de efficiënte trekker of spuit- instailatie. Enkele lokale bestuurs- crises hebben de landelijke pers in de gelegenheid gesteld te doen als of er een folkloristisch festijn aan de hand is en geen aanpassingspro ces aan de nieuwe tijden. De gemeenteraad van Middel burg voteerde onlangs met moeite 1,4 miljoen voor de modernisering van de schouwburg. Het visserijla boratorium in Wemeldinge vergroot de afstand tussen de natuur en de kunstmatige levenscondities van oesters en mosselen, zoals het proef station in de Wilhelminapolder de fruitteelt conditioneert. Waar het deltaplan vordert wordt de natuurlijke lozing door eb en vloed vervangen door die met mo derne gemalen. Aanpassingswerken noemen wij dat, een toepasselijk be grip voor wat zich in de menselij ke ziel ook heet af te spelen. TVfOG niet lang geleden was er op Tholen verzet tegen het werken van meisjes in de industrie, maar nu er misschien 800 lange-afstands- pendelaars zijn, staan de bakens wel anders opgesteld. De besloten coterieën in de streek- centra zijn opengebroken of lijden een anachronistisch bestaantje. De bestaande industrieën staan niet af wijzend meer tegenover nieuwe. Het mentale separatisme van de Zeeuws-Vlaming is achterhaald door een herboren zelfvertrouwen. Goes, dat voor de ramp met pijn industriehallen oprichtte, is een ge slaagde ontwikkelingskern geworden en Middelburg pretendeert meer te worden dan het overgeleverde be- stuurs- en cultureel centrum. De samenwerkingsverbanden beginnen het stadium van het afvangen van vliegen langzaam maar zeker ach ter zich te laten- Het dialect wordt bedreigd door pendel, toerisme en televisie, tekenen van een opgehe ven isolement. Het jaar 1953 is wel als een breuk te beschouwen al is er na tuurlijk voordien ook sprake van vernieuwingen. De landbouw bijvoorbeeld loopt in het zuidwesten al meer dan een eeuw voorop. De herverkaveling op Walcheren, die is geboren uit de oorlogsnood, is na 1953 voortgezet op Schouwen-Duiveland. Tholen, Zuid-Beveland en in West Zeeuws- Vlaanderen. In de vorm van ruil verkavelingen gaat zij verder, voor al in Oost Zeeuws-Vlaanderen en op Noord-Beveland. Bijna 73.000 ha is of wordt op de schop genomen. 60 procent van het Zeeuwse areaal, waarmee een be- llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll een in het sluitgat op te storten stenen dam in praktijk brengen bij de bouw van de Grevelingendam tus sen Bruinisse en Oude Tonge. Mede door deze ervaringen zal de me thode voor Brouwershavense Gat en Oosterschelde worden bepaald. De les van de ramp is terdege ter harte genomen. Het doel dat de rijkswaterstaat in tijd van een kwarteeuw zal moeten bereiken is bovenal een dertigvoudige vergro ting van de veiligheid tegen over stroming, met als belangrijkste ne venvoordelen het creëren van grote zoetwaterbekkens in het zuidwesten en het tot stand brengen van vaste verbindingen tussen de voormalige Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden. H." J. STUVEL drag is gemoeid dat ver boven 300 miljoen komt. Streekverbeteringscommissies heb ben zich ingespannen de mentale ontwikkeling hierop af te stemmen. Mechanisatie, rationalisatie, de bouw van aardappelbewaarplaatsen en graansilo's hebben de bedrijfs voering een ander aanzien gegeven. Het zal niet lang meer duren of het aantal onrendabele percelen, wat de openbare nutsvoorzieningen betreft, zal te verwaarlozen zijn. In 1937 hadden er 7.000 nog geen aanslui ting op het elektriciteitsnet. L)E FRUITTEELT heeft zich her steld van de ramp en is sterk ge moderniseerd. De 5400 ha pit- en steenvruchten en 900 ha klein fruit staan aan de top van de rentabili teit in Nederland. De veilingen heb ben de laatste jaren voor tientallen miljoenen geïnvesteerd. De glas cultuur is sterk in opkomst. Eén van de grootste bestuurlijke prestaties is de inrichting van al omvattende waterschappen op Schouwen-Duiveland, Tholen en Zuid-Beveland, waarmee vele dijk graven doelbewust een eind hebben gemaakt aan hun miniatuur ko ninkrijkjes. De vele pittoreske landbouwhaventjes worden gecon centreerd, daar waar de afsluitin gen tot een vast waterpeil leiden. Kortgene en Wissekerke op Noord- Beveland hebben kustvaarthavens gekregen. In de vier ontwikkelingskemen, Terneuzen, Goes, Zierikzee en Sint Maartensdijk, is de industrialisatie begonnen met een tempo dat voor Zeeland vijf maal zo hoog ligt als enige jaren geleden. In de Sloeha- ven hebben Vlissingen en Middel burg belangrijke perspectieven, evenals de gemeenten langs het ka naal Terneuzen-Gent, nu dit van 10.000 tot 50.000 ton capaciteit wordt vergroot. Ook in deze plan nen draagt het Rijk met enige tien tallen miljoenen bij. De vlasindus trie is overigens sterk in verval. "jVJET de enorme uitbreiding van de Westerscheldeveren is het verkeer navenant gestegen. In 1947 werden er 220.000 auto's overgezet, in 1962 meer dan een miljoen. De bouw van de brug over de Ooster schelde, die in 1965 gereed is, sluit aan op de Haringvlietbrug. Ver- keerseconomisch anticiperen bei de op het eigenlijke deltaplan. Ge lukkig is de tram na 1953 op Schouwen-Duiveland verdwenen. Goeree-Overflakkee maakt zich op voor de aansluiting bij het vas teland met grote gevolgen voor in dustrie, pendel, toerisme en tuin bouw. Rondom de drie-provinciën- dam werken de gemeenten aan één structuurplan. In westelijk Noord-Brabant, dat de economische stagnatie deelt met het gehele zuidwesten, zijn projec ten ontvouwd voor zeehavens aan Kreekrak en Hollands Diep, die het grote geboortenoverschot moeten bin den. De visserij is met gemeentelijke steun aan een vernieuwing van de vloot bezig en Breskens gaat zich op de Gemeenschappelijke markt oriënteren. Omtrent de oesterproef in het Veerse Gat is nog geen ze kerheid. 1YE ARBEIDSMARKT is nog ont wricht door de grote pendel en de omvangrijke vertrekoverschot- ten. De Zeeuwse landbouw bood in 1947 aan 30.000 mannen werk, in 1960 nog aan 21.000. Maar de werkgelegenheid neemt toe, er is concentratie in de steden die zich op de grotere groei voor bereiden, zoals Breskens zich her oriënteerde op het toerisme toen de veerboten hun route verlegden en zoals Veere zich moest herstellen en straks Yerseke. De samenvoeging van gemeenten, op Schouwen-Duiveland en straks op Walcheren een feit, vordert aar zelend. In het Drie-eilandenplan is meer dan 80 miljoen geïnves teerd. Op de Westerscheldebrug wordt door de provincie nijver ge studeerd. Economisch, waterstaatstech- nisch, planologisch en sociaal is de provincie toegerust met instellin gen die in de ontwikkelingsprogram ma's coördinatie nastreven. Men mag vaststellen dat ook van hen uit de nieuwe gezindheid wordt ver spreid die zovelen reeds bezielt bij hun initiatieven. ONDER de deskundigen van de natte waterstaat mocht dan al wel eens de vraag zijn gerezen of bij een springvloed na uitzonderlijk lang storm weer uit het noordwesten de hoogte van de zeekeringen wel voldoende zou zijn, meer dan een theoretische kwestie vas het in de jaren voor. 1953 toch eigenlijk niet geweest. Sinds eeuwen had zich een der gelijke calamiteit niet voorge daan en dit had de waakzaam heid tegen het latente gevaar doen verslappen. In zekere zin zou men een parallel kunnen trek ken met de bereidheid van een volk om zware financiële offers voor zijn defensie te brengen in een periode waarin het sinds mensenheugenis niet in een reëel oorlogsgevaar heeft verkeerd. den opgemaakt. Die lijst gaf wel een zeer somber beeld. Het bleek dat men geconfron teerd was met een ramp die de zo beruchte en haast legendarische Elizabethsvloed in omvang verre overtrof. Het aantal slachtoffers be droeg 1795; talloze stuks vee, paar den en pluimgedierte waren ver dronken; zeer vele woningen waren ingestort of zwaar beschadigd ^an huisraad, landbouwwerktuigen en bouwland was een onvoorstel baar grote schade berokkend. Vele dijken waren doorgebroken en vloed en eb wisselden elkaar af boven het verdronken land. Maar hartverwarmend was do wijze waarop zo wel hier te lande als in de ons omringende landen de hulpverlening spontaan op gany kwam; hoe zeer velen zich inspan den om met de daad het leed van de getroffenen te helpen verzach ten; hoe rijkelijk de hulpfondsen werden gevuld en hoe energiek het herstel werd aangepakt. op drie plaatsen; tussen Lek en IJs sel bij Ouderkerk aan de IJssel; langs de Merwede bij Papendrecht en Giessendam en ten slotte op Texel in het noordwesten. Ernstige duinafslag deed zich voor bij Cadzand, op Walcheren, bij Scheveningen, Katwijk, Noordwijk en Zandvoort. 1MEN JAAR zijn sindsdien voorbij gegaan. Tien jaar waarin de felle pijn van de per soonlijke wonden tot berustend aanvaarden kon genezen, al blij ven de littekens een smartelijke herinnering. Tien jaar ook waar in het herstel kon worden vol tooid en het Deltaplan met kracht ter hand kon worden ge nomen. Wij leven in een tijdperk waar in geweldige gebeurtenissen en zware dreigingen voortdurend de geest gespannen houden. Dit doet de herinnering snel verva gen. Maar vergeten mogen wij de ramp van de 31ste januari 1953 stellig niet. Niet om de na gedachtenis aan hen die bij de catastrofe het leven hebben ge laten, en niet om de wijze waar op het Nederlandse volk deze slag heeft weten op te vangen: verbeten, energiek, gul, zonder ophef, en met een deugddoende eenheid in verscheidenheid. Het Scliouicense dorp Kerktverve in 1953 en in 1958. Toen dan ook in de late avond van zaterdag de 31ste januari 1953 springtij werd verwacht, nadat het al geruime tijd uit het noordwesten had gestormd, maakte vrijwel nie mand zich zorgen. Zeker, op de plaatsen waar andei's bij abnormaal hoog water extra voorzieningen werden getroffen, deed men dit nu ook. Men plaatste vloedplanken en sloot de deuren in de uitsparingen van sommige dij ken. Zij die des avonds het ongerief ondervonden dat veerdiensten uit moesten vallen wegens het toen reeds vrij hoge water, mopperden, maar over het algemeen ging het Nederlandse volk rustig slapen. Zelfs zij die in de lage polders vlak bij de zeearmen woonden. TYE NACHT bracht dood en ellen- de, lijden en grote schade. Om dat men niet bedacht was geweest op de mogelijkheid van een ramp van een dergelijke omvang ontbrak in het eerst elke georganiseerde be strijding en hulpverlening; omdat de communicatiemiddelen op vele plaatsen uitvielen ontbrak in het begin ook elke mogelijkheid om rich een juist beeld van de omvang van de ramp te vormen. Het was laat op de volgende zondag dat men boven de grote rivieren wist, dat het in Zeeland heel erg was; het was pas maandag voordat was door gedrongen welk een zware ramp ons had getroffen. Nu, tien jaar later, staat ons nog zeer levendig voor de geest hoe wij, bewoners van een bovenwoning aan een van de Rotterdamse buitenha vens, des nachts wakker werden door een vreemd gerommel op de kade. Het bleken lege, ijzeren va ten te zijn, die op de wal opgesla gen hadden gelegen, maar die nu, al drijvend, tegen de huizen bonkten. Een paar binnenschepen waren bo venop de kade terecht gekomen. De elektriciteit was uitgevallen, zodat er geen licht kon worden gemaakt. Door de overstroomde straat waad de kniehoog een peloton mariniers, op weg van hun kazei'ne naar het hoofdkwartier. Zodra het mogelijk was haastten wij ons naar het bureau van de krant, waar op dat moment tegen zessen in de morgen de eerste berichten via telefoon, telex en radio begonnen binnen te komen. Wij hoorden van ondergelopen polders, vooral ten zuiden van Rot terdam, van enkele slachtoffers, van verdronken vee, van verbroken verbindingen, van beschadigde hui zen. En wij zouden op reportage gaan. Maar de weg naar Dordt bleek achter Rijsoord niet berijdbaar, de weg voorbij de brug over de Noord bij Ridderkerk dook onder in een onafzienbare watervlakte. Vrij spoedig waren wij terug op de krant, waar men inmiddels al meer en nog alarmerender berichten had ontvangen. Doch van Zeelands ramp had niemand nog veel weet. TYAT KWAM pas nadat vliegtuigen terugkeerden van een rond vlucht over de grauwe watermas sa's waarin Zeelands tuin was her schapen. Over de weg bleek die provincie slechts via Utrecht en Den Bosch bereikbaar te zijn. En langs die route begon zich reeds de stroom voort te rep pen van de velen die spontaan te hulp snelden. Auto's met zandzakken en schop pen, levensmiddelen, d'ekens, een roeiboot, geneeskundig personeel, drinkwater. Tegelij kertijd bewoog zich over de waterwegen naar het zuiden een stroom van vaartuig jes, want men had be grepen dat in het zuid westen van ons land mensen en vee gered moesten worden en dat men hen niet an ders dan over het wa ter zou kunnen berei ken. Het was ook in die uren dat de eerste schepen met geredden aankwamen, in Vlaar- dingen, in Rotterdam en Dordt. Uit hun ver halen kon men zich een beeld gaan vormen van de verschrikkingen van die nacht, van de nood waarin nog vele landgenoten bleken te verkeren en van de zwaarte van de slag die ons had getroffen. Maar het zou nog vrij lang duren voor een volle diger balans kon wor T TIT DEZE energie is het Deltaplan geboren. Voor welk een zwa-« taak de deskundigen van de wa terstaat wel stonden kan men ter. dele benaderen als men nagaaf waar het water zijn vernielende krachten aan het werk had gezet. Een slechts heel globaal over zicht hiervan geeft het volgende beeld: drongen dat op de weg naar een vergrote veiligheid feitelijk geen uur ongebruikt voorbij mocht gaan, dat de toenmalige minister van ver keer en waterstaat, mr. J. Algera, van de vaste commissie uit de Tweede Kamer blanco volmacht kreeg om onverwijld te beginnen met de eerste werken, dus lang voordat er een Deltawet was aan genomen. De Deltacommissie, ingesteld in de maand van de ramp, bracht in snel tempo vijf interimadviezen uit, in 1961 gevolgd door het om standig gedocumenteerde, zesdelige eindverslag. Van deze interimadviezen is het derde het belangrijkste geweest om dat de commissie hierin unaniem adviseerde over te gaan tot het af sluiten van vier zeegaten, van zuid naar noord- het Veerse Gat, de Oosterschelde, het Brouwershaven- se Gat en het Haringvliet. Het tweede advies bevatte het voorstel onverwijld over te gaan tot de bouw van een dubbele storm vloedkering in de benedenmond van de Hollandse IJssel, teneinde de zwakke zuidelijke hoogwaterkering van de Randstad Holland op korte termijn belangrijk te versterken. Het vierde advies betrof de wer ken van het Drie-eilandenplan, wel ke inmiddels zijn uitgevoerd. Het vijfde interimadvies bevatte een nadere argumentatie van de eerder uitgesproken voorkeur om de zeearmen af te sluiten boven het verhogen van de bestaande dijken. Volledigheidshalve vermelden we nog dat het eerste interimadvies betrekking had op het verhogen van de Schouwse Dijk, een voor het eiland Schouwen-Duiveland belang rijke zaak, zolang namelijk de gro te breuk bij Schelphoek nog niet was gesloten. Gepaste trots AVER het algemeen kunnen wé bij het opmaken van de balans, tien jaar na de ramp, dankbaar vaststellen dat de uitvoering van de werken van het Deltaplan met grote energie is aangepakt. De eerlijkheid gebiedt echter te vens te vermelden dat aan het ver hogen van de waterkeringen langs Westerschelde en Rotterdamse Wa terweg niet met een zodanige voort varendheid wordt gewerkt dat de eindstreep zal worden bereikt tege lijk met de afsluiting van de Oos terschelde. En toch is dit de op dracht van de Deltawet; men leze r de monumentale memorie van toelichting maar op na. Ook kunnen wij niet onverdeeld het beleid met betrekking tot de afsluiting van de Lauwerszee be wonderen. Waarom moest er zo veel strijd worden geleverd eer dit deltawerk in het noorden ter hand werd genomen? Een andere, zo langzamerhand pijnlijke zaak is het nog altijd ont breken van een Bijdragenwet Del tawerken. waarin de kostenverdeling van dijkverhogingen e.d. tussen het rijk en lagere organen wordt gere geld. Vooral in waterschapskringen bestaat hierover nog steeds een grote mate van onzekerheid. Maar overzien wij in het kort wat er wèl is gebeurd, dan bestaat er alle reden tot tevredenheid en zelfs tot een gepaste trots. In IJssel en Haringvliet T)E BOUW van de stormvlöed- kering werd onmiddellijk na het dijkherstel, namelijk in januari 1954, ter hand genomen. Hoewel in de uitvoering ongeveer een jaar ver traging ontstond, kon op 22 oktober 1958 deze grootste beweegbare ke ring ter wereld door minister Witte, die de kort tevoren afgetreden mr. Algera had vervangen, symbolisch in bedrijf worden gesteld. Tegelijk werd de vaste oeverver binding tussen de Krimpenerwaard en de Randstad Holland voor het verkeer opengesteld. Voltooid is dit kunstwerk echter ook nu nog niet, door het ontbreken van de tweede stalen schuif tussen de heftorens aan de landzijde. Met de voorbereiding van de af sluiting van het Haringvliet werd reeds in 1955 een begin gemaakt door de aanleg van een werkhaven bij Hellevoetsluis. Acht jaar later is de afsluiting van deze noorde lijkste zeearm in een bijzonder spectaculair stadium. Dat betreft vooral de in aanbouw zijnde uitwateringssluis met een to tale lengte van ruim één kilometer. Bij het monteren van de 34 stalen segmentschuiven is weliswaar eni ge vertraging ontstaan, maar hier tegenover staat, een meevaller bij een ander onderdeel van dit werk, zodat nog steeds wordt gestreefd naar de definitieve afsluiting in 1968. Met de werken in de Volkerak- delta te beschouwen als de tech nische voorwaarde voor de afgren deling van het Haringvliet wor den goede vorderingen gemaakt. Hoogtepunt TN ZEELAND beleefden de delta werken tot dusver een niet ge ëvenaard hoogtepunt met de afslui ting van het Veerse Gat in het voor jaar van 1961. Hier werd de zee door het gebruik van zeven door- laatcaissons op zo overtuigende wij ze verslagen dat hiermede het be wijs is geleverd dat ook de grootste zeearmen afgesloten kunnen wor den. Zoals bekend wil de Deltadienst in de loop van dit jaar nog de al oude methode van de zogenaamde geleidelijke sluiting met behulp van Dijkdoorbraken hebben zich voor gedaan (van zuid naar noord): in Zeeuws-Vlaanderen (op ten minste vier plaatsen); bij Vlissingen en Vere; op Zuid-Beveland bij Krui- ningen, Krabbendijke, Rilland Bath en Wolphaertsdijk; op Noord-Beve land; op Schouwen en Duiveland, welk eiland het zwaarst werd ge troffen, op drie plaatsen, waaron der het dijkgat bij Ouwerkerk, waarvan het herstel zulk een spec taculair succes is geworden; in Noord-Brabant bij Halsteren, Wil lemstad, Dinteloord en Moerdijk; op Goeree-Overfakkee op ten minste drie plaatsen, plus het eiland Tien gemeten; op Voome en Putten bij Hellevoetsluis en Simonsha'-en; in de Hoeksche Waard o.m. bij Numans- dorp; op het Eiland van Dordt op ten minste twee plaatsen; op IJs- selmonde bij Ridderkerk en ten zui den van Rotterdam; op Rozenburg WAT zijn. in ruimer verband ge- zien, nu wel de positieve resulta ten van de ramp van 10 jaar ge leden geweest? Een periode van tien jaar is op zichzelf natuurlijk willekeurig, maar het is toch wel nuttig om nu zij het zeer globaal ons erop te bezinnen wat inmiddels is be reikt, welke plannen gereed liggen en welke plannen reeds in een ver gevorderd stadium van voorberei ding zijn. Wij weten allen dat het indruk wekkende antwoord op deze uitda ging van de natuurelementen kort en bondig kan worden samengevat in een even groot als groots pro ject, het Deltaplan. De uitvoering van deze grote wer ken geschiedt op grond van de op dracht, vastgelegd in een speciale Deltawet. Op 8 mei 1958 werd de Deltawet afgekondigd in het Staatsblad. Het is een raamwet, waarvan de lengte omgekeerd evenredig is aan de be tekenis; als zodanig is het een pen dant van de wet op de afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee. Het is welhaast karakteristiek voor onze volksaard dat ook in dit geval de beslissing eerst kon vallen nadat de vreselijke gevolgen van een stormvloed (13 januari 1916) de onontkoombaarheid van een derge- De gebieden in Zeeland, Zuid- Holland en Noord-Brabant die in de nacht van 31 januari op 1 febru ari 1953 door het water teerden overspoeld. lijk grootscheeps offensief hadden aangetoond. In beide gevallen ging het boven al om vergroting van de veiligheid van het beneden de gemiddelde zee stand gelegen land; een bétere be veiliging dus tegen overstroming. In beide gevallen is ook besloten tot dezelfde remedie, namelijk ver korting van de kustlijn. Zo werd met de bouw van de Af sluitdijk (19201932) een uiterst be langwekkende periode ingeluid, waarin grote en belangrijke water bouwkundige werken tot stand zijn gekomen. Hoogtepunten in deze cyclus wa ren in chronologische volgorde de droogmaking van Walcheren (1945/ '46), de afsluiting van de Brielse Maas (1950), de afgrendeling van de Braakman (1952) en het drama tische dijkherstel in 1953. Het be sluit om de deltawerken te gaan uitvoeren, was een besluit dat van moed getuigde en dat alleen geno men kon worden door de mogelijk heden die een snel ontwikkelende techniek bood, ondersteund door de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Hoog tempo TAE RAMPVLOED van tien jaar geleden heeft een zo radicale verandering van het geestelijke kli maat bewerkt dat het, dank zij het „schrikeffect", plotseling niet moeilijk meer bleek te zijn de mil jarden die deze werken gedurende enige decennia zouden vergen, op te brengen. Zozeer was een ieder ervan door

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1963 | | pagina 1