Aart Romijn sprak
in Leeuwarden
Nieuw laboratorium van Shell
Met hand
en tand
Drie kruisjes
Niet laager een voorrecht...
Waterpijpleiding
van Jeruzalem
vernield
SP/Tin deRUGl7:a;,:t"
KLOOSTERBALSEM
CHRISTELIJKE AUTEUR LUCHT
ZIJN (ONGERUSTE) HART
INDISCHE BEWAKERS SCHOTEN
CHINESE GEVANGENE DOOD
Dagelijks feuilleton
Richard Rape
j
Scheikunde" in
de practijk
BOEKENKEUR
bescheide* tntnUia..*
DINSDAG 3 NOVEMBER 1953
TROUW
3
VANMORGEN DOOR DE
BURGEMEESTER
GEOPEND
(Van een onzer verslaggevers)
Door een druk op een knopje heeft
burgemeester d'Ailly hedenmorgen 't
burgemeester d'Ailly gistermorgen het
teel onderzoek van de Koninklijke
Shell aan de Badhuisweg in Amster
dam-Noord officieel geopend. Eigen
lijk veroorzaakte hij hier alleen maar
door, dat op een reusachtige foto van
het gebouwencomplex van het Shell-
laboratorium ook de nieuwste aan
winst werd verlicht, maar deze hande
ling vormde toch de symbolische ope
ning van het nieuwe, drieduizend vier
kante meter beslaande gebouw.
Opvallend in dit laboratorium is,
dat in tegenstelling tot laboratoria uit
vroeger tijden, men geen, of althans
zeer weinig tafels met kranen, kol
ven en reageerbuisjes aantreft, maar
talrijke reusachtige installaties. Deze
apparaten zijn kenmerkend voor de
moderne industriële research, zoals
ook de Shell die bedrijft. Het moder
ne laboratoriumwerk van de indus
trieën wordt bovendien nog door iets
anders gekenmerkt; door het ver
richten van fundamenteel wetenschap
pelijk onderzoek, waarbij uiteraard
veel meer dan vroeger het geval was
contact wordt gezocht met de univer
siteiten en hogescholen.
Hoe een grote vlucht dit fundamen
teel wetenschappelijk onderzoek in
ons land heeft genomen, wordt mede
bewezen door het complex laborato
ria van de Shell. Alleen al in de labo
ratoria te Amsterdam er is ook een
onderzoek-instituut te Delft gevestigd
werken zestienhanderd wetenschap
pelijk geschoolde mensen; ongeveer
driehonderd daarvan vinden werk in
het nieuwe gebouw, met de bouw
waarvan in 1939 werd begonnen maar
waaraan in de oorlogsjaren niets kon
worden gedaan.
Verhoging van de productie en ver
betering van het product zijn, kort
gezegd, de doelen die bij het onder
zoek in de laboratoria worden nage
streefd. Het zou te ver voeren op te
sommen wat om deze doelen te be
reiken in de laboratoria allemaal
wordt gedaan. Volstaan wij met te
zeggen dat de in de oorlog ontstane
achterstand op bijvoorbeeld Amerika
inmiddels is ingehaald en dat men
thans beschikt over alle moderne ap
paratuur voor; massa-, infrarood- en
ultra-violet-spectrometrie ten dienste
van de analyse van koolwaterstoffen
en hun derivaten; voor emissie-spec-
tografie en vlamphotometrie ten be
hoeve van het onderzoek van metalen
en anorganische verbindingen, voor
Röntgen, electronen-microscopie en
diffractie, microgolven en ultra-so
nore trillingen ten dienste van het
fundamenteel onderzoek van de ma
terie. Bovendien zal volgend jaar een
electronische i-ekenmachine (met on
geveer 4000 electronenvuizen) in ge
bruik worden genomen.
Het fundamenteel wetenschappelijk
onderzoek bij de Shell beweegt zich
op de gebieden van de organische che
mie, de physische chemie, de psysica
en de mathematische wetenschap, en
geeft, zoals de directeur van het Am
sterdams laboratorium, ïr. H. W. Slot-
V ooraanzicht van het nieuwe
laboratorium van de Koninklijke
Shell, dat gistermorgen door
burgemeester d'Ailly werd ge
opend.
boom, het gistermorgen voor de offi
ciële opening uitdrukte, in zekere zin
een antwoord op de roep van de ge
meenschap maar een voortdurend ho
ger industrialisatiepeil.
Meisje door vraclilauLo
overreden
(Van onze correspondent)
Maandagmiddag is het dochtertje
Annemieke viam de familie G. Kui
pers, wonende aan de Molenkampsweg
te Borne onder een vrachtauto geko
men en gedood.
(Van een onzer verslaggevers)
Burgemeester d'Ailly deed
alsof hij een beetje onzeker deed,
nadat hij het nieuwe laborato
rium van de Shell had geopend.
„Ik zag toen ik gistermorgen
over 't IJ voer heerlijk dat we
nog over het IJ kunnen varen,
al zal ik niet zeggen dat ik géén
tunnel zou willen hebben op
dit nieuwe laboratorium twee
vlaggen staan. De Nederlandse
en die van de Shell. Ik miste
echter die van Amsterdam. Nu
kan het zijn dat u die laatste er
liever niet op hebt staan omdat
Amsterdam officieel geen hoofd
stad van het land is. Maar ik
had hem er toch wel graag op
zien staan. Ik heb al kruisjes ge
noeg te dragen; kunt u me nu
niet het genoegen doen drie
kruisjes van mij over te ne
men
Begrafenis G. de Clercq
Gistermiddag is de overleden voor
zitter van de AVRO, de heer G. de
Clercq, in Amsterdam ten grave ge
dragen.
Bij de vele aanwezigen, die in de
volgauto's hadden plaats genomen, be
vonden zich behalve de familiebeden,
het voltallig algemeen bestuur van de
AVRO. de directeur van de Wereldom
roep, de heer H. J. van den Broek, mr.
J. A. W. Burger, namens de VARA, de
heer G. Kampschreur namens de KRO
en mr. A. B. Roosjen namens de NCRV,
het bestuur van de Nederlandse Radio
Unie en de Nederlandse Televisiestich-
ting.
Vele belangstellenden sloegen de
stoet gade bij 'het vertrek van de rouw.
kamers naar de begraafplaats Zorg-
vlied.
Namens het bestuur van de AVRO
sprak o.m. de ondervoorzitter dr. H
Molhuysen. Onder de honderden per
sonen die het stoffelijk overschot naar
de laatste rustplaats begeleidden be
vonden zich o.m. mr. L. A. Kesper, re
geringscommissaris voor het Radio-
wezen. prof. mr. P. S. Gerbrandy
voorzitter van de Radioraad en de heer
J. J. G. Boot. burgemeester van Hil
versum.
Een broer van de overledene dankte
aan de groeve voor de belangstelling.
Duitsers trachtten te
plunderen in ons land
Zes gymnasiasten uit Duitsland die
met hun leraar in een een kleine auto
bus ons land bezochten, hebben Zater
dagmiddag getracht een sigaretten
automaat van een winkel aan de Ja-
vastraat met 5 pfennigmunten leeg
te halen.
De leraar, die de jongens (tussen 15
en 20 jaar oud) had gewaarschuwd
dit niet te doen, was op bezoek gegaan
bij een kennis. Enige voorbijgangers,
die zagen wat de Duitse scholieren
aan het doen waren, waarschuwden de
politie, die de jongemannen op heter
daad betrapte.
De Duitsers hebben de nacht ven
Zaterdag op Zondag in de cel moetien
doorbrengen. Nadat, tegen hen proces
verbaal wegens diefstal was opge
maakt, mochten de gymnasiasten Zon
dagmorgen vertrekken.
(Advertentie)
Goede huidverzorging met
Castella binnen ieders bereik!
Niet langer is een goede huidverzorging
het privilege van een kleine, bevoor
rechte groep met genoeg tijd en geld
om haar uiterlijk te verzorgen. Neen,
heden ten dage kan IEDERE huis
vrouw, IEDERE werkende vrouw met
weinig moeite en voor hee] weinig geld
haar huid de nodige verzorging geven.
Zij heeft niets anders te doen dan
regelmatig haar gezicht grondig te
reinigen met een van de drie Castella's.
Zelfs voor het zo geringe bedrag van
20 c.ent kunt U al een echt stuk
Castella zeep kopen, nl, de voortref
felijke, onverpakte Castella Bloemen-
zeep (wacht U voor imitaties!) met
haar heerlijke geuren en verkrijgbaar
in allerlei mooie tinten. Geeft U echter
de voorkeur aan een speciale schoon-
heidszeep. die overvloedig schuimt, dan
is er voor U de Castella Spécial
(32 et.), een ware verkwikking voor
Uw huid! En tenslotte is er altijd nog
de vermaarde klassieke Castella
Sohoonheidszeep met haar fijne, deli
cate geur, die U de gehele dag om
zweeft als een luxueus parfum. Voor
50 cent al bent U in het bezit van twee
stukken van deze verrukkelijke zeep!
De pijpleiding, die de voornaamste
bron vormt voor Jeruzalems water
voorziening, is Zondagavond door een
tijdbom vernield, zo is te Amman
Maandag officieel verklaard.
Jordanië heeft een klacht ingediend
bij de stafchef van de Verenigde Na
ties.
Een woordvoerder van het Israëlische
leger in Tel Aviv ontkende Maandag
avond, dat Israëli verantwoordelijk
zouden zijn voor het opblazen van de
pijplijn.
Volgens berichten uit het oude stads
deel van Jeruzalem, dat door Jordanië
bezet wordt, is de watertoevoer door
de explosie afgesneden.
Opstand in Zuid-Afrika
Met liefde en begrip heeft Tom Lo-
dewijk een tragedie uit de levensloop
van de Afrikaners geschetst in zijn
lezenswaardig, bij J. H. Kok N.V.,
Kampen, uitgegeven boek „Opstand in
Zuid-Afrika". In romanvorm ver
haalt de auteur van de
broederstrijd, die heel
even in Zuid-Afrika heeft
gewoed, toen de boeren
tijdens de voorlaatste
wereldoorlog voor
keuze werden gesteld al
dan niet Engeland te
steunen, het land. dat hen eertijds in
hechte eensgezindheid tegenover zich
had gevonden èïet is de verdienste
van dit rustig geschreven boek, c}at
het de achtergronden van de felle
acties en reacties u'it die dagen weer
geeft, zonder dat dit afbreuk doet
aan de levendigheid der hoofdfiguren,
R.
Advertentie)
a Uw lenden. Flink wrijven met
JAkker's Kloosterbalsem, waar-
v*7 van de warmteopwekkende be-
N/ standdelen de pijn snel verjagen:
OP een Vrijdag jl. gehouden vergadering van de Protestantse
Kunstkring te Leeuwarden heeft de bekende christelijke auteur, de
heer Aart Romijn, gesproken over de „Stand van zaken in de Pro
testants Christelijke letterkunde". De heer Romijn, die zich min of
meer afzijdig houdt van het literair organisatorische leven, geniet
terecht een goede bekendheid door zijn boeken. Wij noemen hier
„Het smalste fundament", de Geert Dammers-serie en „Wie uwer
zonder zonde is welk laatste boek ten onrechte minder bekend
is dan zijn andere romans.
stond
Komend tot zijn onderwerp,
Romijn allereerst even stil bij het bij
voeglijk 'naamwoord Christelijk. Is dit,
op deze plaats een epitheton, een „ver
sierend aanhangsel" zonder meer? Stel
lig niet, het heeft zijn volkomen eigen
functie-
Lange tijd heeft spreker zeer nega
tief gedacht over wat er in het kamp
der Christelijke Letterkunde werd ge
presteerd. Ook nu geeft, wat er op dit
gebied aan de markt komt, hem nog
lang geen reden tot optimisme. Hij zegt,
zich strikt te hebben voorgenomen,
deze avond geen namen te noemen,
maar gehéél ontkomt hij daar toch niet
aan.
Per jaar verschijnen geregeld meer
dan twintig Christelijke romans, dat
valt van te voren uit te rekenen en
wordt veroorzaakt door de instelling
van de Series. De uitgevers huldigen
het principe: per jaar zo- of zoveel
Doeken, tegen sterk gereduceerde prijs.
Al die boeken moeten er dan ook maar
zijn, moeten worden geschreven. En het
lezerspubliek? Het laat zich als 't ware
„ronselen" voor de serie.
Hierin zit in vele opzichten een on
gelofelijke armoede, aan de andere kant
een glorie. Het Serie-boek draagt z'n
eigen stempel, het wordt tot in de
verste hoeken van 't land gelezen, en
is, mee daardoor, voorbestemd voor
„de kleine Luyden". De intellectuelen
onder ons zien er meestal op neer, wei-
eens terecht, weieens ten onrechte. Te
leurgesteld in de letterkundige kwali
teiten van het Serieboek, kijken zij een
andere richting uit.
Het serieboek
Wat maakt het Serie-boek zo aan
trekkelijk voor het publiek?
Zeven verdachten van
moord aangehouden
Tijdens het onderzoek naar de kwes
tie of in blok 28 de anti-commu
nistische Chinese gevangenen te Pan-
moenjon zijn vermoord kwam het gis
teren tot een incident. Twee geweer
kogels van Indische bewakers troffen
een gevangene dodelijk toen hij een
tent uitkwam en inrende op een dub
bele rij Indische bewakers, die pro
beerden 444 Chinezen te laten aantre
den voor twee pro-communistische
krijgsgevangenen, die als getuigen in
de affaire der kampmoorden optreden.
Na de schietpartij stelden de gevange
nen zich rustig op en liepen in ganzen
mars voor de getuigen langs.
Er werden 23 man aangewezen en
uit de rij gehaald. Zeven hunner wer
den er van beschuldigd aan het moor
den te hebben meegedaan en 16 wer
den als getuigen meegevoerd.
Twee andere gevangenen kwamen
de rij uit en schreeuwden, dat zij naar
China terug wilden. Later vroegen
nog twee gevangenen om repatriëring.
Het was de tweede dag van het
moordonderzoek in de kampafdeling.
Zondag waren de Indische DewaKers
door de twee getuigen geleid naar een
plaats binnen een tent, waar het
slachtoffer begraven zou zijn. Het
lijk werd niet gevonden en er was
ook geen bewijs, dat de grond daar
weggegraven was geweest.
Vier gevangenen zijn nu door
Indische bewakers doodgeschoten. De
eerste drie vielen tijdens woelige de
monstraties begin October.
De voorlichting aan 500 Noordkore-
aanse krijgsgevangenen werd afgelast,
omdat de communisten er op stonden,
dat zij toestemming zouden krijgen de
gevangenen via de luidsprekerinstal
latie toe te spreken, voordat zij naar
de voorlichtingstenten gebracht zou
den worden. De neutrale repatriërings
commissie ging hier niet mee accoord.
Men vreesde, dat de krijgsgevangenen
misschien zouden pogen uit de licht
bewaakte kampafdelingen te breken
om de omroepers aan te vallen.
De uiteenzettingen aan Noordkore-
eanse krijgsgevangenen zullen van
daag worden voortgezet.
ii
TWEE minuten later of was het
twintig? werd mijn brein weer
helder. Overal stak de pijn en mijn
hoofd scheen zich te openen en te slui
ten met een hardnekkig kloppen. Re
gen viel neer en verkoelde mijn sche
del, die wel gekraakt scheen. Ik hapte
wanhopig naar lucht en door een voor_
bijsdhietende massa van schaduwen en
flitsen herkende ik langzamerhand het
strakke gelaat van de Schotse mecani
cien, Jock Meir. Mijn ene hand voelde
ongewoon doof en toen ik die naar
mijn mond bracht kon ik eerst niet
begrijpen, waarom drie van mijn vin
gers machteloos tegen mijn gezicht vie_
len. Waar ze in de handpalm overgin
gen, was er een diepe jaap overheen
gegeven.
Geleidelijk werd mij de hele gruwe
lijke situatie om me heen duidelij'krlk
keek naar Wallace-Terry en zag een
spookachtig-wit been aan zijn voor
hoofd. Het droop van bloed. Verdoofd,
maar voldoende bij bewustzijn om zich
te realiseren, dat hij nog een taak had,
mompelde hij: „Die Jerry's mogen geen
nagel hebben. Vernietig alles, verbrand
alles, mogen geen nagel hebben, mo
gen geen nagel hebben".
Molt was het meest valide van onze
groep en zonder te aarzelen hielp hij
ons, voor zover hij, geschokt en ge
kneusd als hij was, het kon.
Wij kropen zo goed als het ging er
uit maar het was 'n rauwe groep bloe
dende mensen, die om het wrak heen-
strompelden.
Moir schoot overal te hulp. Hij vond
de eerste-hulpdoos. Vlug en genadeloos
boog hij mijn vingers in de palm van
mijn rechterhand en wond die in een
reep verband. Toen hij het vast had,
gaf hij mij een mep in het gezicht en
een por om op de been te komen.
„Kom, rooie, er uit", beval hij ern
stig. „Wij moeten dat vliegtuig in en
alles opblazen en verbranden. Jerry
kan niet ver af zijn".
Samen klommen wij er bovenop. In
de eerste cabine gekomen verzamelde
ik alle kaarten en papieren en het log
boek en verbrandde deze. Jook werkte
als een gek met de bijl. Alle instru
menten werden versplinterd en ver
brijzeld, vooral de kijker voor het
bombarderen. Voordat wij weer naar
buiten kwamen maakten we de came
ra open en verbrandden we de film
die er i-n zat en die de bewijzen droeg
van onze succesvolle bomaanval. Alles
wat maar branden wilde werd op een
hoop gegooid in de cockpit, zelfs mijn
verscheurde parachute.
Hoestend, zwetend en druk pratend
sprongen we op de grond. Ternauwer
nood hadden we de tijd gehad om onze
longen met frisse lucht te vullen, of
de Duitsers kondigden hun komst aan.
Drie rode raketten stegen op aan de
donkere hemel en een salvo geweer
schoten kraakte in het land juist ach
ter ons.
„Die bastaards sluiten ons in", hijgde
Jock. „Nu of nooit. Ik ga er vandoor.
Kun je mee? Je kunt op mij rekenen
om je te helpen zoveel ik kan".
„Ik kom", antwoordde ik.
Meer raketten verlichtten de hemel
en we hoorden een mengelmoes van
stemmen.
„Zij hebben de ouwe brandende kist
in de gaten", siste Jock. Ze zijn juist
achter die rij bomen".
„Kom hier", was mijn antwoord.
„Laat ons maken, dat wij hier vandaan
komen".
Een paar seconden wendden wij ons
nog tot de anderen, die in een groep op
de grond bij elkaar hokten, terwijl het
licht van de vlammen van de branden
de machine over hun as-grauwe gezich-
door
v_
ten flikkerde. Geen woord werd ge
zegd. In een situatie als deze komen
woorden niet zo gemakkelijk. De ge
laatsuitdrukking van de jonge boord
schutter was spookachtig, Zijn ogen
schenen naar een voorwerp in de lucht
te staren en gloeiden als brandende
kolen. Hij leek erg oud. Wallace-Terry
rukte en deed zijn hoofd op en neer
met de regelmaat van een klok. Hij
keek op, hield even op met braken en
wuifde met zijn hand met een vaag
gebaar ten afscheid.
Moir en ik maakten, dat we weg
kwamen, onze weg speurend en zoe
kend in de tegenovergestelde richting
van de speurders, die op kwamen da
gen. We vonden ten slotte een smalle
kleiweg, die een heerlijkheid leek na
al de obstakels op het land. Het ade
men ging moeilijk en na een paar hon
derd meter scheen iedere teen van mijn
voeten de grootte te hebben aangeno
men van een raap. Mijn rechterhand
en voorarm waren als dood. Ik moest
ook nog wel grinniken, terwijl ik over
de weg voortploeterde, wanneer ik er
aan dacht, hoe gek het zou zijn om met
mijn linkerhand te leren schrijven. Ik
bukte me om wat water uit een sloot
te scheppen en viel toen zo lang als ik
was er in. Moir trok me er uit, hielp
me weer op de wal en stak en sigaret
voor me aan. Ik begon op dit en dat en
alles te schelden.
„Houd de moed er maar in'
Moir, „Ek zie, dat nu de pit er weer in
komt".
Het daglicht begon nu snel te win
nen. Terwijl wij verder onze weg zoch_
ten, was het vlakke, sombere landschap
geen opwekkend gezicht voor ons.
Maar twee gedachten dreven ons voort:
wij moesten ten koste van alles voor
komen, dat wij gevangen genomen
wei-den. En we moesten daarvoor de
afstand tussen ons en onze vervolgers
vergroten.
Zes keer zagen wij ons gedwongen
in een modderige sloot te duiken en
zes keer kropen we er druipend weer
uit, wanneer een Duitse patrouille
goed en wel voorbij gerumoerd was. De
Duitsers waren wel actief. Zij moesten
de Stirling gevonden hebben, want
groene raketten flikkerden juist boven
de plek, waar deze lag.
„Deksels", mopperde Jock, „zij moe
ten wel de helft van de bezettingstroe
pen geroepen hebben.
Een van de keren, dat wij In modder
en slik in een sloot wegdoken, hoorden
we een dozij'n of meer schoten knallen.
Vogels in de heg langs de kant vlo
gen op.
(Wordt vervolgd)
LANDBOUWPRIJSINDEX
SEPTEMBER 1953
Volgens het Centraal Bureau'voor
de Statistiek vertoont het landbouw
prijsindexcijfer (basis 1946/'47 - 1949,
'50 100) een stijging van 121 in Au
gustus tot 123 in September 1953
(1,70/0).
In de sector van de akkerbouwpro
ducten werd voor de consumptie-aard
appelen de prijs van de nieuwe oogst
in rekening gebracht, welke op een la
ger niveau dan d'e laatstaangehouden
prijs is gelegen. Hierdoor daalde het
prijsindexcijfer voor deze groep van
149 in Augustus tot 134 in September
(10%).
Bij de groep veehouderijproducten
werden de prijsdalingen van rund
vlees, schapen en paarden wederom
overtroffen door de prijsstijgingen van
varkensvlees, eieren en melk, waar
door het indexcijfer steeg van 113 in
Augustus tot 120 in September (6,2
Het indexcijfer voor de groep kos
tenfactoren daalde tot 133 in Septem
ber.
Bij de K.B. is benoemd tot inspec
teur bij het nijverheidsonderwijs in
vaste dienst L. van Waegeningh, wo
nende te De Bilt.
Bij beschikking van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
is met ingang van 1 Januari 1954 in
vaste dienst benoemd tot wetenschap
pelijk hoofdambtenaar bij de heelkun
de aan de Rijksuniversiteit te Gronin
gen dr. W. Mol, arts, thans tijdelijk
als zodanig werkzaam.
Het Serie-boek heeft al van te voren
een „pre"- Het is zeker, van gelezen te
worden in eigen kringen, en de eigen
kringen weten al van te voren vooruit,
wat ze redelijkerwijs van het boek mo
gen verwachten. Het publiek verwacht;
een Christelijk Boek, een boek „dat je
op tafel kunt laten liggen" m.a.w. dat
geen aanstootgevende passages bevat,
dat een Christelijke moraal heeft. Deze
Christelijkheid, die in de Serie-boeken
zo vaak tot „Christendommelijkheid"
ontaardt, is een soort totaal van moraal,
ethiek traditie, en zo meer. En dit
brengt zo vaak mee: het benepene, de
levens-onwaarachtigheid. Het Serie
boek speelt veelal op het platteland, in
een Christelijk milieu. Meestal speelt
het niet in deze tijd, het stelt zijn per
sonen in de historie, of in een tijdvak,
dat minstens twintig, dertig jaar achter
ons ligt. De problemen van deze tijd
durven onze schrijvers niet aan! En
dan: het Serie-boek toont een grote,
een overdreven voorliefde voor de „be
kering". Alles samen redenen, waar
door de intellectualiteit zich van het
Serie-lboek afkeert. Want leven wij
werkelijk dan buiten de wereld van
nu? Wij leven er midden in, maar de
schrijvers durven de problemen niet
aan, omdat de uitgevers, de lezers iets
anders van hen wensen- Kennen wij
het leven dan in feite niet, of alleen
vanuit een bepaalde hoek? Zeker, naar
de schijn worden grote drama's onder
ons vermeden. Huwelijkstragedies spe
len zich zorgvuldig binnenshuis af,
echtscheidingen komen practisch niet
voor. Ook Romijn zegt van zich zelf:
misschien ken ik het werkelijke leven
niet, ik leef in een beschutte sfeer. On
der ons willen wij blijkbaar de proble
men niet zien, maar dit is vaak slechts
een de ogen sluiten. De probleemstel
ling van het leven wordt dus als ver
engd tot het Christelijke plan? Ja, als
dat in de Christelijke roman maar wer
kelijk gebeurde! Maar in hoofdzaak
wordt deze probleemstelling verengd
tot het plan, dat de uitgever, de onge
schoolde en ongevormde lezer wensen.
Deze „Christendommelijkheid", die
onze romans beheerst, weet precies; dat
mag niet, dit mag wel. Dat kan nog net,
dit net niet méér. Gevolg is, dat geen
Christen-auteur zich van het bekende
pad af durft wagen. De uitgever zou
het boek niet kunnen, niet durven ne
men, die houdt zich aan de smaak van
het publiek. Als de uitgever een ander
soortig boek neemt, dan toch zéker niet
in de Serie. En dan krijgt de auteur er
practisch niets voor. De lezers willen en
verwachten niet iets, dan buiten het
gewone valt, en als het daarbuiten valt,
begrijpen zij het niet-
Een belangrijke factor in dezen i:
Christelijk pers. De grote Christelijke
pers laat ons, schrijvers, wanhopig in
de steek. Zij toont zich uiterst gebon
den. De talloze Kerkbodes doen de rest.
De oogst aan boeken van de laatste
jaren dan nagaande, stelt Romijn vast,
dat deze oogst groot is, maar dat een
wérkelijk goed boek er maar een en
kele keer „uitloopt".
Als je, zoals spreker, veel Serie-boe-
ken leest, doe je de ontdekking, dat dit
meestal helemaal geen Christelijke
boeken zijn, ze spelen alleen in een
Christelijk milieuen dat dan nog, zo
als gezegd, meestal niet eens van onze
eigen tijd. Dat er twee oorlogen over
ons heen zijn gegaan, heeft echter ook
aan de Christenmens iets veranderd.
Dat het in onze jeugd gist, zoals in elke
andere jeugd, telt niet mee? Al wil Ro
mijn dan niet al te pessimistisch zijn:
erg hoopvol kan hij in dezen ook niet
wezen. De zaak van het werkelijk
Christelijke boek schijnt vast te zitten,
door al de opgesomde oorzaken. Tenzij!
Tenzij er een groot publiek komt, dat
am een anders gericht, een waarheids^
getrouwer boek vraagt, roept! Een
boek, dat schreeuwt om Christendom.
Een boek, dat de critiek niet waagt. 5»
een hoek dood te drukken. Want elke
critiek tot dusver, welke ook, komt al
tijd weer terecht in 't vrome huisje,
alsof niet de ganse schepping met reik
halzen uitzag naar de Openbaring der
kinderen Gods!
Van onze correspondent)
Een groot deel van de Gro
ninger binnenstad werd Zater
dagavond opgeschrikt door een
geweldige ontploffing, die uren
lang het onderwerp van gesprek
is geweest van de bewoners van
de Zwanestraat en omgeving.
Na de ontploffing vond men in
deze straat en omliggende stra
ten vele scherven. De politie
stelde een onderzoek in, maar
aanvankelijk zonder resultaat.
De oplossing kwam pas, toen een
boze vader op het politiebureau
kwam en vertelde, dat zijn beide
zoons (van 17 en 18) enkele
scheikundelessen in practijk had
den willen brengen. Zij hadden
buskruit vervaardigd, nadat zij
de ingrediënten hiervoor bij
een drogist hadden gekocht. Om
te onderzoeken, of ze een wer
kelijk goed product hadden ver
vaardigd, stopten de jongens de
explosieve stoffen in een ijzeren
vlaggestokhouder en brachten
die met behulp van een lont tot
ontploffing
Het Wereldvenster te Baarn stuurda
ons twee detectives van een auteur,
die zich verschuilt achter de naam W.
van Eemlandt: „Arabeske in pur
per" en „Wéér verdwijnt een atoom
geleerde". Het is prettig, goede detec
tives van oorspronkelijk Nederlandse
makelij te lezen. Want de „Van Eem-
landts's" zijn goed in een gezonde,
doordeweekse betekenis van het
woord: geen grillige of platte situaties,
maar toch veel spanning en, zoals de
tweede titel wel aanduidt, ook actuali
teit. De boeken hebben Amsterdam tot
middelpunt van handelen en van daar
uit vertakt het complot zich over de
hele wereld. De schrijver laat de lezer
min of meer de voorbereiding tot de
misdaad meemaken om hem daarna als
het ware direct bij het opsporings
werk te betrekken: dit zet de zaak op
een zeker niveau. Dat deze detectives
hierdoor ook in twee delen uiteenval
len, is niet erg: je hebt na de eerste
helft het plezierige gevoel, nog wat te
goed te hebben
Een roman met een detective-intri
ge is „Dokter spoedgeval" van dr.
Frank G. Slaughter (in een vertaling
van Jeanne Wagener-Schilperoort bij
Jan van Tuyl, ZaltbommelAntwer
pen. uitgekomen), maar deze intrige
blijft mager en de ontknoping komt
heel traag op gang. De schrijver laat
nl. het verhaal zich afspelen in de chi
rurgische afdeling van een ziekenhuis
in New York; we krijgen veel en op
zichzelf heel boeiende kijkjes in de
operatiezaal en zij, plus een kleine
dosis wasechte romanliefde, geven het
boek iets tweeslachtigs. Meer interes
sant dan spannend.
Uitsluitend chirurgie presenteert
„Reddende handen" van E. H. G. Lutz;
een forse uitgave ven Bosch en Keu-
ning te Baarn. Twaalf verhalen, door
B. Müller uit het Duits vertaald, heb
ben het werk in de operatiezaal tot
onderwerp. „Beroemde chirurgen be
dwingen de dood" is de ondertitel van
het boek en met vermijding van sen
satie is een zeer boeiend geheel ver
kregen. dat „leken" met grote bewon
dering vervult voor het kunnen der
chirurgische wetenschap. Hier en daar
duikt de Duitse „grondigheid" op,
maar gelukkig alleen om de hier ge
wenste populair-getinte manier van
beschrijven een stevige bodem te ge
ven. Ook is een aantal foto's opgeno
men.
Het is niet helemaal duidelijk waar
om de Wereldbibliotheek (Amster
damAntwerpen) zioh de moeite gaf
„Lucie Gayheart" van Willa Cather in
een vertaling van mevr. M. S. F. Wi-
baut-Bastert op de markt te brengen:
zoveel indruk maakt de muzikale Lu
cie, die lijdt (we zijn in het begin van
deze eeuw) aan haar liefde voor een
beroemd zanger, 't Is allemaal een tik
je vaag, met een hang naar het fijn
gevoelige. Dat De Muidertoren ge
zamenlijke uitgave van Van Kampen,
Meulenhoff, Querido en de W.B.
aan zijn serie „Het late inzicht" van
Jane Austen toevoegde, is veel beter
te begrijpen. Deze Engelse schrijfster
uit het begin van de 19e eeuw heeft
te lang in de schaduw van de zusters
Brönte geleefd. Inderdaad is Jane
Austen minder begaafd, maar de lich
te ironie waarmee zij, in haar tijd,
schrijft over de adel met zijn hebbe
lijkheid van standsvooroordelen, is
kostelijk. De vrouwelijke hoofdper
soon, levendig getekend, komt tot het
(late) inzicht dat deze vooroordelen
niet beslissend zijn en krijgt ten
slotte de man, die ze altijd beminde.
P. Terpstra heeft een boek geschre
ven over de weinig goede ervaringen,
die de Urker vissers in Argentinië en
ook al op weg naar dat land, opdeden.
„Wij zoeken een haven", heet zijn ro
man en hij is bij Bosch en Keunïng in
Baarn uitgegeven. Het verhaal is wat
vlak (misschien te haastig geschre
ven?) en heeft geringe diepgang. Een
groot voordeel is, dat er niet in „ge-
dierbaard" wordt èn natuurlijk, dat er
een recente gebeurtenis aan ten grond
slag ligt.
„Papieren huizen" van Ben van
Grevembroek (De Boekerij, Baarn)
speelt in Curagao. De geschiedenis van
amanuensis Jan Diepe, die in een
milieu boven zijn stand terechtkomt,
is vaak gewild vlot en ruw verteld.
De auteur slaagt er niet in, wat hij
over Curagao wil vertellen, logisch in
het verhaal in te passen.
De pen van W. Laatsman is, zoals
men dan zegt, nog niet opgedroogd. Bij
J. N. Voorhoeve in Den Haag ve. -
scheen nu van hem „De Vreemdeling":
een „Bels", ingetrouwd in een Neder
landse familie. Deze Belg is vrij con
ventioneel getekend, zo in de trant
van het leutig-diep-vrome. Tóch wel
verkwikkend!
te Baarn.
A. J. K.
WII Oetlu/j.tlPn n tik nor
(Wy oenuuaen oiu nei rectu
voor de uti de correspondentie
blijkende mening onzer lezers »n
deze rubnek beknopt weer te
geven Brieven zonaer volledig
adres van afzender worden mei
tn behandeling genomen t
De mannen van de tram II
Uw mening op het stukje van die
conducteursvrouw kan mij maar matig
bevredigen.
Dat men beter niet met acties buiten
de bona fide organisaties in zee kan
gaan ben ik met U eens
Het zou ook veel beter zijn als men
dit de bona fide organisaties in han
den kon geven Maar a'eze organisaties
zijn zo onvruchtbaar dat men noodge
dwongen zelf maar tot actie moet ko
men!
Mag ik U een voorbeeld geven?
Wij (georganiseerden) in ons be
drijf hebben een jaar geleden een
schrijven verzonden naar de drie bona
(ide overheidsorganisaties over a'e vele
diensten in ons bedrijf. Wij hebben die
allen ondertekend.
Zegge en schrijve hebben wij van
één organisatie reactie op ons schrijven
gekregen.
Persoonlijk kan ik U zeggen dat deze
klacht ons nauw aan ons hart ligt en
geen niemandalletje is. Het is voor ons
nog meer belangrijk dan sommige fi
nanciële acties.
Daarom kan ik mij zo goed voorstel
len dat a'eze trammensen naar andere
middelen hebben gegrepen!
Ook zij zullen van de bona fide or
ganisaties moedeloos geworden zijn.
H. EEN AMBTENAAR.
Kleine zelfstandigen II
Het, betreft hier een gezin met 7 kin
aeren, in een stad, en een bedrijfje met
twee man personeel. Het zuiver in
komen bedraagt f 4500- en-ligt dus
voor dit gezin met 7 kinderen beneden
de belastinggrens.
Van kinderbijslag e.d. is geen sprake.
Na 1 Jan. '54 is een huurverhoging
te verwachten van f 3.- per week en
een loonsverhoging voor twee man
personeel, d.i. plm. f 7 per week met
inbegrip van verhoogde sociale lasten,
vacantiezegels enz.
Compensatie? Is er niet bij.
Immers geen belastingverlaging Ver
laging van prijzen voor kolen, schoenen
en suiker kan dit tekort van f 500 -
per jaar nooit compenseren.
Zouden deze aparte gevallen van
deze kleine groep geen aparte aandacht
mogen krijgen? Het gaat om hun zijn
of met zijn.
H- J. v. d. Z.
Toneel en dans
In Trouw van Vrijdag 16 Oct gaf
U onder het opschrift: dr Kuyper over
toneel en dans. een citaat uit een Ka
merrede van 1904.
Ik vindt het jammer, dat uit het ge
citeerde en de daarbij gevoegde op
merkingen niet blijkt in welk verband
dr. Kuyper de bedoelde woorden heeft
gebruikt.
Minister Kuyper gebruikte de geci
teerde zinnen bij de behandeling van
het Wetsontwerp tot wijziging en
aanvulling der wet tot regeling van
het HO. Hoe dr. Kuyper dacht over
de toneelvoorstellingen van zijn dagen,
kan men b.v. lezen in E Voto deel IV
bij de behandeling van het 7e gebod.
Dokkum. A. de Roos.