owild 1 antwoordt Truman
Laniel zoekt naar compromis-
motie
De jeugdige kracht van oud
Milaan
DAGBLAD VOOR NEDERLAND
F.B.I. liielcl White onder controle
MINISTER BEYEN OPNIEUW BIJ
KANSELIER ADENAUER
OPENING MARIALE JAAR
Geen Duitse divisies buiten de
E.B.G. overwogen
Verdeeldheid van parlement trad
onmiddellijk aan het licht
Gezien in een eindeloze regen
oc
66ste JAARGANG No. 31682
WOENSDAG 18 NOVEMBER 1953
ACHT PAGINA'S
De KANTOREN van ,,De Maasbode" zyn gevestigd:
Rotterdam, Kortenaerstraat 1, tel. No. 25270; Amsterdam
Singel 93, tel. No. 31945; 's-Gravenhage. Stationsweg 79,
tel. No 115061; Haarlem. KI Houtweg 7, tel. No. 19396.
Postgiro 9095 Postbusnummer 723
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Nederland
6 65 per kwartaal, 2.25 per maand ol Ü.52 per week
Voor hei buitenland hoger, Losse exemplaren 13 ct.
De ADVERTENTIEPRIJS op gewone kolombreedte
bedraagt f 0.55 per m.m, hoogte Ingezonden Medede
lingen op redactionele kolombreedte dubbel tarief Bij
conhact lagere tarieven. Alle advertentie-orders worden
algesioien en geplaatst overeenkomstig de Regelen voor
hel Advertentiewezen.
DE MAASBODE
r~
RUSTIG WEER
het KNMI, geldig tot heden-
Veel bewolking en op vele plaatsen mist. Later plaat
selijke opklaringen.' Overwegend droog. Overwegend
zwakke wind uil Oostelijke richtingen. Middagtempe-
raturen ongeveer dezelfde als gisteren of iels lagere
Donderdag 19 November: Zon op S.06 uur, onder 16.44
uur. Maan op 15.21 uur, onder 6.15 uur.
J
Zaak-White bereikt nieuw hoogtepunt
T>
l3l
De Amerikaanse minister van Justitie, Herbert BrownellJ heeft gisteren
onder grote belangstelling verklaringen afgelegd inzake de affaire-White,
welke na de rede van ex-president Truman een nieuw hoogtepunt beleeft.
Brownell zeide voor de senaats-subcommissie voor binnenlandse veiligheid,
dat van Britse en Canadese zijde druk was uitgeoefend om Harry Dexter
White benoemd te krijgen in een hoge functie bij bet Internationaal
Monetair Fonds.
De minister zeide: „Het klinkt heel ongeloofwaardig, dat White zou
kunnen zijn aangesteld op die post, nadat door het federale recherche
bureau F. B. I. een zeer geheim rapport aan de militaire adjudant van
president Truman was gezonden.
Brownell stelde echter vast dat rapporten betreffende de financiële
activiteit van de Amerikaanse regering door White aan personen waren
gegeven, die verdacht werden van spionnage voor de Sovjet-Unie.
Inlichtingen over White waren verkre-1 helpen zijn gangen als spion na te gaan
meer vragen oproept, dan beantwoordt"
zeide hij.
Nadat Brownell zijn verklaring met een
bijna niet te volgen snelheid had afgelegd,
werd hem door senator MacLellan op de
man af gevraagd of dit betekende, dat ex-
president Truman wist, dat hij een Sovjet-
spion benoemde. Brownell antwoordde
bevestigend, maar haastte zich eraan toe
te voegen, dat hij niets ten nadele had ge
zegd van Truman's loyaliteit. Of hij dan
bedoeld had, wilde MacLellan weten, dat
Truman „schuldig" was aan stupiditeit?
„Ik gebruikte de term „blindheid"," ant
woordden Brownell, „de heer Truman is
niet onnozel". De zaak White illustreert
volgens Brownell, dat het niet voldoende-
is voor mensen in hoge overheidsfuncties
om loyaal te zijn, „zij moeten ook waak
zaam zijn bij het bestrijden van de geva
ren, die de regering bedreigen".
gen uit vertrouwelijke bronnen welker be
trouwbaarheid was nagegaan, maar waar
van de identiteit zelfs nu niet kon worden
geopenbaard.. Deze inlichtingen toonden
aan, dat White „een waardevolle hulp
was voor een ondergrondse Sovjet-organi
satie, die in Washington opereerde". Er
was bewijsmateriaal in overvloed, dal
White ontrouw was tegenover de regering
der Verenigde Staten.
„In regeringsdienst behoeft men niet te
wachten tot een man veroordeeld is, voor
men hem ontslaat", betoogde Brownell.
Hij verklaarde, dat hij zich ten volle be
wust was van zijn verantwoordelijkheid,
geen vertrouwelijke inlichtingen over per-
sonen bekend te mogen maken. De enige
onthulling uit de officiële stukken, die hij
deed, was dat de regering-Truman reeds
in September 1945 was ingelicht over
White's activiteit.
„Wat heeft de regering-Truman gedaan
om de nationale veiligheid te bescher
men?" vroeg hij.
Het ging er toen niet om, of White van
spionnage kon worden beschuldigd. In
dien kon worden bewezen, dat White zich
met spionnage ophield, was het onnodig
een strafrechtelijke veroordeling te verze
keren.
Brownell betoogde, dat de benoeming
van White een buitengewoon •"•oot gevaar
inhield'voor de veiligheid van de V. S.
In een brief, gedateerd 8 November 1945,
verklaarde Hoover, de chef van de F.B.I.,
dat inlichtingen bewezen, dat een aantal
personen in dienst van de regering, onder
wie White, inlichtingen verstrekten aan
personen, die in verbinding stonden met
Sovjet-agenten.
Het was moeilijk te geloven, aldus
Brownell. dat een zo belangrijk docu
ment niet onder Truman's aandacht ge
bracht zou zijn, Brownell zeide, dat Tru
man de rapporten dan ook had gelezen
en dat. hij reeds in Februari 1946 wist,
dat in zijn regering een communistische
spion werkzaam was. Er was echter,
volgens/ Brownell, niets gedaan om de
activiteit van de spionnage-groep. waar
van White een der leden was, een halt
toe te roepen.
Brownell drong er op aan, dat de rege
ring de bevoegdheid zou worden gegeven
het aftappen van telefoonlijnen wettig te
maken en het recht van getuigen om te
weigeren, voor zichzelf bezwarende ver
klaringen af te leggen, nietig te verklaren,
om hen zodoende te dwingen getuigenis
af te leggen.
„Het komt mij voor, dat de verklaring
over White's benoeming dat wil zeggen,
dat hij benoemd werd en in zijn functie
gehandhaafd voor meer dan een jaar, ten
einde het federale recherchebureau te
Ook Hoover getuigt
3. Edgar Hoover, het hoofd van het fede
rale recherchebureau F.B.I., heeft gisteren
eveneens zijn standpunt in de zaak White
openbaar gemaakt. Hij deelde aan de sub
commissie van de senaat mede, dat do
F.B.I. Harry Dexter White op bevel van
Truman in het oog had gehouden, toen
spionnage voor
Doch hij verklaarde, dat de F.B.I. nooit
had ingestemd met enige afspraak, om
White in 1946 in regeringsdienst te houden
1-Iij had destijds aan de toenmalige minis
ter van justitie Clark als zijn mening ge
geven, dat het „onwijs" was om White nog
langer in overheidsdienst te houden.
Clark had hem daarop de verzekering
gegeven, dat White de positie van direc
teur van het Monetaire Fonds zou krijgen,
maar omringd zou worden met personen
die speciaal zouden worden uitgekozen en
geen risico voor de veiligheid der V.S
meebrachten.
Ook McCarthy komt
in actie
De republikeinse senator McCarthy heeft
Dinsdag zijnerzijds medegedeeld, dat hij
„radio- en televisietijd eist om de tegen
mij gerichte aanval van de voormalige
president Truman te beantwoorden".
McCarthy citeerde een gedeelte uit de
rede van Truman, waarin deze (Maandag
avond) verklaarde: „Het is nu duidelijk,
dat de tegenwoordige regering om dei
wille van politieke voordelen het McCar-
thyisme heeft omhelsd. Ik doel hier niet
op de senator voor Wisconsin. I-Iij is alleen
in zoverre belangrijk dat zijn naam een
begrip in de wereld is geworden. Dat be
grip, is het schenden van de waarheid, hel
vaarwel zeggen van onze historische toe
wijding tot eerlijk spel, het vaarwel zeg
gen van het voorgeschreven beloop van de
wet. Het is het gebruik van de grove leu
gen en de ongefundeerde beschuldiging
tegen een willekeurige burger in de naam
van Amerikanisme en veiligheid".
GENERAAL MARSHALL UIT
ZIEKENHUIS ONTSLAGEN
Generaal George Marshall, voormalig
minister van buitenlandse zaken van de
V.S., heeft het Walter Reed-ziekenhuis te
Washington, waar hij ruim twee weken
geleden met longontsteking werd opgeno-
men, verlaten. Hij zal nog een rustkuur i
houden in zijn woning -te Pinehurst
(Noord-Carolina).
Zweedse vrachtboten
botsten bij TersehelKng
In de buurt van het lichtschip „Ter
schelling" is gistermorgen om half vier
het Zweedse vrachtschip „Etna" in dikke
mist in aanvaring gekomen met de
Zweedse vrachtboot „Frideborg".
De „Frideborg" liep hierbij practisch
geen schade op en kon haar reis voort
zetten, doch de „Etna" maakte zoveel
water, dat de sleepboot „Holland", die
gistermorgen een verbinding tot stand
wist te brengen, het schip naar het strand
van Terschelling moest slepen.
Hier werden pompen aan boord gebracht
om het binnenstromende water te spuien.
Nadat met behulp van zeven pompen van
de .Holland" de machinekamer van de
„Etna" was leeggemalen, slaagde de sleep
boot erin het Zweedse vrachtschip vlot te
trekken. Ondanks het feit, dat er nog
ongeveer vier voet water in de ruimen
stond, werd het schip naar de Meep, een
vaarwater aan de binnenzijde van Ter
schelling, gesleept "Daar werd door een
duiker een onderzoek ingesteld. Na een
provisorische reparatie van de lekken zal
vandaag getracht worden de „Etna" naar
Amsterdam te slepen, waar het schip voor
de definitieve reparatie in het dok zal
moe-ten.
Pierre l'Ermite vierde
90ste verjaardag
De bekende Franse priester-schrijver,
Edrnond Loutil, beter bekend onder het
pseudoniem Pierre l'Ermite, heeft Maan
dag onder grote belangstelling uit bijna
alle landen der wereld, zijn negentigste
verjaardag gevierd. De H. Vader, heeft
hem ter gelegenheid van dit feit een
eigenhandig geschreven brief gezonden,
waarin Hij zijn grote ijver voor het apos
tolaat van de pen roemt, in het bijzonder
zijn wekelijkse godsdienstige artikelen in
het Franse katholieke dagblad La Croix,
waaraan hij reeds meer dan 64 jaar ver
bonden is.
Persconferentie over de Politieke
Europese Gemeenschap
Mr Beyen, de Nederlandse minister van
Buitenlandse Zaken, heeft gisterenmid
dag weer een onderhoud gehad met
bondskanselier dr Adenauer. Het gesprek
duurde ongeveer een uur en beperkte zich
naar een mededeling, die de minister
deed, opnieuw tot de vraagstukken, die
verband houden met de aanstaande Haag
se conferentie der zes minsters van de in
wording zijnde Europese gemeenschap.
Tijdens een persconferentie heeft minis
ter Beyen vervolgens nogmaals verklaard
dat tijdens zijn bezoek generlei bilaterale
kwesties tussen Nederland en Duitsland
zijn aangesneden.
Op de vraag, welke verwachtingen hij
van de aanstaande Haagse conferentie
koesterde, zei de minister: „Er zullen in
Den Haag geen besluiten worden geno
men. Men kan aannemen, dat. wij ons op
basis van de resultaten van de conferentie
der experts in Rome de vraag zullen stel
len in hoeverre onze standpunten inzake
de politieke gemeenschap nader tot elkaar
zijn gekomen, welke punten verdere
studie behoeven en wat de procedure
voor de verdere behandeling zal zijn".
Minister Beyen verklaarde, dat reeds
in Rome was gebleken, dat op vele
punten de meningsverschillen inzake
de politieke gemeenschap minder groot
waren dan werd gevreesd. Anderzijds
was daar echter gebleken, dat een aan
tal belangrijke vraagstukken nader
diende te worden bestudeerd.
Wanneer over een aantal kwesties in
Rome nog geen overeenstemming was
bereikt, dan mocht men daaruit volgens
mr Beyen niet afleiden, dat over al deze
kwesties nog meningsverschillen be
stonden. In vele gevallen sproot het uit
stel van de formulering van gemeen
schappelijke inzichten voort uit het feit,
dat een verdere studie der betrokken
problemen nodig was. Dit laatste was
volgens de minister o.m. het geval met
het probleem der economische integra
tie. Over de grondgedachte daarvan was
men het eens, doch er bleven verschil
lende inzichten over de vraag, welke
stappen reeds nu genomen Zouden kun
nen worden. Daarvan hing het dan weer
af, welke bevoegdheden aan internatio
nale organen zouden moeten worden
overgedragen.
Minister Beyen weersprak de opvat
ting als zou het in Straatsburg uitge
werkte ontwerp voor een politiek statuut
voor Europa reeds zijn ter zijde gelegd.
„Het ontwerp is waarschijnlijk nog steeds
de belangrijkste grondslag voor de ver
dere discussies. Het geldt nog altijd als
de meest omvattende samenvatting van
de problemen en het wordt als zodanig
door de ministers ten zeerste geappre
cieerd", aldus mr Beyen.
Vóór zijn onderhoud met dr Adenauer
was minister Beyen ontvangen door
bondspresident Heuss. Aan de lunch, die
de president aanbood, zaten ook aan de
Nederlandse ambassadeur in Bonn, de
heer A. Th. Lamping, de Duitse ambas
sadeur in Den Haag, dr H. Muehlenfeld,
en de staatssecretarissen prof. Hallstein
en dr Klaiber.
Gisterenavond gaf dr Adenauer in het
Schaumburg-paleis een grote ontvangst
ter ere van zijn gast.
Minister Beyen keert heden terug
naar Nederland.
Op 8 December
Pontificale avondmis in
Haarlemse basiliek
(Van onze correspondent)
Het door Z.H. de Paus vastgestelde
Mariale jaar zal in het bisdom Haarlem
met bijzondere luister worden geopend.
Mgr J. P. Huibers zal op Dinsdag 8
December, de feestdag van Maria Ge
boorte, in de Kathedrajc Basiliek van Sint
Bavo een avondmis pontifioeren. De bis
schop zal tevoren een toespraak houden
over de betekenis van het Mariale jaar.
Onder leiding van dr A. Kat zal het
Kathedrale koor Marialiederen en motet
ten ten gehore brengen.
Verschillende wereldlijke en geestelijke
autoriteiten zullen bij deze plechtigheid
worden uitgenodigd.
Heiligverklaringsproces van
Pius X maakt vorderingen
Het Maria-jaar zal op 8 December
plechtig worden geopend met een Hoog
mis in de basiliek van St Maria
Maggiore, op te dragen door Z. Em. Cle-
Dulles spreekt geruchten tegen
De les van de Amerikaanse erkenning der
Sovjet-Unie
De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Foster Dulles, had
op zijn wekelijkse persconferentie voor het bericht, dat Groot-Brittannië
en de V.S., Frankrijk op Bermuda zouden mededelen, dat indien het
Europese Defensieverdrag niet hinnen zestig dagen zou zijn geratificeerd,
een aanvang zou worden gemaakt met de bewapening van Duitse troepen
buiten de E.D.G. om, slechts dit commentaar: „Helemaal niets van aan".
In antwoord op de vraag of de V.S. andere voorstellen overwogen voor
bet geval Frankrijk bet verdrag niet ratificeerde, zei Dulles te verwachten
dat het zou worden geratificeerd.
Dulles maakte het op zijn persconferen
tie duidelijk, dat de conferentie van de
„Grote Drie" op Bermuda van de volgen
de maand onder andere ook zou gaan over
de toekomst van Duitsland en Oostenrijk.
Hij zei, dat er geen agenda was vastge
steld of voorgesteld voor de ontmoeting.
Aangenomen moelit worden, zei hij, dat de
conferentie het standpunt zou bespreken,
dat de drie Westelijke mogendheden in
de toekomst zullen innemen met betrek
king tot enkele van de kwesties, die zij
verwacht hadden te bespreken met Sov
jet-afgevaardigden en die de laatstge
noemden weigerden te bespreken.
Op de vraag of er een mogelijkheid be
stond, dat de Westduitse regering een
vertegenwoordiger ..aar Bermuda zou
zenden, antwoordde Dulles ontkennend,
er aan toevoegend, dat een suggestie in
die zin niet. was gedaan.
Valse voorspiegelingen'
Dulles was in zijn persconferentie be
gonnen met een verklaring, n.a.v. het feit
dat het Dinsdag juist de 20ste verjaardag
was van de Amerikaanse erkenning van
het sovjet-regime, die plaats vond na
jarenlange conflicten. Deze erkenning,
aldus Dulles, was verkregen door valse
Sov j et-voorspiegelingen
Dulles meende echter, dat in die twin
tig jaren Amerika meer gewonnen dan
verloren had door de erkenning. De winst
was bijzonder merkbaar geweest tijdens
de tweede wereldoorlog, toen Amerika en
Rusland bondgenoten waren en de rode
legers een verbeten strijd voerden tégen
de gemeenschappelijke vijand en er sa
menwerking bestond tussen de beide
landen.
Als. voorbeeld van de door Rusland niet
nagekomen beloften citeerde Dulles de
verzekering van de Sovjet-autoriteiten,
dat zij geen ondermijnende activiteit, ge
richt tegen de V.S., zouden dulden.
Iedereen kon daaruit een nuttige les
Eutten: dat het nimmer van voorzichtig -
eid getuigde daden van Amerika te rui-
De vrijlating der Korea-
gevangenen
T.a.v. van het Koreaanse krijgsgevan-
genenproblcem zei Dulles, dat alle nog
niet gerepatrieerde krijgsgevangenen in
Korea op 22 Januari a.s. in vrijheid moe
ten worden gesteld, zelfs als op die datum
nog geen politieke conferentie is ge
houden.
Dulles las in zijn wekelijkse perscon
ferentie een verklaring voor over de sta
tus van Koreaanse krijgsgevangenen na
het verstrijken van 120 dagen na het tijd
stip waaroo zij aan de neutrale terugzen
dingscommissie zijn overgedragen.
1-Iij beantwoordde daarin vragen, ge
steld vóór de persconferentie was aange
vangen en gebaseerd op berichten dat
India, als voorzitter van de terugzendings-
commissie, van mening was dat krijgsge
vangenen langer dan 120 dagen zouden
kunnen worden vastgehouden als in die
tussentijd geen Koreaanse politieke con
ferentie zou zijn gehouden.
Dulles zei: „De wapenstilstandsvoor
waarden zijn duidelijk, Alle gevangenen,
die niet hebben verkozen te worden terug
gezonden en over wier lot door de poli
tieke conferentie geen andere beschikking
is getroffen, zullen na 120 dagen in vrij
heid worden gesteld. Die periode loopt
af op 22 Januari 1954, Zelfs als inmiddels
geen politieke conferentie is gehouden
moeten de krijgsgevangenen op die datum
hun vrijheid terugkrijgen".
„Vanaf de aanvang van de besprekingen
betreffende de krijgsgevangenen is het
standpunt van de V.S. altijd geweest, dat
gevangenen niet met geweld moeten wor
den gerepatriëerd of voor onbepaalde tijd
worden vastgehouden."
„De onderhandelaars van de V.S. heb
ben dit standpunt gehandhaafd, de com
munisten hebben het tenslotte aanvaard.
De overeenkomst bevestigt dus het stand
punt, dat de V.S. altijd hebben ingeno
men", verklaarde Dulles.
mens Kardinaal Micara met assistentie
van het H. College van Kardinalen. Des
avonds zal de H. Vader zich naar de
basiliek begeven, waar Hij, met de jeugd
van Rome, voor de eerste maal het
speciale gebed zal bidden, dat Hij voor
dit Maria-jaar heeft opgesteld, aldus
A.F.P.
De H. Congregatie der Riten heeft
Dinsdag in tegenwoordigheid van Paus
Pius de XII te Castel Gandolfo de als
wonderen aangemerkte gevallen van
genezing aanvaard, die voor de heilig
verklaring van de zalige Paus Pius X
zijn aangevoerd.
Men verwacht, dat de heiligverklaring
in de loop van het Maria-jaar, dat 8
December wordt geopend, zal plaats vin
den, evenals die van de Franse priester
Pierre Louis Marie Chanel, die in 1841
in Oceanië is doodgemarteld, en de
Spaanse religieuze Maria di Rosa, stich
teres van het instituut van de Dienares
sen der liefde, in 1855 gestorven. Ook de
wonderen voor de heiligverklaring van
beide laatstgenoemden zijn gisteren dooi
de Congregatie der Riten aanvaard.
In 1955 volkstelling in
Nederlandse Antillen
Blijkens een mededeling van de Antil
liaanse landsminlster Kamer van Econo
mische Zaken heeft de regeringsraad be
sloten, opdracht te geven voorbereidin
gen te treffen om in 1955 een volkstelling
in de Nederlandse Antillen te houden.
De Franse worsteling in de E.D.G.
De eerste dag van het belangrijke debat
over de buitenlandse politiek in de Fran
se Nationale' Vergadering toonde düide-
lijk de verdeeldheid 'binnen dc meeste
partijen over de tc volgen Europese poli
tiek. Volgens waarnemers zijn er onge
veer evenveel voor- als tegenstanders on
der dc parlementariërs te vinden, terwijl
een vijftigtal „onzekeren" de beslissing
zou kunnen brengen. In de loop van de
dag kon men in de wandelgangen de uit
voerige onderhandelingen gadeslaan over
de bewoordingen van een voor dc rege
ringsmeerderheid aanvaardbare motie,
welke de regering-Lamel in staat moet
stellen het land in de komende ministers
conferentie van „Klein Europa" te Den
Haag en op de bijeenkomst te Bermuda
te vertegenwoordigen.
De Gaullisten hebben bij monde van hun
De Piazza del Duomo
woordvoerder, de heer Palewski, nogmaals
uiting gegeven aan hun afkeer van het
E.D.G.-concept, dat met de oude leu
zen als de dood van het Franse Jeger
en als een leger van statenlozen werd
aangeduid. Palewski zeide dat Laniel zich
bewust moest zijn van zijn aftredings-
plicht na de komende presidentsverkie
zing. Op die grond zou Laniel zich van
het aangaan, van iedere afspraak op de
komende internationale conferenties die
nen te onthouden.
Ook d!e gematigd-conservatieve gene
raal Aumeran zag in de E.D.G. slechts de
weg naar de dood; hetgeen hij nader toe
lichtte door te zeggen, dat onder de E.D.G.
Duitsland „in Frankrijk zou kunnen bin
nendringen als in een onverdedigde stad"
en dat Frankrijk zou worden meegesleept
In een oorlog om de voormalig Duitse ge
bieden in het huidige Polen. Hij stelde
voor dat in plaats van de E.D.G. een radio
actieve afscheiding langs het ijzeren gor
dijn zou worden opgericht.
Een tweetal leden van de socialistische
(oppositie)partij, de heren Gouin en Le
Bail kwamen daarentegen als aanhangers
van de Europese defensie-organisatie naar
voren. De communisten toonden daarente
gen hun „(bereidheid tot samenwerking
met een ieder, die het gevaar van de
E.D.G. van Frankrijk af wilde wenden".
Vandaag wordt het debat voortgezet.
Ook al wordt aan het einde, dat op Vrij
dag verwacht wordt, geen duidelijke uit-
j spraak over de E.D.G. gegeven, niettemin
zullen de aan de dag getreden krachts
verhoudingen van beslissende invloed zijn
voor de positie van Frankrijk tegenover
het buitenland. Om deze reden, aldus ver
luidt te Parijs in doorgaans goed ingelich
te kring, zou minister Bidault, daarin
krachtig worden gesteund door vice-pre
mier Reynaud, aandringen op een aan
vaarding, formeel of informeel, van het
E.D.G.-principe. De heer Laniel voerde
gisteren besprekingen zowel met de Gaul
listische tegenstanders als met de „Euro
peanen" teneinde de regering voor een
ontijdige val te behoeden.
I
Van onze redacteur)
MILAAN, November.
„O, sole mio", mompelde een reisgenoot in het lijntoestel ParijsMilaan,
daarmee zijn Italiaanse woordenschat vrijwel uitputtend. Wij vlogen boven
het zonnige Alpenlandschap met de verblindende Mont Blanc niet ver.
Parijs was regenachtig geweest en triest. Maar Italië kwam thans naderbij
en de argeloze vreemdeling scheen zijn primitieve, door reisbureau-reclame
gevoerde verbeeldingskracht bevestigd te zien. Hier heerste de zon!
De ontgoocheling liet niet op zich wachten. De Italiaanse kant van de
Alpen bleek reeds onzichtbaar. Wij zakten door een vacht van wolken af
naar de Po-vlakte; de lichtjes in de cabine moesten aan, regen tikte op de
ruiten en op het vliegveld Malpensa betraden wij de Italiaanse grond onder
een gereedgehouden paraplnie. De begroeting kon niet droever zijn.
Het regent nu nog steeds, al dagen lang. vallend vocht meer voelbaar is. De para
plnie is hier niet het voorrecht van de
ouderdom, want kleine kinderen verlaten
de school evenzeer onder hun regenscherm
als de oudere heertjes hun koffiehuis. Ook
wijst dit gebruiksvoorwerp niet op een be
paalde maatschappelijke welvaart, zoals
het, opgerold en in samenwerking met een
bolhoed, een karakteristiek wil zijn van de
hogère Britse ambtenaar. Wij zagen ar
beiders in overall! de enkele meters
van een binnenplaats oversteken op weg
naar de cantine, maar nog gauw even
onder hun parapluies. En het elegante pu
bliek van een concert in de Scala, dat na
afloop als een bijenkorf stond te zoemen
onder de galerij buiten, zwermde uit onder
een zijden lint van wederom de on
ontbeerlijke parapluies.
Tüssèn Duomo en Sforzesca
Maar, natuurlijk, Milaan heeft meer te
nog steeds, al dagen lang.
At en toe in zware slagregens, meestal
echter in fijne vluchtige druppeltjes, die
men niet wil tellen maar die op den duur
hun miserabel effect niet missen. Mijn
eerste blik geldt 's morgens een door een
waas van regen vervaagd stadsbeeld, des
avonds wordt de lichtkrans der lantarens,
zichtbaar van het venster uit, doorsneden
door voorbijflitsende waterstralen. Één
maal is even de zon doorgebroken. En wat
een zomerse temperatuur opeens! Maar
haastig trok de zon zich terug voor een
overmacht van nieuwe grijze wolken. De
overstromingen van de Po beginnen wel
begrijpelijk te worden.
Wij zijn nu. gewend geraakt aan het
aanvankelijk komisch werkende beeld van
de Milanese bevolking-in-de-regen. Wer
kelijk iedereen loopt hier onder een para-
pluie, welke wordt opgestoken bij het
eerste fijne druppeltje en pas wordt opge
vouwen als er reeds lang absoluut geen
laten zien dan regen. Het is een stokoude
stad, met duizenden jaren roerige geschie
denis achter zich; het is tegelijkertijd het
vitale Italiaanse industriecentrum, waar
bijna anderhalf millioen mensen wonen.
Oud en nieuw vormen een schel contrast
op de Piazza del Duomo, waar aan de ene
kant het woud van lijnen van de grandioze
Dom oprijst tegenover de bonte gloed van
lichtreclames, die aan de overzijde de lof
verkondigen van Cinzano, radiomerken
en vele andere profane zaken.
Vooral ook door de laatste oorlog heeft
het moderne aspect van Milaan de over
hand gekregen. Wat n.l. voor het wegge
bombardeerde kwart van de stad in de
plaats is gekomen, is vrijwel geheel in
zakelijke, hoge, rechte blokken opge
bouwd, niet zonder elegantie en zeker
niet zonder grootsheid, maar, zo te zien,
met een zekere vrees voor vloeiende, ge
bogen lijnen en wars van alle sierlijke
verfraaiing, zonder welke de overvloed
van oudere balconnetjes nooit heeft kun
nen leven.
Door deze injectie van nieuwbouw de
nieuwe ruimgebouwde arbeiderswijken
aan de buitenkant der stad nog buiten be
schouwing gelaten schijnt Milaan zijn
trots te uiten over zijn bruisende onder
nemingslust. Het kleine duistere Romaans-
Lombardisehe kerkje van San Babila, vol
gens de overlevering het oudste kerkje van
de stad, uit de eerste eeuwen van hel
Christendom, staat, om één voorbeeld te
noemen, nietig tussen de hoge winkelrui
ten van een gloednieuwe zakenwijk,
De monumenten van de moderne bouw
kunst, te beginnen met de pompeuze gale-
rijenbouw rond het domplein waar heel
Milaan loopt te flaneren en die dateert
uit de „heroïsche" dagen van de eenwor
ding, tot de huidige wolkenkrabbers, drin
gen zich aan de beschouwer op. Het
oudere Milaan moet hij zoeken in kleine
straatjes en op plotselinge pleintjes, in de
fraaie cortiles van patriciërshuizen en op
de bij verrassing ontdekte binnenplaatsen
van meer bescheiden behuizingen, die
herinneren aan oude boerderijen.
Maar er zijn nog enkele monumenten uit
het verleden, die zich onverkort handha
ven en het aanzien der stad blijven bepa
len. Het hart der stad blijft duidelijk ge
vangen tussen de brede marmeren Dom,.
met zijn vijf beuken en zijn duizelingwek
kende transen, en de oude burcht van het
condottiere-geslacht der Sforza's, die de
herinnering aan hun kortstondige heer
schappij levendig houden door dit onver-
delgbare bouwwerk.
Gecompliceerd patriotisme
Milaan, vroeger een sleutelpositie in het
politieke krachtveld van Italië en daarom
getuige en slachtoffer van ontelbare bele
geringen en veroveringen, thans het. cen
trum van Italië's economische macht, heeft
een sterk gevoel van eigenwaarde. „Het is
de hoofdstad", was de typerende uitlating
van een industrieel uit de omgeving, die
overigens wel wilde weten dat hij over
dreef. De psychologie van de Noord-
Italiaan is tamelijk gecompliceerd, zo komt
het ons voor. Een gezegde als „Milaan Is
de hoofdstad", schijnt te moeten uitdruk
ken: „de hoofdstad van het krachtig geïn
dustrialiseerde en ook op landbouwgebied
moderne Noord-Italië", met als onuitge
sproken bijgedachte, dat Midden- en Zuid-
Italië beduidend minder tellen. Het kan
een toevalligheid zijn, maar het aanail
geringscnattende uitlatingen over het
Zuiden alle op het thema „hier werken
we, daar slapen ze" moest de buiten
lander wel opvallen.
Nu zou men denken, dat dergelijke ge
westelijke gevoelens een afdoende rem
vormen op de ontwikkeling van nationaal
patriottische sentimenten. Maar nee! Men
is weliswaar gaarne bereid toe te geven,
dat Italië geestelijk geen eenheidsstaat is,
dat Noord en Zuid pijnlijk ver uiteen
lopen. Doch het woord „Triëst" is nog niet
gevallen of alle relativisme wordt op slag
overboord gegooid en de handen gaan be
zwerend omhoog: „Triëst moet terug, de
huidige toestand is een internationale
schande! Wat „vrij territoir! Niets
ervan; Triëst hoort in het Italiaans staats
verband"En dit alles niet omdat het
afgelegen Triëst nu juist de Noord-Italia
nen zo aanspreekt, maar omdat het hier
een zaak geldt, waarover bij alles scepsis
tegenover Italië als geheel, nog net weer
genoeg nationalistische verbondenheid be
staat na zoveel Isonzo-veldslagen, „Tito is
een zwijn" en „Triëst is alleritaliaanst"
zijn spreuken die men overal op muren
en zuilen in onhandig maar duidelijk
krijtschrift aangebracht kan zien. Mis
schien wel door lieden, die over het Zuiden
spotten, tenminstezolang dit landsdeel
niet met afscheiding wordt bedreigd!
L. W.
BUITENLANDSE
KRONIEK
Een voor Rusland verloren zaak
HET WOORD „koude oorlog" is al een
historisch begrip geworden; men
aanvaardt het feit van de koude
oorlog, welke tegenwoordig ook wel met
de wat minder hard klinkende term
„koude vrede" wordt geschilderd, eenvou
dig omdat men hier in de vrije Westelijke
wereld machteloos staat om aan die toe
stand een einde te maken. Na de dood
van Stalin koesterde men, toen zijn op
volger Malenkof aanvankelijk een meer
toenaderingsgezinde politiek scheen in te
leiden, in brede kringen de hoop en mis
schien zelfs de verwachting, dat een tijd
perk (van korter of langer duur, want
zijn einddoel kan het communisme nooit
uit het oog verliezen) ging aanbreken,
waarin een merkbare internationale ont
spanning zou intreden.
Die hoop en verwachting zijn in rook
opgegaan. We zullen allerminst beweren,
dat de internationale spanningen heviger
zijn geworden: het is uitermate moeilijk
daarvoor een betrouwbare, preciese maat
staf aan te leggen. Maar als de militaire
leiders in Nato-verband verklaren, dat een
oorlog met de Sovjet-Unie op het ogen
blik niet waarschijnlijk is en bovendien
in die kringen gedacht wordt, dat deze
oorlog nooit zal uitbreken; als sir Win
ston Churchill in een verkiezingsmanifest
voor een conservatieve candidaat ver
klaart, dat „de vooruitzichten voor de
vrede beter worden en dat de wereld
naar een schikking gaat" alles onder
voorbehoud, dat het Westen niet in zijn
militaire inspanning verslapt mag men
o.i. toch wel een zeker optimisme koeste
ren, dat het ergste de wereld zal bespaard
blijven.
DE KOUDE OORLOG is daarom een
merkwaardige aangelegenheid. Hij
beangstigt iedereen, in de gehele
wereld; niet het minst waarschijnlijk hen,
die hem ontketend hebben: de mannen
van het Kremlin. Want ook dezen zijn
niet meer in staat er een einde aan te
maken. Vaak wordt het woord geciteerd
van de geesten, welke men heeft opgeroe
pen, maar niet meer naar hun eigen
wereld kan terugdrijven; ze blijven ook
de leerling-tovenaar kwellen, Wat Lenin
en Stalin hebben ontworpen en uitgevoerd,
kan Malenkof, zelfs als hij het zou willen
(daarover weten we echter niets) niet meer
ongedaan maken. Hij zit en in sommige
opzichten is het ook met het Westen het
geval met de sombere erfenis van het
verleden. En ook met de trieste toestand
van het heden; want meer en meer blijkt,
dat in de Sovjet-Unie heel wat ontevre
denheid heerst, welke hoe dan ook moet
bezworen worden, wil zij op een gegeven
moment geen acuut gevaar voor het
regiem zelf worden.
We doen over de toestanden in de sla
venstaten er het zwijgen aan toe. Enkele
weken geleden waren wij in de gelegen
heid een zij het slechts vluchtige blik in
de Russische sector van Berlijn te slaan.
Daar wordt ongetwijfeld, wijl de Wester
ling, als hij zich maar niet uitdagend ge
draagt, er zich vrij kan bewegen, alle
„luxe" tentoongespreid, welke het Oosten
zich voor spectaculaire omstandigheden
kan veroorloven. En toch was onze in
druk: somber, zeer somber; de donkere
kleding van mannen en vrouwen, in felle
tegenstelling met het vrolijke kleuren
spel in West-Berlijn; de meer dan scha
mele kleding van de jeugd; etalages, zo
als men die bij ons begin 1944 zag; maar
eindeloze propaganda voor de Russisch-
Duitse vriendschap. En dan, als enig
lichtpunt: de berucht-beroemdé Stalin
Allee, welke, naar men ons verzekerde,
alleen door „die activisten" wordt be
woond; maar deze Allee moet voor de
Russen en ook voor de Oostduitse regering
verre van prettige herinneringen oproe
pen. Eens zal zij ongetwijfeld de Allee
van de 17de Juni heten.
ontketende koude oorlog zijn fatale
consequenties voelen. Maar Moskou kan
niet terug, zonder te capituleren. Het had
er indertijd, zo de eerste tijd na de jong
ste oorlog, op gerekend, dat West-Europa
zou ineenstorten, zonder slag of stoot in
handen van het communisme zou vallen.
Het had echter gerekend buiten de wil
van de Westerse cultuur, welke haar
kracht, misschien haar enige kracht, uit
de eeuwenoude, diep ingewortelde Chris
telijke gedachten put; het heeft ook ge
rekend buiten de vastberadenheid van de
Verenigde Staten, welke ook zich zelf
rechtstreeks bedreigd achtten; en machtig
genoeg waren en zijn om ook West-Europ
te helpen om een effectieve zelfverder
ging tegen het opdringende communisn
op te werpen, A
Thans heeft het Westen een streep ge
zet onder een vruchteloze en waapdëloze
nota-wisseling. Misschien hebbenvde Grote
Drie nog nooit zo duidelijk" gezegd, wat
zij willen, maar ook wat zij niet kunnen
en nooit zullen toegeven, als zij dat in de
nota van Maandag j.l. hebben gedaan. De
wezenlijke inhoud verschilt niet van de
sinds maanden gevoerde diplomatieke ge-
dachtenwisseling; maar de vorm is ietwat
anders en ook het Kremlin zal de zaak
niet kunnen misverstaan. We geloven
overigens niet, dat het ze ooit heeft mis
verstaan, maar het speculeerde er op, dat
het Westen in arrenmoede de strijd zou
opgeven. De communistische machtheb
bers hebben intussen weer eens getoond,
dat, hoe hard het tegenovergestelde ook
wordt beweerd, zij geen eerste-klas psy
chologen zijn, zeker niet als het het bui
tenland betreft. De vraag is nu maar, of
zij de moeilijke weg terug kunnen vinden.
West-Duitsland en daarmede geheel Duits
land krijgen ze niet, dat is nu wel heel
duidelijk. Met China is het een andere
zaak, dat komt wel in de Verenigde Na
ties. Maar Moskou hecht in laatste instan
tie meer aan Duitsland; maar dit is voor
hen een verloren »aak.
Xanaaleilandjes
zijn Brits
Beslissing Int. Hof
Het Internationaal Hof van Justitie te
Den Haag heeft de eilandengroepen
Minquiers en Ecqelious, in het Kanaal,
waarop zowel door Groot-Brittannië als
door Frankrijk aanspraak werd gemaakt,
aan Groot-Brittannië toegewezen.
De beide landen hebben hun lang
durige geschil hierover twee jaar geleden
aan het Internationale Hof voorgelegd.
De kleine, rotsachtige eilandjes tussen
Jersey en de Franse kust hebben rijke
oestergronden. Zij zijn onbewoond. De
beslissing werd door de twaalf rechters
eenstemmig genomen.
Uit Parijs wordt gemeld, dat in Franse
diplomatieke kringen wordt verklaard,
dat Frankrijk, alhoewel het „zeker is van
zijn goed recht", de uitspraak in spor
tieve geest zal aanvaarden.
Hier werd nog aan toegevoegd, dat. de
beslissing uitsluitend juridische waarde
heeft, daar er geen overdracht van sou-
vereiniteit uit voortvloeit, terwijl zjj
evenmin practische gevolgen zal hebben.