Ondoorgrondelijk in zijn eenzaamheid
heerst alom het machtige oerwoud. Het
is alsof de natuur haar grootheid wil tonen
in een zee van donkergroen gebladerte, door
machtige rotsgebergten in de verte onder
een hemel, die trilt van allesomvattend
licht.
Maar ziet, daarginds is een open plaats in
het oerwoud; het volle zonlicht valt op een
ruïne, overblijfsel van een bouwwerk, een
maal door mensenhanden gemaakt. Staan
de op een pyramidevormige verhoging rijst
de ruïne hoog op en tekent zich af tegen
de lucht, een stil getuigenis van mensen, die
hier in lang vervlogen eeuwen werkten,
liefhadden, streden en stierven. Nog spreken
de overblijfselen van de trappen, de terras
sen, de zware muren, pilaren, de resten van
versiering en de architectuur van het geheel
van een hoog ontwikkelde beschaving.
Het was de beschaving van de vroegere
Maya-Indianen, in het zuiden van Noord-
Amerika, in Honduras, Guatemala en Yuca
tan. Deze ruïnes vertellen ons van de be
schavingen van de Maya's, van de Tolteken,
de Azteken en de Inca's.
Als men thans levende Indianen vraagt
naar de betekenis en ouderdom van deze
overblijfselen, dan worden zij bevangen
door een bijgelovige vrees en spreken van
„casas de los gentiles", huizen van de hei
denen.
Doch voor ons geestesoog doemen geweldige
tempels en paleizen op, zoals die van Copafi
In Honduras.
Deze bouwwerken namen zeer grote ruim
ten in beslag. Uitgestrekte terreinen waren
verhoogd en geplaveid, grote trappen gaven
toegang en aan de zijkanten bevonden zich
hoog opgetrokken kastelen en vele bijge
bouwen. Aan de voorzijde van de open plei
nen stonden grote kolommen. Deze stela's
doen denken aan de Egyptische obelisken;
8