Liefhebbers in Rotterdam zouden hun vingers aflikken ClicKéfci^Hok HET VRIJE VOLK OKTOBER 1958 I, De Krimpenerwaard is een ideaal terrein voor de postduiven sport. Er zijn min of meer hatelijke mensefl, die beweren dat in vroeger jaren de postduif de enige verbinding was van de Krimpenerwaard met de buitenwereld, maar wij hebben ook redenen om aan te nemen dat overwegingen van plezierige vrij-tijdsbesteding de duivensport in de Krimpenerwaard heb ben gestimuleerd. Nu is het inderdaad zo, dat de postduif zich in het geheel niets heeft aangetrokken van de lastige oeververbindingen en lustig klapwiekend van dijk tot dijk vloog en het is in dat opzicht misschien begrijpelijk dusdanige vurige duivenliefhebbers zijn. Want voor hen moet de duif dusdanige vurige duiveliefhebbers zijn. Want voor hun moet de duif een ideaal geweest zijn Er zijn ook boze tongen in de Krimpenerwaard, die de duif een echt monument wilden geven omdat dit lieve dier, zoals zij zeiden, de enige levende sterve ling was die. buiten losgelaten, zijn heerlijk stukje land kon te rugvinden. En dat was voor de mensen die daar hun dagen sleten, hun lief en leed vonden te midden van de rustige beslotenheid, tóch een voldoeningwant nü nog spre ken de bestuurders van een voetbalclub in die contreien met zeer bittere lach over de KNVB. die hun elftallen had ingedeeld in een Gelderse afdeling En toen de bestuursleden bij die grote, alles-vvetende Konink lijke Nederlandse Voetbalbond aan de bel trokken, moesten er flink formaat landkaarten aan te pas komen voor ze in Den Haag over tuigd waren van de foutieve geo grafische indeling. Maar sindsdien denken weel een paar mensen meer in de Krimpenerwaard, dat ze onvind baar zijn in Nederland Ieders hoop is in dit verband echter op de brug gevestigd, hoe wel de duivenliefhebber zich goed realiseert dat deze staalconstruc ties aan zijn sport weinig afdoen, behalve misschien de diep-door- denkende theoreticus, die zegt: „Waar een brug is komen men sen. Waar mensen zijn komen veel woningen. En waar veel woningen zijn in compacte blokken of hoog bouw, daar wordt de duivensport onmogelijk" Ook in de grote en middelgrote steden immers is de duivensport langzaam maar zeker aan het af- omdat in de huizen van betrekkelijk klein bouwvolume het houden van deze „vliegende ren paarden" onmogelijk is, terwijl bovendien gemeentelijke verorde ningen de sport in de weg staan Nog ruimte genoeg Deze theoreticus zal voorlopig nog niet veel aanhangers voor zijn theorie vinden, want er is nog ruimte genoeg in de Krimpener waard èn bovendien zijn de orga nisaties van de postduivenhouders bijzonder actief geweest. Zo heeft men kunnen bereiken, dat in de nieuwbouw «behalve bij de flats) bepaalde woningen aan gewezen werden waarin duiven gehouden mogen worden. En dat is een resultaat, bereikt na langdurige onderhandelingen, waarvoor de liefhebbers in steden als bv. Rotterdam en Schiedam zich de vingers zouden aflikken. Het gevolg daarvan is, dat de duivensport nog steeds in stijgen de lijn is wat het aantal hokken betreft. De aantrekkingskracht op de jeugd is weliswaar gering ge bleven. en men wijt dat aan de talrijke andere mogelijkheden tot ontspanning. Maar wanneer de mensen wat ouder worden en liever dichter bij huis blijven dan begint een hok aantrekkingskracht te krijgen, hoewel de meesten van de door gewinterde liefhebbers zijn zoals Adriaan Spek uit Krimpen aan den IJssel, tijdschrijver bij Van der Giessens Scheepswerf. Hij heeft altijd in de Krimpe nerwaard gewoond tussen de be schermende dijken. Hij heeft van af zijn prille jeugd duiven ge houden en thans behoort hij tot de „veteranen" met zijn dertig „dienstjaren". Adriaan weet alles van de beest jes af en hij weet veel van het organisatie-leven in zijn kwaliteit als bestuurslid van de postduiven vereniging, die de schone naam „Vriendschap" draagt. Een post duivenvereniging met ruim zeven tig leden en vijfenvijftig vlieg- hokken. „En dan mag onze zustervereni ging hier in de gemeente er ook zijn, zodat Krimpen aan den IJssel echt wel een centrum van de duivensport is. Maar ook in Lekkerkerk iwaar ze in de Neder landse Bond van Postduivenorga- nisaties vliegen) en in Krimpen aan de Lek (Nederlandse Bonden de Rotterdamse Bond van Post duivenhouders) wordt flink aan de sport gedaan." De duiven-„melker" heeft ook zijn ideeën over de vliegroutes en in dit opzicht heeft hij een hart grondige hekel aan de overzeese vluchten, zoals die bv. gehouden worden vanaf het Engelse Parke- stone. „Parkestone is mij niet sympa thiek omdat de duiven een lange weg moeten afleggen, die vol moeilijkheden is. Want op zee kunnen de dieren niet rusten en als er dus onverwachte tegenval lers zijn dan is de duif geheel en al verloren." De heer Adriaan Spek zult u dan ook nooit zien inkorven als de vlucht van Parkestone gaat, maar overigens is hij een enthou siast deelnemer aan alle grote evenementen en in zijn huiskamer vindt men dan ook trofeeën die de herinnering levendig houden aan successen. Als bestuurslid van zijn vereni ging interesseert hij zich in hoge mate voor de organisatorische zijde van het duivenvraagstuk. Hij is een fervent voorstander van de duivensport, omdat hij van mening is, dat dé ideale omstan digheid is dat de sport „aan huis" beoefend kan worden zodat de „uithuizigheid" van veel echtelie den, zeer tot verdriet van hun echtgenotes, tot een minimum be perkt blijft. In Adriaan Spek hebben wij een exponent gezocht van de ge hele duivensport in de Krimpener waard, in zijn enthousiasme weer spiegelt zich de gehele opgaande lijn van deze tak van sport in het mooie land, dat nu zo dichtbij is gekomen. ADRIAAN SPEK .exponent van de duivensport Niet over zee Adriaan Spek, een vrolijke veer tiger, Krimpenaar in hart en nie ren, een foto van Rien Terlouw op de schoorsteen, en tevens een vurig supporter van Sparta, is zonder enige twijfel dol op zijn diertjes: ,Jk heb een goeie dertig duiven en dat zijn tegelijkertijd dertig goeie duiven. Als ze met „pen sioen" gaan dan houd ik ze voor de kweek, want dat is altijd een dankbare aangelegenheid." Advertentie I.M. deutz

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1958 | | pagina 11