Honderd vijftig jaar geleden werd de Franse componist geboren BEGROTING O. K. EN W. IN TWEEDE KAMER VERVOLGD Stemmen en feiten uit de historie Uitgangspunt plan-RUTTEN wordt gewaardeerd Reddingboten tijdens de stormramp Nieuwe stappen tot oplossing van de zaak HAY A DE LA TORRE ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN DONDERDAG 10 DECEMBER 1953 IBomantiek van ^.Rector BeJi IOZ VOLGENS de brave Duitse dirigent Ferdinand Hiller, die als baardeloze jongeling van 1828 tot 1835 in Parijs heeft gewoond ,,au milieu des vins, des femmes et des fleurs" moet Berlioz eens hebben gezegd, dat de wereld zijn muziek eerst na 1940 zou gaan begrijpen. Misschien is die op merking wel gemaakt in het geliefkoosde HECTOR BERLIOZ dirigeert een zijner werken. Spotprent van Grandville. Drie jonge musici speelden voor de gemeente-ambtenaren DRIE jonge Nederlandse musici heb ben zich gisteren op Kamer 238 van het Raadhuis verdiept in een aantal klassieke en praeklassieke com ponisten; tezamen bestreken zij zo om en nabij anderhalve eeuw muziekge schiedenis met Sweeldnck en Monteverdi als de oudste representanten en Handel als de modernste meester van de avond. 'Hun musiceren getuigde van ernstige studie, een flinke dosis aangeboren mu zikaliteit en vergevorderde, technische bekwaamheid. De cembaliste Marijke Smit Siibitiga beheerst haar instrument terdege, registreert in overeenstemming met de bouw van de compositie en frap peerde vooral In de verstilde del-en door haar poëtische voordracht. De hoboïst Arthur Morsel bezit een zangrijke, no bele toon en weet zijn vertolkingen leven in te blaz-en binnen het kader van een streng volgehouden metrische beweging. Beide solisten: zijn echter nog wat te veel gepreoccupeerd door de realisatie van het notenbeeld, waardoor de atmosfeer van het werk zich nergens voluit kon manifesteren. Zij gaan schroomvallig om met de muziek, staan nog niet ge heel 'boven het gegeven, terwijl dit sta dium toch bereikt zal moeten worden, wil een kunstwerk zich geestelijk vrij kunnen ontplooien. Voor de zangeres Beatrix Mac Kenzie gelden bovenge noemde bezwaren in mindere mate, zij heeft reeds een grotere zelfstandigheid verworven ten opzichte van de muziek. Haar fraaie, heldere sopraan bezit een weldadige warmte: deze stem is geen levenloos, goed getraind materiaal, doch een bewogen medium, tintelend in de hoogte, donker in het middenregister. De ademtechnile'k is nog niet overal even betrouwbaar, de expressie niet altijd beweeglijk genoeg in de nuan cering. Met name schoot de soliste in de schertsende stukken tekort aan luch tige voordracht. Om een ruimer beeld te krijgen van hetgeen deze drie jonge musici thans „in hun mars hebben", had het programma er enigszins anders moeten uitzien, Node misten wij naast de statische composities de overige as pecten der toonkunst. Toegegeven, met een cembalo als solo- en begeleidend instrument is tegelijkertijd ook de keuze van de nummers voor zang en hobo min of meer gefixeerd, doch zelfs de cemba liste had met enige werken van een Scarlatti of Couperra meer afwisseling kunnen bereiken. J. R. Frans-Duitse filmproductie op komst Onlangs is een overeenkomst op het gebied van de film gesloten tussen Frankrijk en Duitsland, waai'bij de we derzijdse import van films is geregeld. In kringen van Franse filmproducenten hoort men thans verluiden, dat de Fran se filmindustrie hoopt, met Duitse colle ga's tot een gezamenlijke productie te kunnen geraken, zoals dat met Italië al geruime tijd het geval is. DRENTHE WIL CULTURELE PRIJZEN TOEKENNEN Gedeputeerde Staten van Drenthe zqn voornemens prijzen in te stellen voor bijzondere prestaties op cultureel gebied. Naar cle m'ening van het college zal door deze prijzen de werkzaamheid op het gehele terrein van het culturele le ven (schilderkunst, muziek, toneel, let teren en wetenschap) in belangrijke ma te kunnen worden aangemoedigd en daarmee zal een positieve bijdrage kun nen worden geleverd in het belang van de volksontwikkeling, kunsten en weten schappen. Uiteraard zullen deze prijzen, bestaande uit een geldbedrag of een speciaal hiervoor geslagen penning, al leen toegekend moeten worden voor zeer bijzondere prestaties. Daar het doël der prijzen is, het Drentse culturele leven te bevorderen, zal de toekenning daarvan uitsluitend moeten geschieden voor prestaties, welker inhoud betrekking heeft op Drenthe, of welke zijn verricht door per sonen, die nauw aan deze provincie zijn verbonden. De to'ekenning van de prijzen zal niet beperkt moeten blijven, zo schrijven Gedeputeerde Staten, tot indi viduele personen; ook zullen verenigin gen, groepen of scholen daarvoor in aan merking moeten kunnen komen. Gedenkplaat voor J. J. Starter te Leeuwarden onthuld (Van onze correspondent) Leeuwarden, 10 December Te Leeuwarden is in het huis Over de Keldez-s 8, waarin gedurende vijf jaren de Nederlandse dichter J. Jzn Starter (15941626) heeft gewoond, een aan hem gewijde bronzen gedenkplaat onthuld. Deze plaat is veiwaardigd door de Leeuwarder beeldhouwer A. Hettema. Starter heeft vele gedichten aan Fries land gewijd o.a. zijn bekende Friese Lusthof. De onthulling geschiedde dooi de burgemeester van Leeuwarden, mr A. A. M. van der Meulen. Tijdens een bijeenkomst op he.t stadhuis droeg dr W. Kok, directeur van de Fryske Akademy daarna de gedenkplaat over aan het ge meentebestuur van Leeuwarden. Café du Divan, waar Berlioz en Hiller vaak urenlang met elkaar konden zitten bomen. En waarom zouden we die goed hartige Hiller niet geloven? Berlioz was niet minder praatgraag dan zijn Duitse rivaal en tegenspeler Wagner, van wie iedereen wist, dat hij het altijd en overal over zichzelf had. Ook Berlioz was voort durend met zichzelf bezig. Hij moest het steeds hebben over zijn muziek, over zijn wederwaardigheden, over zijn ideeën. Ook Berlioz kon een stroom van argu menten aanvoeren met een dergelijke vermoeiende rijkdom aan woorden, dat de afgematte toehoorder de lust tot een wederwoord wel moest vergaan. Het kan dus heel goed zijn dat Berlioz over die late erkenning van zijn muziek wel degelijk heeft gesproken. Zelfs het jaar 1940 is niet zo onaannemelijk, want Ber lioz kon er van op de hoogte zijn, dat de Matthaeus Passion van Bach ook eerst honderd jaar na de Leipziger kerkdienst van Goede Vrijdag 1729 in Berlijn onder Mendelssohn weer werd uitgevoerd. Waarom zou een dergelijk lot de muziek van de Franse romanticus niet evenzo ten deel vallen? Honderd jaar of daarom trent is een afgeronde eenheid en een gemakkelijk getal bij een gesprek. In het begin had Berlioz echter weinig reden om verstoord te zijn, tenzij het was om het feit, dat hij vijfmaal moest mededingen eer hem de Prix de Rome werd geschonken. Maar in 1830 .werd hem die dan toch toegewezen en op 5 December van dat jaar dirigeerde Habeneck in Parijs een geheel program ma met werken van Berlioz, ter ere van de winnaar van de eerste prijs. De baten van dit concert kwamen ten goede aan de slachtoffers van de Juli-revolutie. Het programma bestond uit de ouver- ture Les Francs-Jwges, Hymne en Ohoeur Guerrier uit de Ierse liederen Grande Scène uit Sardanapale en de Symphonic Famtastique. Heel Jeune- France was aanwezig. De lang harige dandy's met ringbaardjes of met bakkebaarden (zoals Berlioz) of met snor en sikterwijl de leerlingen kaal en glad verschenen zoals het toen be hoorde. En dan veel deftig publiek waaronder ook Harriet Smithson, de grote liefde van Berlioz, gekleed d la Rubens. HET succes was overweldigend. De aanhangers van Berlioz spraken van phosphorescent, flamboyant, stupé- fiant, annihilant, pyramidal, transceden- talAnderen noemden het succes satanique, furieux, effroyable, épouvan- table Maar Fétis (Heine zei altijd monsieur Foetus) was uiterst gereser veerd in zijn Revue Musicale: „deze muziek wekt meer verwondering dan zij genoegen verschaft". Aan de slachtoffers der revolutie kon 15.000 francs worden afgedragen. Welke reden kon Berlioz dan toch heb ben om zo misnoegd te zijn? Zou het dan kunnen, dat hij toen reeds had begrepen, dat zijn muziek eigenlijk zijn tijdgenoten ver vooruit was? Dat zijn ideeën eerst weerklank zouden vinden bij een gene ratie, die het onburgerlijke karakter daarvan, het extatische en het directe kan doorvoelen? Ten aanzien van de (Ingez. med.-advertentie) Met een paar Aspirin-tableuen (alléén echt met het Bayerkruis) per dag bestrijdt U doeltreffend VERKOUDHEID EN GRIEP 4+usf romantiek, die in wezen revolutionnair is, kan dit begrijpelijk zijn. De romantiek heeft iets onwezenlijks, iets zoekends. De romantiek is vooruitstrevend en zelfs de Schlegels hadden daarop al in hun tijd schrift „Athenaum" (1800) gewezen. Zij noemden immers de romantische dicht kunst „progressive Universalpoesie" en van deze vooruitstrevendheid kreeg men dit ervaren wij thans nog in Berlioz' werken voldoende te mei-ken. Berlioz was geneigd om de dingen fabelachtig te zien en in elk geval in uitersten. Alles is bij hem op enkele uitzonderingen na vernielend, meeslepend, onheilspellend, smachtend, monsterlijk, huiveringwek kend, weergaloos, brandend, adembene mend, aandoenlijk of vermurwend. De geschiedenis van een vertwijfelde liefde is de Symphonie Fantastiqu'e. De Harold-Symphonie is een document voor Byron: een reeks „scènes de melan cholie, de bonheur et de joie". Maar des ondanks zijn de daarin voorkomende „Marche de pèlerins chantant la prière du soir" en de „Sérénade d'un montag- nard des Abruzzes sa maïtresse", eth- nographische studies van een toerist. In „La Damnation de Faust" voert Berlioz zijn held naar Hongarije, omdat hij Beriioz behoefte had aan een muziek stuk met een Hongaars thema. Dit werd dan de beroemde Marche hongroise. Al deze eigenaardigheden zijn typisch voor HECTOR BERLIOZ de romantiek, die Berlioz heeft bezield. Een andere romantiek, de romantiek van het veraf gelegene, die ten enenmale verschilt met het romantische levens gevoel van Mendelssohn en vooral van Schumann. Geen wonder, dat Schumann vragen heeft gesteld ten aamzien van Berlioz' werken. De ouverture „Waverley" schreef Berlioz naar de gelijknamige ■oman van Walter Scott. „Maar", zegt Schumann, „voor welk hoofdstukvoor welk tafereeltot welk doelV' Schu mann heeft wel waardering voor de Franse collega, doch „men iveet niet of men hem een genie dan. wel een muzi kale avonturier moet noemenHij geeft een fel licht als een bliksemstraal, maar hij laat ook de stank van zwavel na. Hij maakt grote stukken en zegt ook enige waarheden en valt spoedig daarop in schooljong ensgezwam." Dit protest, men kan het ook een vraag noemen, een bedenking wellicht, bewijst, dat de romantiek van Berlioz meer is beïnfluenceerd door een vreemd boek als The confessions of an English opium- eater van Thomas de Quincey (al heeft hq dit misschien nooit gelezen), meer door de half-autobiografische roman René van Chateaubriand en door Julie ou la Nouvelle Hèloïse van Rousseau, dan door de typische Duitse literatuur. En, indien men de literatuur buiten het geding zou willen houden hetgeen in beginsel niet juist is dan zou een eerlijke vergelijking tussen de Duitse romantische muziek en die van Berlioz het verschil tussen twee geestesrichtin gen reeds afdoende kunnen bewijzen, ién feit blijft inmiddels markantde muzikale inspiratie van Berlioz is voor driekwart (zo niet meer) gewekt door Shakespeare, Scott, Thomas Moore (de Ierse liederen), door Byron en ook door Goethe. Het moge zijn, dat Berlioz' werken heeft geschreven van ongelijke waarde, zij getuigen alle van grote en sterke oorspronkelijkheid en bovenal van een zeldzame beheersing van de orkes trale uitdrukkingsmiddelen. In de ont wikkelingsgang der muziek is de Sym phonie Fantastique de verbinding tussen klassieke symphonische vormen en het latere symphonische gedicht van Liszt en Strauss. Met de symphonie van Beet hoven heeft het stulc van Berlioz een zeker structuurverband, vooral in het eerste deel, met het symphonische ge dicht is het verbonden door de literaire grondslag, de toonsyniboliek en het ge bruik van een cyclische gedachte. Berlioz' leven en zijn muziek hebben iets onheilspellends. Wij, die generaties na hem komen, zullen dit kunnen inzien. Ook het heden is (nog) romantisch en Beiiioz kon dus zeer wel tegen zijn vriend Hiller hebben gezegd, dat de wereld zijn muziek eerst na 1940 zou gaan begrijpen. Dat moet dan zijn honderd en vijftig jaar zo ongeveer we tellen een decennium niet na zijn geboorte op 11 December 1803. P. T. rHSTERAVOND heeft de Tweede Kamer de algemene beraadslaging over de begroting 1954 van het depar tement van Onderwijs, K. en W. voort gezet. De heer Stapelkamp (a.r.), de betekenis van het nijverheidsonderwijs besprekend, betoogde, dat naast de theo retische scholing de praktische niet in gevaar mag komen. Men moet oog heb ben voor de hoge eisen, die het bedrijfs leven stelt. Van groot belang Is ook de doelmatige spreiding van de lagere technische scholen, ook van de protes tants-christelijke. De verhouding in de scholen van verschillende richtingen is geen afspiegeling van de stromingen in ons land. De heer Stokman (k.v.p.) betoog de, dat de hogere uitgaven zijn gerecht vaardigd. Er is z.l. een aantal voorzie ningen te treffen, welke niet behoeven te wachten op nieuwe onderwijswetten. Spr. bepleitte een grotere vrijheid van leerplannen voor de scholen. Dat van de M.M.S. zou een voorbeeld kunnen zijn voor het V.H.M.O. Voorts pleitte hij voor schoolgezondheldsdiensten in de levens beschouwelijke sfeer, waarin de kinderen leven. Hij betoogde, dat de pacificatiewet het de heer Van Sleen .mogelijk maakt scho len op te richten, die passen bij zijn ideaal. Hij moet daarom niet anderer houding grievend noemen. In dit verband merkt hij op, dat ér volgens De Tijd in Spelcholzerheide een openbare school is met één onderwijzer en één leerling. Spr. was van mening, dat de ontwik keling der wetenschap aan de universi teiten wordt bedreigd door de oprichting van para-uniiversitaire instituten, Hij vroeg zich af of herziening van het academisch statuut geen uitstel kan verdragen. De gehele opzet van de academische opleidingen zou naar zijn mening eens onder de loupe moeten worden genomen. Het bijzonder Hoger Onderwijs mag niet door een te schriele subsidiëring achterop komen. De heer Lucas (k.v.p.) besprak de salariëring der leraren. Er is thans een K.B,, waaruit de nieuwe regeling wordt bekend gemaakt. De wijze waarop en het tempo waarin het overleg werd gehouden critiseerde spr., opmerkend dat nog verder overleg nodig zal zijn. Veel punten moeten nog worden' gere geld. Naar zijn mening voelen de leraren zich terecht gekrent ln hun rechtsgevoel. De heer Lucas bepleitte de wenselijk heid van een verbetering van het systeem van subsidiëring van de bouw van schoolgebouwen. De heer Gort-zak (c.p.n.) verklaar de, dat hij zich gezien de korte spreektijd zou bepalen tot de nood het Lager Onderwijs. Spr. betoog de, dat schoolklassen geen kinderpak huizen behoren te zijn en de onderwij zers geen pakhuisknechts. Het klasse gemiddelde 35.6 is z.i. te hoog", maar in Amsterdam wordt dit gemiddelde ln 57 procent der bezetting overtroffen. Hij gaf in overweging de regering een be roep te laten doen op bouwondernemers, arbeiders en organisaties om de bouw van permanente scholen te versnellen. Voorts wilde hij noodoplossingen zoeken, door houten gebouwen te doen oprichten. De kosten zouden betaald kunnen wor den uit de spaarpot van minister Staf, wqlke 350 mlllioen bevat, Men zou de kosten ook kunnen aftrekken van de oorlogdbegroting, aldus de heer Gortzak. De heer Peters (k.v.p.) verklaarde, dat zijn fractie groot vertrouwen in de (Van een onzer verslaggevers) TYE directeur van de Kon. Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaat- LJ schappij, de heer H. Ph. de Booy, heeft het gehele kerstnummer van de „Reddingboot", het orgaan der reddingmaatschappij, gewijd aan de fatale storm, die op 31 Januari en 1 Februari van dit jaar zoveel ramp spoed over Nederland heeft gebracht. „Over de fatale gevolgen van de stormvloed hoeven wij niets meer te zeggen, zij zijn maar al te goed hekend. Wel is liet nodig, om de aandacht te vestigen op hetgeen onze reddingboten gedurende en na de storm hebben verricht." DE tochten van de Neeltje Jacoba, Prins Hendrik, Brandaris, Juan Hodshon en Insulinde waren uiterst zwaar en met woorden van grote dank baarheid doet de directeur van de red- dingmaatsehappij het belangwekkende relaas van de b'emanningen, die tijdens het noodweer van 31 Januari1 Februari onversaagd de woeste Noordzeebranding trotseerden. Hij beschrijft in de eerste plaats de ramp van de Prinses Victoria, het zwaarste ongeluk, dat ooit aan enig Brits koopvaardijschip in vredestijd is overkomen sedert de afgelopen eeuw. Zq kostte aan 138 mensen het leven. Hierbij speelden geen Nederlandse red dingboten een rol. De reddingboot Sa muel Kelly van een station van de Oost kust van Ierland wist 31 opvarenden in veiligheid te brengen. Toen de storm in de namiddag van 31 Januari onze kust had bereikt, kon ieder ogenblik word'en verwacht, dat een beroep op een of meer Nederlandse reddingstations zou worden gedaan. Het Rijkskuststation IJmuiden-radio ging een uiterst drukke tijd tegemoet. Tot Maan dagochtend, 2 Februari bleven de S.O.S.- berichten ni'et uit de lucht. De storm woei met orkaankracht 10 uit west-zuid west en tegen 19 uur in de avond verliet de motorreddingboot Prins Hendrik de haven van Den Helder, voor de eerste zware reddingtocht van deze nieuwe boot. Bij de Nieuwe Waterweg raakte de Aalsdijk aan lager wal. EVen later dreigde de baggermolen Poortershaven in de Nieuwe Waterweg te zinken. De motor-reddingboot Jan Leis van de Kon. Zuid-Hollandse Maatschappij tot redding van drenkelingen haalde de beide op varenden van boord. Dezelfde redding boot bracht 19 man van de sleepboot Schelde, die op een strekdam was ge raakt, in veiligheid. Ook bij Vlissingen en bij de Waterweg strandden nog ande re schepen, die echter vlot gebracht- konden worden. Zaterdagavond legen tien uur voer ook de Brandaris uit, om naar de losgeslagen sleep van de Gulosetifjord te zoeken. Diep in de nacht ving IJmuiden-radio vele noodseinen op, De Franka II en de Deen Annetorm verkeerden in nood. Ook de Insulinde uit Oostmahom was uitgevaren. INTUSSEN verkeerde men in ongerust heid over de Prins Hendrik, In de Reddingboot wordt d'e moeilijke reis beschreven, die de bemanning maakte zonder de Oder te kunnen vinden. De Neeltje Jacoba lag gereed tot uitvaren in de IJmuider haven. Zelfs in die haven stond een hoge zee en verschillende lichters en woonschepen raakten in de haringhaven in, moeilijkheden. Een log ger was gestrand op de kade. De be manning kon door de Neeltje Jacoba in veiligheid worden gebracht. Aan alle kanten klonken de noodseinen, De Virgo was op de Vliehorst gestrand. Het schip zelf liep geen gevaar, maar zat onwrik baar vast en pas enige maanden latei- kon het worden geborgen. Zondagochtend vroeg verkeerde de Julius Rutgers, een Duitse tankboot, die met teer was ge laden, in nood. I-Iet schip Jiep bij IJmui- den op de wal. De Insulind'e had intussen een stormachtige tocht naar Oostmahom gemaakt. De schipper schrijft in zijn verslag „Als wij niet waren vastgesjord, zouden wij alle drie van de stuurbrug van de Insulinde zijn weggevaagd. Op een ge geven moment voer het schip dwarszees en ineens kwam er een muur van water vlak naast ons opzetten. Ik probeerde nog om de boot op zee te krijgen, maar het was al te laat. Het schip lag met 90 graden slagzij plat op het water, maar de trouwe Insulinde richtte zich weer op." Ook de Brandaris kreeg het op de te rugweg" naar Terschelling hard te ver antwoorden. Het rapport van de schipper eindigt met de opmerking, dat dit een van de zwaarste tochten is geweest ge- durend'e het bestaan van het schip, IN de namiddag van Zondag 1 Februari verkeerde men in grote ongerustheid over de tanklichter Oder. Noch de Brandaris. noch de Prins Hendrjk had den het schip kunnen vinden. Ten slotte is het de Prins Hendrik gelukt de opva renden te redden. Het schip was door midden gebroken en het voorschip waar op zich de zes schipbreukelingen bevon den zat in de felle branding van de Vliehors. Ten slotte lier» de Prins Hendrik met iep d de maatschappffvlag ln top als teken Boeiend relaas van gevechten tegen zee en orkaan dat all'e hens waren gered, de haven van Den Helder binnen. De redding maatschappij zond het rapport van deze moeilijke redding aan H.K.H. Prinses Wilhelmina, die de reddingboot Prins Hendrik in Juni 1951 te water heeft ge laten en aan de K.N.Z.H.R.M. heeft over gedragen. Schipper Bot ontving van de secretaresse van H.K.H. antwoord, waarin o.a. stond: Het deed H.K.H. goed te horen, dat de reddingboot, naar haar echtgenoot genoemd, die zoveel gedaan heeft voor het reddingwevk en de be manningen der reddingboten, zulk kra nig werk verrichtte. Wij deden slechts een greep uit het belangrijke relaas van de verrichtingen der reddingboten van 31 Januari tot 2 Februari. Het kerstnummer bevat ook een rapport over het werk van de red dingboten in het watersnoodgebied. minister heeft ondanks het feit, dat er critiek is op onderdelen. Spr. 'betoogde, dat er aan het onder wijs voor meisjes nog een en ander ont breekt. Er was z.l. te weinig differen tiatie. Met genoegen had spr. gelezen, dat de minister het plan-Rutten neemt als uitgangspunt voor verbetering van de structuur van het onderwijs. Hij ver klaarde zich nadrukkelijk te distancleren van hen, die de schuld van de tegen woordige toestand van het onderwijs wijten aan de minister Gielen, Ruttên en Cals. Men heeft In deze nog steeds de calamiteiten te overwinnen, die 10 Mei 1940 begonnen, O.m. zei spr. het te betreuren, dat de scholenbouw nog niet helemaal is vrij- IN DE WERKPLAATS tot herstel van antiek textiel te Haarlem is men ge reedgekomen met de restauratie van het laatste wandtapijt uit de Mozes- serie, Mozes slaat roater uit de rots. Het is thans naar Maastricht gezonden, waar het in het gemeentehuis zal wor den opgehangen. Een laatste inspectie. gegeven. De opleiding van leerkrachten zal de minister moeten stimuleren met alle hem ter 'beschikking" staande midde len. Hij kan accoord gaan met de sug gesties van het toekennen van fictieve diensttijd, verruiming der studiebeurzen en vooral afschaffing der gemeente- classificatie. De heer Peters maakte bezwaar tegen Uitlatingen van een raadadviseur van het departement in een rede te Gorln- chem, waardoor de onderwijzers zich zeer gegriefd gevoelen. Hij vroeg vol ledige opheldering terzake. De heer Engelbertink (k.v.p.) besprak ten slotte enige punten met be trekking tot het nijverheidsonderwijs. O.m. maakte hij er bezwaar tegen, dat de duur van cursussen voor lager technisch onderwijs vrij willekeurig - kan worden verlengd van twee tot drie jaar. Hij vroeg of het juist is, dat ligt K.B. Inzake de denivellering bij het nijver heidsonderwijs nog niet is verschenen. (Van een onze verslag gevers) F het Vondelparkpavil- joen sprak gisteravond drs H, J. Jonker, welbe kend van de Radio-omroep onder auspiciën van het Internationaal Cultureel Centrum over „De stem van de tijd". Het betrof hier een pri meur, aangezien de opna men van stemmen van be langrijke persoonlijkheden en van historische gebeurte nissen, welks verzamelen een omvangrijke arbeid Is geweest, eerst kort geleden klaar waren gekomen. De heer Jonker gaf ons een in structieve selectie uit zijn omvangrijke verzameling. De eerste opnamen zijn na tuurlijk van slechte kwali teit, maar zij zijn er niet minder interessant om. Wij horen Tolstoi in 1900 een Sarah BernhardtDreyfus, Mussolini, Prinses Wilhelmina spraken o.a. tot ons joumalistencongres in het Frans toespreken en Drey fus op de dag van zijn reha bilitatie uitroepen: „C'est un beau jour pour la France et pour la République". Een stuk wereldgeschiedenis wordt voor ons opgeroepen bij het beluisteren van de oorlogsverklaring van Frankrijk in 1914, uitge sproken door Raymond Poincaré. Een roerige periode wordt weer levend gemaakt door de stemmen van Lenin, Wil son en de Duitse president Hindenburg. Wij horen de grote tragédienne Sarah Bernhardt in een van haar onvergetelijke rollen, maar tevens Han Hollander, de grote reporter, die het Ne derlandse volk op een Zon dagmiddag ademloos deed luisteren naar zijn verslag van een Interland voetbal wedstrijd. Het is ondoenlijk van alle stemmen melding te maken, die wij uit de col lectie van de heer Jonker mochten horen. Maar wij kunnen toch niet voorbij gaan aan de gloedvolle stem van Edouard Herriot, noch- aan de hese, uitgeputte stem van Koning George VI, toen hij, niet lang vóór zijn dood dé traditionele Kerstrede uitsprak. Sommige van deze opnamen hebben een bijzon der historisch belang, "zoals het interview met de be roemde Amerikaanse jour nalist Knickerbocker na zijn bezoek aan Indonesië in 1949, en niet lang vóór hij met het KLM-toestel bij Bombay zou neerstorten. Zijn getuigenis pleitte voor het Nederlandse standpunt: „The Dutch were forced to leave too early ".Wij horen Goring tot de doodstraf ver oordelen en een Belgische communistische député vlak voor de eedsaflegging van1 de „Koninklijke Prins" Bou- dewijn „Vlve la République" uitroepen. Dramatisch is de repor tage van het verongelukken van de Zepplin „Hinden burg", die in 1937 in de V.S. tegen de landihgsmast botste en in. brand "'vloog. Mussolini en Chamberlain (terug uit Miinchen) passe ren de revue, evenals de Flitspuit en Jetje van Radio Oranje. De flash-backs over ons Koningshuis zijn zeer belangwekkend, vooral ook de menselijke woorden, die tijdens de oorlogsjaren uit Engeland en Canada door de leden van het Koninklijk Huis tot ons volk werden gericht. Aangrijpend is de opname van de inhuldiging van Koningin Juliana in September 1948 in Amster dam. Deze primeur is ongetwij feld een succes geworden. Het is een positieve zijde van de vooruitgang van de techniek, dat wij belangrijke historische gebeurtenissen op de plaat kunnen vastleg gen en kunnen bewaren voor het nageslacht. Einde van vierjarige gevangenschap Een kwestie die van groot belang is vo'or het internationale politieke asylrecht (Van een correspondent) Washington TTET lot van de Zuidamerikaanse politieke leider Victor Raul Haya de la Torre dat reeds sinds Januari 1949 de gemoederen in Columbia en Peru in de eerste plaats, maar ook elders in Zuid-Amerika, bezighoudt, en dat het onderwerp is geweest van een langdurig proces voor het Internationale Hof van Justitie in Den Haag, is dezer dagen opnieuw in de belangstelling gekomen. Haya de la Torre was de leider van de Apra-partij in Peru, welke streed voor verbetering van de positie der Indianen en kleurlingen, maar die door de regering van Manuel Odria indertijd ver boden werd. Haya de la Torre nam de vlucht op het exterritoriale gebied van de Colombiaanse ambassade in Lima op 3 Januari 1949. Hij is daar nog altijd. Want Odria weigerde een vrijgeleide te geven, die De la Torre in staat zou stellen het land te verlaten om zich naar Columbia te begeven, waar men hem politiek asyl wilde verlenen. nale wet te verheffen. Erkenning van dat recht zou bijvoorbeeld betekenen dat een door het FBI gezochte'Amerikaanse communist asyl zou kunnen krijgen in de ambassade te Washington van een staat als Guatemale om vervolgens zon der verdere moeilijkheden het land te kunnen verlaten. Op het ogenblik ko men de opvattingen van de V.S. en Peru op dit gebied overeen, zij het om ver schillende redenen. Dat is algemeen be kend in Zuid-Amerika. Tijdens de laat ste mislukte staatsgreep in Bolivia kort geleden klopten tientallen onfortuinlijke Boliviaanse politici aan bij de ambassa des in La Paz van een dozijn Latijns- Amerikaanse landen, maar niet bij die van de V.S. of Peru. (Handelsblad-U. P.-dienst) De regering van Peru stelde zich op het standpunt dat De la Torre geen po litieke vluchteling was, maar een burger die gezocht werd wegens hoogverraad en samenzwering. Pogingen om een ac coord tussen Colombia en Peru te be- ■eiken mislukten en de zaak werd voor het Internationale Hof gebracht. Maar ook de rechters in Den Haag slaagden er niet in een afdoende oplossing te vin den en sindsdien heeft geen der partijen een duimbreed toegegeven. Haya de la Torre zit in de Colombiaanse ambassade en de politie van Peru staat dag en nacht klaar om hem te arresteren als hij ook maar een stap buiten het ex territoriale gebied zou zetten. Een poli- tiecordon is om het gebouw getrokken en iedereen die de ambassade betreedt of verlaat wordt door de politie onder zocht. 's Nachts zijn grote zoeklichten op de muren van het gebouw gericht. Dezer dagen heeft Colombia een nieu we methode geprobeerd om te trachten een oplossing te vinden. De minister van Buitenlandse Zaken, Evaristo Sourdis, is naar Washington gereisd om de zaak voor te leggen aan de Inter-Amerikaanse Vredescommissie met een beroep op de .'.goede diensten" dezer commissie. De commissie is in 1948 opgericht voor de oplossing van inter-Amerikaanse geschil len. Zij' bestaat uit vijf leden (de V.S., Argentinië, Brazilië, Cuba en Mexico) en haar macht is strikt beperkt. Zij kan wel adviezen geven maar geen zaak ter hand nemen als niet alle betrokken par tijen daarin toestemmen. Sourdis heeft de commissie medegedeeld dat de zaak- Haya de la Torre een „bedreiging van de vrede" begint te worden en hij heeft te kennen gegeven dat Colombia, als de commissie niets kan doen, ingevolge het verdrag van Rio de Janeiro van 1947 de ministers van Buitenlandse Zaken van de 21 Amerikaanse republieken bijeen zal roepen. Peru heeft nog geen stand punt ingenomen. ER is een aspect aan deze .zaak dat haar betekenis voor de Pan-Ameri kaanse verhoudingen nog belangrij ker maakt. Het asylrecht. waarop De la Torre een bevoep deed, staat niet om schreven in enig internationaal accoord tussen de Latijns-Amerikaanse landen, maar het is daar wel een traditie. In Latijns-Amerika is thans een sterke stro ming om dat asylrecht tot officieel in ternationaal of althans inter-Amerikaans recht te.maken. Li Maart zal deze kwes tie te Caracas besproken worden op de tiende vergadering van de Amerikaanse landen. De V.S. voelen er niet veel voor om het politieke asylrecht tot internatio- Amnestie aan Italiaanse oorlogsmisdadigers Neo-fascistische invloeden De Italiaanse Kamer van Afgevaar digden heeft zich door het aanvaarden van een verstrekkend amendement op een wetsontwerp inzake het verlenen van amnestie uitgesproken vóór amnes tie aan oorlogsmisdadigers en politieke gevangenen mits zij de misdaden, waar voor zij werden veroordeeld, hebben ge pleegd vóór 18 Juni 1946. In totaal zijn het er 17,000 Het amendement werd ingediend door de neo-fascistische M.S.I.-fractie. De aanvaarding er van komt neer op een nederlaag voor minister-president Pella en diens politieke vinenden. De communisten, de linkssocialisten en ook verscheidene monarchisten, libera len, republikeinen en rechts-socïalïsten stemden voor. De veinige aanwezige Christen-Democraten konden aanvaar ding van het amendement niet verhin deren. MINISTER-PRESIDENT BIJ PREMIÈRE EVEREST-FILM De minister-president dr W. Drees heeft toegezegd aanwezig te zullen zijn bij de gala-première van de Engelse kleurenfilm „De verovering van de Mount Everest, Vrijdag 18 December ïn het theater Metropole te Den Haag. Voorts zullen de Engelse ambassadeur Sir Neville Butler en Ladv Butler, het voltallige Corps Diplomatique, de minis ters Kernkamp en Luns, militaire auto riteiten en leden van de hofhouding bij deze voorstelling aanwezig zijn. Voor de Independent Order of Good remplars spreekt de heer Johan Toot Maandagavond 14 December om acht uur gebouw „Ons Huis", Bertelmanplein 13—20, over De wereld van het Zwjjgen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1