Aart Romijn sprak in Leeuwarden Nieuw laboratorium van Shell Met hand en tand Drie kruisjes Niet laager een voorrecht... Waterpijpleiding van Jeruzalem vernield SP/Tin deRUGl7:a;,:t" KLOOSTERBALSEM CHRISTELIJKE AUTEUR LUCHT ZIJN (ONGERUSTE) HART INDISCHE BEWAKERS SCHOTEN CHINESE GEVANGENE DOOD Dagelijks feuilleton Richard Rape j Scheikunde" in de practijk BOEKENKEUR bescheide* tntnUia..* DINSDAG 3 NOVEMBER 1953 TROUW 3 VANMORGEN DOOR DE BURGEMEESTER GEOPEND (Van een onzer verslaggevers) Door een druk op een knopje heeft burgemeester d'Ailly hedenmorgen 't burgemeester d'Ailly gistermorgen het teel onderzoek van de Koninklijke Shell aan de Badhuisweg in Amster dam-Noord officieel geopend. Eigen lijk veroorzaakte hij hier alleen maar door, dat op een reusachtige foto van het gebouwencomplex van het Shell- laboratorium ook de nieuwste aan winst werd verlicht, maar deze hande ling vormde toch de symbolische ope ning van het nieuwe, drieduizend vier kante meter beslaande gebouw. Opvallend in dit laboratorium is, dat in tegenstelling tot laboratoria uit vroeger tijden, men geen, of althans zeer weinig tafels met kranen, kol ven en reageerbuisjes aantreft, maar talrijke reusachtige installaties. Deze apparaten zijn kenmerkend voor de moderne industriële research, zoals ook de Shell die bedrijft. Het moder ne laboratoriumwerk van de indus trieën wordt bovendien nog door iets anders gekenmerkt; door het ver richten van fundamenteel wetenschap pelijk onderzoek, waarbij uiteraard veel meer dan vroeger het geval was contact wordt gezocht met de univer siteiten en hogescholen. Hoe een grote vlucht dit fundamen teel wetenschappelijk onderzoek in ons land heeft genomen, wordt mede bewezen door het complex laborato ria van de Shell. Alleen al in de labo ratoria te Amsterdam er is ook een onderzoek-instituut te Delft gevestigd werken zestienhanderd wetenschap pelijk geschoolde mensen; ongeveer driehonderd daarvan vinden werk in het nieuwe gebouw, met de bouw waarvan in 1939 werd begonnen maar waaraan in de oorlogsjaren niets kon worden gedaan. Verhoging van de productie en ver betering van het product zijn, kort gezegd, de doelen die bij het onder zoek in de laboratoria worden nage streefd. Het zou te ver voeren op te sommen wat om deze doelen te be reiken in de laboratoria allemaal wordt gedaan. Volstaan wij met te zeggen dat de in de oorlog ontstane achterstand op bijvoorbeeld Amerika inmiddels is ingehaald en dat men thans beschikt over alle moderne ap paratuur voor; massa-, infrarood- en ultra-violet-spectrometrie ten dienste van de analyse van koolwaterstoffen en hun derivaten; voor emissie-spec- tografie en vlamphotometrie ten be hoeve van het onderzoek van metalen en anorganische verbindingen, voor Röntgen, electronen-microscopie en diffractie, microgolven en ultra-so nore trillingen ten dienste van het fundamenteel onderzoek van de ma terie. Bovendien zal volgend jaar een electronische i-ekenmachine (met on geveer 4000 electronenvuizen) in ge bruik worden genomen. Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek bij de Shell beweegt zich op de gebieden van de organische che mie, de physische chemie, de psysica en de mathematische wetenschap, en geeft, zoals de directeur van het Am sterdams laboratorium, ïr. H. W. Slot- V ooraanzicht van het nieuwe laboratorium van de Koninklijke Shell, dat gistermorgen door burgemeester d'Ailly werd ge opend. boom, het gistermorgen voor de offi ciële opening uitdrukte, in zekere zin een antwoord op de roep van de ge meenschap maar een voortdurend ho ger industrialisatiepeil. Meisje door vraclilauLo overreden (Van onze correspondent) Maandagmiddag is het dochtertje Annemieke viam de familie G. Kui pers, wonende aan de Molenkampsweg te Borne onder een vrachtauto geko men en gedood. (Van een onzer verslaggevers) Burgemeester d'Ailly deed alsof hij een beetje onzeker deed, nadat hij het nieuwe laborato rium van de Shell had geopend. „Ik zag toen ik gistermorgen over 't IJ voer heerlijk dat we nog over het IJ kunnen varen, al zal ik niet zeggen dat ik géén tunnel zou willen hebben op dit nieuwe laboratorium twee vlaggen staan. De Nederlandse en die van de Shell. Ik miste echter die van Amsterdam. Nu kan het zijn dat u die laatste er liever niet op hebt staan omdat Amsterdam officieel geen hoofd stad van het land is. Maar ik had hem er toch wel graag op zien staan. Ik heb al kruisjes ge noeg te dragen; kunt u me nu niet het genoegen doen drie kruisjes van mij over te ne men Begrafenis G. de Clercq Gistermiddag is de overleden voor zitter van de AVRO, de heer G. de Clercq, in Amsterdam ten grave ge dragen. Bij de vele aanwezigen, die in de volgauto's hadden plaats genomen, be vonden zich behalve de familiebeden, het voltallig algemeen bestuur van de AVRO. de directeur van de Wereldom roep, de heer H. J. van den Broek, mr. J. A. W. Burger, namens de VARA, de heer G. Kampschreur namens de KRO en mr. A. B. Roosjen namens de NCRV, het bestuur van de Nederlandse Radio Unie en de Nederlandse Televisiestich- ting. Vele belangstellenden sloegen de stoet gade bij 'het vertrek van de rouw. kamers naar de begraafplaats Zorg- vlied. Namens het bestuur van de AVRO sprak o.m. de ondervoorzitter dr. H Molhuysen. Onder de honderden per sonen die het stoffelijk overschot naar de laatste rustplaats begeleidden be vonden zich o.m. mr. L. A. Kesper, re geringscommissaris voor het Radio- wezen. prof. mr. P. S. Gerbrandy voorzitter van de Radioraad en de heer J. J. G. Boot. burgemeester van Hil versum. Een broer van de overledene dankte aan de groeve voor de belangstelling. Duitsers trachtten te plunderen in ons land Zes gymnasiasten uit Duitsland die met hun leraar in een een kleine auto bus ons land bezochten, hebben Zater dagmiddag getracht een sigaretten automaat van een winkel aan de Ja- vastraat met 5 pfennigmunten leeg te halen. De leraar, die de jongens (tussen 15 en 20 jaar oud) had gewaarschuwd dit niet te doen, was op bezoek gegaan bij een kennis. Enige voorbijgangers, die zagen wat de Duitse scholieren aan het doen waren, waarschuwden de politie, die de jongemannen op heter daad betrapte. De Duitsers hebben de nacht ven Zaterdag op Zondag in de cel moetien doorbrengen. Nadat, tegen hen proces verbaal wegens diefstal was opge maakt, mochten de gymnasiasten Zon dagmorgen vertrekken. (Advertentie) Goede huidverzorging met Castella binnen ieders bereik! Niet langer is een goede huidverzorging het privilege van een kleine, bevoor rechte groep met genoeg tijd en geld om haar uiterlijk te verzorgen. Neen, heden ten dage kan IEDERE huis vrouw, IEDERE werkende vrouw met weinig moeite en voor hee] weinig geld haar huid de nodige verzorging geven. Zij heeft niets anders te doen dan regelmatig haar gezicht grondig te reinigen met een van de drie Castella's. Zelfs voor het zo geringe bedrag van 20 c.ent kunt U al een echt stuk Castella zeep kopen, nl, de voortref felijke, onverpakte Castella Bloemen- zeep (wacht U voor imitaties!) met haar heerlijke geuren en verkrijgbaar in allerlei mooie tinten. Geeft U echter de voorkeur aan een speciale schoon- heidszeep. die overvloedig schuimt, dan is er voor U de Castella Spécial (32 et.), een ware verkwikking voor Uw huid! En tenslotte is er altijd nog de vermaarde klassieke Castella Sohoonheidszeep met haar fijne, deli cate geur, die U de gehele dag om zweeft als een luxueus parfum. Voor 50 cent al bent U in het bezit van twee stukken van deze verrukkelijke zeep! De pijpleiding, die de voornaamste bron vormt voor Jeruzalems water voorziening, is Zondagavond door een tijdbom vernield, zo is te Amman Maandag officieel verklaard. Jordanië heeft een klacht ingediend bij de stafchef van de Verenigde Na ties. Een woordvoerder van het Israëlische leger in Tel Aviv ontkende Maandag avond, dat Israëli verantwoordelijk zouden zijn voor het opblazen van de pijplijn. Volgens berichten uit het oude stads deel van Jeruzalem, dat door Jordanië bezet wordt, is de watertoevoer door de explosie afgesneden. Opstand in Zuid-Afrika Met liefde en begrip heeft Tom Lo- dewijk een tragedie uit de levensloop van de Afrikaners geschetst in zijn lezenswaardig, bij J. H. Kok N.V., Kampen, uitgegeven boek „Opstand in Zuid-Afrika". In romanvorm ver haalt de auteur van de broederstrijd, die heel even in Zuid-Afrika heeft gewoed, toen de boeren tijdens de voorlaatste wereldoorlog voor keuze werden gesteld al dan niet Engeland te steunen, het land. dat hen eertijds in hechte eensgezindheid tegenover zich had gevonden èïet is de verdienste van dit rustig geschreven boek, c}at het de achtergronden van de felle acties en reacties u'it die dagen weer geeft, zonder dat dit afbreuk doet aan de levendigheid der hoofdfiguren, R. Advertentie) a Uw lenden. Flink wrijven met JAkker's Kloosterbalsem, waar- v*7 van de warmteopwekkende be- N/ standdelen de pijn snel verjagen: OP een Vrijdag jl. gehouden vergadering van de Protestantse Kunstkring te Leeuwarden heeft de bekende christelijke auteur, de heer Aart Romijn, gesproken over de „Stand van zaken in de Pro testants Christelijke letterkunde". De heer Romijn, die zich min of meer afzijdig houdt van het literair organisatorische leven, geniet terecht een goede bekendheid door zijn boeken. Wij noemen hier „Het smalste fundament", de Geert Dammers-serie en „Wie uwer zonder zonde is welk laatste boek ten onrechte minder bekend is dan zijn andere romans. stond Komend tot zijn onderwerp, Romijn allereerst even stil bij het bij voeglijk 'naamwoord Christelijk. Is dit, op deze plaats een epitheton, een „ver sierend aanhangsel" zonder meer? Stel lig niet, het heeft zijn volkomen eigen functie- Lange tijd heeft spreker zeer nega tief gedacht over wat er in het kamp der Christelijke Letterkunde werd ge presteerd. Ook nu geeft, wat er op dit gebied aan de markt komt, hem nog lang geen reden tot optimisme. Hij zegt, zich strikt te hebben voorgenomen, deze avond geen namen te noemen, maar gehéél ontkomt hij daar toch niet aan. Per jaar verschijnen geregeld meer dan twintig Christelijke romans, dat valt van te voren uit te rekenen en wordt veroorzaakt door de instelling van de Series. De uitgevers huldigen het principe: per jaar zo- of zoveel Doeken, tegen sterk gereduceerde prijs. Al die boeken moeten er dan ook maar zijn, moeten worden geschreven. En het lezerspubliek? Het laat zich als 't ware „ronselen" voor de serie. Hierin zit in vele opzichten een on gelofelijke armoede, aan de andere kant een glorie. Het Serie-boek draagt z'n eigen stempel, het wordt tot in de verste hoeken van 't land gelezen, en is, mee daardoor, voorbestemd voor „de kleine Luyden". De intellectuelen onder ons zien er meestal op neer, wei- eens terecht, weieens ten onrechte. Te leurgesteld in de letterkundige kwali teiten van het Serieboek, kijken zij een andere richting uit. Het serieboek Wat maakt het Serie-boek zo aan trekkelijk voor het publiek? Zeven verdachten van moord aangehouden Tijdens het onderzoek naar de kwes tie of in blok 28 de anti-commu nistische Chinese gevangenen te Pan- moenjon zijn vermoord kwam het gis teren tot een incident. Twee geweer kogels van Indische bewakers troffen een gevangene dodelijk toen hij een tent uitkwam en inrende op een dub bele rij Indische bewakers, die pro beerden 444 Chinezen te laten aantre den voor twee pro-communistische krijgsgevangenen, die als getuigen in de affaire der kampmoorden optreden. Na de schietpartij stelden de gevange nen zich rustig op en liepen in ganzen mars voor de getuigen langs. Er werden 23 man aangewezen en uit de rij gehaald. Zeven hunner wer den er van beschuldigd aan het moor den te hebben meegedaan en 16 wer den als getuigen meegevoerd. Twee andere gevangenen kwamen de rij uit en schreeuwden, dat zij naar China terug wilden. Later vroegen nog twee gevangenen om repatriëring. Het was de tweede dag van het moordonderzoek in de kampafdeling. Zondag waren de Indische DewaKers door de twee getuigen geleid naar een plaats binnen een tent, waar het slachtoffer begraven zou zijn. Het lijk werd niet gevonden en er was ook geen bewijs, dat de grond daar weggegraven was geweest. Vier gevangenen zijn nu door Indische bewakers doodgeschoten. De eerste drie vielen tijdens woelige de monstraties begin October. De voorlichting aan 500 Noordkore- aanse krijgsgevangenen werd afgelast, omdat de communisten er op stonden, dat zij toestemming zouden krijgen de gevangenen via de luidsprekerinstal latie toe te spreken, voordat zij naar de voorlichtingstenten gebracht zou den worden. De neutrale repatriërings commissie ging hier niet mee accoord. Men vreesde, dat de krijgsgevangenen misschien zouden pogen uit de licht bewaakte kampafdelingen te breken om de omroepers aan te vallen. De uiteenzettingen aan Noordkore- eanse krijgsgevangenen zullen van daag worden voortgezet. ii TWEE minuten later of was het twintig? werd mijn brein weer helder. Overal stak de pijn en mijn hoofd scheen zich te openen en te slui ten met een hardnekkig kloppen. Re gen viel neer en verkoelde mijn sche del, die wel gekraakt scheen. Ik hapte wanhopig naar lucht en door een voor_ bijsdhietende massa van schaduwen en flitsen herkende ik langzamerhand het strakke gelaat van de Schotse mecani cien, Jock Meir. Mijn ene hand voelde ongewoon doof en toen ik die naar mijn mond bracht kon ik eerst niet begrijpen, waarom drie van mijn vin gers machteloos tegen mijn gezicht vie_ len. Waar ze in de handpalm overgin gen, was er een diepe jaap overheen gegeven. Geleidelijk werd mij de hele gruwe lijke situatie om me heen duidelij'krlk keek naar Wallace-Terry en zag een spookachtig-wit been aan zijn voor hoofd. Het droop van bloed. Verdoofd, maar voldoende bij bewustzijn om zich te realiseren, dat hij nog een taak had, mompelde hij: „Die Jerry's mogen geen nagel hebben. Vernietig alles, verbrand alles, mogen geen nagel hebben, mo gen geen nagel hebben". Molt was het meest valide van onze groep en zonder te aarzelen hielp hij ons, voor zover hij, geschokt en ge kneusd als hij was, het kon. Wij kropen zo goed als het ging er uit maar het was 'n rauwe groep bloe dende mensen, die om het wrak heen- strompelden. Moir schoot overal te hulp. Hij vond de eerste-hulpdoos. Vlug en genadeloos boog hij mijn vingers in de palm van mijn rechterhand en wond die in een reep verband. Toen hij het vast had, gaf hij mij een mep in het gezicht en een por om op de been te komen. „Kom, rooie, er uit", beval hij ern stig. „Wij moeten dat vliegtuig in en alles opblazen en verbranden. Jerry kan niet ver af zijn". Samen klommen wij er bovenop. In de eerste cabine gekomen verzamelde ik alle kaarten en papieren en het log boek en verbrandde deze. Jook werkte als een gek met de bijl. Alle instru menten werden versplinterd en ver brijzeld, vooral de kijker voor het bombarderen. Voordat wij weer naar buiten kwamen maakten we de came ra open en verbrandden we de film die er i-n zat en die de bewijzen droeg van onze succesvolle bomaanval. Alles wat maar branden wilde werd op een hoop gegooid in de cockpit, zelfs mijn verscheurde parachute. Hoestend, zwetend en druk pratend sprongen we op de grond. Ternauwer nood hadden we de tijd gehad om onze longen met frisse lucht te vullen, of de Duitsers kondigden hun komst aan. Drie rode raketten stegen op aan de donkere hemel en een salvo geweer schoten kraakte in het land juist ach ter ons. „Die bastaards sluiten ons in", hijgde Jock. „Nu of nooit. Ik ga er vandoor. Kun je mee? Je kunt op mij rekenen om je te helpen zoveel ik kan". „Ik kom", antwoordde ik. Meer raketten verlichtten de hemel en we hoorden een mengelmoes van stemmen. „Zij hebben de ouwe brandende kist in de gaten", siste Jock. Ze zijn juist achter die rij bomen". „Kom hier", was mijn antwoord. „Laat ons maken, dat wij hier vandaan komen". Een paar seconden wendden wij ons nog tot de anderen, die in een groep op de grond bij elkaar hokten, terwijl het licht van de vlammen van de branden de machine over hun as-grauwe gezich- door v_ ten flikkerde. Geen woord werd ge zegd. In een situatie als deze komen woorden niet zo gemakkelijk. De ge laatsuitdrukking van de jonge boord schutter was spookachtig, Zijn ogen schenen naar een voorwerp in de lucht te staren en gloeiden als brandende kolen. Hij leek erg oud. Wallace-Terry rukte en deed zijn hoofd op en neer met de regelmaat van een klok. Hij keek op, hield even op met braken en wuifde met zijn hand met een vaag gebaar ten afscheid. Moir en ik maakten, dat we weg kwamen, onze weg speurend en zoe kend in de tegenovergestelde richting van de speurders, die op kwamen da gen. We vonden ten slotte een smalle kleiweg, die een heerlijkheid leek na al de obstakels op het land. Het ade men ging moeilijk en na een paar hon derd meter scheen iedere teen van mijn voeten de grootte te hebben aangeno men van een raap. Mijn rechterhand en voorarm waren als dood. Ik moest ook nog wel grinniken, terwijl ik over de weg voortploeterde, wanneer ik er aan dacht, hoe gek het zou zijn om met mijn linkerhand te leren schrijven. Ik bukte me om wat water uit een sloot te scheppen en viel toen zo lang als ik was er in. Moir trok me er uit, hielp me weer op de wal en stak en sigaret voor me aan. Ik begon op dit en dat en alles te schelden. „Houd de moed er maar in' Moir, „Ek zie, dat nu de pit er weer in komt". Het daglicht begon nu snel te win nen. Terwijl wij verder onze weg zoch_ ten, was het vlakke, sombere landschap geen opwekkend gezicht voor ons. Maar twee gedachten dreven ons voort: wij moesten ten koste van alles voor komen, dat wij gevangen genomen wei-den. En we moesten daarvoor de afstand tussen ons en onze vervolgers vergroten. Zes keer zagen wij ons gedwongen in een modderige sloot te duiken en zes keer kropen we er druipend weer uit, wanneer een Duitse patrouille goed en wel voorbij gerumoerd was. De Duitsers waren wel actief. Zij moesten de Stirling gevonden hebben, want groene raketten flikkerden juist boven de plek, waar deze lag. „Deksels", mopperde Jock, „zij moe ten wel de helft van de bezettingstroe pen geroepen hebben. Een van de keren, dat wij In modder en slik in een sloot wegdoken, hoorden we een dozij'n of meer schoten knallen. Vogels in de heg langs de kant vlo gen op. (Wordt vervolgd) LANDBOUWPRIJSINDEX SEPTEMBER 1953 Volgens het Centraal Bureau'voor de Statistiek vertoont het landbouw prijsindexcijfer (basis 1946/'47 - 1949, '50 100) een stijging van 121 in Au gustus tot 123 in September 1953 (1,70/0). In de sector van de akkerbouwpro ducten werd voor de consumptie-aard appelen de prijs van de nieuwe oogst in rekening gebracht, welke op een la ger niveau dan d'e laatstaangehouden prijs is gelegen. Hierdoor daalde het prijsindexcijfer voor deze groep van 149 in Augustus tot 134 in September (10%). Bij de groep veehouderijproducten werden de prijsdalingen van rund vlees, schapen en paarden wederom overtroffen door de prijsstijgingen van varkensvlees, eieren en melk, waar door het indexcijfer steeg van 113 in Augustus tot 120 in September (6,2 Het indexcijfer voor de groep kos tenfactoren daalde tot 133 in Septem ber. Bij de K.B. is benoemd tot inspec teur bij het nijverheidsonderwijs in vaste dienst L. van Waegeningh, wo nende te De Bilt. Bij beschikking van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is met ingang van 1 Januari 1954 in vaste dienst benoemd tot wetenschap pelijk hoofdambtenaar bij de heelkun de aan de Rijksuniversiteit te Gronin gen dr. W. Mol, arts, thans tijdelijk als zodanig werkzaam. Het Serie-boek heeft al van te voren een „pre"- Het is zeker, van gelezen te worden in eigen kringen, en de eigen kringen weten al van te voren vooruit, wat ze redelijkerwijs van het boek mo gen verwachten. Het publiek verwacht; een Christelijk Boek, een boek „dat je op tafel kunt laten liggen" m.a.w. dat geen aanstootgevende passages bevat, dat een Christelijke moraal heeft. Deze Christelijkheid, die in de Serie-boeken zo vaak tot „Christendommelijkheid" ontaardt, is een soort totaal van moraal, ethiek traditie, en zo meer. En dit brengt zo vaak mee: het benepene, de levens-onwaarachtigheid. Het Serie boek speelt veelal op het platteland, in een Christelijk milieu. Meestal speelt het niet in deze tijd, het stelt zijn per sonen in de historie, of in een tijdvak, dat minstens twintig, dertig jaar achter ons ligt. De problemen van deze tijd durven onze schrijvers niet aan! En dan: het Serie-boek toont een grote, een overdreven voorliefde voor de „be kering". Alles samen redenen, waar door de intellectualiteit zich van het Serie-lboek afkeert. Want leven wij werkelijk dan buiten de wereld van nu? Wij leven er midden in, maar de schrijvers durven de problemen niet aan, omdat de uitgevers, de lezers iets anders van hen wensen- Kennen wij het leven dan in feite niet, of alleen vanuit een bepaalde hoek? Zeker, naar de schijn worden grote drama's onder ons vermeden. Huwelijkstragedies spe len zich zorgvuldig binnenshuis af, echtscheidingen komen practisch niet voor. Ook Romijn zegt van zich zelf: misschien ken ik het werkelijke leven niet, ik leef in een beschutte sfeer. On der ons willen wij blijkbaar de proble men niet zien, maar dit is vaak slechts een de ogen sluiten. De probleemstel ling van het leven wordt dus als ver engd tot het Christelijke plan? Ja, als dat in de Christelijke roman maar wer kelijk gebeurde! Maar in hoofdzaak wordt deze probleemstelling verengd tot het plan, dat de uitgever, de onge schoolde en ongevormde lezer wensen. Deze „Christendommelijkheid", die onze romans beheerst, weet precies; dat mag niet, dit mag wel. Dat kan nog net, dit net niet méér. Gevolg is, dat geen Christen-auteur zich van het bekende pad af durft wagen. De uitgever zou het boek niet kunnen, niet durven ne men, die houdt zich aan de smaak van het publiek. Als de uitgever een ander soortig boek neemt, dan toch zéker niet in de Serie. En dan krijgt de auteur er practisch niets voor. De lezers willen en verwachten niet iets, dan buiten het gewone valt, en als het daarbuiten valt, begrijpen zij het niet- Een belangrijke factor in dezen i: Christelijk pers. De grote Christelijke pers laat ons, schrijvers, wanhopig in de steek. Zij toont zich uiterst gebon den. De talloze Kerkbodes doen de rest. De oogst aan boeken van de laatste jaren dan nagaande, stelt Romijn vast, dat deze oogst groot is, maar dat een wérkelijk goed boek er maar een en kele keer „uitloopt". Als je, zoals spreker, veel Serie-boe- ken leest, doe je de ontdekking, dat dit meestal helemaal geen Christelijke boeken zijn, ze spelen alleen in een Christelijk milieuen dat dan nog, zo als gezegd, meestal niet eens van onze eigen tijd. Dat er twee oorlogen over ons heen zijn gegaan, heeft echter ook aan de Christenmens iets veranderd. Dat het in onze jeugd gist, zoals in elke andere jeugd, telt niet mee? Al wil Ro mijn dan niet al te pessimistisch zijn: erg hoopvol kan hij in dezen ook niet wezen. De zaak van het werkelijk Christelijke boek schijnt vast te zitten, door al de opgesomde oorzaken. Tenzij! Tenzij er een groot publiek komt, dat am een anders gericht, een waarheids^ getrouwer boek vraagt, roept! Een boek, dat schreeuwt om Christendom. Een boek, dat de critiek niet waagt. 5» een hoek dood te drukken. Want elke critiek tot dusver, welke ook, komt al tijd weer terecht in 't vrome huisje, alsof niet de ganse schepping met reik halzen uitzag naar de Openbaring der kinderen Gods! Van onze correspondent) Een groot deel van de Gro ninger binnenstad werd Zater dagavond opgeschrikt door een geweldige ontploffing, die uren lang het onderwerp van gesprek is geweest van de bewoners van de Zwanestraat en omgeving. Na de ontploffing vond men in deze straat en omliggende stra ten vele scherven. De politie stelde een onderzoek in, maar aanvankelijk zonder resultaat. De oplossing kwam pas, toen een boze vader op het politiebureau kwam en vertelde, dat zijn beide zoons (van 17 en 18) enkele scheikundelessen in practijk had den willen brengen. Zij hadden buskruit vervaardigd, nadat zij de ingrediënten hiervoor bij een drogist hadden gekocht. Om te onderzoeken, of ze een wer kelijk goed product hadden ver vaardigd, stopten de jongens de explosieve stoffen in een ijzeren vlaggestokhouder en brachten die met behulp van een lont tot ontploffing Het Wereldvenster te Baarn stuurda ons twee detectives van een auteur, die zich verschuilt achter de naam W. van Eemlandt: „Arabeske in pur per" en „Wéér verdwijnt een atoom geleerde". Het is prettig, goede detec tives van oorspronkelijk Nederlandse makelij te lezen. Want de „Van Eem- landts's" zijn goed in een gezonde, doordeweekse betekenis van het woord: geen grillige of platte situaties, maar toch veel spanning en, zoals de tweede titel wel aanduidt, ook actuali teit. De boeken hebben Amsterdam tot middelpunt van handelen en van daar uit vertakt het complot zich over de hele wereld. De schrijver laat de lezer min of meer de voorbereiding tot de misdaad meemaken om hem daarna als het ware direct bij het opsporings werk te betrekken: dit zet de zaak op een zeker niveau. Dat deze detectives hierdoor ook in twee delen uiteenval len, is niet erg: je hebt na de eerste helft het plezierige gevoel, nog wat te goed te hebben Een roman met een detective-intri ge is „Dokter spoedgeval" van dr. Frank G. Slaughter (in een vertaling van Jeanne Wagener-Schilperoort bij Jan van Tuyl, ZaltbommelAntwer pen. uitgekomen), maar deze intrige blijft mager en de ontknoping komt heel traag op gang. De schrijver laat nl. het verhaal zich afspelen in de chi rurgische afdeling van een ziekenhuis in New York; we krijgen veel en op zichzelf heel boeiende kijkjes in de operatiezaal en zij, plus een kleine dosis wasechte romanliefde, geven het boek iets tweeslachtigs. Meer interes sant dan spannend. Uitsluitend chirurgie presenteert „Reddende handen" van E. H. G. Lutz; een forse uitgave ven Bosch en Keu- ning te Baarn. Twaalf verhalen, door B. Müller uit het Duits vertaald, heb ben het werk in de operatiezaal tot onderwerp. „Beroemde chirurgen be dwingen de dood" is de ondertitel van het boek en met vermijding van sen satie is een zeer boeiend geheel ver kregen. dat „leken" met grote bewon dering vervult voor het kunnen der chirurgische wetenschap. Hier en daar duikt de Duitse „grondigheid" op, maar gelukkig alleen om de hier ge wenste populair-getinte manier van beschrijven een stevige bodem te ge ven. Ook is een aantal foto's opgeno men. Het is niet helemaal duidelijk waar om de Wereldbibliotheek (Amster damAntwerpen) zioh de moeite gaf „Lucie Gayheart" van Willa Cather in een vertaling van mevr. M. S. F. Wi- baut-Bastert op de markt te brengen: zoveel indruk maakt de muzikale Lu cie, die lijdt (we zijn in het begin van deze eeuw) aan haar liefde voor een beroemd zanger, 't Is allemaal een tik je vaag, met een hang naar het fijn gevoelige. Dat De Muidertoren ge zamenlijke uitgave van Van Kampen, Meulenhoff, Querido en de W.B. aan zijn serie „Het late inzicht" van Jane Austen toevoegde, is veel beter te begrijpen. Deze Engelse schrijfster uit het begin van de 19e eeuw heeft te lang in de schaduw van de zusters Brönte geleefd. Inderdaad is Jane Austen minder begaafd, maar de lich te ironie waarmee zij, in haar tijd, schrijft over de adel met zijn hebbe lijkheid van standsvooroordelen, is kostelijk. De vrouwelijke hoofdper soon, levendig getekend, komt tot het (late) inzicht dat deze vooroordelen niet beslissend zijn en krijgt ten slotte de man, die ze altijd beminde. P. Terpstra heeft een boek geschre ven over de weinig goede ervaringen, die de Urker vissers in Argentinië en ook al op weg naar dat land, opdeden. „Wij zoeken een haven", heet zijn ro man en hij is bij Bosch en Keunïng in Baarn uitgegeven. Het verhaal is wat vlak (misschien te haastig geschre ven?) en heeft geringe diepgang. Een groot voordeel is, dat er niet in „ge- dierbaard" wordt èn natuurlijk, dat er een recente gebeurtenis aan ten grond slag ligt. „Papieren huizen" van Ben van Grevembroek (De Boekerij, Baarn) speelt in Curagao. De geschiedenis van amanuensis Jan Diepe, die in een milieu boven zijn stand terechtkomt, is vaak gewild vlot en ruw verteld. De auteur slaagt er niet in, wat hij over Curagao wil vertellen, logisch in het verhaal in te passen. De pen van W. Laatsman is, zoals men dan zegt, nog niet opgedroogd. Bij J. N. Voorhoeve in Den Haag ve. - scheen nu van hem „De Vreemdeling": een „Bels", ingetrouwd in een Neder landse familie. Deze Belg is vrij con ventioneel getekend, zo in de trant van het leutig-diep-vrome. Tóch wel verkwikkend! te Baarn. A. J. K. WII Oetlu/j.tlPn n tik nor (Wy oenuuaen oiu nei rectu voor de uti de correspondentie blijkende mening onzer lezers »n deze rubnek beknopt weer te geven Brieven zonaer volledig adres van afzender worden mei tn behandeling genomen t De mannen van de tram II Uw mening op het stukje van die conducteursvrouw kan mij maar matig bevredigen. Dat men beter niet met acties buiten de bona fide organisaties in zee kan gaan ben ik met U eens Het zou ook veel beter zijn als men dit de bona fide organisaties in han den kon geven Maar a'eze organisaties zijn zo onvruchtbaar dat men noodge dwongen zelf maar tot actie moet ko men! Mag ik U een voorbeeld geven? Wij (georganiseerden) in ons be drijf hebben een jaar geleden een schrijven verzonden naar de drie bona (ide overheidsorganisaties over a'e vele diensten in ons bedrijf. Wij hebben die allen ondertekend. Zegge en schrijve hebben wij van één organisatie reactie op ons schrijven gekregen. Persoonlijk kan ik U zeggen dat deze klacht ons nauw aan ons hart ligt en geen niemandalletje is. Het is voor ons nog meer belangrijk dan sommige fi nanciële acties. Daarom kan ik mij zo goed voorstel len dat a'eze trammensen naar andere middelen hebben gegrepen! Ook zij zullen van de bona fide or ganisaties moedeloos geworden zijn. H. EEN AMBTENAAR. Kleine zelfstandigen II Het, betreft hier een gezin met 7 kin aeren, in een stad, en een bedrijfje met twee man personeel. Het zuiver in komen bedraagt f 4500- en-ligt dus voor dit gezin met 7 kinderen beneden de belastinggrens. Van kinderbijslag e.d. is geen sprake. Na 1 Jan. '54 is een huurverhoging te verwachten van f 3.- per week en een loonsverhoging voor twee man personeel, d.i. plm. f 7 per week met inbegrip van verhoogde sociale lasten, vacantiezegels enz. Compensatie? Is er niet bij. Immers geen belastingverlaging Ver laging van prijzen voor kolen, schoenen en suiker kan dit tekort van f 500 - per jaar nooit compenseren. Zouden deze aparte gevallen van deze kleine groep geen aparte aandacht mogen krijgen? Het gaat om hun zijn of met zijn. H- J. v. d. Z. Toneel en dans In Trouw van Vrijdag 16 Oct gaf U onder het opschrift: dr Kuyper over toneel en dans. een citaat uit een Ka merrede van 1904. Ik vindt het jammer, dat uit het ge citeerde en de daarbij gevoegde op merkingen niet blijkt in welk verband dr. Kuyper de bedoelde woorden heeft gebruikt. Minister Kuyper gebruikte de geci teerde zinnen bij de behandeling van het Wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der wet tot regeling van het HO. Hoe dr. Kuyper dacht over de toneelvoorstellingen van zijn dagen, kan men b.v. lezen in E Voto deel IV bij de behandeling van het 7e gebod. Dokkum. A. de Roos.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2