Honderd vijftig jaar geleden werd de
Franse componist geboren
BEGROTING O. K. EN W. IN
TWEEDE KAMER VERVOLGD
Stemmen en feiten uit de historie
Uitgangspunt plan-RUTTEN wordt gewaardeerd
Reddingboten tijdens de
stormramp
Nieuwe stappen tot oplossing
van de zaak
HAY A DE LA TORRE
ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN DONDERDAG 10 DECEMBER 1953
IBomantiek van ^.Rector BeJi
IOZ
VOLGENS de brave Duitse dirigent
Ferdinand Hiller, die als baardeloze
jongeling van 1828 tot 1835 in Parijs
heeft gewoond ,,au milieu des vins,
des femmes et des fleurs" moet
Berlioz eens hebben gezegd, dat de
wereld zijn muziek eerst na 1940 zou
gaan begrijpen. Misschien is die op
merking wel gemaakt in het geliefkoosde
HECTOR BERLIOZ dirigeert een zijner
werken. Spotprent van Grandville.
Drie jonge musici speelden
voor de
gemeente-ambtenaren
DRIE jonge Nederlandse musici heb
ben zich gisteren op Kamer 238
van het Raadhuis verdiept in een
aantal klassieke en praeklassieke com
ponisten; tezamen bestreken zij zo om
en nabij anderhalve eeuw muziekge
schiedenis met Sweeldnck en Monteverdi
als de oudste representanten en Handel
als de modernste meester van de avond.
'Hun musiceren getuigde van ernstige
studie, een flinke dosis aangeboren mu
zikaliteit en vergevorderde, technische
bekwaamheid. De cembaliste Marijke
Smit Siibitiga beheerst haar instrument
terdege, registreert in overeenstemming
met de bouw van de compositie en frap
peerde vooral In de verstilde del-en door
haar poëtische voordracht. De hoboïst
Arthur Morsel bezit een zangrijke, no
bele toon en weet zijn vertolkingen leven
in te blaz-en binnen het kader van een
streng volgehouden metrische beweging.
Beide solisten: zijn echter nog wat te veel
gepreoccupeerd door de realisatie van
het notenbeeld, waardoor de atmosfeer
van het werk zich nergens voluit kon
manifesteren. Zij gaan schroomvallig
om met de muziek, staan nog niet ge
heel 'boven het gegeven, terwijl dit sta
dium toch bereikt zal moeten worden,
wil een kunstwerk zich geestelijk vrij
kunnen ontplooien. Voor de zangeres
Beatrix Mac Kenzie gelden bovenge
noemde bezwaren in mindere mate, zij
heeft reeds een grotere zelfstandigheid
verworven ten opzichte van de muziek.
Haar fraaie, heldere sopraan bezit een
weldadige warmte: deze stem is geen
levenloos, goed getraind materiaal, doch
een bewogen medium, tintelend in de
hoogte, donker in het middenregister.
De ademtechnile'k is nog niet overal
even betrouwbaar, de expressie niet
altijd beweeglijk genoeg in de nuan
cering. Met name schoot de soliste in
de schertsende stukken tekort aan luch
tige voordracht. Om een ruimer beeld
te krijgen van hetgeen deze drie jonge
musici thans „in hun mars hebben", had
het programma er enigszins anders
moeten uitzien, Node misten wij naast
de statische composities de overige as
pecten der toonkunst. Toegegeven, met
een cembalo als solo- en begeleidend
instrument is tegelijkertijd ook de keuze
van de nummers voor zang en hobo min
of meer gefixeerd, doch zelfs de cemba
liste had met enige werken van een
Scarlatti of Couperra meer afwisseling
kunnen bereiken. J. R.
Frans-Duitse filmproductie
op komst
Onlangs is een overeenkomst op het
gebied van de film gesloten tussen
Frankrijk en Duitsland, waai'bij de we
derzijdse import van films is geregeld.
In kringen van Franse filmproducenten
hoort men thans verluiden, dat de Fran
se filmindustrie hoopt, met Duitse colle
ga's tot een gezamenlijke productie te
kunnen geraken, zoals dat met Italië
al geruime tijd het geval is.
DRENTHE WIL CULTURELE
PRIJZEN TOEKENNEN
Gedeputeerde Staten van Drenthe zqn
voornemens prijzen in te stellen voor
bijzondere prestaties op cultureel gebied.
Naar cle m'ening van het college zal
door deze prijzen de werkzaamheid op
het gehele terrein van het culturele le
ven (schilderkunst, muziek, toneel, let
teren en wetenschap) in belangrijke ma
te kunnen worden aangemoedigd en
daarmee zal een positieve bijdrage kun
nen worden geleverd in het belang van
de volksontwikkeling, kunsten en weten
schappen. Uiteraard zullen deze prijzen,
bestaande uit een geldbedrag of een
speciaal hiervoor geslagen penning, al
leen toegekend moeten worden voor zeer
bijzondere prestaties.
Daar het doël der prijzen is, het
Drentse culturele leven te bevorderen,
zal de toekenning daarvan uitsluitend
moeten geschieden voor prestaties,
welker inhoud betrekking heeft op
Drenthe, of welke zijn verricht door per
sonen, die nauw aan deze provincie zijn
verbonden. De to'ekenning van de prijzen
zal niet beperkt moeten blijven, zo
schrijven Gedeputeerde Staten, tot indi
viduele personen; ook zullen verenigin
gen, groepen of scholen daarvoor in aan
merking moeten kunnen komen.
Gedenkplaat voor J. J. Starter
te Leeuwarden onthuld
(Van onze correspondent)
Leeuwarden, 10 December
Te Leeuwarden is in het huis Over de
Keldez-s 8, waarin gedurende vijf jaren
de Nederlandse dichter J. Jzn Starter
(15941626) heeft gewoond, een aan hem
gewijde bronzen gedenkplaat onthuld.
Deze plaat is veiwaardigd door de
Leeuwarder beeldhouwer A. Hettema.
Starter heeft vele gedichten aan Fries
land gewijd o.a. zijn bekende Friese
Lusthof. De onthulling geschiedde dooi
de burgemeester van Leeuwarden, mr
A. A. M. van der Meulen. Tijdens een
bijeenkomst op he.t stadhuis droeg dr W.
Kok, directeur van de Fryske Akademy
daarna de gedenkplaat over aan het ge
meentebestuur van Leeuwarden.
Café du Divan, waar Berlioz en Hiller
vaak urenlang met elkaar konden zitten
bomen. En waarom zouden we die goed
hartige Hiller niet geloven? Berlioz was
niet minder praatgraag dan zijn Duitse
rivaal en tegenspeler Wagner, van wie
iedereen wist, dat hij het altijd en overal
over zichzelf had. Ook Berlioz was voort
durend met zichzelf bezig. Hij moest het
steeds hebben over zijn muziek, over zijn
wederwaardigheden, over zijn ideeën.
Ook Berlioz kon een stroom van argu
menten aanvoeren met een dergelijke
vermoeiende rijkdom aan woorden, dat
de afgematte toehoorder de lust tot een
wederwoord wel moest vergaan. Het kan
dus heel goed zijn dat Berlioz over die
late erkenning van zijn muziek wel
degelijk heeft gesproken. Zelfs het jaar
1940 is niet zo onaannemelijk, want Ber
lioz kon er van op de hoogte zijn, dat de
Matthaeus Passion van Bach ook eerst
honderd jaar na de Leipziger kerkdienst
van Goede Vrijdag 1729 in Berlijn onder
Mendelssohn weer werd uitgevoerd.
Waarom zou een dergelijk lot de muziek
van de Franse romanticus niet evenzo
ten deel vallen? Honderd jaar of daarom
trent is een afgeronde eenheid en een
gemakkelijk getal bij een gesprek.
In het begin had Berlioz echter weinig
reden om verstoord te zijn, tenzij het
was om het feit, dat hij vijfmaal moest
mededingen eer hem de Prix de Rome
werd geschonken. Maar in 1830 .werd
hem die dan toch toegewezen en op
5 December van dat jaar dirigeerde
Habeneck in Parijs een geheel program
ma met werken van Berlioz, ter ere van
de winnaar van de eerste prijs. De baten
van dit concert kwamen ten goede aan
de slachtoffers van de Juli-revolutie.
Het programma bestond uit de ouver-
ture Les Francs-Jwges, Hymne en
Ohoeur Guerrier uit de Ierse liederen
Grande Scène uit Sardanapale en de
Symphonic Famtastique. Heel Jeune-
France was aanwezig. De lang
harige dandy's met ringbaardjes of met
bakkebaarden (zoals Berlioz) of met
snor en sikterwijl de leerlingen kaal en
glad verschenen zoals het toen be
hoorde. En dan veel deftig publiek
waaronder ook Harriet Smithson, de
grote liefde van Berlioz, gekleed d la
Rubens.
HET succes was overweldigend. De
aanhangers van Berlioz spraken van
phosphorescent, flamboyant, stupé-
fiant, annihilant, pyramidal, transceden-
talAnderen noemden het succes
satanique, furieux, effroyable, épouvan-
table Maar Fétis (Heine zei altijd
monsieur Foetus) was uiterst gereser
veerd in zijn Revue Musicale: „deze
muziek wekt meer verwondering dan zij
genoegen verschaft". Aan de slachtoffers
der revolutie kon 15.000 francs worden
afgedragen.
Welke reden kon Berlioz dan toch heb
ben om zo misnoegd te zijn? Zou het dan
kunnen, dat hij toen reeds had begrepen,
dat zijn muziek eigenlijk zijn tijdgenoten
ver vooruit was? Dat zijn ideeën eerst
weerklank zouden vinden bij een gene
ratie, die het onburgerlijke karakter
daarvan, het extatische en het directe
kan doorvoelen? Ten aanzien van de
(Ingez. med.-advertentie)
Met een paar Aspirin-tableuen
(alléén echt met het Bayerkruis)
per dag bestrijdt U doeltreffend
VERKOUDHEID
EN GRIEP
4+usf
romantiek, die in wezen revolutionnair
is, kan dit begrijpelijk zijn. De romantiek
heeft iets onwezenlijks, iets zoekends. De
romantiek is vooruitstrevend en zelfs de
Schlegels hadden daarop al in hun tijd
schrift „Athenaum" (1800) gewezen. Zij
noemden immers de romantische dicht
kunst „progressive Universalpoesie" en
van deze vooruitstrevendheid kreeg men
dit ervaren wij thans nog in Berlioz'
werken voldoende te mei-ken. Berlioz
was geneigd om de dingen fabelachtig te
zien en in elk geval in uitersten. Alles
is bij hem op enkele uitzonderingen na
vernielend, meeslepend, onheilspellend,
smachtend, monsterlijk, huiveringwek
kend, weergaloos, brandend, adembene
mend, aandoenlijk of vermurwend.
De geschiedenis van een vertwijfelde
liefde is de Symphonie Fantastiqu'e. De
Harold-Symphonie is een document voor
Byron: een reeks „scènes de melan
cholie, de bonheur et de joie". Maar des
ondanks zijn de daarin voorkomende
„Marche de pèlerins chantant la prière
du soir" en de „Sérénade d'un montag-
nard des Abruzzes sa maïtresse", eth-
nographische studies van een toerist. In
„La Damnation de Faust" voert Berlioz
zijn held naar Hongarije, omdat hij
Beriioz behoefte had aan een muziek
stuk met een Hongaars thema. Dit werd
dan de beroemde Marche hongroise. Al
deze eigenaardigheden zijn typisch voor
HECTOR BERLIOZ
de romantiek, die Berlioz heeft bezield.
Een andere romantiek, de romantiek van
het veraf gelegene, die ten enenmale
verschilt met het romantische levens
gevoel van Mendelssohn en vooral van
Schumann.
Geen wonder, dat Schumann vragen
heeft gesteld ten aamzien van Berlioz'
werken. De ouverture „Waverley"
schreef Berlioz naar de gelijknamige
■oman van Walter Scott. „Maar", zegt
Schumann, „voor welk hoofdstukvoor
welk tafereeltot welk doelV' Schu
mann heeft wel waardering voor de
Franse collega, doch „men iveet niet of
men hem een genie dan. wel een muzi
kale avonturier moet noemenHij geeft
een fel licht als een bliksemstraal, maar
hij laat ook de stank van zwavel na. Hij
maakt grote stukken en zegt ook enige
waarheden en valt spoedig daarop in
schooljong ensgezwam."
Dit protest, men kan het ook een vraag
noemen, een bedenking wellicht, bewijst,
dat de romantiek van Berlioz meer is
beïnfluenceerd door een vreemd boek als
The confessions of an English opium-
eater van Thomas de Quincey (al heeft
hq dit misschien nooit gelezen), meer
door de half-autobiografische roman
René van Chateaubriand en door Julie
ou la Nouvelle Hèloïse van Rousseau,
dan door de typische Duitse literatuur.
En, indien men de literatuur buiten het
geding zou willen houden hetgeen in
beginsel niet juist is dan zou een
eerlijke vergelijking tussen de Duitse
romantische muziek en die van Berlioz
het verschil tussen twee geestesrichtin
gen reeds afdoende kunnen bewijzen,
ién feit blijft inmiddels markantde
muzikale inspiratie van Berlioz is voor
driekwart (zo niet meer) gewekt door
Shakespeare, Scott, Thomas Moore (de
Ierse liederen), door Byron en ook door
Goethe. Het moge zijn, dat Berlioz'
werken heeft geschreven van ongelijke
waarde, zij getuigen alle van grote en
sterke oorspronkelijkheid en bovenal van
een zeldzame beheersing van de orkes
trale uitdrukkingsmiddelen. In de ont
wikkelingsgang der muziek is de Sym
phonie Fantastique de verbinding tussen
klassieke symphonische vormen en het
latere symphonische gedicht van Liszt
en Strauss. Met de symphonie van Beet
hoven heeft het stulc van Berlioz een
zeker structuurverband, vooral in het
eerste deel, met het symphonische ge
dicht is het verbonden door de literaire
grondslag, de toonsyniboliek en het ge
bruik van een cyclische gedachte.
Berlioz' leven en zijn muziek hebben
iets onheilspellends. Wij, die generaties
na hem komen, zullen dit kunnen inzien.
Ook het heden is (nog) romantisch en
Beiiioz kon dus zeer wel tegen zijn vriend
Hiller hebben gezegd, dat de wereld zijn
muziek eerst na 1940 zou gaan begrijpen.
Dat moet dan zijn honderd en vijftig jaar
zo ongeveer we tellen een decennium
niet na zijn geboorte op 11 December
1803.
P. T.
rHSTERAVOND heeft de Tweede
Kamer de algemene beraadslaging
over de begroting 1954 van het depar
tement van Onderwijs, K. en W. voort
gezet.
De heer Stapelkamp (a.r.), de
betekenis van het nijverheidsonderwijs
besprekend, betoogde, dat naast de theo
retische scholing de praktische niet in
gevaar mag komen. Men moet oog heb
ben voor de hoge eisen, die het bedrijfs
leven stelt. Van groot belang Is ook de
doelmatige spreiding van de lagere
technische scholen, ook van de protes
tants-christelijke. De verhouding in de
scholen van verschillende richtingen is
geen afspiegeling van de stromingen in
ons land.
De heer Stokman (k.v.p.) betoog
de, dat de hogere uitgaven zijn gerecht
vaardigd. Er is z.l. een aantal voorzie
ningen te treffen, welke niet behoeven
te wachten op nieuwe onderwijswetten.
Spr. bepleitte een grotere vrijheid van
leerplannen voor de scholen. Dat van de
M.M.S. zou een voorbeeld kunnen zijn
voor het V.H.M.O. Voorts pleitte hij voor
schoolgezondheldsdiensten in de levens
beschouwelijke sfeer, waarin de kinderen
leven.
Hij betoogde, dat de pacificatiewet het
de heer Van Sleen .mogelijk maakt scho
len op te richten, die passen bij zijn
ideaal. Hij moet daarom niet anderer
houding grievend noemen. In dit verband
merkt hij op, dat ér volgens De Tijd in
Spelcholzerheide een openbare school is
met één onderwijzer en één leerling.
Spr. was van mening, dat de ontwik
keling der wetenschap aan de universi
teiten wordt bedreigd door de oprichting
van para-uniiversitaire instituten,
Hij vroeg zich af of herziening van
het academisch statuut geen uitstel kan
verdragen. De gehele opzet van de
academische opleidingen zou naar zijn
mening eens onder de loupe moeten
worden genomen.
Het bijzonder Hoger Onderwijs mag
niet door een te schriele subsidiëring
achterop komen.
De heer Lucas (k.v.p.) besprak de
salariëring der leraren. Er is thans een
K.B,, waaruit de nieuwe regeling wordt
bekend gemaakt. De wijze waarop en
het tempo waarin het overleg werd
gehouden critiseerde spr., opmerkend
dat nog verder overleg nodig zal zijn.
Veel punten moeten nog worden' gere
geld. Naar zijn mening voelen de leraren
zich terecht gekrent ln hun rechtsgevoel.
De heer Lucas bepleitte de wenselijk
heid van een verbetering van het systeem
van subsidiëring van de bouw van
schoolgebouwen.
De heer Gort-zak (c.p.n.) verklaar
de, dat hij zich gezien de korte
spreektijd zou bepalen tot de nood
het Lager Onderwijs. Spr. betoog
de, dat schoolklassen geen kinderpak
huizen behoren te zijn en de onderwij
zers geen pakhuisknechts. Het klasse
gemiddelde 35.6 is z.i. te hoog", maar in
Amsterdam wordt dit gemiddelde ln 57
procent der bezetting overtroffen. Hij
gaf in overweging de regering een be
roep te laten doen op bouwondernemers,
arbeiders en organisaties om de bouw
van permanente scholen te versnellen.
Voorts wilde hij noodoplossingen zoeken,
door houten gebouwen te doen oprichten.
De kosten zouden betaald kunnen wor
den uit de spaarpot van minister Staf,
wqlke 350 mlllioen bevat, Men zou de
kosten ook kunnen aftrekken van de
oorlogdbegroting, aldus de heer Gortzak.
De heer Peters (k.v.p.) verklaarde,
dat zijn fractie groot vertrouwen in de
(Van een onzer verslaggevers)
TYE directeur van de Kon. Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaat-
LJ schappij, de heer H. Ph. de Booy, heeft het gehele kerstnummer van
de „Reddingboot", het orgaan der reddingmaatschappij, gewijd aan de
fatale storm, die op 31 Januari en 1 Februari van dit jaar zoveel ramp
spoed over Nederland heeft gebracht. „Over de fatale gevolgen van de
stormvloed hoeven wij niets meer te zeggen, zij zijn maar al te goed hekend.
Wel is liet nodig, om de aandacht te vestigen op hetgeen onze reddingboten
gedurende en na de storm hebben verricht."
DE tochten van de Neeltje Jacoba,
Prins Hendrik, Brandaris, Juan
Hodshon en Insulinde waren uiterst
zwaar en met woorden van grote dank
baarheid doet de directeur van de red-
dingmaatsehappij het belangwekkende
relaas van de b'emanningen, die tijdens
het noodweer van 31 Januari1 Februari
onversaagd de woeste Noordzeebranding
trotseerden. Hij beschrijft in de eerste
plaats de ramp van de Prinses Victoria,
het zwaarste ongeluk, dat ooit aan enig
Brits koopvaardijschip in vredestijd is
overkomen sedert de afgelopen eeuw.
Zq kostte aan 138 mensen het leven.
Hierbij speelden geen Nederlandse red
dingboten een rol. De reddingboot Sa
muel Kelly van een station van de Oost
kust van Ierland wist 31 opvarenden
in veiligheid te brengen.
Toen de storm in de namiddag van
31 Januari onze kust had bereikt, kon
ieder ogenblik word'en verwacht, dat een
beroep op een of meer Nederlandse
reddingstations zou worden gedaan. Het
Rijkskuststation IJmuiden-radio ging een
uiterst drukke tijd tegemoet. Tot Maan
dagochtend, 2 Februari bleven de S.O.S.-
berichten ni'et uit de lucht. De storm
woei met orkaankracht 10 uit west-zuid
west en tegen 19 uur in de avond verliet
de motorreddingboot Prins Hendrik de
haven van Den Helder, voor de eerste
zware reddingtocht van deze nieuwe
boot. Bij de Nieuwe Waterweg raakte
de Aalsdijk aan lager wal. EVen later
dreigde de baggermolen Poortershaven
in de Nieuwe Waterweg te zinken. De
motor-reddingboot Jan Leis van de Kon.
Zuid-Hollandse Maatschappij tot redding
van drenkelingen haalde de beide op
varenden van boord. Dezelfde redding
boot bracht 19 man van de sleepboot
Schelde, die op een strekdam was ge
raakt, in veiligheid. Ook bij Vlissingen
en bij de Waterweg strandden nog ande
re schepen, die echter vlot gebracht-
konden worden. Zaterdagavond legen
tien uur voer ook de Brandaris uit,
om naar de losgeslagen sleep van de
Gulosetifjord te zoeken. Diep in de nacht
ving IJmuiden-radio vele noodseinen op,
De Franka II en de Deen Annetorm
verkeerden in nood. Ook de Insulinde
uit Oostmahom was uitgevaren.
INTUSSEN verkeerde men in ongerust
heid over de Prins Hendrik, In de
Reddingboot wordt d'e moeilijke reis
beschreven, die de bemanning maakte
zonder de Oder te kunnen vinden. De
Neeltje Jacoba lag gereed tot uitvaren
in de IJmuider haven. Zelfs in die haven
stond een hoge zee en verschillende
lichters en woonschepen raakten in de
haringhaven in, moeilijkheden. Een log
ger was gestrand op de kade. De be
manning kon door de Neeltje Jacoba
in veiligheid worden gebracht. Aan alle
kanten klonken de noodseinen, De Virgo
was op de Vliehorst gestrand. Het schip
zelf liep geen gevaar, maar zat onwrik
baar vast en pas enige maanden latei-
kon het worden geborgen. Zondagochtend
vroeg verkeerde de Julius Rutgers, een
Duitse tankboot, die met teer was ge
laden, in nood. I-Iet schip Jiep bij IJmui-
den op de wal. De Insulind'e had intussen
een stormachtige tocht naar Oostmahom
gemaakt.
De schipper schrijft in zijn verslag
„Als wij niet waren vastgesjord, zouden
wij alle drie van de stuurbrug van de
Insulinde zijn weggevaagd. Op een ge
geven moment voer het schip dwarszees
en ineens kwam er een muur van water
vlak naast ons opzetten. Ik probeerde
nog om de boot op zee te krijgen, maar
het was al te laat. Het schip lag met
90 graden slagzij plat op het water,
maar de trouwe Insulinde richtte zich
weer op."
Ook de Brandaris kreeg het op de te
rugweg" naar Terschelling hard te ver
antwoorden. Het rapport van de schipper
eindigt met de opmerking, dat dit een
van de zwaarste tochten is geweest ge-
durend'e het bestaan van het schip,
IN de namiddag van Zondag 1 Februari
verkeerde men in grote ongerustheid
over de tanklichter Oder. Noch de
Brandaris. noch de Prins Hendrjk had
den het schip kunnen vinden. Ten slotte
is het de Prins Hendrik gelukt de opva
renden te redden. Het schip was door
midden gebroken en het voorschip waar
op zich de zes schipbreukelingen bevon
den zat in de felle branding van de
Vliehors.
Ten slotte lier» de Prins Hendrik met
iep d
de maatschappffvlag ln top als teken
Boeiend relaas van
gevechten tegen zee
en orkaan
dat all'e hens waren gered, de haven
van Den Helder binnen. De redding
maatschappij zond het rapport van deze
moeilijke redding aan H.K.H. Prinses
Wilhelmina, die de reddingboot Prins
Hendrik in Juni 1951 te water heeft ge
laten en aan de K.N.Z.H.R.M. heeft over
gedragen. Schipper Bot ontving van de
secretaresse van H.K.H. antwoord,
waarin o.a. stond: Het deed H.K.H. goed
te horen, dat de reddingboot, naar haar
echtgenoot genoemd, die zoveel gedaan
heeft voor het reddingwevk en de be
manningen der reddingboten, zulk kra
nig werk verrichtte.
Wij deden slechts een greep uit het
belangrijke relaas van de verrichtingen
der reddingboten van 31 Januari tot
2 Februari. Het kerstnummer bevat ook
een rapport over het werk van de red
dingboten in het watersnoodgebied.
minister heeft ondanks het feit, dat er
critiek is op onderdelen.
Spr. 'betoogde, dat er aan het onder
wijs voor meisjes nog een en ander ont
breekt. Er was z.l. te weinig differen
tiatie.
Met genoegen had spr. gelezen, dat
de minister het plan-Rutten neemt als
uitgangspunt voor verbetering van de
structuur van het onderwijs. Hij ver
klaarde zich nadrukkelijk te distancleren
van hen, die de schuld van de tegen
woordige toestand van het onderwijs
wijten aan de minister Gielen, Ruttên
en Cals. Men heeft In deze nog steeds
de calamiteiten te overwinnen, die 10
Mei 1940 begonnen,
O.m. zei spr. het te betreuren, dat de
scholenbouw nog niet helemaal is vrij-
IN DE WERKPLAATS tot herstel van
antiek textiel te Haarlem is men ge
reedgekomen met de restauratie van
het laatste wandtapijt uit de Mozes-
serie, Mozes slaat roater uit de rots.
Het is thans naar Maastricht gezonden,
waar het in het gemeentehuis zal wor
den opgehangen. Een laatste inspectie.
gegeven. De opleiding van leerkrachten
zal de minister moeten stimuleren met
alle hem ter 'beschikking" staande midde
len. Hij kan accoord gaan met de sug
gesties van het toekennen van fictieve
diensttijd, verruiming der studiebeurzen
en vooral afschaffing der gemeente-
classificatie.
De heer Peters maakte bezwaar tegen
Uitlatingen van een raadadviseur van
het departement in een rede te Gorln-
chem, waardoor de onderwijzers zich
zeer gegriefd gevoelen. Hij vroeg vol
ledige opheldering terzake.
De heer Engelbertink (k.v.p.)
besprak ten slotte enige punten met be
trekking tot het nijverheidsonderwijs.
O.m. maakte hij er bezwaar tegen, dat de
duur van cursussen voor lager technisch
onderwijs vrij willekeurig - kan worden
verlengd van twee tot drie jaar.
Hij vroeg of het juist is, dat ligt K.B.
Inzake de denivellering bij het nijver
heidsonderwijs nog niet is verschenen.
(Van een onze verslag
gevers)
F het Vondelparkpavil-
joen sprak gisteravond
drs H, J. Jonker, welbe
kend van de Radio-omroep
onder auspiciën van het
Internationaal Cultureel
Centrum over „De stem
van de tijd".
Het betrof hier een pri
meur, aangezien de opna
men van stemmen van be
langrijke persoonlijkheden
en van historische gebeurte
nissen, welks verzamelen
een omvangrijke arbeid Is
geweest, eerst kort geleden
klaar waren gekomen. De
heer Jonker gaf ons een in
structieve selectie uit zijn
omvangrijke verzameling.
De eerste opnamen zijn na
tuurlijk van slechte kwali
teit, maar zij zijn er niet
minder interessant om. Wij
horen Tolstoi in 1900 een
Sarah BernhardtDreyfus, Mussolini,
Prinses Wilhelmina spraken
o.a. tot ons
joumalistencongres in het
Frans toespreken en Drey
fus op de dag van zijn reha
bilitatie uitroepen: „C'est
un beau jour pour la France
et pour la République". Een
stuk wereldgeschiedenis
wordt voor ons opgeroepen
bij het beluisteren van de
oorlogsverklaring van
Frankrijk in 1914, uitge
sproken door Raymond
Poincaré.
Een roerige periode wordt
weer levend gemaakt door
de stemmen van Lenin, Wil
son en de Duitse president
Hindenburg. Wij horen de
grote tragédienne Sarah
Bernhardt in een van haar
onvergetelijke rollen, maar
tevens Han Hollander, de
grote reporter, die het Ne
derlandse volk op een Zon
dagmiddag ademloos deed
luisteren naar zijn verslag
van een Interland voetbal
wedstrijd. Het is ondoenlijk
van alle stemmen melding
te maken, die wij uit de col
lectie van de heer Jonker
mochten horen. Maar wij
kunnen toch niet voorbij
gaan aan de gloedvolle stem
van Edouard Herriot, noch-
aan de hese, uitgeputte stem
van Koning George VI, toen
hij, niet lang vóór zijn dood
dé traditionele Kerstrede
uitsprak. Sommige van deze
opnamen hebben een bijzon
der historisch belang, "zoals
het interview met de be
roemde Amerikaanse jour
nalist Knickerbocker na zijn
bezoek aan Indonesië in
1949, en niet lang vóór hij
met het KLM-toestel bij
Bombay zou neerstorten.
Zijn getuigenis pleitte voor
het Nederlandse standpunt:
„The Dutch were forced to
leave too early ".Wij horen
Goring tot de doodstraf ver
oordelen en een Belgische
communistische député vlak
voor de eedsaflegging van1
de „Koninklijke Prins" Bou-
dewijn „Vlve la République"
uitroepen.
Dramatisch is de repor
tage van het verongelukken
van de Zepplin „Hinden
burg", die in 1937 in de V.S.
tegen de landihgsmast
botste en in. brand "'vloog.
Mussolini en Chamberlain
(terug uit Miinchen) passe
ren de revue, evenals de
Flitspuit en Jetje van Radio
Oranje. De flash-backs over
ons Koningshuis zijn zeer
belangwekkend, vooral ook
de menselijke woorden, die
tijdens de oorlogsjaren uit
Engeland en Canada door
de leden van het Koninklijk
Huis tot ons volk werden
gericht. Aangrijpend is de
opname van de inhuldiging
van Koningin Juliana in
September 1948 in Amster
dam.
Deze primeur is ongetwij
feld een succes geworden.
Het is een positieve zijde
van de vooruitgang van de
techniek, dat wij belangrijke
historische gebeurtenissen
op de plaat kunnen vastleg
gen en kunnen bewaren
voor het nageslacht.
Einde van vierjarige gevangenschap
Een kwestie die van groot belang is vo'or het
internationale politieke asylrecht
(Van een correspondent)
Washington
TTET lot van de Zuidamerikaanse politieke leider Victor Raul Haya de
la Torre dat reeds sinds Januari 1949 de gemoederen in Columbia en
Peru in de eerste plaats, maar ook elders in Zuid-Amerika, bezighoudt,
en dat het onderwerp is geweest van een langdurig proces voor het
Internationale Hof van Justitie in Den Haag, is dezer dagen opnieuw in de
belangstelling gekomen. Haya de la Torre was de leider van de Apra-partij
in Peru, welke streed voor verbetering van de positie der Indianen en
kleurlingen, maar die door de regering van Manuel Odria indertijd ver
boden werd. Haya de la Torre nam de vlucht op het exterritoriale gebied
van de Colombiaanse ambassade in Lima op 3 Januari 1949. Hij is daar
nog altijd. Want Odria weigerde een vrijgeleide te geven, die De la Torre
in staat zou stellen het land te verlaten om zich naar Columbia te begeven,
waar men hem politiek asyl wilde verlenen.
nale wet te verheffen. Erkenning van
dat recht zou bijvoorbeeld betekenen dat
een door het FBI gezochte'Amerikaanse
communist asyl zou kunnen krijgen in
de ambassade te Washington van een
staat als Guatemale om vervolgens zon
der verdere moeilijkheden het land te
kunnen verlaten. Op het ogenblik ko
men de opvattingen van de V.S. en Peru
op dit gebied overeen, zij het om ver
schillende redenen. Dat is algemeen be
kend in Zuid-Amerika. Tijdens de laat
ste mislukte staatsgreep in Bolivia kort
geleden klopten tientallen onfortuinlijke
Boliviaanse politici aan bij de ambassa
des in La Paz van een dozijn Latijns-
Amerikaanse landen, maar niet bij die
van de V.S. of Peru.
(Handelsblad-U. P.-dienst)
De regering van Peru stelde zich op
het standpunt dat De la Torre geen po
litieke vluchteling was, maar een burger
die gezocht werd wegens hoogverraad
en samenzwering. Pogingen om een ac
coord tussen Colombia en Peru te be-
■eiken mislukten en de zaak werd voor
het Internationale Hof gebracht. Maar
ook de rechters in Den Haag slaagden
er niet in een afdoende oplossing te vin
den en sindsdien heeft geen der partijen
een duimbreed toegegeven. Haya de la
Torre zit in de Colombiaanse ambassade
en de politie van Peru staat dag en
nacht klaar om hem te arresteren als
hij ook maar een stap buiten het ex
territoriale gebied zou zetten. Een poli-
tiecordon is om het gebouw getrokken
en iedereen die de ambassade betreedt
of verlaat wordt door de politie onder
zocht. 's Nachts zijn grote zoeklichten
op de muren van het gebouw gericht.
Dezer dagen heeft Colombia een nieu
we methode geprobeerd om te trachten
een oplossing te vinden. De minister van
Buitenlandse Zaken, Evaristo Sourdis, is
naar Washington gereisd om de zaak
voor te leggen aan de Inter-Amerikaanse
Vredescommissie met een beroep op de
.'.goede diensten" dezer commissie. De
commissie is in 1948 opgericht voor de
oplossing van inter-Amerikaanse geschil
len. Zij' bestaat uit vijf leden (de V.S.,
Argentinië, Brazilië, Cuba en Mexico)
en haar macht is strikt beperkt. Zij kan
wel adviezen geven maar geen zaak ter
hand nemen als niet alle betrokken par
tijen daarin toestemmen. Sourdis heeft
de commissie medegedeeld dat de zaak-
Haya de la Torre een „bedreiging van
de vrede" begint te worden en hij heeft
te kennen gegeven dat Colombia, als de
commissie niets kan doen, ingevolge het
verdrag van Rio de Janeiro van 1947
de ministers van Buitenlandse Zaken van
de 21 Amerikaanse republieken bijeen
zal roepen. Peru heeft nog geen stand
punt ingenomen.
ER is een aspect aan deze .zaak dat
haar betekenis voor de Pan-Ameri
kaanse verhoudingen nog belangrij
ker maakt. Het asylrecht. waarop De la
Torre een bevoep deed, staat niet om
schreven in enig internationaal accoord
tussen de Latijns-Amerikaanse landen,
maar het is daar wel een traditie. In
Latijns-Amerika is thans een sterke stro
ming om dat asylrecht tot officieel in
ternationaal of althans inter-Amerikaans
recht te.maken. Li Maart zal deze kwes
tie te Caracas besproken worden op de
tiende vergadering van de Amerikaanse
landen. De V.S. voelen er niet veel voor
om het politieke asylrecht tot internatio-
Amnestie aan Italiaanse
oorlogsmisdadigers
Neo-fascistische invloeden
De Italiaanse Kamer van Afgevaar
digden heeft zich door het aanvaarden
van een verstrekkend amendement op
een wetsontwerp inzake het verlenen
van amnestie uitgesproken vóór amnes
tie aan oorlogsmisdadigers en politieke
gevangenen mits zij de misdaden, waar
voor zij werden veroordeeld, hebben ge
pleegd vóór 18 Juni 1946. In totaal zijn
het er 17,000
Het amendement werd ingediend door
de neo-fascistische M.S.I.-fractie. De
aanvaarding er van komt neer op een
nederlaag voor minister-president Pella
en diens politieke vinenden.
De communisten, de linkssocialisten en
ook verscheidene monarchisten, libera
len, republikeinen en rechts-socïalïsten
stemden voor. De veinige aanwezige
Christen-Democraten konden aanvaar
ding van het amendement niet verhin
deren.
MINISTER-PRESIDENT BIJ
PREMIÈRE EVEREST-FILM
De minister-president dr W. Drees
heeft toegezegd aanwezig te zullen zijn
bij de gala-première van de Engelse
kleurenfilm „De verovering van de
Mount Everest, Vrijdag 18 December ïn
het theater Metropole te Den Haag.
Voorts zullen de Engelse ambassadeur
Sir Neville Butler en Ladv Butler, het
voltallige Corps Diplomatique, de minis
ters Kernkamp en Luns, militaire auto
riteiten en leden van de hofhouding bij
deze voorstelling aanwezig zijn.
Voor de Independent Order of Good
remplars spreekt de heer Johan Toot
Maandagavond 14 December om acht uur
gebouw „Ons Huis", Bertelmanplein
13—20, over De wereld van het Zwjjgen.