'Berm ^sterdam' Kinderverlamming - virus gefotografeerd Meneer Visser heeft een kerktoren in zijn kamer Eerste ronde op de piano Van zeven Indiaantjes, die sterretjes werden Muizenluiisje DE MUZIKANT PAGINA 5 (Van onze parlementsrett&tftëur) De minister van Binnenlandse Zaken, prof. L. J. M. B e e 1 heeft het gisteren in de Tweede Kamer Vondel nagezegd: „Bemint dan Amsterdam, de glorie van uw steden, de pijler van uw staat!" Wat meer is: hij deed het met instemming. Ook ter ondersteuning van zijn verklaring, dat hij aan de symbolische betekenis van Amsterdam nooit iets heeft willen afdoen en dat de Kamer leden. die hem daarover hadden aangesproken plus Amsterdams burge meester. mr. d'Ailly zijn gewraakte uitspraak over het gemis aan wezen lijke betekenis van het begrip hoofdstad verkeerd hadden opgevat. En hoewel de minister een wettelijke bepaling, welke Amsterdam officieel van de titel hoofdstad zou voorzien, met de meeste Kamerleden overbodig bleef vinden, zal hij dit probleem toch ter beoordeling voorleggen aan de Staatscommissie, welke een algemene herziening van de Grondwet aan het voorbereiden is. keuze in de memorie van antwoord, nog afgezien van de lyrische gebre ken. niet al te gelukkig was geweest. De heer Wel ter ik.np.» had het eerder op de middag dan ook wel het zuiverst gesteld, toén hij constateer de. dat Amsterdam volgens het staatsrechtelijk gewoonterecht ieder geval als hoofdstad wordt be- schouwd. De heer Weiter nu voelde er wel voor. het geschreven staats recht in overeenstemming te brengen met het gewoonterecht. Daarom vroeg hij of het niet mogelijk was. in het grondwetsartikel dat ..de stad Amsterdam" als plaats ter inhuldi ging van de Koning aanwijst, voortaan van de hoofdstad Am sterdam" te spreken. Het was dus dit verzoek, dat de minister aan de Grondwetscommissie zou overbrengen. Amsterdam was punt nr. 1 in de rede van bijna twee uur. waarmee minister Beel gisteren de begroting van zijn departement verdedigde. Met die voorrang bewees hij de hoofdstad, symbolisch of niet. dus reeds de nodige eer. Voor het overige heeft de bewindsman gedegen en uitvoerig gesproken over de vier pro blemen die in het debat de hoofd rollen hadden gespeeld. Dat waren de decentralisatie: de financiële ver houding tussen rijk en gemeenten de positie van het overheidspersoneel en de van overheidswege gepension- neerden en de Bescherming Burger bevolking. Minister Beel heeft zich enigszins gegriefd getoond door de wijze, waar op zijn uitspraken over de ..hoofd stedelijke kwestie" in de memorie van antwoord waren opgevat. Men had daarbij, zo vond hij. de passage. ..dat Amsterdam algemeen hoofdstad wordt aangemerkt," over het hoofd gezien. Bovendien had men een eenzijdige uitleg gegeven aan zijn uitspraak, dat het begrip „hoofdstad des lands" h'er te lande wezenlijke betekenis mis», op grond waarvan nij geen vo'doende aanleiding had ge zien. bij wet te bepalen, welke ge meente als hoofdstad fungeert. De minister verdedigde zich ver volgens met een be-oep oo het grote woordenboek van Van Dale. Daarin immers wordt als het kenmerk van een hoofdstad aangegeven, dat zij zetel van de regering is. Een opvat ting, welke de minister ook bij Thor- becke had teruggevonden. En aangp- zien de regering nu eenmaal niet te Amsterdam gevestigd is. meende de minister terecht die ..wezenlijke be tekenis" te hebben ontkend. Hij merkte thans echter ook op, dat hij de symbolische betekenis van Amsterdam als hoofdstad, waarop o.a. de heer Van Leeuwen (v.v d. de nadruk had gelegd, zeker onder schreef. KIL OF LYRISCH Restte nog het verwijt, dat de mi nister zich in zijn memorie zo kil over Amsterdam-hoofdstad had uit gelaten. Daarop reageerde hij met een mistroostig gebaar: ministers ple gen zich in memories van antwoord niet aan lyrische ontboezemingen schuldig te maken, verzuchtte hij. En hij voorzag, dat dat ook wel nooit anders zou worden. Die laatste opmerking scheen zelfs met een tikje spijt gemengd te zijn. Van deze minister, die een zeer formeel redenaar is. kwam dat als 'n welkome verrassing. In ieder geval heeft dit debat dan toch een lyrische ontboezeming van de be windsman opgeleverd, toen hij zo maar aan het eieren van Vondel sloeg. Intussen kon prof. Beel niet de indruk wegnemen, dat zijn woord- DECENTRALISATIE De opvattingen, welke prof. Beel omtrent deze vraagstukken heeft, zijn tijdens zijn ministeriële praktijk al vaak genoeg gebleken. Veel nieu we gezichtspunten deden zich dan ook niet voor. Zo heeft de bewindsman zich wederom mét de Kamer uitge sproken voor een gezonde decentra lisatie in het staatsbestel. Voor wat de rol der provincies daarbij betreft, kondigde hij aan, dat het rapport over de herziening van de Provinciale Wet over enkele maanden wel zal verschijnen en dat er uitvoerig overleg gepleegd zal worden met de provinciale besturen om na te gaan, op welke wijze hun Advertentie l.M. De IBIS-troost is onderweg Dat zal je gebeuren. Terwijl half Den Haag in de herfst- kou op zijn kolen zit tewach. ten glijden, midden in de Wol- maranstraat, een paar slecht gestouwde zakken van de wagen. Dat betekentmet de handen oprapen en dus extra oponthoud. Gelukkig vloog de Ibis-vogel, (troost aller pech. vogels) op Dinsdagmiddag 27 October om half twee net boven dat gedeelte van de stad met de camera en maakte er een plaatje van. Als de met een lederen geldbuidel toege ruste kassier, wiens hoofd in de witte cirkel gevangen zit, en z(jn beide maats, die zo (jverig hebben meegeschept hun naam, hun adres, de maat van hun overhemd en hun vaste tabaksleverancier even aan Dobbelmann in Waddinx- veen opgeven, krijgen zij ieder, als pleister op de wonde GRATIS 10 PAKJES IBIS EXPORT SHAG Bovendien... heeft Ibis deze keer nog een extra verrassing in petto. Kolen sjouwen is namelijk een bijzonder zwart Maar pech of geen pechof U nu Ibis Export - de 100% Engelse shag van grote ver maardheid - of Ibis pure Virginia - de pittige favoriet van alle shag kenners - rookt, van één ding kunt U altijd zeker zijn: DOBBELMANN.. beroep. Wie het de hele week doet moet op Zondag wel een meer dan gewone behoefte hebben aan een stralend wit overhemd. Daarom Is de at tente Ibis vogel ook nog maar even een herenmodewinkel binnengevlogen en heeft voor elk der drie onfortuinlijke kolenmannen een mooi, wit shirt uitgezocht. LEKKER MAN! activiteiten eventueel verruimd kun nen worden. De Friese kwestie is in dit kader een vraagstuk op zich zelf: daarover kon de minister slechts meedelen wat reeds bekend was, nl. dat de minister raad zich thans zal hebben uit te spreken over de maatregelen die te dien aanzien nodig zijn. Prof. Beel zei. met de minister-president overleg te hebben gepleegd ten einde te be reiken dat deze zaak met spoed in de ministerraad aan de orde komt. In 's ministers uiteenzetting over de financiële positie der gemeenten kon den wij weinig concreet nieuws be luisteren. Wat de personeelszaken betreft, had de minister critiek te horen gekregen van de socialist Blom, die zich be zorgd maakte over de ontwikkeling van het georganiseerd overleg in ambtenarenzaken. Hij vreesde nl. dat die op onvoldoende medezeggenschap van de vertegenwoordigers van het overheidspersoneel zal uitlopen. Die vrees achtte minister Beel op zijn beurt ongegrond. Maar gezien de be sprekingen die nog gaande zijn, wilde hij zich niet dieper in de zaak be geven. SALARISSEN Op de pleidooien o.a. van de heren B e e r n i n k c.h., Van der Zanden k.v.p. en Weiter k.n.p. voor een verder gaande denivellering van de ambtenarensalarissen ten be hoeve van de middelbare en hoge ambtenaren gaf de minister een voor lopig afwijzend bescheid. De maat regelen, welke in het lopende jaar tot stand zijn gekomen en de nieuwe, welke nog in werking moeten treden, wil hij eerst eens een jaar zien wer ken, alvorens verdere stappen te overwegen. Het was interessant, dat de mi nister op dit punt de vergelijking met de salarisverhoudingen van 1938 welke door de KVP steeds op de voorgrond wordt gesteld niet zonder meer wenste te aan vaarden. In geen geval achtte de minister het raadzaam, dat de overheid een eigen salariënngspolitiek zou gaan voeren, met. veronachtzaming van haar eigen richtlijnen voor het be drijfsleven. De moeilijkheden, waarin de bur gemeesters van vooral de kleine en middelgrote gemeenten verkeren als gevolg van hun bezoldiging, beloofde de minister met de nodige aandacht te zullen bezien. Hij handhaafde daarbij zijn standpunt, dat deze be zoldiging niet losgemaakt kan wor den van de normen, welke voor het overheidspersoneel in zijn geheel gel den. Een uitgangspunt, dat ook door Blom (arb.i bij zijn pleidooi voor verbetering was erkend. Wat de zaken van de burgerlijke bescherming betreft, deelde de minis ter de teleurstelling, welke o.m. door Van SI een (arb.) kenbaar was ge maakt over het verloop van de wer ving voor de mobiele colonnes. Hij kondigde aan. dat een nieuwe wer vingsactie voor de BB op komst is en beloofde een spoedige regeling van de rechtspositie der noodwachten. Een wetsontwerp omtrent de schuil plaatsen is door het departement van Binnenlandse Zaken gereedgemaakt en Wordt door het departement, van Wederopbouw nog nader bekeken. CONTRA VESTDIJK Vermeld moet nog worden, dat de minister vóór de indiening van de begroting voor 1955 een nieuw wets ontwerp op de leesbibliotheken hoopt in te dienen. Daarom was gevraagd door de heer M a e n e n k.v.p,, maar ook door ir. Van Dis s.g.p. Laatstgenoemde afgevaardigde er gerde zich weer eens geducht aan het verschijnen van tal van „realistische" boekwerken. Hij toornde tegen de on terende en ziels verwoestende in- ioed van boeken, films en toneel stukken. De werken van Shaw moesten het alsnog ontgelden „Wanneer die nooit geschreven waren, zou de wereld er nu anders uitzien, zo vond ds. Zandts enige geestverwant in "s lands ver gaderzaal. Ook van de auteur Vestdijk moest hij in het geheel niets hebben. De heer Van Dis beriep zich in zijn betoog bij herhaling op „De Tele graaf", die blijkbaar ook lijfblad van de Staatkundig 'Gereformeerden is. Uiteraard heeft de heer Van Dis ook gepleit voor de benoeming van burgemeesters uit zijn kring. Hij ver zekerde de heer Beernink c.h., dat zijn partijgenoten heus wel weten, hoe zij als burgemeester hun begin selen moeten hanteren. En de ver wijzing naar de bankbiljetten van 25.—, welke Scheps (arb.) in dit verband had gedaan, vond de heer Van Dis maar een „flauwe opmer king". UITGESCHAKELD Aan het begin van de vergadering is mededeling gedaan van een bericht van verhindering van prof. R o m m e. wegens een ongesteldheid, die hem ook in de komende weken zal uit schakelen. De KY P-leider heeft nl. gekwetste Achillespees, die opera tief ingrijpen noodzakelijk maakt. De laatste weken heeft hij moei- lam met een been in gipsverband door de Kamer gestrompeld. De ouverture van de begrotingsdebatten wilde hij nl. niet missen. Zondag zal hij op het partijcongres van de KVP nog het woord voeren, maar daarna zal hij zich aan zijn geneesheren toe vertrouwen. De KVP-fractie zal bij zijn afwezig heid die in de Kamer stellig alge meen betreurd zal worden onder leiding staan van dr. Lucas. Het poliomyelitis-virus, de verwekker der kinderverlam ming1. is zichtbaar gemaakt op foto's, die zijn gemaakt met een electronenmicroscoop. De foto's bevestigen, dat liet tot de kleinste van alle virus behoort. De platen laten ronde halletjes zien, die zo klein zijn, dat een mil- lioen ervan op éen rij de afstand van 21 cm zou omspannen. Dit belangrijke nieuws meldt Asso ciated Press uit Pocono Manor in Pen sylvanië (Verenigde Staten.) Dr. A. R. Taylor, research-viroloog van Paike Davis and Company te Detroit, heeft de foto's getoond tij dens een vergaderine van de Elec tronenmicroscoop Vereniging van Amerika. Vooruitgang Dr. J. Spaander van het Rijks instituut voor de Volksgezondheid te Utrecht, wiens mening wij over dit bericht hebben gevraagd, zei ons. dat het zichtbaar maken van het virus wel een schrede vooruit is (men wist reeds, dat het bestond), maar dat het nog eeen bijdraee als zo danig kan léveren tot bestrijding der ziekte. Dat zou een vaccin pas kunnen Het. zichtbaar maken komt het on derzoek echter ten goede. Prof. dr. J D V e r 1 i n d e. hoofd van de afdeling Bacteriologie en Ex perimentele Pathologie van het In stituut voor Praeventieve Genees kunde te Leiden, gaf ons een gelijke mening als dr Spaander deed. sa Meneer Visser in Monnikendam is een heel bijzondere schriften van zijn leerlingen had meneer. Een meneer met een kérktoren in zijn woon- ™mK, 'iSn*wfëin'dï kamer. Precies dezelfde kerktoren die in het dorp staat, maar lijk met meer naar school hoefde dan wat kleiner natuurlijk. Hij kan maar net onder het plafond S^me^zijn'^ouw^zijnkzes kindek en je kunt er goed op zien hoe laat het is, want er zit een ren en zijn mecanowinkei naar Ne- echt uurwerk in. En zelfs een klokkenspel, dat elk half uur en deriand. Naar Monnikendam, elk kwartier wijsjes tingelt. Er wandelen dan een paar ror.d- we^re ^'rzaÏÏeltog™ zijn'MndeS draaiende paardjes uit de buik van de toren en daarboven hangt gingen trouwen en zijn vrouw speel- een (ijzeren) engel, die op een bazuin blaast. Het klinkt net als een schaap, dat aan het mekkeren is: bèèèhh! Dat komt, genoeg van En hij begon m het omdat, die en^el ereens het dorP rond te kÜken naar jongens, ornaat cue en0ei eigens eu kist In de vier jaar dat de club be- die wei een knutsel-knobbel maar mecaniekje van een mamapop staat, hebben ze voor /lSOömecano- geen mecanodoos had- in de toren verstopt heeft. Laat materiaal bijelkaar gescharreld. En den. Die waren er ge- een groot deel van dat lieve bedragje noeg. „Kom maar in lk met liegenmeneer^ Visser hebben die jongens nog zelf verdiend mijn schuur." zei hij Ï7 r jTj kc leven heeft het verstopt. Meneer ook Visser heeft trouwens dat hele klokkenspel zelf gemaakt. En als je me niet gelooft, moet je zelf maar bij hem gaan kijken: hij deed het van mecano- onderdelen. De hele toren is daar trouwens van gebouwd. Maar daar hebben de jongens van de Monnikendammer Me- canoclub ijverig bij geholpen. Over die Mecanoclub in Monniken dam moet je niet zo min denken. Er zijn veertig jongens lid en me neer Visser is hun Mecano-vader. Elke Maandagavond komen ze in het clubgebouw in de Hoofdstraat bij elkaar en dan maar knutselen, jongens. Voor hijskranen, draaimo lens en hefbruggen draaien ze hun handen met om En niemand hoeft ooit een schamiertje of een boutje van iemand anders te lenen, want iedereen heeft zijn eigen mecano- tegen het eerste beste dozijn. En zo is was nooit iets van terechtge- het begonnen met die komen, als meneer Visser zijn i lang niet een mecanoknobbel had gehad. Vroeger, toen hij in In- die onderwijzer was, kocht hij alle mecanodozen, die er te koop waren. AJprnnnrlllh Dat vond-ie niet genoeg en hij nam i«cLU/tUL i uu er nog een partijtje tweedehands bij, grotei dan de verzameling, die VGVdlGnO.6 hij al had Als hij 's avonds de f1800 om mecano's voor te kopen De eerste ronde is voorbij. De eerste ronde van de pianospeel- wedstrijd voor kinderen. Ik heb het gehoord in twee grote pianowin kels. En laat ik het ie meteen maar vertellen: al die veertig kinderen, die od die avonden sDeelden, hebben ge weldig hun best gedaan. Daar ging het ook om. Maar wat nóg beter was: zij hebben voor het grootste deel heel mooi gespeeld ÉEn dat viel érg mee. want dat had niemand kunnen Je weet wat de eis was: de kinde ren die meededen. ien nog geen drje ■Ij&z, iaar les hebben ge- had. Zou je dan denken, dat er nog SgS zóveel kinderen zou- UP den komen? Al- leen in Amsterdam /Af A waren er al vier- MsS? Urr\ bonderd! J De eerst» die Bbm l» 'k hoorde snelen. jig) ■'(as Peter Martin Sroekens uit Drie huis. Peter Martin was een van de alleroudsten. die mee mochten doen: twaalf jaar en drie maanden Maar: hij had niet meer dan zeven maan den les gehad, en niemand zou dus iets fantastisch van hem hebben ver wacht. Maar Peter Martin durfde, en durf is al een heleboel, als je plot seling voor een zaaltje vol ouders piano moet spelen. Hij speelde drie heel kleine stukjes van de moderne Nederlandse componist Ortèl, en hij deed het góéd. Kijk. daar had je het nu meteen De keus van je stuk bij zo'n wedstrijd is het halve werk. Is het te moeilijk, wil je te hoog grij pen. dan zit je er bij voorbaat al naast. Dan ga je hakkelen en brod delen. en dan krijg je een kleur om dat het niet goed gaat, en dan wordt het hoe langer hoe slechter. Maar is het stuk te gemakkelijk, dan heeft de jury allemaal pianoleraren en -leraressen! dat onmiddellijk in de gaten. Dat is die eerste avonden wel eens voorgekomen. Jammer! Want die kinderen verknoeiden hun eigen kans, hoe leuk zij misschien ook speelden. Of Peter Martin Broekens straks in de tweede ronde mag spelen, weet ik niet. Dat merken we" allemaal pas op de avond van de tweede ronde ln de Bachzaal in Ar sterdam. Maar dit weten we al wel: er zal in die tweede ronde héél goed ge speeld worden. Want het peil in de eerste ronde was prima! Monnikendammer Me canoclub. Meneer Visser had niet gedacht, dat ze het eerste jaar al uit zijn schuur zouden barsten, want er kwa men steeds meer jongens bij. Het dozijn was al gauw twéé dozijn en toen zei de burgemeester: jullie mo gen wel in dat lege lokaal van de lagere schooL Dat was natuurlijk een fijne op lossing, maar toen zaten ze weer met dat materiaal. Wat voor twaalf jongen-» genoeg was. was het beslist niet voor twee maal twaalf. Er moest dus méér komen, maar hoe? Want goedkoop speelgoed is een mecanodoos niet. Jullie beginnen met 15 cent per week contributie te betalen, stelde Sterren om in je schrift te plakken VI Heel, heel lang geleden moeten er in het verre westen van Amerika een Roodhuiden-vader en moeder hebben geleefd, die zeven kinderen ft hadden. Die vader was een groot en dapper opperhoofd: hij was een ge- ducht krijgsman en een uitstekend jager en hij wist veet verhalen over planten en dieren en over ster- ren. Vooral over sterren. Op zekere dag zaten de vader en moeder en de zeven kinderen na het eten weer om het vrolijk brandende kampvuur. Langzamerhand was het al donker geworden en de eerste sterren barstten als diamanten bloe- f|H| men open. En de vader begon over Hra. W iMgFl él die "prachtige, wonderlijke sterren te vertellen en te vertellen tot het helemaal donker was geworden en ér millioenen en millioenen lichtjes aan de hemel flonkerden „En nou naar bed!" zei de India- nen-moeder De zeven kinderen kro- deren wakker. Ze wreven zich de pen op handen en voeten de wigwam ogen uit en wisten eerst niet wat in en lagen weldra op dikke beren- er was gebeurd, huiden en toegedekt door herten- Toen ze beter begonnen rond te yellen heerlijk warm bij elkaar Ze kijken, zagen zij. wat al die sterren konden door de deurspleet in de eigenlijk waren: grote kampvuren. tent nog een gedeelte van de prach tige sterrenhemel zien. „Ik zou best eens helemaal om hoog willen vliegen, tot de sterren." fluisterde een der kinderen. „Ja!" zei een ander, „en dan wandelen tussen al die prachtige lichtjes!" Dat wil- vreugdevuren ontstoken door dappere, gestorven Indianen, die op weg zijn naar de Eeuwige Jacht velden Dat was een wonderlijk en vreug devol gezicht! Hun oogjes blonken Die zeven Indiaanse kindertjes den ze allemaal wel. En zo vielen ze lopen nu nóg tussen die sterren alle zeven in een diepe slaap. Toen kwam de Oppergod der In- rond; de twee oogjes van elk hjken maar één ster Maar je kunt ze bij dianen. do grote Manitou, uit de heldere avondhemel wel zien, zeven hemel omlaag naar de aarde en heel sterren bij elkaar. Het Zevenge- voorzichtig legde hij de zeven sla pende kinderen in zijn grote hand, sternte, zeggen de grote mensen. Alleen het. zevende sterretje is wel zo voorzichtig, dat er niet één wak- eens minder duidelijk Dat komt om- ker werd Daarna steeg hij weer op. dat een van de kinderen nogal eens al hoger en hoger, zo hoog, dat hij huilt, als ie naar zijn moedei ver met de kinderen tussen de sterren langt., en dat komt weer omdat ie aankwam. Van al dat licht werden de kin- HENK VAN LAAR Toen dachten ze: Dat mannetje is dan natuurlijk rijk. Maar waarom komt hij elke'dag dan spelen in de wijk? Dat mannetje is anders, dat mannetje is gek. Pas op. hoor. voer dat mannetje! De grendel op het hek! En wat deed toen dat mannetje? Dat mannetje liep weg. Htj zei: lk kom hier nooit meer terug, let op wat ik je zeg. Ik speel wel ergens anders dan bij die mensen hier. En waarom speelt dat mannetje? Gewoon voor zijn plezier.' PETER meneer Visser voor. Dat vonden de ouders van die jongens best, en er waren zelfs nogal wat Monniken dammers die nelemaal geen kinde ren hadden en toch wel iets wilden betalen, omdat ze plezier hadden in dat geknutsel. Wie beschrijft de verbazing van heel Monnikendam toen er op de kermis tusen de draaimolens en de oliebollententcn ineens een carrou sel stond, compleet met schomme lende schuitjes en wiebelende paar den. een carrousel die helemaal van mecanodeeltjes was gemaakt. Ieder een mocht 'm voor een dubbeltje bekijken zaken zijn zaken en toen de kermis afgelopen was. had die carrousel 72 aan dubbeltjes op gebracht. Het jaar daarop verscheen er een scheepswerf op de kermis, wéér een Jaar later een houtzaagmolen, die écht blokjes hout zaagde en dit jaar was het ae kerktoren. De jongens van de Mecanoclub wreven in hun handen, hondeiden guldens hadden ze verdiend en alweer uitgegeven ook trouwens. Aan mecanodozen. De rest van die 1800 is er door het houden van tentoonstellingen geko men waarvooi ieder lid zijn werk stuk inleverde. Als je het mij vraagt geloof ik, dat er daar in Monnikendam een hoop jongens wonen, die later misschien knappe bruggenbouwers of werktuigkundigen worden. Want weet je wel dat er beroemde inge nieurs zijn, die hun modellen nu nog eerst in het klein van mecano- onderdelen maken om te zien, hoe de zaak er in net klein uitziet? De beroemde baileybruggen, die de Ca nadezen gebruikten, toen ze in 1945 ons land bevrijdden, zijn óók eerst uit mecanodeeltjes gebouwd! MAR IKE P.S. Als je meneer Visser eens wilt schrijven: hij woont aan de Nieuwe- zijds Burgwal 33. Midden in het bos ver van de weg Daar staat een heel klein huisje Dat is toch zo grappig zeg Er in daar woont een muisje. Het dak is rood. de deur is bruin En om het huisje ligt een tuin En in die tuin staan erg veel bloemen Waar om wel honderd bijen zoemen Als jc er naar toe wilt gaan Ga dan door de Beukenlaan Loop dan maar langs beuk elf Dan kom je er vanzei]. CONSTANCE DOLMAN. Jac v Arteveldestraat 18 hs, Amsterdam-West. (8 Jaar) Want ieder dacht: Dat mannetje is vast en zeker arm. Kom. geef hem ook een kopje soep. dan wordt-ie lekker warm. Kom. gee] hem een paar centjes, een stuiver, zou dat gaan? Maar: Nee hoor, zei dat mannetje, ik neem geen centjes aan. Aan die jongens kun je zien, hoe hóóg meneer Vissers toren is. De punt kon niet eens op de ]otol r\ aar was er eens een mannetje met. lang en krullend haar L/ d.at speelde zo van allerlei muziek op zijn gitaar. Dan liep hij langs de huizen en iedereen liep uit en ieder gaf dat mannetje dan koffie met beschuit.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3