SCHELPHOEK: ongekend werk voor Waterstaat
Ongeveer 200.000 vierkante
meter aan zinkstukken
STUGGE WEDLOOP
MET DE HERFST
Herovering van SCHOUWEN
Bescheiden optimisme
gerechtvaardigd
Aanloopperiode ten einde
Straks vier duizend arbeiders op
Schouwen en Duiveland
MOEILIJKER DAN WALCHEREN
Geëvacueerd
naar
Upsala...
Zonnemaire tüees
adoptie af
ZATERDAG 16 MEI 1953
TROUW
5
(Van onze speciale verslaggever)
HET sluiten van het gigantische stroomgat bij Schelphoek op Schouwen en Duiveland be
looft een unieke prestatie te worden in de geschiedenis van de waterbouwkunde.
Van de vele problemen, welke op dit meest geschonden Zeeuwse eiland aan de dag
treden, is het driehonderd meter wijde gat in de knik van Schouwen het grootste. De
eerste grootscheepse aanval, waarmede reeds een begin is gemaakt, bestaat uit de komst van
200.000 vierkante meter aan zinkstukken, een fantastische hoeveelheid, welke ongekend is in
de wereld van de Nederlandse rijswerkers en verrichtingen vraagt, welke nog nimmer zijn
voorgekomen. De zéér zware opgave, welke Waterstaat aan ongeveer honderd van de beste
Nederlandse rijswerkers uit Werkendam en omgeving vraagt, is het wekelijks tot zinken bren
gen van vijftien duizend vierkante meter met stenen verzwaarde matten van rijshout. Dit werk
moet zo mogelijk tweemaal per dag bij gunstig tij gebeuren.
De herovering van het eiland Schouwen-Duiveland is grotendeels afhankelijk van het slagen
van dit gevecht, dat in de eerste plaats gericht is op het lamslaan van de zeestroming, welke
bij ieder tij 120 millioen kubieke meter water door het dertig meter diepe gat sleurt, ander
half maal zoveel als de vloedstroom en de ebstroom over de Nieuwe Waterweg trekken
ongeveer honderd Nederlandse rijswerkers, een kern van per
fecte handwerkers van de oude stempel, bezetten een sleutel
positie in de terugkeer van Schouwen en Duiveland, een uitspraaak
waarmede Waterstaat volmondig instemt. N-iet alleen het formeren,
doch vooral het vakkundig tot zinken brengen van de matten, wel
ke voor het Schelphoekse gat een afmeting van twintig bij veertig
meter hebben en speciaal via voor dit doel gebouwde vletten wor
den geleid, is van het grootste belang. Nog nimmer heeft men in
het lage land van Nederland de concentratie ontmoet van een vloot,
als die welke straks de „operatie rijshout" moet ondersteunen. De
veertig zolderbakken liggen overal verspreid in het rampgebied en
de aannemers Van Oord uit Werkendam, die met hun mannen de
Schelphoek het eerst bespringen, hebben hun vloot met zolder
schuiten uit Amsterdam moeten versterken. De stortsteen, welke
op de bakken wordt overgeladen, komt voornamelijk uit Duitsland
en België. Deze aanvoer behoeft een eigen organisatie.
De vraag naar rijshout steeg dermate, dat men onvoldoende had
tan de grienden langs de delta van Zuid-Holland. Men kreeg ver
lof rijshout te betrekken van de Koninklijke Domeinen.
Niet alleen het samenbrengen van
het uiteenlopende materieel en een
verscheidenheid aan technische mid
delen in de kortst mogelijke tijd,
schept problemen, óók het tekort aan
rijswerkers is nijpend.
Heel Schouwen en Duiveland zal
straks moeten kunnen vertrouwen op
het nieuwe dijklichaam, dat volgens
leken te langzaam gestalte krijgt
vóór het doodse dorp Serooskerke, dat
vlak achter het gat ligt en de meest
getroffen gemeente is, omdat het bij
elk tij de slagen van de Noordzee
moet opvangen.
Vijftig jaar geleden zou men het
eiland en dat geldt zowel voor het
Noordelijke als het Zuidelijke deel
hebben moeten prijsgeven en zich uit
sluitend hebben moeten beperken tot
het defensief. Nü was de periode van
defensief een tijdvak van voorberei
ding en van terrein verkenningen, van
berekeningen.
De eerste aanvallen van de mannen
in de glimmende waterlaarzen zijn
niet spectaculair geweest, niet zicht
baar voor hen, die alleen maar het
water willen zien zakken. De aan
loop geschiedt onder het woelig op
pervlak van de zeespiegel, daar wordt
het begin gemaakt. Deze werkwijze
behoort nu eenmaal tot de oerprinci-
pes van Waterstaat.
Schelphoek behoeft rijswerkers, die
het water kénnen, die aan de kleur en
aan de stroming kunnen zien, wan
neer het zinkstuk dat een kapitale
waarde vertegenwoordigt kan weg
zakken als fundering van de komen
de dijk.
Nederland heeft een tekort aan rijs
werkers. Zeker, er zijn genoeg mannen
die van water en van wanten weten,
maar het is tekenend, dat thans be
sprekingen gaande zijn met Oost-
Friesland in Duitsland om bijvoor
beeld honderd rijswerkers naar
Schelphoek te laten komen om de
Nederlandse keurtroep te versterken.
Reeds bevinden zich vijfhonderd
dijkwerkers met een kern van. rijswer
kers nabij de egelstelling Flauwers,
de nederzetting ten Zuiden van het
gat, en in Burghsluis, waar men het
lilliputhaventje heeft veranderd in een
werkhaven mede als uitvalpoort voor
de stugge strijd.
Werkweek 70 uur
De prestaties van de Nederlandse
rijSAverkers gaan verre uit boven die
aan welk front van liet rampgebied
ook. Deze mensen zijn aan het einde
van de week terecht uitgeput, vooral
ook omdat zij op zeer ongeregelde tij
den in weer en wind bezig zijn, want
het wisselend tij houdt geen rekening
met vaste arbeidstijden. Niet zelden
werkt men op deze wijze zeventig a
tachtig uur per week. De algemene
opinie op het eiland is, dat als n
deze mensen dan het vrije Aveekeinde
ontneemt er tijdelijk Avellicht nóg ho
gere prestaties worden verricht, doch
dat de permanente krachtsinspanning
zich later onbetwist zal wreken.
En dat geldt uiteraard niet alleen
voor de rijswerkers. van wie er ook
in België aan de dijken werken en el
ders in het Nederlandse overstro
mingsgebied. Men heeft de oude wer
ken uitgekamd en de kern van rijs
werkers zoveel mogelijk van hulptroe
pen voorzien, doch de wedloop met
de herfst vergt een zo groot mogelijke
versterking, vandaar het Duitse c
tingent,
Men tracht thans in Sliedrecht door
middel van een spoedcursus rijswer
kers te kweken, doch dit betekent
>g geen onmiddellijke hulp.
De hellingen in Burghsluis en Flau
wers, waar de rijshoutmatten worden
•vaardigd, vormen in vol bedrijf
een even levendig als bemoedigend
beeld. En als men dan naar de plek
is gevaren, waar de zinkbaas na een
grondige blik op het dode tij het be
vel „zinken" kan geven, dan kan hij
dat alleen doen indien de stroming
minder is dan twee meter per seconde.
Gaat de stroom sneller dan is het zeer
moeilijk het zinkstuk zijn goede be
stemming te geven.
De schutting
Urgent is de aanleg voor een dijk-
strook als onderdeel van de vier kilo
meter lange dijk, welke landinwaarts
de catastrophe van Schelphoek moet
opheffen, vlak voor het langzaam
slinkende dorp Serooskerke. Hoe eer
der de aarden en stenen schutting.
r het dorp met zijn frisse rode da
ken in de minst aangetaste kern, ge
reed zal zijn, hoe groter de kans
op het behoud van deze gemeente. Bij
de hoeken van het dijkgat, waar de
zeewering intact is, gebleven, zal men
twee korte dijken aanleggen, ook
landinwaarts in de richting van
barrière voor Serooskerke. In deze
halve hoepel blijven dan ter linker
zijde en ter rechterzijde twee sluitga
ten van 1500 meter over. Deze zeer
sterke stroomgaten moeten vóór
najaarsstormen gesloten worden,
dien dit gebeurt, zal dat de kroon op
een creatie van Waterstaat en van de
Nederlandse arbeider betekenen, waar
van de stedeling en de dorpeling, die
uit de verte de worsteling volgen, de
omvang niet kunnen peilen. Het is nu
eenmaal een sterke traditie van Wa
terstaat en van allen, die in zijn sfeer
leven, bescheiden en nuchter een
taak te volbrengen. En dat geldt ook
deze nationale krachtsinspanning in
Zeeland, waarvan Schelphoek het
sprekendste voorbeeld is.
Is Schelphoek dicht voordat het ru
we weer is aangebroken, dan is ook
het ongeduldig popelen van vele
pompbazen ten einde. Dan gaan de
pompen op het grote oppervlak van de
Schouwense polder werken en dan
hoopt men in het: vroege voorjaar
Serooskerke en Kerkwerve en ande
re plaatsen van een langzame ver
drinkingsdood te hebben gered. Ster
ker: dan is heel Schouwen en'Duive
land gered!
Ouwerkerk
Ouwerkerk ligt iets minder ongun
stig dan Serooskerke, het ligt ook ho
ger en wordt om de zes uur belaagd
door de getijdestroom van de Ooster-
schelde en niet van de zee zoals het
Westelijk gelegen Serooskerke. Vóór
Ouwerkerk aan de Zuidoosthoek van
Duiveland liggen twee stroomgaten,
een Oostelijk gat van liefst 350 me
ter en een Westelijke breuk van 110
meter. Met het stoombootje „Ens",
varende voor de dienst van Zuider
zeewerken, zijn we de geul ingeva
ren, welke de stroom hier dagelijks
uitdiept en gekomen tot achter
zeedijk. Het is ontstellend hoe de
golfslag van de binnenzee de dijk
wanden aanvreet en men is terstond
genezen van de ogenschijnlijk
ruststellende aanblik, welke de dijk
aan de buitenkant biedt.
Ouwerkerk, ook een slinkende terp,
heeft het geluk, dat voor de twee dijk-
gaten een rijpe schor ligt, welke een
belangrijk steunpunt betekent voor de
vier kilometer lange dijk, Avaaraan
onder water reeds begonnen is. Deze
waterkering komt in een boog in de
Ooster Schelde te liggen. Op de plaats
van de oude weggeslagen dijk, maakt
men een z.g. inlaagdijk, waardoor een
miniatuurpoldertje ontstaat en er dus
sprake is van landwinning
De gaten voor Ouwerkerk cor'res-
ponderen met het dijkgat bij Steven-
sluis in gnootte, het derde stroomgat
op dit eiland, dat ten Westen van Sir-
jansland ligt. En het gat bij Sirjans
land correspondeerde weer met dat
bij Oosterland, dat onlangs stroom
dicht (dat is nog niet waterdicht) is
gemaakt. Men past, naar gelang van
de omstandigheden, onderscheiden
methoden van dijkdicht-ing toe. Het
gat bij Oosterland is met stenen dam
men gedicht, een oude Hollandse wij
ze van d-ijkbouw.
Transport van een zinkstuk door g
het gat nabij de Schelphoek naar M
het tracé Van de nieuwe dijk, welke S
voor het dorp Serooskerke wordt B
gelegd. Vier sleepboten (ongeveer fj
500 p.k.) trekken hel met stort,
steen verzwaarde vlechtwerk.
en het dichten van de dijkbreuk bij
Zierikzee betekent derhalve enige
verlichting voor de krachttoer tussen
Burghsluis en de Flauwers. Weldra
zullen alle caissons, die hier op de
zinkstukken worden neergelaten, na
dat zij bij de stroomkentering be
hendig zijn ingevaren ter plaatse aan
wezig zijn. Men heeft vijftig caissons
voor deze operatie, welke kort na
Pinksteren kan zijn geëindigd, nodig.
Dit is een grote proefneming.
De caissons zijn 11 meter, bij 7%
meter, bij 2.20 meter en worden bij
vier stuks tegelijk ingevaren. Lukt
deze arbeid, dan zal men ook voor het
gat bij de Schelphoek caissons gebrui
ken, maar dan 'zesmaal zoveel als
voor Zierikzee.
De victorie van „Levensstrijd" be
looft een mijlpaal te worden in de
strijd om het behoud van het eiland.
Ook Stevensluis zal met caissons
worden bedwongen, Sirjansland daar
entegen hoopt men dicht te spuiten.
(Van onze speciale verslaggever).
"yORDERT de herovering van
Gordels
De bijna volledige damwand rondom
Zierikzee nadert zijn voltooiing, een
zelfde gordel krijgt Brouwershaven
en het dorp Scharendijke, halverwege
de geboortestad van vader Cats en
Schouwen en Duiveland of
pakt men de zaken gezapig aan
en valt er van enig tempo niets
te bespeuren? Er is in de laatste
weken veel cri-tiek geweest. Op
zichzelf begrijpelijk, want een
nationaal object als dit, is aan
critiek onderhevig.
Na enige omvangrijke zwerf
tochten over het eiland, waarbij
wij met mensen van uiteenlopen
de aard hebben gesproken en
waarbij wij vooral op de brand
punten der werkzaamheden in
drukken konden opdoen, geloven
we te kunnen zeggen: „Er is geen
reden tot- pessimisme".
De arbeid op Schouwen en Duive
land is nu eenmaal gecompliceerder
dan die, welke de drooglegging van
Walcheren neeft gevraagd. Op Wal
cheren beschikte men over redelijke
aanvoerwegen, een aanvoerhaven in
Vlissingen en de installaties van „De
Schelde" bewezen vrij' spoedig goede
diensten. Maar ook daar veroorzaakte
de concentratie van materiaal
lijkheden, omdat het, evenals nu, uit
Noord-Nederland moest komen. Maar
Walcheren lag minder geïsoleerd dan
het eiland van Zierikzee en was min
der ontvolkt door evacuatie dan Schou
wen en Duiveland. Het vordert tijd
Vijftig
caissons
In de Landskamer, het hoge gebouw
in het hart van Zierikzee waar de ge
nerale staf van Waterstaat des avonds
doorwerkt, is men optimistisch ge
stemd over de voltooiing van de ope
ratie „Levensstrijd", welke haar naam
dankt aan een hofstede van die naam
en die zich onder de rook van de oud-
middeleeuwse hoofdstad van het
eiland afspeelt.
Het gat bij „Levensstrijd" corres
pondeert met dat van de Schelphoek
Zierilczee's wachter over de
binnenzee
het duindorp Renesse. Het feit, dat
men varend materieel vi-a de brede
geul van Schelphoek over het ver
dronken polderland, dwars over
Schouwen naar het dorp Scharendijke
gelegen in de luwte van de dijk
heeft kunnen aanvoeren, tekent de si
tuatie. De gordels rondom plaatsen,
waar men het leven zo spoedig moge
lijk zijn rechten wil laten hernemen,
moet men zien als een maatregel van
wijs beleid.
Men rekent en berekent doch de
onverwachte factoren in dit zo kwets
bare gebied maken het onmogelijk ze
kerheid te verschaffen.
Voorts versterkt men de' binnenzij
de van de zeedijk, welke van Brou
wershaven in Westelijke richting
Loopt en waarlangs zich de verkeers
weg thans in onherkenbare staat
bevindt.
Deze weg blijft drie a vier uur per dag
droog en is dan de enige verbinding
over land tussen Duiveland en Schou
wen. De weg is het tere vervolg van
de droge corridor, waaraan de na
men van Noordgouwe en Zonnemaire
zo roemvol verbonden zijn.
Het behoud van deze z.g. Langedijk
is van vitaal belang, vooral voor de
aanvoer van materiaal, dat onder meer
in het haventje van Scharendijke en
in da* van Brouwershaven arriveert, j
De stenen dichter Cats ziet nu niet
meer uitsluitend uit over verroeste
landbouwmachines, die in een grillig
patroon rondom zijn voetstuk zijn ge
plaatst, hij aanschouwt ook de ber
gen rijshout, de zwarte perkoenen, de
buisleidingen en de bergen stortsteen.
Men sloopt de ontwrichte woningen
in dit pittoreske stadje, waar het wa
ter tunnels onder sommige huizen
heeft geslepen. Het geboortehuis van
onze oudvaderlandse poëet is behou
den gebleven, het huis er naast werd
juist gesloopt toen we met de jeep
uit Scharendijke terugkeerden.
Op weg naar Zierikzee bezochten
we Dreischor, dat onlangs is droog
gevallen, een maanlandschap met een
even sombere als blijmoedige aanblik.
Somber uit het oogpunt van de ra
vage, de kapotte huizen, blijmoedig uit
het oogmerk dat Dreischor een teken
aan de wand kan zijn voor Schou
wen en Duiveland.
Met een grote rust werkt en zwoegt
de bevolking weer in haar bemodder-
de dorp.
Dreiscihor, heel Schouwen en
Duiveland, zegt tegen Waterstaat
en zijn geuzen: „Maken jullie de
dijken maar dicht, dan gaan wij
onze gang.
De belangrijkste objecten op Schouwen-Duiveland zijn: 22.
Burghsluis (gat gedicht); 21: Schelphoek (grootste stroomgat,18
geslagen in de stormnacht); 17-18: Operatie „Levensstrijd" bij
Zierikzee, dijkgaten en openingen in langgerekte havendijken;
13: Gaten voor het dorp Ouwerkerk; 12: Gedicht gat voor het
dorp Oosterland; 9: Gat bij Sirjansland; 8: Gat bij Stevensluis;
2 tot en met 6: Dijkverzwakkingen; 10 en 11: Rampaarse dijk
en Ouden dijk. Behalve de grote stroomgaten waren er ongeveer
70 min of meer kleine gatenvooral in binnendijken, waarvan
vele zijn gedicht. - -
alvorens men zanddepots heeft ge
vormd, bokken, kranen, zuigers en per
sers in een zeer moeilijk stroomgebied
heeft gedirigeerd.
Op Schouwen en Duiveland moest
alles uit de grond worden gestampt.
Op Zijpe, nabij Bruinisse, heeft men
binnen zes weken een complete werk
haven gemaakt, geschikt voor over
slag en met kranen. Het aldaar ge
vormde reusachtige zanddepot vraagt
gedurig om aanvulling. Dit is de voor
raadschuur, waaruit onder meer de
bekende Oudendijk (Bruinisse's nacht
merrie) en de Rampaartse dijk zijn of
worden hersteld en versterkt. De ver
voersproblemen op het eiland zelf
een hoofdstuk apart, de op
lossing daarvan vraagt thans bij
na \rier maanden na de ramp nog
veel improvisatie en pioniersgeest.
Wij willen hier een poging tot dij'k-
diehting in een der gaten van de
Rampaartse dijk als voorbeeld nemen
van de verkeerde indruk, welke men
van het tempo zou kunnen krijgen.
Met een dulcw reden we van Zijpe en
deels varend over de betonweg via
de Oudendijk naar deze Rampaartse
dijk, even ten Westen van Oosterland
Daar stond zo'n zestig man in twee
rijen als een levende ketting tot aan
de voet van de zandzakkendam. Men
had „tafeltjes" van zandzakken ge
maakt. Aan iedere zijde van de „tafel'
stonden twee man. Men greep een zak
bij de punt en bij de sluiting en schoof
die op de volgende „tafel".
Een soort lopende-bandwerk.
Intussen sjouwden anderen zakken
aan om de voorraad op peil te houden.
Een monotoon, weinig imposant,
maar hoogst nuttig werk, dit proces
van handkracht.
Waarom handkracht?
Omdat men geen a an voer weg heeft
voor zwaar materieel. Men heeft zelfs
grote moeite om het zand, dat per
dukw moeizaam wordt aangevoerd, ter
plaatse te krijgen.
Kon een zware G.M.C. er maar ko-
Deze Brabantse ploegen, die we er
de talloze zakken elke zandzak is
veertig kilo zagen transporteren,
vormen een voorpost. Deze mensen
moeten des avonds terug. Er is geen
plaats voor slaapketen in dit nie
mandsland, waar nóg een factor
bij sterke stroming de aanvoer van
levensmiddelen lang niet altijd vlot
zou verlopen.
Wat het zand betreft, men kan al
leen bij hoog water met de bakken bij
de zuigers, die „buitengaats" liggen,
komen.
Een dezer dagen krijgt Ouwerkerk
méér zuigers, zijn persers en kleikra-
nen. Doch de zichtbare aanwezigheid
van dit materiaal wil niet. zeggen, dat
er niets zou zijn gebeurd.
Als de vluchtige bezoeker een drag
line werkloos ziet staan, ligt zijn com
mentaar voor de hand. Maar een
dragline-machinist is geen duivels
kunstenaar, die zonder slaap en voed
sel kan. Plaatsvervangers voor drag
line-bestuurders zijn er zelden, om
dat het nu eenmaal een speciaal Korps
is. De machine is zeer kostbaar en he
gaat in de practijk heel moeilijk me
een dubbele bezetting op dit apparaa
te werken. Niet in iedere smeerjongei
steekt een machinist voor een drag
line.
Huisvesting
Het huisvestingsprobleem nadert in
middels zijn oplossing. Over enkele
weken hoopt men in totaal drie a vier
duizend mannen op SchouAven en
Duiveland te kunnen huisvesten,
voornamelijk in barakken.
Dank zij een Zwitserse geschenk-
zending verrijst er thans een kamp
voor 240 man nabij Zierikzee.
Thans werken er een kleine twee
duizend mensen, van wie er vierhon
derd en vijftig eilandbewoners zijn.
Er zijn ruim tweehonderd rijswerkers,
duizend grondwerkers, eein kleine
vierhonderd leden van het „zwart©
corps", om enkele groepen te noemen.
En wat het arbeidstempo betreft, over
al vindt men mensen, die menen met
de minst mogelijke krachtsinspanning
hun verantwoorde bijdrage te kunnen
leveren. En dat 'komt waarlijk niet al
leen op dit eiland voor, waar het in
het grote verband gezien tot de uit
zonderingen behoort.
De „Provinciale Commissie Zee
land" -voor cultureel werk in arbei
derskampen is inmiddels met haar al
lerminst eenvoudig werk begonnen.
Deze arbeid zal eerst vrucht dra-
ggn, als men .in de kampen cantines
heeft gebouwd.
(Van onze speciale verslaggever).
TN HAAMSTEDE, een van de
drie droog gebleven dorpen op
de „zandplaat" van Schouwen en
Duiveland, hebben we een kopje
koffie gedronken bij dominee
Kuitert van Scharendijke. Als zo-
velen uit de door het water aan
getaste dorpen van het lage land
van Schouwen, was ook hij ge-
evacueerd naar de droge zone en
gehuisvest bij de heer Van Wa-
veren, een rShde Zeeuw, die zich
met de bollencultuur bezighoudt.
Het is nog een zeer jonge dominee,
deze predikant van het kleine Scha
rendijke, waar nu om de week een
dienst wordt gehouden voor de en
kele tientallen Hervormden en Gere
formeerden en schippers, die kans zien
uit de verstrooiing naar hunge
meentehuis, niet naar de kerk, te
komen. De kerken van Scharendijke
zijn onbruikbaar, maar de raadzaal
leent zich uitstekend voor bijeenkom
sten en om beurten preekt de Her
vormde dan wel de Gereformeerde
dominee van Scharendijke daar op
Zondagmorgen. Het aanvangsuur van
de dienst is afhankelijk van het tij,
want de weg van Renesse naar Brou
wershaven is zoals we elders op
deze pagina schreven slechts korte
tijd per dag berijdbaar.
„Als we te lang preken, staan we
met onze buik in het water," vertelde
ds. Kuitert, wiens vrouw ook ge-
evacueerd is. Dat is een merkwaardige
evacuatie, want mevrouw Kuitert is
liefst naar.... Upsala in Zweden ge
trokken met haar dochtertje Hilde.
Zij is stellig een der weinigen, die
het verst van de Zeeuwse bodem weg-
gereisd is.
Mevrouw Kuitert was Zweedse voor
dat zij in het huwelijk trad met ds.
Kuitert, die na de bevrijding als stu
dent in een werkkamp op Walcheren
meehielp dit schiereiland weer een
prettig aanzijn te geven. Daar ont
moette hij een Zweedse studente en
van deze ontmoeting kwam een huwe
lijk.
En de Zweedse, wier ouders in Up
sala wonen, deed tegelijk met haar
man haar „intrede" in Scharendijke,
waar men wel wat vreemd opkeek.
Maar reeds nu schrijft zijuitstekend
Nederlandse brieven en.... verlangt
terug naar Scharendijke
Oase op Duiveland
(Van een onzer verslaggevers)
TIET GEMEENTEBESTUUR van
Tl Zonnemaire is het enige van
Schouwen en Duiveland, dat tijd
heeft om een dezer weken naar
Amsterdam te gaan, waar de
hoofdstedelijke magistratuur
gastvrouw is. Bij Zonnemaire
begon eigenlijk de massale Am
sterdamse hulp aan het eiland,
want Zonnemaire heeft bijzon
dere banden met de stad aan
Amstel en IJ.
In het raadhuis, dat eertijds
pastorie was, is de grote Neder
lander prof. P. Zeeman geboren.
Zonnemaire, het enige dorp waar
alles op de velden is ingezaaid
en dat bedankt heeft voor een
Geboortehuis van prof. Zeeman.
Amerikaanse adoptie, gaat het
prof. Zeeman-laboratorium be
zichtigen en bedanken voor de
pomp, die Amsterdam het als
eerste schonk.
Zonnemaire, met de waar
nemende burgemeester J. van
Splunder aan het hoofd, is het
zonnige dorp in het trieste ge
bied, dat in vele opzichten een
springplank voor hulp aan de
omringende geteisterde gemeen
ten is en dat mocht het nodig
zijn weer schouder aan schou
der met Noordgouwe op de
Schouwense dijk zal staan.
Het borstbeeld van prof. Zee
man staat voor alle zeker
heid nog op de eerste ver
dieping van het pronkjuweel, dat
dit raadhuis is. Want al moge
Zonnemaire geen directe zorgen
hebben, het is en blijft onder
deel van het omstreden Schou
wen en Duiveland, ook al is het
een parel in de droge corridor....