'Berm
^sterdam'
Kinderverlamming - virus
gefotografeerd
Meneer Visser heeft een
kerktoren in zijn kamer
Eerste ronde
op de piano
Van zeven Indiaantjes,
die sterretjes werden
Muizenluiisje
DE MUZIKANT
PAGINA 5
(Van onze parlementsrett&tftëur)
De minister van Binnenlandse Zaken, prof. L. J. M. B e e 1
heeft het gisteren in de Tweede Kamer Vondel nagezegd:
„Bemint dan Amsterdam, de glorie van uw steden, de pijler van
uw staat!" Wat meer is: hij deed het met instemming.
Ook ter ondersteuning van zijn verklaring, dat hij aan de symbolische
betekenis van Amsterdam nooit iets heeft willen afdoen en dat de Kamer
leden. die hem daarover hadden aangesproken plus Amsterdams burge
meester. mr. d'Ailly zijn gewraakte uitspraak over het gemis aan wezen
lijke betekenis van het begrip hoofdstad verkeerd hadden opgevat.
En hoewel de minister een wettelijke bepaling, welke Amsterdam officieel
van de titel hoofdstad zou voorzien, met de meeste Kamerleden overbodig
bleef vinden, zal hij dit probleem toch ter beoordeling voorleggen aan de
Staatscommissie, welke een algemene herziening van de Grondwet aan het
voorbereiden is.
keuze in de memorie van antwoord,
nog afgezien van de lyrische gebre
ken. niet al te gelukkig was geweest.
De heer Wel ter ik.np.» had het
eerder op de middag dan ook wel het
zuiverst gesteld, toén hij constateer
de. dat Amsterdam volgens het
staatsrechtelijk gewoonterecht
ieder geval als hoofdstad wordt be-
schouwd. De heer Weiter nu voelde
er wel voor. het geschreven staats
recht in overeenstemming te brengen
met het gewoonterecht. Daarom
vroeg hij of het niet mogelijk was.
in het grondwetsartikel dat ..de stad
Amsterdam" als plaats ter inhuldi
ging van de Koning aanwijst,
voortaan van de hoofdstad Am
sterdam" te spreken. Het was dus dit
verzoek, dat de minister aan de
Grondwetscommissie zou overbrengen.
Amsterdam was punt nr. 1 in de
rede van bijna twee uur. waarmee
minister Beel gisteren de begroting
van zijn departement verdedigde.
Met die voorrang bewees hij de
hoofdstad, symbolisch of niet. dus
reeds de nodige eer. Voor het overige
heeft de bewindsman gedegen en
uitvoerig gesproken over de vier pro
blemen die in het debat de hoofd
rollen hadden gespeeld. Dat waren
de decentralisatie: de financiële ver
houding tussen rijk en gemeenten
de positie van het overheidspersoneel
en de van overheidswege gepension-
neerden en de Bescherming Burger
bevolking.
Minister Beel heeft zich enigszins
gegriefd getoond door de wijze, waar
op zijn uitspraken over de ..hoofd
stedelijke kwestie" in de memorie
van antwoord waren opgevat. Men
had daarbij, zo vond hij. de passage.
..dat Amsterdam algemeen
hoofdstad wordt aangemerkt," over
het hoofd gezien. Bovendien had men
een eenzijdige uitleg gegeven aan zijn
uitspraak, dat het begrip „hoofdstad
des lands" h'er te lande wezenlijke
betekenis mis», op grond waarvan nij
geen vo'doende aanleiding had ge
zien. bij wet te bepalen, welke ge
meente als hoofdstad fungeert.
De minister verdedigde zich ver
volgens met een be-oep oo het grote
woordenboek van Van Dale. Daarin
immers wordt als het kenmerk van
een hoofdstad aangegeven, dat zij
zetel van de regering is. Een opvat
ting, welke de minister ook bij Thor-
becke had teruggevonden. En aangp-
zien de regering nu eenmaal niet te
Amsterdam gevestigd is. meende de
minister terecht die ..wezenlijke be
tekenis" te hebben ontkend.
Hij merkte thans echter ook op,
dat hij de symbolische betekenis van
Amsterdam als hoofdstad, waarop
o.a. de heer Van Leeuwen (v.v d. de
nadruk had gelegd, zeker onder
schreef.
KIL OF LYRISCH
Restte nog het verwijt, dat de mi
nister zich in zijn memorie zo kil
over Amsterdam-hoofdstad had uit
gelaten. Daarop reageerde hij met
een mistroostig gebaar: ministers ple
gen zich in memories van antwoord
niet aan lyrische ontboezemingen
schuldig te maken, verzuchtte hij. En
hij voorzag, dat dat ook wel nooit
anders zou worden.
Die laatste opmerking scheen
zelfs met een tikje spijt gemengd
te zijn. Van deze minister, die een
zeer formeel redenaar is. kwam dat
als 'n welkome verrassing. In ieder
geval heeft dit debat dan toch een
lyrische ontboezeming van de be
windsman opgeleverd, toen hij zo
maar aan het eieren van Vondel
sloeg.
Intussen kon prof. Beel niet de
indruk wegnemen, dat zijn woord-
DECENTRALISATIE
De opvattingen, welke prof. Beel
omtrent deze vraagstukken heeft,
zijn tijdens zijn ministeriële praktijk
al vaak genoeg gebleken. Veel nieu
we gezichtspunten deden zich dan ook
niet voor. Zo heeft de bewindsman
zich wederom mét de Kamer uitge
sproken voor een gezonde decentra
lisatie in het staatsbestel.
Voor wat de rol der provincies
daarbij betreft, kondigde hij aan,
dat het rapport over de herziening
van de Provinciale Wet over enkele
maanden wel zal verschijnen en dat
er uitvoerig overleg gepleegd zal
worden met de provinciale besturen
om na te gaan, op welke wijze hun
Advertentie l.M.
De IBIS-troost is onderweg
Dat zal je gebeuren. Terwijl
half Den Haag in de herfst-
kou op zijn kolen zit tewach.
ten glijden, midden in de Wol-
maranstraat, een paar slecht
gestouwde zakken van de
wagen. Dat betekentmet de
handen oprapen en dus extra
oponthoud. Gelukkig vloog de
Ibis-vogel, (troost aller pech.
vogels) op Dinsdagmiddag
27 October om half twee net
boven dat gedeelte van de stad
met de camera en maakte er
een plaatje van. Als de met
een lederen geldbuidel toege
ruste kassier, wiens hoofd in
de witte cirkel gevangen zit,
en z(jn beide maats, die zo
(jverig hebben meegeschept
hun naam, hun adres, de maat
van hun overhemd en hun
vaste tabaksleverancier even
aan Dobbelmann in Waddinx-
veen opgeven, krijgen zij ieder,
als pleister op de wonde
GRATIS 10 PAKJES IBIS EXPORT SHAG
Bovendien... heeft Ibis deze
keer nog een extra verrassing
in petto. Kolen sjouwen is
namelijk een bijzonder zwart
Maar pech of geen pechof
U nu Ibis Export - de 100%
Engelse shag van grote ver
maardheid - of Ibis pure
Virginia - de pittige favoriet
van alle shag kenners - rookt,
van één ding kunt U
altijd zeker zijn:
DOBBELMANN..
beroep. Wie het de hele week
doet moet op Zondag wel een
meer dan gewone behoefte
hebben aan een stralend wit
overhemd. Daarom Is de at
tente Ibis vogel ook nog maar
even een herenmodewinkel
binnengevlogen en heeft voor
elk der drie onfortuinlijke
kolenmannen een mooi, wit
shirt uitgezocht.
LEKKER MAN!
activiteiten eventueel verruimd kun
nen worden.
De Friese kwestie is in dit kader
een vraagstuk op zich zelf: daarover
kon de minister slechts meedelen wat
reeds bekend was, nl. dat de minister
raad zich thans zal hebben uit te
spreken over de maatregelen die te
dien aanzien nodig zijn. Prof. Beel
zei. met de minister-president overleg
te hebben gepleegd ten einde te be
reiken dat deze zaak met spoed in
de ministerraad aan de orde komt.
In 's ministers uiteenzetting over de
financiële positie der gemeenten kon
den wij weinig concreet nieuws be
luisteren.
Wat de personeelszaken betreft, had
de minister critiek te horen gekregen
van de socialist Blom, die zich be
zorgd maakte over de ontwikkeling
van het georganiseerd overleg in
ambtenarenzaken. Hij vreesde nl. dat
die op onvoldoende medezeggenschap
van de vertegenwoordigers van het
overheidspersoneel zal uitlopen. Die
vrees achtte minister Beel op zijn
beurt ongegrond. Maar gezien de be
sprekingen die nog gaande zijn, wilde
hij zich niet dieper in de zaak be
geven.
SALARISSEN
Op de pleidooien o.a. van de
heren B e e r n i n k c.h., Van der
Zanden k.v.p. en Weiter k.n.p.
voor een verder gaande denivellering
van de ambtenarensalarissen ten be
hoeve van de middelbare en hoge
ambtenaren gaf de minister een voor
lopig afwijzend bescheid. De maat
regelen, welke in het lopende jaar
tot stand zijn gekomen en de nieuwe,
welke nog in werking moeten treden,
wil hij eerst eens een jaar zien wer
ken, alvorens verdere stappen te
overwegen.
Het was interessant, dat de mi
nister op dit punt de vergelijking
met de salarisverhoudingen van
1938 welke door de KVP steeds
op de voorgrond wordt gesteld
niet zonder meer wenste te aan
vaarden.
In geen geval achtte de minister
het raadzaam, dat de overheid een
eigen salariënngspolitiek zou gaan
voeren, met. veronachtzaming van
haar eigen richtlijnen voor het be
drijfsleven.
De moeilijkheden, waarin de bur
gemeesters van vooral de kleine en
middelgrote gemeenten verkeren als
gevolg van hun bezoldiging, beloofde
de minister met de nodige aandacht
te zullen bezien. Hij handhaafde
daarbij zijn standpunt, dat deze be
zoldiging niet losgemaakt kan wor
den van de normen, welke voor het
overheidspersoneel in zijn geheel gel
den. Een uitgangspunt, dat ook door
Blom (arb.i bij zijn pleidooi voor
verbetering was erkend.
Wat de zaken van de burgerlijke
bescherming betreft, deelde de minis
ter de teleurstelling, welke o.m. door
Van SI een (arb.) kenbaar was ge
maakt over het verloop van de wer
ving voor de mobiele colonnes. Hij
kondigde aan. dat een nieuwe wer
vingsactie voor de BB op komst is
en beloofde een spoedige regeling van
de rechtspositie der noodwachten.
Een wetsontwerp omtrent de schuil
plaatsen is door het departement van
Binnenlandse Zaken gereedgemaakt
en Wordt door het departement, van
Wederopbouw nog nader bekeken.
CONTRA VESTDIJK
Vermeld moet nog worden, dat de
minister vóór de indiening van de
begroting voor 1955 een nieuw wets
ontwerp op de leesbibliotheken hoopt
in te dienen. Daarom was gevraagd
door de heer M a e n e n k.v.p,, maar
ook door ir. Van Dis s.g.p.
Laatstgenoemde afgevaardigde er
gerde zich weer eens geducht aan het
verschijnen van tal van „realistische"
boekwerken. Hij toornde tegen de
on terende en ziels verwoestende in-
ioed van boeken, films en toneel
stukken.
De werken van Shaw moesten het
alsnog ontgelden „Wanneer die nooit
geschreven waren, zou de wereld er
nu anders uitzien, zo vond ds. Zandts
enige geestverwant in "s lands ver
gaderzaal. Ook van de auteur Vestdijk
moest hij in het geheel niets hebben.
De heer Van Dis beriep zich in zijn
betoog bij herhaling op „De Tele
graaf", die blijkbaar ook lijfblad van
de Staatkundig 'Gereformeerden is.
Uiteraard heeft de heer Van Dis
ook gepleit voor de benoeming van
burgemeesters uit zijn kring. Hij ver
zekerde de heer Beernink c.h., dat
zijn partijgenoten heus wel weten,
hoe zij als burgemeester hun begin
selen moeten hanteren. En de ver
wijzing naar de bankbiljetten van
25.—, welke Scheps (arb.) in dit
verband had gedaan, vond de heer
Van Dis maar een „flauwe opmer
king".
UITGESCHAKELD
Aan het begin van de vergadering
is mededeling gedaan van een bericht
van verhindering van prof. R o m m e.
wegens een ongesteldheid, die hem
ook in de komende weken zal uit
schakelen. De KY P-leider heeft nl.
gekwetste Achillespees, die opera
tief ingrijpen noodzakelijk maakt.
De laatste weken heeft hij moei-
lam met een been in gipsverband
door de Kamer gestrompeld. De
ouverture van de begrotingsdebatten
wilde hij nl. niet missen. Zondag zal
hij op het partijcongres van de KVP
nog het woord voeren, maar daarna
zal hij zich aan zijn geneesheren toe
vertrouwen.
De KVP-fractie zal bij zijn afwezig
heid die in de Kamer stellig alge
meen betreurd zal worden onder
leiding staan van dr. Lucas.
Het poliomyelitis-virus, de
verwekker der kinderverlam
ming1. is zichtbaar gemaakt op
foto's, die zijn gemaakt met
een electronenmicroscoop.
De foto's bevestigen, dat liet
tot de kleinste van alle virus
behoort.
De platen laten ronde halletjes
zien, die zo klein zijn, dat een mil-
lioen ervan op éen rij de afstand
van 21 cm zou omspannen.
Dit belangrijke nieuws meldt Asso
ciated Press uit Pocono Manor in
Pen sylvanië (Verenigde Staten.)
Dr. A. R. Taylor, research-viroloog
van Paike Davis and Company te
Detroit, heeft de foto's getoond tij
dens een vergaderine van de Elec
tronenmicroscoop Vereniging van
Amerika.
Vooruitgang
Dr. J. Spaander van het Rijks
instituut voor de Volksgezondheid te
Utrecht, wiens mening wij over dit
bericht hebben gevraagd, zei ons.
dat het zichtbaar maken van het
virus wel een schrede vooruit is (men
wist reeds, dat het bestond), maar
dat het nog eeen bijdraee als zo
danig kan léveren tot bestrijding der
ziekte.
Dat zou een vaccin pas kunnen
Het. zichtbaar maken komt het on
derzoek echter ten goede.
Prof. dr. J D V e r 1 i n d e. hoofd
van de afdeling Bacteriologie en Ex
perimentele Pathologie van het In
stituut voor Praeventieve Genees
kunde te Leiden, gaf ons een gelijke
mening als dr Spaander deed.
sa
Meneer Visser in Monnikendam is een heel bijzondere schriften van zijn leerlingen had
meneer. Een meneer met een kérktoren in zijn woon- ™mK, 'iSn*wfëin'dï
kamer. Precies dezelfde kerktoren die in het dorp staat, maar lijk met meer naar school hoefde
dan wat kleiner natuurlijk. Hij kan maar net onder het plafond S^me^zijn'^ouw^zijnkzes kindek
en je kunt er goed op zien hoe laat het is, want er zit een ren en zijn mecanowinkei naar Ne-
echt uurwerk in. En zelfs een klokkenspel, dat elk half uur en deriand. Naar Monnikendam,
elk kwartier wijsjes tingelt. Er wandelen dan een paar ror.d- we^re ^'rzaÏÏeltog™ zijn'MndeS
draaiende paardjes uit de buik van de toren en daarboven hangt gingen trouwen en zijn vrouw speel-
een (ijzeren) engel, die op een bazuin blaast. Het klinkt net
als een schaap, dat aan het mekkeren is: bèèèhh! Dat komt, genoeg van En hij begon m het
omdat, die en^el ereens het dorP rond te kÜken naar jongens,
ornaat cue en0ei eigens eu kist In de vier jaar dat de club be- die wei een knutsel-knobbel maar
mecaniekje van een mamapop staat, hebben ze voor /lSOömecano- geen mecanodoos had-
in de toren verstopt heeft. Laat materiaal bijelkaar gescharreld. En den. Die waren er ge-
een groot deel van dat lieve bedragje noeg. „Kom maar in
lk met liegenmeneer^ Visser hebben die jongens nog zelf verdiend mijn schuur." zei hij
Ï7 r
jTj kc
leven
heeft het verstopt. Meneer ook
Visser heeft trouwens dat hele
klokkenspel zelf gemaakt. En
als je me niet gelooft, moet je
zelf maar bij hem gaan kijken:
hij deed het van mecano-
onderdelen. De hele toren is
daar trouwens van gebouwd.
Maar daar hebben de jongens
van de Monnikendammer Me-
canoclub ijverig bij geholpen.
Over die Mecanoclub in Monniken
dam moet je niet zo min denken.
Er zijn veertig jongens lid en me
neer Visser is hun Mecano-vader.
Elke Maandagavond komen ze in
het clubgebouw in de Hoofdstraat
bij elkaar en dan maar knutselen,
jongens. Voor hijskranen, draaimo
lens en hefbruggen draaien ze hun
handen met om En niemand hoeft
ooit een schamiertje of een boutje
van iemand anders te lenen, want
iedereen heeft zijn eigen mecano-
tegen het eerste
beste dozijn. En zo is
was nooit iets van terechtge- het begonnen met die
komen, als meneer Visser zijn
i lang niet een mecanoknobbel
had gehad. Vroeger, toen hij in In-
die onderwijzer was, kocht hij alle
mecanodozen, die er te koop waren. AJprnnnrlllh
Dat vond-ie niet genoeg en hij nam i«cLU/tUL i uu
er nog een partijtje tweedehands
bij, grotei dan de verzameling, die VGVdlGnO.6
hij al had Als hij 's avonds de
f1800 om
mecano's
voor te
kopen
De eerste ronde is voorbij. De
eerste ronde van de pianospeel-
wedstrijd voor kinderen. Ik heb
het gehoord in twee grote pianowin
kels. En laat ik het ie meteen maar
vertellen: al die veertig kinderen, die
od die avonden sDeelden, hebben ge
weldig hun best gedaan. Daar ging
het ook om. Maar wat nóg beter was:
zij hebben voor het grootste deel
heel mooi gespeeld
ÉEn dat viel érg
mee. want dat had
niemand kunnen
Je weet wat de
eis was: de kinde
ren die meededen.
ien nog geen drje
■Ij&z, iaar les hebben ge-
had. Zou je dan
denken, dat er nog
SgS zóveel kinderen zou-
UP den komen? Al-
leen in Amsterdam
/Af A waren er al vier-
MsS? Urr\ bonderd!
J De eerst» die
Bbm l» 'k hoorde snelen.
jig) ■'(as Peter Martin
Sroekens uit Drie
huis. Peter Martin was een van de
alleroudsten. die mee mochten doen:
twaalf jaar en drie maanden Maar:
hij had niet meer dan zeven maan
den les gehad, en niemand zou dus
iets fantastisch van hem hebben ver
wacht. Maar Peter Martin durfde,
en durf is al een heleboel, als je plot
seling voor een zaaltje vol ouders
piano moet spelen. Hij speelde drie
heel kleine stukjes van de moderne
Nederlandse componist Ortèl, en hij
deed het góéd.
Kijk. daar had je het nu meteen
De keus van je stuk bij zo'n
wedstrijd is het halve werk. Is
het te moeilijk, wil je te hoog grij
pen. dan zit je er bij voorbaat al
naast. Dan ga je hakkelen en brod
delen. en dan krijg je een kleur om
dat het niet goed gaat, en dan wordt
het hoe langer hoe slechter. Maar is
het stuk te gemakkelijk, dan heeft de
jury allemaal pianoleraren en
-leraressen! dat onmiddellijk in de
gaten.
Dat is die eerste avonden wel eens
voorgekomen. Jammer! Want die
kinderen verknoeiden hun eigen kans,
hoe leuk zij misschien ook speelden.
Of Peter Martin Broekens straks
in de tweede ronde mag spelen, weet
ik niet. Dat merken we" allemaal pas
op de avond van de tweede ronde ln
de Bachzaal in Ar sterdam.
Maar dit weten we al wel: er zal
in die tweede ronde héél goed ge
speeld worden. Want het peil in de
eerste ronde was prima!
Monnikendammer Me
canoclub.
Meneer Visser had
niet gedacht, dat ze
het eerste jaar al uit
zijn schuur zouden
barsten, want er kwa
men steeds meer jongens bij. Het
dozijn was al gauw twéé dozijn en
toen zei de burgemeester: jullie mo
gen wel in dat lege lokaal van de
lagere schooL
Dat was natuurlijk een fijne op
lossing, maar toen zaten ze
weer met dat materiaal. Wat voor
twaalf jongen-» genoeg was. was het
beslist niet voor twee maal twaalf.
Er moest dus méér komen, maar
hoe? Want goedkoop speelgoed is
een mecanodoos niet.
Jullie beginnen met 15 cent per
week contributie te betalen, stelde
Sterren om in je schrift
te plakken VI
Heel, heel lang geleden moeten er
in het verre westen van Amerika
een Roodhuiden-vader en moeder
hebben geleefd, die zeven kinderen ft
hadden. Die vader was een groot en
dapper opperhoofd: hij was een ge-
ducht krijgsman en een uitstekend
jager en hij wist veet verhalen
over planten en dieren en over ster-
ren. Vooral over sterren.
Op zekere dag zaten de vader en
moeder en de zeven kinderen na het
eten weer om het vrolijk brandende
kampvuur. Langzamerhand was het
al donker geworden en de eerste
sterren barstten als diamanten bloe- f|H|
men open. En de vader begon over Hra. W iMgFl
él die "prachtige, wonderlijke sterren
te vertellen en te vertellen tot het
helemaal donker was geworden en
ér millioenen en millioenen lichtjes
aan de hemel flonkerden
„En nou naar bed!" zei de India-
nen-moeder De zeven kinderen kro- deren wakker. Ze wreven zich de
pen op handen en voeten de wigwam ogen uit en wisten eerst niet wat
in en lagen weldra op dikke beren- er was gebeurd,
huiden en toegedekt door herten- Toen ze beter begonnen rond te
yellen heerlijk warm bij elkaar Ze kijken, zagen zij. wat al die sterren
konden door de deurspleet in de eigenlijk waren: grote kampvuren.
tent nog een gedeelte van de prach
tige sterrenhemel zien.
„Ik zou best eens helemaal om
hoog willen vliegen, tot de sterren."
fluisterde een der kinderen. „Ja!" zei
een ander, „en dan wandelen tussen
al die prachtige lichtjes!" Dat wil-
vreugdevuren ontstoken door
dappere, gestorven Indianen, die op
weg zijn naar de Eeuwige Jacht
velden
Dat was een wonderlijk en vreug
devol gezicht! Hun oogjes blonken
Die zeven Indiaanse kindertjes
den ze allemaal wel. En zo vielen ze lopen nu nóg tussen die sterren
alle zeven in een diepe slaap.
Toen kwam de Oppergod der In-
rond; de twee oogjes van elk hjken
maar één ster Maar je kunt ze bij
dianen. do grote Manitou, uit de heldere avondhemel wel zien, zeven
hemel omlaag naar de aarde en heel sterren bij elkaar. Het Zevenge-
voorzichtig legde hij de zeven sla
pende kinderen in zijn grote hand,
sternte, zeggen de grote mensen.
Alleen het. zevende sterretje is wel
zo voorzichtig, dat er niet één wak- eens minder duidelijk Dat komt om-
ker werd Daarna steeg hij weer op. dat een van de kinderen nogal eens
al hoger en hoger, zo hoog, dat hij huilt, als ie naar zijn moedei ver
met de kinderen tussen de sterren langt., en dat komt weer omdat ie
aankwam.
Van al dat licht werden de kin-
HENK VAN LAAR
Toen dachten ze: Dat mannetje is dan natuurlijk rijk.
Maar waarom komt hij elke'dag dan spelen in de wijk?
Dat mannetje is anders, dat mannetje is gek.
Pas op. hoor. voer dat mannetje! De grendel op het hek!
En wat deed toen dat mannetje? Dat mannetje liep weg.
Htj zei: lk kom hier nooit meer terug, let op wat ik je zeg.
Ik speel wel ergens anders dan bij die mensen hier.
En waarom speelt dat mannetje?
Gewoon voor zijn plezier.'
PETER
meneer Visser voor. Dat vonden de
ouders van die jongens best, en er
waren zelfs nogal wat Monniken
dammers die nelemaal geen kinde
ren hadden en toch wel iets wilden
betalen, omdat ze plezier hadden in
dat geknutsel.
Wie beschrijft de verbazing van
heel Monnikendam toen er op de
kermis tusen de draaimolens en de
oliebollententcn ineens een carrou
sel stond, compleet met schomme
lende schuitjes en wiebelende paar
den. een carrousel die helemaal van
mecanodeeltjes was gemaakt. Ieder
een mocht 'm voor een dubbeltje
bekijken zaken zijn zaken en
toen de kermis afgelopen was. had
die carrousel 72 aan dubbeltjes op
gebracht.
Het jaar daarop verscheen er een
scheepswerf op de kermis, wéér een
Jaar later een houtzaagmolen, die
écht blokjes hout zaagde en dit jaar
was het ae kerktoren. De jongens
van de Mecanoclub wreven in hun
handen, hondeiden guldens hadden
ze verdiend en alweer uitgegeven
ook trouwens. Aan mecanodozen. De
rest van die 1800 is er door het
houden van tentoonstellingen geko
men waarvooi ieder lid zijn werk
stuk inleverde.
Als je het mij vraagt geloof ik,
dat er daar in Monnikendam
een hoop jongens wonen, die later
misschien knappe bruggenbouwers
of werktuigkundigen worden. Want
weet je wel dat er beroemde inge
nieurs zijn, die hun modellen nu
nog eerst in het klein van mecano-
onderdelen maken om te zien, hoe
de zaak er in net klein uitziet? De
beroemde baileybruggen, die de Ca
nadezen gebruikten, toen ze in 1945
ons land bevrijdden, zijn óók eerst
uit mecanodeeltjes gebouwd!
MAR IKE
P.S. Als je meneer Visser eens wilt
schrijven: hij woont aan de Nieuwe-
zijds Burgwal 33.
Midden in het bos ver van de
weg
Daar staat een heel klein
huisje
Dat is toch zo grappig zeg
Er in daar woont een muisje.
Het dak is rood. de deur is bruin
En om het huisje ligt een tuin
En in die tuin staan erg veel
bloemen
Waar om wel honderd bijen zoemen
Als jc er naar toe wilt gaan
Ga dan door de Beukenlaan
Loop dan maar langs beuk elf
Dan kom je er vanzei].
CONSTANCE DOLMAN.
Jac v Arteveldestraat 18 hs,
Amsterdam-West. (8 Jaar)
Want ieder dacht: Dat mannetje is vast en zeker arm.
Kom. geef hem ook een kopje soep. dan wordt-ie lekker warm.
Kom. gee] hem een paar centjes, een stuiver, zou dat gaan?
Maar: Nee hoor, zei dat mannetje, ik neem geen centjes aan.
Aan die jongens kun je zien, hoe
hóóg meneer Vissers toren is. De
punt kon niet eens op de ]otol
r\ aar was er eens een mannetje met. lang en krullend haar
L/ d.at speelde zo van allerlei muziek op zijn gitaar.
Dan liep hij langs de huizen en iedereen liep uit
en ieder gaf dat mannetje dan koffie met beschuit.