Bekoorlijk poldergebied Wat is het mooiste plekje? HET VRIJE VOLK OKTOBER 1958 25 Waar blijven de rijwielpaden? Het bestuur van onze provincie beseft de grote waarde van de polderland schappen voor de recreatie van de stadsbevolking. Het wil bijdragen tot de ont sluiting van de polders door de uitvoering van een provinciaal rijwielpaden- plan. Ook in de Krimpener- waard heeft men na veel wikken en wegen enkele paden geprojecteerd, die de fietsers door een fraai en karakteristiek deel van het landschap zullen voeren. Die paden zullen in een grote behoefte voorzien, vooral als het autoverkeer op de provinciale weg Krimpen aan den IJssel Schoonhoven en de daarop aansluitende wegen zo druk is geworden, dat de wielrijders veiliger en rus tiger banen gaan zoeken. Helaas is het niet geko men tot een snelle uitvoe ring van dat mooie plan. Laat men er toch niet te lang mee wachten nu de nieuwe brug gereed is! schapschoon maken zich wel eni germate bezorgd over de ontslui ting van de Krimpenerwaard. In het jaarverslag 1955 van de Stichting Het Zuidhollands Land schap lezen we: „In de komende jaren zal men veel moeten doen voor het behoud van het prachtige, thans nog vrij wel ongeschonden polderland schap in de Krimpenerwaard De verkeersligging van de waard wordt belangrijk gewyzigd door de bouw van een brug by Krim pen aan den IJssel. Een daarop aansluitende provinciale weg na dert zijn voltooiing." „Men moet ook rekening hou den met de uitbreiding van de industiie in deze streek en de ontwikkeling van het woongebied in het oostelijk deel van Rotter dam. De Krimpenerwaard zal grote zorg vragen We herinneren ook aan de rede van mr. L, C. A. Lepelaars, voor zitter van de Stichting Krimpe nerwaard, in mei van dit jaar gehouden aan het einde van het koninklijk bezoek. Hij voorspelde dat binnen een ontstellend kort aantal jaren de grote steden om de waard miljoenen inwoners zul len tellen, die voor een belangryk deel in het schone polderland hun recreatie zullen zoeken. De stich ting acht het haar plicht, deze recreatie te bevorderen en in goede banen te leiden. Van harte hopen wy, dat de stichting daarbij succes zal heb ben. Moge de nieuwe brug ten goede komen aan de waardbewo- ners en aan de stedelingen, die nu zo dicht bij huis een wijd en be koorlijk poldergebied kunnen vin- 1en. Onlangs waren we op bezoek bij een verzamelaar van prentbriefkaarten, die een van zijn albums aan „Mooi Nederland" had gewijd. We zagen strandgezichten, duinen, boshoekjes, Zuidlimburgse heuvels en Gelderse heidevelden, maar geen enkel polderlandschap. Dat verbaasde ons niet. Het was een album met alleen vooroorlogse ansichten. Had men vroeger dan geen gevoel voor de schoonheid van het polderland? Vele schilderijen van oude en minder oude meesters en talrijke romans (bijv. van Herman de Man. om dicht bij huis te blijven) bewijzen het tegendeel. Jac. P. Thijsse en verscheidene latere natuurbeschrijvers vertelden met geest drift ook over het landschap en de planten en dieren in de polders. Met bossen is onze provincie al bijzonder schaars bedeeld. Volgens de Planologische Dienst heeft Zuid-Holland slechts 1300 hectare beperkt of onbeperkt toegankelijk bos en duin; dat is maar een zesde deel van wat Noord-Hol land en Utrecht (met samen bijna evenveel inwoners) bezitten. Voor de watersport is de situa tie gunstiger, maar de totale op pervlakte van de bevaarbare plas sen is toch niet zo groot, dat men nog op een grote uitbreiding van het aantal zeilboot- en motor boot bezitters kan rekenen. Som mige plassen komen niet voor de watersport in aanmerking; men wil ze als natuurreservaten be schermen. Het nijpend tekort aan natuur- ruimte, de groei van de stadsbe volking en baar drang naar ont spanning buiten de stad, zullen leiden tot een sterk toenemend bezoek aan de Krimpenerwaard, die nu vooral voor de Rotterdam mers veel gemakkelijker bereik baar wordt. De levensgewoonten van de stedelingen veranderen. Zij be schikken over meer vrije tijd en over betere transportmiddelen dan vroeger. Wie een bromfiets of een scooter heeft, wil tochtjes maken. De autobezitters hebben „ont- Niettemin is de waardering van het grote publiek voor de cultuur- steppe met haar weiden en sloten, wilgen en plassen, molens en boerderijen lange tijd beperkt ge bleven. De trek naar de bloeiende bollenvelden en op zomerse dagen naar het strand, overtreft ook nu nog verre de uittocht naar het land van de grote rivieren en de grasvlakten. Het is echter onmis- kénbaar, dat de belangstelling voor de Zuidhollandse waarden, in het bijzondei- de Krimpenerwaard, de laatste jaren sterk is gestegen. Hierby zijn verschillende factoren in het spel. Het drukke strandbezoek wordt een probleem. Op de hoogtijdagen doen zich steeds ernstiger ver- keersstagnaties voor. Een groot gedeelte van de kust verdraagt geen nieuwe toegangswegen daarvoor is de strook zeewerénde duinen te smal en te kwetsbaar. De Zuidhollandse badstranden ter totale lengte van ongeveer dertig kilometer geven soms het beeld van één enorme mensen massa. De recreatieve waarde van een dagje aan zee vermindert naar mate de massavorming toeneemt. En hoeveel dagen met „echt strandweer" zyn er in ons kli maat Volgens De Bilt niet meer dan per jaar gemiddeld eenen twintig. Verreweg de meeste strandbezoekers laten verstek gaan als zij niet kunnen zonne baden en in de golfjes ploeteren. Gedurende 344 dagen van het jaar heeft het strand als recrea tieterrein voor hen vrijwel geen betekenis. Het bezoek aan onze mooiste duingebieden, zoals die bij Ro- ckanje. Oostvoome en op De Beer, moet in de lente en de voorzomer streng worden beperkt omdat er vogelbroedplaatsen zyn. Tussen Terheijde en Hoek van Holland is de toegang tot de dui nen haast overal verboden. Bij Katwijk en Den Haag liggen mi litaire oefenterreinen in het duin. De Wassenaarse duinen zijn ten dele particulier bezit. De Hagenaren kunnen op Meijendel en Duinrell terecht, maar het grote waterwingebied in de Haagse duinen is alleen toe gankelijk voor serieuze natuur onderzoekers. Kortom, ook onze duinen kun nen slechts voor een klein deel voldoen aan de steeds groter wor dende behoefte aan ontspanning in de vrije natuur. dekt", dat er aan zee toch ook in de herfst en de winter nog wel wat te genieten is, getuige de honderden auto's die op een win terse zondag met helder weer bijv. in Hoek van Holland langs de Nieuwe Waterweg staan gepar keerd. Zii zullen ook buiten het zo merseizoen de schoonheid van de Krimpenerwaard gaan „ontdek ken" en een bezoek brengen aan Schoonhoven met zijn vele be zienswaardigheden, via de nieuwe brug in een goed half uur te be reiken Vooral voor de „rustige recrea tiebezoekers", de ouders die er met de kinderen per fiets op uit trekken, is de Krimpenerwaard ook nu reeds een toevluchtsoord. In de lente, als het vaak nog te koel is voor het strand, begint de ryke bloei van de weideflora en Haven, Dam en Oude Haven vormen het hart van Schoon hoven. Voor Rotterdamse auto mobilisten is de bekoorlijke zilverstad straks in een goed half uur te bereiken. staan de bomen van dorpen, boer derijen en langs de waterlopen in het jonge blad. Wat hebben in de afgelopen zo mer al velen geprofiteerd van de recreatiestroken langs de provin ciale weg Kr impen aan den IJssel —Schoonhoven. Er is een druk autoverkeer op die weg te verwachten, maar er varingen elders in den lande heb ben aangetoond, dat zich ook langs drukke verkeerswegen een aanzienlijke wegbermrecreatie kan ontwikkelen De behoeders van ons land- Wat is het mooiste plekje van de Krimpener waard? Het zal voor u misschien een hoekje aan de Vlist zijn, of een weggetje bij Stolwijk met aan weerszijden een wilgenrij en een brede wetering, waarop zijsloten uitkomen die de groene vlakte in grote schijven verdelen. Wij staan heel graag een poosje te kijken op de Lekdijk bij de Bakkerswaal. Achter een veld van riet en biezen de rivier met de schepen, aan de landzijde het blinkende iviel in een krans van vlieren, wilgen en essen. Het is bijna altijd bestippeld met eenden; vaak zijn er honder den bijeen. De Stichting Het Zuidhollands Landschap heeft de Bakkerswaal met de eendenkooi, het bos en het rietland in 1941 gekocht. Ook voordien was dit oord Kwartetje aalscholvers, terug van de visvangst, op een rijtje in de zon. bij vele natuurvrienden, vooral by vogelkenners, al vermaard door zyn aalscholverkolonie, op die van Wanneperveen na de grootste van Nederland. In de bezettingstijd werden de meeste nestbomen ge rooid en alle vogels verdreven, maar in 1950 kwa men er weer aalscholvers terug. Met aanplantingen is het geteisterde kooibos her steld. De kooiker vangt wel de gewone wilde eenden, maar vele andere soorten laat hij ongemoeid. Ta lingen, slobben, tafeleenden, kuifeendjes. pijlstaar ten. ook wel de vrij zeldzame krakeenden en kroon- eenden verionen zich op het kooimeer. De aalscholvers zijn niet weer zo talrijk geworden als in vroeger jaren en dat is eigenlijk maar goed ook, omdat, ze erg veel „witkalk" produceren, die de nestbomen op de duur doet afsterven. Na de vangtijd is de kooi ook veilig voor de wilde eenden, die in de broedkorven of op de grond tussen de dichte vegetatie nestelen. Een belangrijk broed- domein is de Bakkerswaal eveneens voor zangvogel soorten. holenduiven en ransuilen. De snelle en sier lijke boomvalk kiest er soms ook een nestplaats. Dit bekoorlijke en interessante natuurreservaat is voor het publiek alleen tussen 15 mei en 15 juli toe gankelijk. tegen een kleine entree en onder geleide van de kooiker. Het heeft voor de recreatie dus geen grote betekenis, maar het draagt wel bij tot de af wisseling van het landschap. Kooibossen komen prachtig uit in de groene steppe. Dat geldt ook voor de beide kooien van Berkenwoude, waarvan een reeds sinds 1936 tot de bezittingen van Het Zuidhol lands Landschap behoort. Bij de kooi op twee kilometer ten noordwesten van het dorp ligt een botanisch zeer merkwaardig terrein, het z.g. schraalland met plantengemeen schappen, die eertijds in grote delen van de Krim penerwaard overheersten, tot ze het veld moesten ruimen voor de moderne grascultuur. Onder Gouderak. bij de boerderij IJsseloord, ligt nog een ander paradijsje voor plantenkenners: het Veerstalblok, een voormalig boezemland van ruim drie hectare. Dichter bij het dorp heeft de Stichting in 1950 het voormalige boezemland van de polder Kattendijksblok gepacht, eveneens om de flora te beschermen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1958 | | pagina 13