owild 1 antwoordt Truman Laniel zoekt naar compromis- motie De jeugdige kracht van oud Milaan DAGBLAD VOOR NEDERLAND F.B.I. liielcl White onder controle MINISTER BEYEN OPNIEUW BIJ KANSELIER ADENAUER OPENING MARIALE JAAR Geen Duitse divisies buiten de E.B.G. overwogen Verdeeldheid van parlement trad onmiddellijk aan het licht Gezien in een eindeloze regen oc 66ste JAARGANG No. 31682 WOENSDAG 18 NOVEMBER 1953 ACHT PAGINA'S De KANTOREN van ,,De Maasbode" zyn gevestigd: Rotterdam, Kortenaerstraat 1, tel. No. 25270; Amsterdam Singel 93, tel. No. 31945; 's-Gravenhage. Stationsweg 79, tel. No 115061; Haarlem. KI Houtweg 7, tel. No. 19396. Postgiro 9095 Postbusnummer 723 De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt voor Nederland 6 65 per kwartaal, 2.25 per maand ol Ü.52 per week Voor hei buitenland hoger, Losse exemplaren 13 ct. De ADVERTENTIEPRIJS op gewone kolombreedte bedraagt f 0.55 per m.m, hoogte Ingezonden Medede lingen op redactionele kolombreedte dubbel tarief Bij conhact lagere tarieven. Alle advertentie-orders worden algesioien en geplaatst overeenkomstig de Regelen voor hel Advertentiewezen. DE MAASBODE r~ RUSTIG WEER het KNMI, geldig tot heden- Veel bewolking en op vele plaatsen mist. Later plaat selijke opklaringen.' Overwegend droog. Overwegend zwakke wind uil Oostelijke richtingen. Middagtempe- raturen ongeveer dezelfde als gisteren of iels lagere Donderdag 19 November: Zon op S.06 uur, onder 16.44 uur. Maan op 15.21 uur, onder 6.15 uur. J Zaak-White bereikt nieuw hoogtepunt T> l3l De Amerikaanse minister van Justitie, Herbert BrownellJ heeft gisteren onder grote belangstelling verklaringen afgelegd inzake de affaire-White, welke na de rede van ex-president Truman een nieuw hoogtepunt beleeft. Brownell zeide voor de senaats-subcommissie voor binnenlandse veiligheid, dat van Britse en Canadese zijde druk was uitgeoefend om Harry Dexter White benoemd te krijgen in een hoge functie bij bet Internationaal Monetair Fonds. De minister zeide: „Het klinkt heel ongeloofwaardig, dat White zou kunnen zijn aangesteld op die post, nadat door het federale recherche bureau F. B. I. een zeer geheim rapport aan de militaire adjudant van president Truman was gezonden. Brownell stelde echter vast dat rapporten betreffende de financiële activiteit van de Amerikaanse regering door White aan personen waren gegeven, die verdacht werden van spionnage voor de Sovjet-Unie. Inlichtingen over White waren verkre-1 helpen zijn gangen als spion na te gaan meer vragen oproept, dan beantwoordt" zeide hij. Nadat Brownell zijn verklaring met een bijna niet te volgen snelheid had afgelegd, werd hem door senator MacLellan op de man af gevraagd of dit betekende, dat ex- president Truman wist, dat hij een Sovjet- spion benoemde. Brownell antwoordde bevestigend, maar haastte zich eraan toe te voegen, dat hij niets ten nadele had ge zegd van Truman's loyaliteit. Of hij dan bedoeld had, wilde MacLellan weten, dat Truman „schuldig" was aan stupiditeit? „Ik gebruikte de term „blindheid"," ant woordden Brownell, „de heer Truman is niet onnozel". De zaak White illustreert volgens Brownell, dat het niet voldoende- is voor mensen in hoge overheidsfuncties om loyaal te zijn, „zij moeten ook waak zaam zijn bij het bestrijden van de geva ren, die de regering bedreigen". gen uit vertrouwelijke bronnen welker be trouwbaarheid was nagegaan, maar waar van de identiteit zelfs nu niet kon worden geopenbaard.. Deze inlichtingen toonden aan, dat White „een waardevolle hulp was voor een ondergrondse Sovjet-organi satie, die in Washington opereerde". Er was bewijsmateriaal in overvloed, dal White ontrouw was tegenover de regering der Verenigde Staten. „In regeringsdienst behoeft men niet te wachten tot een man veroordeeld is, voor men hem ontslaat", betoogde Brownell. Hij verklaarde, dat hij zich ten volle be wust was van zijn verantwoordelijkheid, geen vertrouwelijke inlichtingen over per- sonen bekend te mogen maken. De enige onthulling uit de officiële stukken, die hij deed, was dat de regering-Truman reeds in September 1945 was ingelicht over White's activiteit. „Wat heeft de regering-Truman gedaan om de nationale veiligheid te bescher men?" vroeg hij. Het ging er toen niet om, of White van spionnage kon worden beschuldigd. In dien kon worden bewezen, dat White zich met spionnage ophield, was het onnodig een strafrechtelijke veroordeling te verze keren. Brownell betoogde, dat de benoeming van White een buitengewoon •"•oot gevaar inhield'voor de veiligheid van de V. S. In een brief, gedateerd 8 November 1945, verklaarde Hoover, de chef van de F.B.I., dat inlichtingen bewezen, dat een aantal personen in dienst van de regering, onder wie White, inlichtingen verstrekten aan personen, die in verbinding stonden met Sovjet-agenten. Het was moeilijk te geloven, aldus Brownell. dat een zo belangrijk docu ment niet onder Truman's aandacht ge bracht zou zijn, Brownell zeide, dat Tru man de rapporten dan ook had gelezen en dat. hij reeds in Februari 1946 wist, dat in zijn regering een communistische spion werkzaam was. Er was echter, volgens/ Brownell, niets gedaan om de activiteit van de spionnage-groep. waar van White een der leden was, een halt toe te roepen. Brownell drong er op aan, dat de rege ring de bevoegdheid zou worden gegeven het aftappen van telefoonlijnen wettig te maken en het recht van getuigen om te weigeren, voor zichzelf bezwarende ver klaringen af te leggen, nietig te verklaren, om hen zodoende te dwingen getuigenis af te leggen. „Het komt mij voor, dat de verklaring over White's benoeming dat wil zeggen, dat hij benoemd werd en in zijn functie gehandhaafd voor meer dan een jaar, ten einde het federale recherchebureau te Ook Hoover getuigt 3. Edgar Hoover, het hoofd van het fede rale recherchebureau F.B.I., heeft gisteren eveneens zijn standpunt in de zaak White openbaar gemaakt. Hij deelde aan de sub commissie van de senaat mede, dat do F.B.I. Harry Dexter White op bevel van Truman in het oog had gehouden, toen spionnage voor Doch hij verklaarde, dat de F.B.I. nooit had ingestemd met enige afspraak, om White in 1946 in regeringsdienst te houden 1-Iij had destijds aan de toenmalige minis ter van justitie Clark als zijn mening ge geven, dat het „onwijs" was om White nog langer in overheidsdienst te houden. Clark had hem daarop de verzekering gegeven, dat White de positie van direc teur van het Monetaire Fonds zou krijgen, maar omringd zou worden met personen die speciaal zouden worden uitgekozen en geen risico voor de veiligheid der V.S meebrachten. Ook McCarthy komt in actie De republikeinse senator McCarthy heeft Dinsdag zijnerzijds medegedeeld, dat hij „radio- en televisietijd eist om de tegen mij gerichte aanval van de voormalige president Truman te beantwoorden". McCarthy citeerde een gedeelte uit de rede van Truman, waarin deze (Maandag avond) verklaarde: „Het is nu duidelijk, dat de tegenwoordige regering om dei wille van politieke voordelen het McCar- thyisme heeft omhelsd. Ik doel hier niet op de senator voor Wisconsin. I-Iij is alleen in zoverre belangrijk dat zijn naam een begrip in de wereld is geworden. Dat be grip, is het schenden van de waarheid, hel vaarwel zeggen van onze historische toe wijding tot eerlijk spel, het vaarwel zeg gen van het voorgeschreven beloop van de wet. Het is het gebruik van de grove leu gen en de ongefundeerde beschuldiging tegen een willekeurige burger in de naam van Amerikanisme en veiligheid". GENERAAL MARSHALL UIT ZIEKENHUIS ONTSLAGEN Generaal George Marshall, voormalig minister van buitenlandse zaken van de V.S., heeft het Walter Reed-ziekenhuis te Washington, waar hij ruim twee weken geleden met longontsteking werd opgeno- men, verlaten. Hij zal nog een rustkuur i houden in zijn woning -te Pinehurst (Noord-Carolina). Zweedse vrachtboten botsten bij TersehelKng In de buurt van het lichtschip „Ter schelling" is gistermorgen om half vier het Zweedse vrachtschip „Etna" in dikke mist in aanvaring gekomen met de Zweedse vrachtboot „Frideborg". De „Frideborg" liep hierbij practisch geen schade op en kon haar reis voort zetten, doch de „Etna" maakte zoveel water, dat de sleepboot „Holland", die gistermorgen een verbinding tot stand wist te brengen, het schip naar het strand van Terschelling moest slepen. Hier werden pompen aan boord gebracht om het binnenstromende water te spuien. Nadat met behulp van zeven pompen van de .Holland" de machinekamer van de „Etna" was leeggemalen, slaagde de sleep boot erin het Zweedse vrachtschip vlot te trekken. Ondanks het feit, dat er nog ongeveer vier voet water in de ruimen stond, werd het schip naar de Meep, een vaarwater aan de binnenzijde van Ter schelling, gesleept "Daar werd door een duiker een onderzoek ingesteld. Na een provisorische reparatie van de lekken zal vandaag getracht worden de „Etna" naar Amsterdam te slepen, waar het schip voor de definitieve reparatie in het dok zal moe-ten. Pierre l'Ermite vierde 90ste verjaardag De bekende Franse priester-schrijver, Edrnond Loutil, beter bekend onder het pseudoniem Pierre l'Ermite, heeft Maan dag onder grote belangstelling uit bijna alle landen der wereld, zijn negentigste verjaardag gevierd. De H. Vader, heeft hem ter gelegenheid van dit feit een eigenhandig geschreven brief gezonden, waarin Hij zijn grote ijver voor het apos tolaat van de pen roemt, in het bijzonder zijn wekelijkse godsdienstige artikelen in het Franse katholieke dagblad La Croix, waaraan hij reeds meer dan 64 jaar ver bonden is. Persconferentie over de Politieke Europese Gemeenschap Mr Beyen, de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, heeft gisterenmid dag weer een onderhoud gehad met bondskanselier dr Adenauer. Het gesprek duurde ongeveer een uur en beperkte zich naar een mededeling, die de minister deed, opnieuw tot de vraagstukken, die verband houden met de aanstaande Haag se conferentie der zes minsters van de in wording zijnde Europese gemeenschap. Tijdens een persconferentie heeft minis ter Beyen vervolgens nogmaals verklaard dat tijdens zijn bezoek generlei bilaterale kwesties tussen Nederland en Duitsland zijn aangesneden. Op de vraag, welke verwachtingen hij van de aanstaande Haagse conferentie koesterde, zei de minister: „Er zullen in Den Haag geen besluiten worden geno men. Men kan aannemen, dat. wij ons op basis van de resultaten van de conferentie der experts in Rome de vraag zullen stel len in hoeverre onze standpunten inzake de politieke gemeenschap nader tot elkaar zijn gekomen, welke punten verdere studie behoeven en wat de procedure voor de verdere behandeling zal zijn". Minister Beyen verklaarde, dat reeds in Rome was gebleken, dat op vele punten de meningsverschillen inzake de politieke gemeenschap minder groot waren dan werd gevreesd. Anderzijds was daar echter gebleken, dat een aan tal belangrijke vraagstukken nader diende te worden bestudeerd. Wanneer over een aantal kwesties in Rome nog geen overeenstemming was bereikt, dan mocht men daaruit volgens mr Beyen niet afleiden, dat over al deze kwesties nog meningsverschillen be stonden. In vele gevallen sproot het uit stel van de formulering van gemeen schappelijke inzichten voort uit het feit, dat een verdere studie der betrokken problemen nodig was. Dit laatste was volgens de minister o.m. het geval met het probleem der economische integra tie. Over de grondgedachte daarvan was men het eens, doch er bleven verschil lende inzichten over de vraag, welke stappen reeds nu genomen Zouden kun nen worden. Daarvan hing het dan weer af, welke bevoegdheden aan internatio nale organen zouden moeten worden overgedragen. Minister Beyen weersprak de opvat ting als zou het in Straatsburg uitge werkte ontwerp voor een politiek statuut voor Europa reeds zijn ter zijde gelegd. „Het ontwerp is waarschijnlijk nog steeds de belangrijkste grondslag voor de ver dere discussies. Het geldt nog altijd als de meest omvattende samenvatting van de problemen en het wordt als zodanig door de ministers ten zeerste geappre cieerd", aldus mr Beyen. Vóór zijn onderhoud met dr Adenauer was minister Beyen ontvangen door bondspresident Heuss. Aan de lunch, die de president aanbood, zaten ook aan de Nederlandse ambassadeur in Bonn, de heer A. Th. Lamping, de Duitse ambas sadeur in Den Haag, dr H. Muehlenfeld, en de staatssecretarissen prof. Hallstein en dr Klaiber. Gisterenavond gaf dr Adenauer in het Schaumburg-paleis een grote ontvangst ter ere van zijn gast. Minister Beyen keert heden terug naar Nederland. Op 8 December Pontificale avondmis in Haarlemse basiliek (Van onze correspondent) Het door Z.H. de Paus vastgestelde Mariale jaar zal in het bisdom Haarlem met bijzondere luister worden geopend. Mgr J. P. Huibers zal op Dinsdag 8 December, de feestdag van Maria Ge boorte, in de Kathedrajc Basiliek van Sint Bavo een avondmis pontifioeren. De bis schop zal tevoren een toespraak houden over de betekenis van het Mariale jaar. Onder leiding van dr A. Kat zal het Kathedrale koor Marialiederen en motet ten ten gehore brengen. Verschillende wereldlijke en geestelijke autoriteiten zullen bij deze plechtigheid worden uitgenodigd. Heiligverklaringsproces van Pius X maakt vorderingen Het Maria-jaar zal op 8 December plechtig worden geopend met een Hoog mis in de basiliek van St Maria Maggiore, op te dragen door Z. Em. Cle- Dulles spreekt geruchten tegen De les van de Amerikaanse erkenning der Sovjet-Unie De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Foster Dulles, had op zijn wekelijkse persconferentie voor het bericht, dat Groot-Brittannië en de V.S., Frankrijk op Bermuda zouden mededelen, dat indien het Europese Defensieverdrag niet hinnen zestig dagen zou zijn geratificeerd, een aanvang zou worden gemaakt met de bewapening van Duitse troepen buiten de E.D.G. om, slechts dit commentaar: „Helemaal niets van aan". In antwoord op de vraag of de V.S. andere voorstellen overwogen voor bet geval Frankrijk bet verdrag niet ratificeerde, zei Dulles te verwachten dat het zou worden geratificeerd. Dulles maakte het op zijn persconferen tie duidelijk, dat de conferentie van de „Grote Drie" op Bermuda van de volgen de maand onder andere ook zou gaan over de toekomst van Duitsland en Oostenrijk. Hij zei, dat er geen agenda was vastge steld of voorgesteld voor de ontmoeting. Aangenomen moelit worden, zei hij, dat de conferentie het standpunt zou bespreken, dat de drie Westelijke mogendheden in de toekomst zullen innemen met betrek king tot enkele van de kwesties, die zij verwacht hadden te bespreken met Sov jet-afgevaardigden en die de laatstge noemden weigerden te bespreken. Op de vraag of er een mogelijkheid be stond, dat de Westduitse regering een vertegenwoordiger ..aar Bermuda zou zenden, antwoordde Dulles ontkennend, er aan toevoegend, dat een suggestie in die zin niet. was gedaan. Valse voorspiegelingen' Dulles was in zijn persconferentie be gonnen met een verklaring, n.a.v. het feit dat het Dinsdag juist de 20ste verjaardag was van de Amerikaanse erkenning van het sovjet-regime, die plaats vond na jarenlange conflicten. Deze erkenning, aldus Dulles, was verkregen door valse Sov j et-voorspiegelingen Dulles meende echter, dat in die twin tig jaren Amerika meer gewonnen dan verloren had door de erkenning. De winst was bijzonder merkbaar geweest tijdens de tweede wereldoorlog, toen Amerika en Rusland bondgenoten waren en de rode legers een verbeten strijd voerden tégen de gemeenschappelijke vijand en er sa menwerking bestond tussen de beide landen. Als. voorbeeld van de door Rusland niet nagekomen beloften citeerde Dulles de verzekering van de Sovjet-autoriteiten, dat zij geen ondermijnende activiteit, ge richt tegen de V.S., zouden dulden. Iedereen kon daaruit een nuttige les Eutten: dat het nimmer van voorzichtig - eid getuigde daden van Amerika te rui- De vrijlating der Korea- gevangenen T.a.v. van het Koreaanse krijgsgevan- genenproblcem zei Dulles, dat alle nog niet gerepatrieerde krijgsgevangenen in Korea op 22 Januari a.s. in vrijheid moe ten worden gesteld, zelfs als op die datum nog geen politieke conferentie is ge houden. Dulles las in zijn wekelijkse perscon ferentie een verklaring voor over de sta tus van Koreaanse krijgsgevangenen na het verstrijken van 120 dagen na het tijd stip waaroo zij aan de neutrale terugzen dingscommissie zijn overgedragen. 1-Iij beantwoordde daarin vragen, ge steld vóór de persconferentie was aange vangen en gebaseerd op berichten dat India, als voorzitter van de terugzendings- commissie, van mening was dat krijgsge vangenen langer dan 120 dagen zouden kunnen worden vastgehouden als in die tussentijd geen Koreaanse politieke con ferentie zou zijn gehouden. Dulles zei: „De wapenstilstandsvoor waarden zijn duidelijk, Alle gevangenen, die niet hebben verkozen te worden terug gezonden en over wier lot door de poli tieke conferentie geen andere beschikking is getroffen, zullen na 120 dagen in vrij heid worden gesteld. Die periode loopt af op 22 Januari 1954, Zelfs als inmiddels geen politieke conferentie is gehouden moeten de krijgsgevangenen op die datum hun vrijheid terugkrijgen". „Vanaf de aanvang van de besprekingen betreffende de krijgsgevangenen is het standpunt van de V.S. altijd geweest, dat gevangenen niet met geweld moeten wor den gerepatriëerd of voor onbepaalde tijd worden vastgehouden." „De onderhandelaars van de V.S. heb ben dit standpunt gehandhaafd, de com munisten hebben het tenslotte aanvaard. De overeenkomst bevestigt dus het stand punt, dat de V.S. altijd hebben ingeno men", verklaarde Dulles. mens Kardinaal Micara met assistentie van het H. College van Kardinalen. Des avonds zal de H. Vader zich naar de basiliek begeven, waar Hij, met de jeugd van Rome, voor de eerste maal het speciale gebed zal bidden, dat Hij voor dit Maria-jaar heeft opgesteld, aldus A.F.P. De H. Congregatie der Riten heeft Dinsdag in tegenwoordigheid van Paus Pius de XII te Castel Gandolfo de als wonderen aangemerkte gevallen van genezing aanvaard, die voor de heilig verklaring van de zalige Paus Pius X zijn aangevoerd. Men verwacht, dat de heiligverklaring in de loop van het Maria-jaar, dat 8 December wordt geopend, zal plaats vin den, evenals die van de Franse priester Pierre Louis Marie Chanel, die in 1841 in Oceanië is doodgemarteld, en de Spaanse religieuze Maria di Rosa, stich teres van het instituut van de Dienares sen der liefde, in 1855 gestorven. Ook de wonderen voor de heiligverklaring van beide laatstgenoemden zijn gisteren dooi de Congregatie der Riten aanvaard. In 1955 volkstelling in Nederlandse Antillen Blijkens een mededeling van de Antil liaanse landsminlster Kamer van Econo mische Zaken heeft de regeringsraad be sloten, opdracht te geven voorbereidin gen te treffen om in 1955 een volkstelling in de Nederlandse Antillen te houden. De Franse worsteling in de E.D.G. De eerste dag van het belangrijke debat over de buitenlandse politiek in de Fran se Nationale' Vergadering toonde düide- lijk de verdeeldheid 'binnen dc meeste partijen over de tc volgen Europese poli tiek. Volgens waarnemers zijn er onge veer evenveel voor- als tegenstanders on der dc parlementariërs te vinden, terwijl een vijftigtal „onzekeren" de beslissing zou kunnen brengen. In de loop van de dag kon men in de wandelgangen de uit voerige onderhandelingen gadeslaan over de bewoordingen van een voor dc rege ringsmeerderheid aanvaardbare motie, welke de regering-Lamel in staat moet stellen het land in de komende ministers conferentie van „Klein Europa" te Den Haag en op de bijeenkomst te Bermuda te vertegenwoordigen. De Gaullisten hebben bij monde van hun De Piazza del Duomo woordvoerder, de heer Palewski, nogmaals uiting gegeven aan hun afkeer van het E.D.G.-concept, dat met de oude leu zen als de dood van het Franse Jeger en als een leger van statenlozen werd aangeduid. Palewski zeide dat Laniel zich bewust moest zijn van zijn aftredings- plicht na de komende presidentsverkie zing. Op die grond zou Laniel zich van het aangaan, van iedere afspraak op de komende internationale conferenties die nen te onthouden. Ook d!e gematigd-conservatieve gene raal Aumeran zag in de E.D.G. slechts de weg naar de dood; hetgeen hij nader toe lichtte door te zeggen, dat onder de E.D.G. Duitsland „in Frankrijk zou kunnen bin nendringen als in een onverdedigde stad" en dat Frankrijk zou worden meegesleept In een oorlog om de voormalig Duitse ge bieden in het huidige Polen. Hij stelde voor dat in plaats van de E.D.G. een radio actieve afscheiding langs het ijzeren gor dijn zou worden opgericht. Een tweetal leden van de socialistische (oppositie)partij, de heren Gouin en Le Bail kwamen daarentegen als aanhangers van de Europese defensie-organisatie naar voren. De communisten toonden daarente gen hun „(bereidheid tot samenwerking met een ieder, die het gevaar van de E.D.G. van Frankrijk af wilde wenden". Vandaag wordt het debat voortgezet. Ook al wordt aan het einde, dat op Vrij dag verwacht wordt, geen duidelijke uit- j spraak over de E.D.G. gegeven, niettemin zullen de aan de dag getreden krachts verhoudingen van beslissende invloed zijn voor de positie van Frankrijk tegenover het buitenland. Om deze reden, aldus ver luidt te Parijs in doorgaans goed ingelich te kring, zou minister Bidault, daarin krachtig worden gesteund door vice-pre mier Reynaud, aandringen op een aan vaarding, formeel of informeel, van het E.D.G.-principe. De heer Laniel voerde gisteren besprekingen zowel met de Gaul listische tegenstanders als met de „Euro peanen" teneinde de regering voor een ontijdige val te behoeden. I Van onze redacteur) MILAAN, November. „O, sole mio", mompelde een reisgenoot in het lijntoestel ParijsMilaan, daarmee zijn Italiaanse woordenschat vrijwel uitputtend. Wij vlogen boven het zonnige Alpenlandschap met de verblindende Mont Blanc niet ver. Parijs was regenachtig geweest en triest. Maar Italië kwam thans naderbij en de argeloze vreemdeling scheen zijn primitieve, door reisbureau-reclame gevoerde verbeeldingskracht bevestigd te zien. Hier heerste de zon! De ontgoocheling liet niet op zich wachten. De Italiaanse kant van de Alpen bleek reeds onzichtbaar. Wij zakten door een vacht van wolken af naar de Po-vlakte; de lichtjes in de cabine moesten aan, regen tikte op de ruiten en op het vliegveld Malpensa betraden wij de Italiaanse grond onder een gereedgehouden paraplnie. De begroeting kon niet droever zijn. Het regent nu nog steeds, al dagen lang. vallend vocht meer voelbaar is. De para plnie is hier niet het voorrecht van de ouderdom, want kleine kinderen verlaten de school evenzeer onder hun regenscherm als de oudere heertjes hun koffiehuis. Ook wijst dit gebruiksvoorwerp niet op een be paalde maatschappelijke welvaart, zoals het, opgerold en in samenwerking met een bolhoed, een karakteristiek wil zijn van de hogère Britse ambtenaar. Wij zagen ar beiders in overall! de enkele meters van een binnenplaats oversteken op weg naar de cantine, maar nog gauw even onder hun parapluies. En het elegante pu bliek van een concert in de Scala, dat na afloop als een bijenkorf stond te zoemen onder de galerij buiten, zwermde uit onder een zijden lint van wederom de on ontbeerlijke parapluies. Tüssèn Duomo en Sforzesca Maar, natuurlijk, Milaan heeft meer te nog steeds, al dagen lang. At en toe in zware slagregens, meestal echter in fijne vluchtige druppeltjes, die men niet wil tellen maar die op den duur hun miserabel effect niet missen. Mijn eerste blik geldt 's morgens een door een waas van regen vervaagd stadsbeeld, des avonds wordt de lichtkrans der lantarens, zichtbaar van het venster uit, doorsneden door voorbijflitsende waterstralen. Één maal is even de zon doorgebroken. En wat een zomerse temperatuur opeens! Maar haastig trok de zon zich terug voor een overmacht van nieuwe grijze wolken. De overstromingen van de Po beginnen wel begrijpelijk te worden. Wij zijn nu. gewend geraakt aan het aanvankelijk komisch werkende beeld van de Milanese bevolking-in-de-regen. Wer kelijk iedereen loopt hier onder een para- pluie, welke wordt opgestoken bij het eerste fijne druppeltje en pas wordt opge vouwen als er reeds lang absoluut geen laten zien dan regen. Het is een stokoude stad, met duizenden jaren roerige geschie denis achter zich; het is tegelijkertijd het vitale Italiaanse industriecentrum, waar bijna anderhalf millioen mensen wonen. Oud en nieuw vormen een schel contrast op de Piazza del Duomo, waar aan de ene kant het woud van lijnen van de grandioze Dom oprijst tegenover de bonte gloed van lichtreclames, die aan de overzijde de lof verkondigen van Cinzano, radiomerken en vele andere profane zaken. Vooral ook door de laatste oorlog heeft het moderne aspect van Milaan de over hand gekregen. Wat n.l. voor het wegge bombardeerde kwart van de stad in de plaats is gekomen, is vrijwel geheel in zakelijke, hoge, rechte blokken opge bouwd, niet zonder elegantie en zeker niet zonder grootsheid, maar, zo te zien, met een zekere vrees voor vloeiende, ge bogen lijnen en wars van alle sierlijke verfraaiing, zonder welke de overvloed van oudere balconnetjes nooit heeft kun nen leven. Door deze injectie van nieuwbouw de nieuwe ruimgebouwde arbeiderswijken aan de buitenkant der stad nog buiten be schouwing gelaten schijnt Milaan zijn trots te uiten over zijn bruisende onder nemingslust. Het kleine duistere Romaans- Lombardisehe kerkje van San Babila, vol gens de overlevering het oudste kerkje van de stad, uit de eerste eeuwen van hel Christendom, staat, om één voorbeeld te noemen, nietig tussen de hoge winkelrui ten van een gloednieuwe zakenwijk, De monumenten van de moderne bouw kunst, te beginnen met de pompeuze gale- rijenbouw rond het domplein waar heel Milaan loopt te flaneren en die dateert uit de „heroïsche" dagen van de eenwor ding, tot de huidige wolkenkrabbers, drin gen zich aan de beschouwer op. Het oudere Milaan moet hij zoeken in kleine straatjes en op plotselinge pleintjes, in de fraaie cortiles van patriciërshuizen en op de bij verrassing ontdekte binnenplaatsen van meer bescheiden behuizingen, die herinneren aan oude boerderijen. Maar er zijn nog enkele monumenten uit het verleden, die zich onverkort handha ven en het aanzien der stad blijven bepa len. Het hart der stad blijft duidelijk ge vangen tussen de brede marmeren Dom,. met zijn vijf beuken en zijn duizelingwek kende transen, en de oude burcht van het condottiere-geslacht der Sforza's, die de herinnering aan hun kortstondige heer schappij levendig houden door dit onver- delgbare bouwwerk. Gecompliceerd patriotisme Milaan, vroeger een sleutelpositie in het politieke krachtveld van Italië en daarom getuige en slachtoffer van ontelbare bele geringen en veroveringen, thans het. cen trum van Italië's economische macht, heeft een sterk gevoel van eigenwaarde. „Het is de hoofdstad", was de typerende uitlating van een industrieel uit de omgeving, die overigens wel wilde weten dat hij over dreef. De psychologie van de Noord- Italiaan is tamelijk gecompliceerd, zo komt het ons voor. Een gezegde als „Milaan Is de hoofdstad", schijnt te moeten uitdruk ken: „de hoofdstad van het krachtig geïn dustrialiseerde en ook op landbouwgebied moderne Noord-Italië", met als onuitge sproken bijgedachte, dat Midden- en Zuid- Italië beduidend minder tellen. Het kan een toevalligheid zijn, maar het aanail geringscnattende uitlatingen over het Zuiden alle op het thema „hier werken we, daar slapen ze" moest de buiten lander wel opvallen. Nu zou men denken, dat dergelijke ge westelijke gevoelens een afdoende rem vormen op de ontwikkeling van nationaal patriottische sentimenten. Maar nee! Men is weliswaar gaarne bereid toe te geven, dat Italië geestelijk geen eenheidsstaat is, dat Noord en Zuid pijnlijk ver uiteen lopen. Doch het woord „Triëst" is nog niet gevallen of alle relativisme wordt op slag overboord gegooid en de handen gaan be zwerend omhoog: „Triëst moet terug, de huidige toestand is een internationale schande! Wat „vrij territoir! Niets ervan; Triëst hoort in het Italiaans staats verband"En dit alles niet omdat het afgelegen Triëst nu juist de Noord-Italia nen zo aanspreekt, maar omdat het hier een zaak geldt, waarover bij alles scepsis tegenover Italië als geheel, nog net weer genoeg nationalistische verbondenheid be staat na zoveel Isonzo-veldslagen, „Tito is een zwijn" en „Triëst is alleritaliaanst" zijn spreuken die men overal op muren en zuilen in onhandig maar duidelijk krijtschrift aangebracht kan zien. Mis schien wel door lieden, die over het Zuiden spotten, tenminstezolang dit landsdeel niet met afscheiding wordt bedreigd! L. W. BUITENLANDSE KRONIEK Een voor Rusland verloren zaak HET WOORD „koude oorlog" is al een historisch begrip geworden; men aanvaardt het feit van de koude oorlog, welke tegenwoordig ook wel met de wat minder hard klinkende term „koude vrede" wordt geschilderd, eenvou dig omdat men hier in de vrije Westelijke wereld machteloos staat om aan die toe stand een einde te maken. Na de dood van Stalin koesterde men, toen zijn op volger Malenkof aanvankelijk een meer toenaderingsgezinde politiek scheen in te leiden, in brede kringen de hoop en mis schien zelfs de verwachting, dat een tijd perk (van korter of langer duur, want zijn einddoel kan het communisme nooit uit het oog verliezen) ging aanbreken, waarin een merkbare internationale ont spanning zou intreden. Die hoop en verwachting zijn in rook opgegaan. We zullen allerminst beweren, dat de internationale spanningen heviger zijn geworden: het is uitermate moeilijk daarvoor een betrouwbare, preciese maat staf aan te leggen. Maar als de militaire leiders in Nato-verband verklaren, dat een oorlog met de Sovjet-Unie op het ogen blik niet waarschijnlijk is en bovendien in die kringen gedacht wordt, dat deze oorlog nooit zal uitbreken; als sir Win ston Churchill in een verkiezingsmanifest voor een conservatieve candidaat ver klaart, dat „de vooruitzichten voor de vrede beter worden en dat de wereld naar een schikking gaat" alles onder voorbehoud, dat het Westen niet in zijn militaire inspanning verslapt mag men o.i. toch wel een zeker optimisme koeste ren, dat het ergste de wereld zal bespaard blijven. DE KOUDE OORLOG is daarom een merkwaardige aangelegenheid. Hij beangstigt iedereen, in de gehele wereld; niet het minst waarschijnlijk hen, die hem ontketend hebben: de mannen van het Kremlin. Want ook dezen zijn niet meer in staat er een einde aan te maken. Vaak wordt het woord geciteerd van de geesten, welke men heeft opgeroe pen, maar niet meer naar hun eigen wereld kan terugdrijven; ze blijven ook de leerling-tovenaar kwellen, Wat Lenin en Stalin hebben ontworpen en uitgevoerd, kan Malenkof, zelfs als hij het zou willen (daarover weten we echter niets) niet meer ongedaan maken. Hij zit en in sommige opzichten is het ook met het Westen het geval met de sombere erfenis van het verleden. En ook met de trieste toestand van het heden; want meer en meer blijkt, dat in de Sovjet-Unie heel wat ontevre denheid heerst, welke hoe dan ook moet bezworen worden, wil zij op een gegeven moment geen acuut gevaar voor het regiem zelf worden. We doen over de toestanden in de sla venstaten er het zwijgen aan toe. Enkele weken geleden waren wij in de gelegen heid een zij het slechts vluchtige blik in de Russische sector van Berlijn te slaan. Daar wordt ongetwijfeld, wijl de Wester ling, als hij zich maar niet uitdagend ge draagt, er zich vrij kan bewegen, alle „luxe" tentoongespreid, welke het Oosten zich voor spectaculaire omstandigheden kan veroorloven. En toch was onze in druk: somber, zeer somber; de donkere kleding van mannen en vrouwen, in felle tegenstelling met het vrolijke kleuren spel in West-Berlijn; de meer dan scha mele kleding van de jeugd; etalages, zo als men die bij ons begin 1944 zag; maar eindeloze propaganda voor de Russisch- Duitse vriendschap. En dan, als enig lichtpunt: de berucht-beroemdé Stalin Allee, welke, naar men ons verzekerde, alleen door „die activisten" wordt be woond; maar deze Allee moet voor de Russen en ook voor de Oostduitse regering verre van prettige herinneringen oproe pen. Eens zal zij ongetwijfeld de Allee van de 17de Juni heten. ontketende koude oorlog zijn fatale consequenties voelen. Maar Moskou kan niet terug, zonder te capituleren. Het had er indertijd, zo de eerste tijd na de jong ste oorlog, op gerekend, dat West-Europa zou ineenstorten, zonder slag of stoot in handen van het communisme zou vallen. Het had echter gerekend buiten de wil van de Westerse cultuur, welke haar kracht, misschien haar enige kracht, uit de eeuwenoude, diep ingewortelde Chris telijke gedachten put; het heeft ook ge rekend buiten de vastberadenheid van de Verenigde Staten, welke ook zich zelf rechtstreeks bedreigd achtten; en machtig genoeg waren en zijn om ook West-Europ te helpen om een effectieve zelfverder ging tegen het opdringende communisn op te werpen, A Thans heeft het Westen een streep ge zet onder een vruchteloze en waapdëloze nota-wisseling. Misschien hebbenvde Grote Drie nog nooit zo duidelijk" gezegd, wat zij willen, maar ook wat zij niet kunnen en nooit zullen toegeven, als zij dat in de nota van Maandag j.l. hebben gedaan. De wezenlijke inhoud verschilt niet van de sinds maanden gevoerde diplomatieke ge- dachtenwisseling; maar de vorm is ietwat anders en ook het Kremlin zal de zaak niet kunnen misverstaan. We geloven overigens niet, dat het ze ooit heeft mis verstaan, maar het speculeerde er op, dat het Westen in arrenmoede de strijd zou opgeven. De communistische machtheb bers hebben intussen weer eens getoond, dat, hoe hard het tegenovergestelde ook wordt beweerd, zij geen eerste-klas psy chologen zijn, zeker niet als het het bui tenland betreft. De vraag is nu maar, of zij de moeilijke weg terug kunnen vinden. West-Duitsland en daarmede geheel Duits land krijgen ze niet, dat is nu wel heel duidelijk. Met China is het een andere zaak, dat komt wel in de Verenigde Na ties. Maar Moskou hecht in laatste instan tie meer aan Duitsland; maar dit is voor hen een verloren »aak. Xanaaleilandjes zijn Brits Beslissing Int. Hof Het Internationaal Hof van Justitie te Den Haag heeft de eilandengroepen Minquiers en Ecqelious, in het Kanaal, waarop zowel door Groot-Brittannië als door Frankrijk aanspraak werd gemaakt, aan Groot-Brittannië toegewezen. De beide landen hebben hun lang durige geschil hierover twee jaar geleden aan het Internationale Hof voorgelegd. De kleine, rotsachtige eilandjes tussen Jersey en de Franse kust hebben rijke oestergronden. Zij zijn onbewoond. De beslissing werd door de twaalf rechters eenstemmig genomen. Uit Parijs wordt gemeld, dat in Franse diplomatieke kringen wordt verklaard, dat Frankrijk, alhoewel het „zeker is van zijn goed recht", de uitspraak in spor tieve geest zal aanvaarden. Hier werd nog aan toegevoegd, dat. de beslissing uitsluitend juridische waarde heeft, daar er geen overdracht van sou- vereiniteit uit voortvloeit, terwijl zjj evenmin practische gevolgen zal hebben.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1