fJSSiti*ierhÖe/M Osip Zadkine's monument voor Rotterdam WANDELING DOOR DE KERKELIIKE PERS Herinnering aan diepste nood \&t EveMagrdptPooi f Klompendans in New York j Lutherse kerkkoren te Arnhem Rheumatiek-scheuten UiinódipUtg. Poppenkastspel JAN KLAASSEN EN JAN BRANDWEERMAN GAAN UIT VISSEN Van der Heem 8Vz% 4 TROUW ZATERDAG 16 MEI 1953 geloof dat dit onjuist is en nu ik deze schreeuw, indrukwekkender en drama tischer nog dan het ontwerp, daar in de ruimte bij de Leuvesluis heb gezien, geloof ik het minder dan ooit. O zeker, men kan spreken over de samengebal de oerdrift, het zij zo, maar voor alles is het de zich in een oerdrift ten hemel verheffende schreeuw van een mens heid, die geen raad meer wist met de ineenstortende wereld. Van hetgeen er op deze nood gevolgd is, geeft dit mo nument niéts, kon hot ook niets geven, omdat het, ontstaan in een machtige impuls en op weergaloos knappe wijze tot leven gebracht, niet meer wilde zijn dan juist die machteloze schreeuw. Wil men dit onze armoede noemen, welnu, zo staat het er dan ook, dit monument der vertwijfeling. Het is een monu ment zonder happy end, omdat een oorlog, ondanks verzet en overwinning en bevrijding, die het ten volle waard zijn met monumenten te worden her dacht, nog nimmer een happy end heeft opgeleverd. Dit, zo is onze eerste indruk, is de bronzen taal van dit monument, waar- al het zoeken en streven van de beeldhouwer Ossio Zadkine naar een zo krachtig mogelijke expressie m het rhythme van 't volumen thans de be kroning heeft gevonden. v. R. I ET de onthulling, die hedenmiddag plaats vond, heeft Zad- kine's „Monument voor een verwoeste stad" nu dan zijn plaats gekregen in het reeds voor een goed deel herbouwde centrum van de Maasstad. Daar bij de Leuvesluis, waar de stad zich uiterlijk in onvermoeide daadkracht, herstelt, vormt het monument, met de sokkel negen meter hoog, voortaan in barokke kracht de bron zen herinnering aan de verwoesting van de veertiende Mei van het. jaar 1940. Burgemeester Van Walsum heeft het monument dankbaar aan vaard, nadat mr. F. J. Brevet, optredend namens de anonieme mae- cenas, deze schenking officieel aan de gemeente Rotterdam had over gedragen. Moderne kunst kreeg volwaardige functie in samenleving Het is hierover zal wel geen ver schil van mening meer bestaan een gebeurtenis van grote betekenis, nu dit moderne monument deze royale en eerlijke plaats heeft gekregen in de stad, welker verwoesting de beeldhou wer Ossip Zadkine tot deze aangrij pende sculptuur heeft geïnspireerd. Dit is, hoe men verder ook wil oorde len, vooralsnog het belangrijkste. Met de oprichting van dit monument is de moderne kunst, die ook buiten onze grenzen nog nergens zulk een kans kreeg, namelijk voor het eerst een functie gegund in onze samenleving. Niet maar bij wijze van experiment immers is dit monument in Rotterdam verrezen en als zodanig slechts be. stemd voor ingewijden: het krijgt nu een volwaardige functie in de samen leving, waarin het ontstond en waar voor het bestemd is. Dat dit mogelijk werd, dankt Rotter dam in de eerste plaats aan de anonie me gever, maar met minder aan de ge meenteraad. die deze schenking heeft willen en durven aanvaarden. En dat men dit monument kon en wilde aan vaarden, is, hebben wij het goed begre- A Het jaarlijkse tulpenfeest in New York is weer geopend met de „Hol landse klompendans". De opening vindt plaats in de Marcuskerk, die in 1660 door Stuivesant die toen gouver neur van Nieuw Amsterdam was. Het is op het vliegveld Fornebu bij Oslo waar prinses Margaret Rose uit Engeland ter bijwoning van de vorste lijke bruiloft aankwam, niet zo rustig verlopen als wel gewenst was. Een groot aantal fotografen en journalis ten. die iets van de prinses wilden zien raakten, doordat zij opdrongen in geTT'cïïten gewikkeld met de politie. De vraag naar bijbels is groter dan zij ooit geweest is. Toen Foster Dulles van de Israëli sche minister-president Ben Goerion een Hebreeuwse bijbel aangeboden kreeg, stelde hij terstond de vraag of die ook het Nieuwe Testament bevat te. Hierop moest Ben Goerion echter „neen" antwoorden. Eén op de drie mensen in de Ver. Staten heeft een auto. In Europa is dat één op 32 en in de Sowjet Unie één op 107. President Eisenhower is het eerste Amerikaanse staatshoofd dat ooit een vliegbrevet behaald heeft. De presi dent leerde vliegen in 1939, toen hij als luitenant-kolonel op de Philippij- nen vertoefde. Sedert 1947 heeft Ei senhower geen vliegtuig meer be stuurd. Een film van de aanstaande kro ningsplechtigheden in Engeland zal dezelfde dag al door de Amerikaanse televisie worden vertoond. De film zal gedurende het vervoer met een Stratocruiser van de B.O.A.C. worden •mtwikkeld en gemonteerd. pen, in hoofdzaak een gevolg van het feit dat men, hoe onwennig menigeen ook stond of nog staan zal tegenover deze vormgeving, toch aanstonds in het ontwerp iets had herkend van de eigen en de gemeenschappelijke nood van die somberste aller Meidagen. Daarom :s dit monument op zijn plaats in Rot terdam, waar het zal blijven herinne ren aan de diepste nood van de mens, die onder dom geweld moest zwichten. Natuurlijk kan men bij dit monument het is helaas reeds al te vaak ge beurd vertellen dat deze tot schreeuw verworden mens ook het verzet symboliseert. Men maakt er dan zelfs een soort bevrijdin/gsbeeld van. Ik (Van onze correspondent.) De eerste bijeenkomst van Lutherse kerkkoren heeft te Arnhem plaats ge had. Burgemeester Batser woonde de opening hij. Vooraf werd in de Lu therse Kerk een dienst gehouden, waarin voorging ds. J. Gronloh en het plaatselijk Luthers kerkkoor mede werking verleende onder leiding van de cantor-organist, de heer E. Egberts. In zijn openingswoord zeide de heer W. Mudde, dat deze dag een mijlpaal is op de weg, nu zes jaar geleden in geslagen. De praeses van de Lutherse Synode, ds. J. P. van Heest, vond het verheu gend dat hier en daar nieuwe activitei ten zijn ontstaan. Hij zeide, dat in het hoogste kerkbestuur grote belangstel ling voor de Werkgroep voor kerkmu ziek bestaat. Koorzang, aldus spreker, is in de eredienst een belangrijke fac tor en lean op zijn wijze medewerken aan de verkondiging van het Evangelie. Ds. J. Gronloh, plaatselijk Luthers predikant, wees er ook op dat muziek een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van de eredienst en het verblijdde hem, dat er in de kerk veel aan muziek wordt gedaan, 's Middags hield prof. dr. P. Boendermaker een inleiding over „Onze kerkkoren en het komende nieuwe gezangboek", de heer W. Mud- de over „Onze drievoudige taak." Ook werden nog voorstellen besproken aan gaande samenwerking en regelmatig contact. Onder leiding van Hans Bril bracht de Mülheimer Singkreis (Kerkkoor der Pauluskerk te Mülheim/Ruhr) werken ten gehore van Pepping, Distier en Reda. Willem Mudde bespeelde het orgel. Advertentie.) kunnen U opeens beletten te werken. I 7 Is altijd makkelijk I —7 bij U te hebben, I die helpen direct!! Benzineprijs verlaagd (Van onze Haagse redacteur) Met ingang van vandaag is de ben zineprijs in ons land met 0,7 cent per liter verlaagd. Deze prijsverlaging is een gevolg van de verlaging der zee vrachten. Communisten namen Rooms kindertehuis in beslag Op Hemelvaartsdag hebben functio narissen van de communistische jeugd organisatie FDJ het kindertehuis van de „Caritas" te Saarow in Oost-Duits- land in beslag genomen. De leidster van het tehuis en geheel het rooms- katholieke verplegende personeel moest het gebouw verlaten. In het tehuis bevinden zich 130 kin deren van twee tot veertien jaar. Al deze kinderen moesten de bekend making van de overdracht en de tegen de katholieke zusters gerichte toe spraak mede aanhoren. In de maatregelen tegen de kerken in Oost-Duitsland zijn reeds vijf grote en verscheidene kleine tehuizen en in richtingen van de Evangelische Kerk in beslag genomen. Gemeenteopbouw GEMEENTE-OPBOUW! Jarenlang heeft dit woord in de Hervorm de Kerk een appellerende klank ge had. En nog bewaren velen het, met ons in hun hart als het woord, waarin een visie aangeduid is, die, ook nu, hen bij hun denken en hun daden drijft." Zo begint ds. F. H. Landsman in het weekblad „De Hervormde Kerk" zijn artikel over „Consolidatie of beke ring?", waarin hij verder betoogt, dal het woord „Gemeente-opbouw", dat eerst een appèl was, door het veelvul dig gebruik versleten is en in ieder geval geen bekering meer brengt. Hij wijst dan eerst op de zeer practisehe en realistische, en daarom gemakke lijk hanteerbare interpretatie van ge meente-opbouw in de zin van de ver houding van de richtingen in de Ned. Herv. Kerk, die men dan „modaliteit" noemt en die elk haar eigen recht heb ben binnen de Kerk. Gemeente-op bouw betekent dan: ieder in de Kerk het zijne geven: consolidatie van de bestaande geestelijke structuren; handhaving van de huidige machts verhoudingen; consolidatie van de sta tus quo. Daartegenover stelt ds. Landsman de visie, waarin er niet van wordt uitge gaan, dat elke „richting", zoals zij thans reilt en zeilt, reeds „modaliteit" is, maar waarin de „richtingen" elk voor zich en te zamen weten, dat ze zich in een kerkgemeenschap, die on trouw is geworden aan het Woord Gods en die aan het belijden der Kerk ontzonken, rondom de geopende bijbel hebben te laten reformeren, in het heden, door de kracht van de Hei lige Geest. Naar aanleiding hiervan komt ds. Landsman ben slotte tot de vraag: „Vergissen we ons, als we menen te moeten constateren, dat velen in onze Kerk wél jammeren over de slapheid en de moeizaamheid van het gemeen telijke leven, over de toenemende hardnekkige goddeloosheid van de mo derne mens, maar van de ellende in de zin van de catechismus weinig weet meer hebben en daarom ook aan de blijdschap over het verlost-zijn en aan de dankbaarheid daarvoor niet meer toekomen?" „Men zoekt de schuld overal: zo gaat de schrijver verder bij het conservatisme van de ortho doxie, bij de ketterijen van de vrijzin nigheid, bij het gebrek aan roepings besef van de dominees, bij de traag heid of te grote voortvarendheid van „de Synode"Maar zoeken we ze, waar ze werkelijk is te vinden: bij ons zelf?" Ambtsgeheim NAAR aanleiding van een ervaring, die ds. W. L. Steinlhart enkele jaren geleden heeflt opgedaan, toen hem verzocht werd ernstig en pasto raal te spreken met een dienstmeisje, dat zich reeds enige maanden lang aan diefstal had schuldig gemaakt, schrijft hij in het „Evangelisch Luthers Week blad" over de wenselijkheid in het formulier ter bevestiging van kerke- raadsleden met nadruk er op te wij zen, dat de kerkeraadsleden als leden van een kerkelijk college aan het ambtsgeheim gebonden zijn. Het meisje, waarover ds. Steinhart het heeft, was niet Luthers, maar be hoorde tot een gemeente, waar de kerkelijke tudht streng gehandhaafd werd. Ze verzocht ds. Steinhart drin gend na een volmondige bekentenis van haar oneerlijkheid deze aan gelegenheid niet met haar predikant te bespreken, omdat deze dan ver- H.H. PENSIONHOUDERS Stuurt een aan 120.000 gezinnen I U kum 12U.UUU goede gezinnen tn het gehele iand uitnodigen, het weekend en de vacantie m Uw pension te verblijven, door een adver tentie te plaatsen ln de vacantie-ad reaaenru- briek van ona dagblad. De prüïen voor d«e advertentie» zijn zeer voordelig gesteld. Vraagt het speciale tarief aan DAGBLAD ..TROUW" N.Z. Voorburgwal 225 Amsterdam C. TéL K 2900—37900, toestel 12. plicht was dit geval op een kerke- raadsvergadering te bespreken. Wan neer haar overtreding vandaag op een kerkeraadsvergadering besproken werd, zo verklaarde ze, is morgen het hele dorp over mijn zonde ingeliaht. Ds. Steinhart merkt naar aanleiding hiervan ojn. op: predikanten, ouder lingen en diakenen moeten zichzelf de plicht opleggen om buitenstaanders (dus ook hun echtgenoten en kinde ren) niet in te lichten omtrent pun ten, die ambtshalve in een kerkeraads vergadering besproken worden. Voor al in tere zaken betreffende persoon lij,ke eer en kerkelijke tucht zal in de eerste plaats de zelf-tuobt betracht moeten worden. Hier geldt de bede: Heer, zet een wachter voor mijn lip pen. Verder van elkander? DE stelling Hervormd is Hervormd en moet als zodanig worden aanvaard, de vraag rechtzinnig of vrijzinnig mag door buitenstaanders niet worden gebruikt om verschil te maken, is voor ons onaannemelijk. Daar verstaan de Hei-vormden weinig van, gelijk wij hun stelling niet ver staan." Dit schrijft prof. dr. F. W. Grosheide in het Gereformeerd week blad „Belijden en Beleven" aan het eind van een artikel, dat tot opschrift draagt „Verder van elkander?" Prof. Grosheide begint dit artikel met de opmerking, dat waarschijnlijk nooit zo sterk als in de eerste helft, van deze eeuw gevoeld is, dat de ge scheidenheid der kerken schuld is voor God. Hij wijst verder op de oecu menische werkzaamheden van ver schillende wereldorganisaties, waarin het eenheidsstreven zidh openbaart vestigt bovendien de aandacht op de gesprekken van leden der Geref. Kerken met Hervormden en Rooms- KatJholieken. In verband met dat laatste de ge sprekken tussen leden van verschillen de kerken behandelt prof. Gros heide dan de vraag: „Geeft dat alles wat? Brengt het ons dichter bij el kaar?" Zijn antwoord luidt: „Heel wei nig of zelfs niets." Toch is de hoog leraar van mening, dat men er niet mee moet ophouden. Hij meent er in te zien een althans iets doen om el kander te vinden en een opmerken, hoe ver we eigenlijk van elkaar staan. Maai- dan toch weer een beter zien van de grootheid van de ellende, die er toch toe leiden moet het gevoel van schuld te verdiepen en een te meer zoeken van de genade van de Here Jeaus Christus om tot verbetering te komen. Als de oorzaak van het feit, dat er tussen de Hervormde Kerk en de Geref. Kerken tegen de verwachting van de laatste jaren in, eer minder dan meer toenadering is gekomen, noemt prof. Grosheide dit, dat deze kerken in de grond der zaak veel ver der van elkander af staan, dan velen, afgaande op wat men zo hoort en leest, aanvankelijk zouden denken. Toch blijft de professor van oordeel, dat het gesprek meer kijk heeft gegeven op de bestaande tegenstellingen. En dat acht hij, hoezeer hij het betreurt, toch een voordeel. Art. 31 K.O. DS. J. P. v. d. STOEL, predikant bij de Geref. Kerk (onderh. Art 31 K.O.) te Amsterdam, schrijft in de Kerkbode van Noord-Holland van zijn kerkverband over de vraag, wie al dan niet voor vast en bondig heeft te hou den naar art. 31 K.O. Het heeft zin deze vraag te stellen en te beantwoor den, zegt ds. v. d. Stoel, omdat de kerk van Semarang reeds aan alle zuster kerken heeft bericht, dat zij de tegen ds. S. J. P. Goossens door de kerk van Zwolle getroffen tuchtmaatregelen niet voor vast en bondig houdt, omdat zij deze maatregelen onrechtmatig acht. De kerkeraad van Semarang heeft verder medegedeeld, dat hij „ds. S. J. P. Goossens als missionair dienaar des Woords van de Gereformeerde Kerk te Zwolle blijft erkennen en ont vangen." Ds. v. d. Stoel verklaart naar aan leiding hiervan, dat art. 31 K.O. de kerk van Semarang daartoe niet het recht geeft. Niet deze kerkeraad is de verongelijkte partij, maar ind'ien de schorsing en afzetting van ds. G. on wettig zou zijn, heeft Zwolle daarmee ds. G. verongelijkt en alleen ds. G. kan appelleren en niet de kerk van Sema rang. Pas als de zaak-Goossens op de tafel van de Generale Synode ligt via een appèl van ds. G„ kan het op de weg van Semarang komen te liggen eventuele besluiten niet voor vast en bondig te houden. Eerste toneeltje JAN KLAASSEN (komt zingend op): Hop Marjanneke, stroop in 't kannetje, laat de poppetjes dansen.Ziezo, nu nog even een hoogstandje maken, een, twee, hoepla! Weten jullie waarom ik in zo'n goed humeur ben, kinderen? KINDEREN: Omdat de zon schijnt! JAN KLAASSEN: Mis. KINDEREN: Omdat je jarig bent! JAN KLAASSEN: Oók mis. Ik zal het jullie maar vertellen. Omdat ik vandaag vacantie heb en de hele lange lieve dag ga vissen met mijn beste vriend Jan Brandweerman. Jan Brand weerman heeft óók vacantie. Hij komt me zo dadelijk halen en hij brengt van alles mee, vishengels en dobbers en een emmer om de vissen in te doen. Ik ben nog nooit wezen vissen, maar het lijkt me heel niet moeilijk. Je blijft maar zo stil als een muis aan de kant van het water in het gras zitten tot een vis bijt en dan, hup, haal je vlug je hengel op. In een wip heb ik de emmer vol, dat zal je zien. Ik geloof, dat ik Jan Brandweerman al hoor. O nee, het is Katrijntje maar. KATRIJNTJE: Wat ben ik blij, dat je vacantie hebt. Jan Klaassen, nu kan je me mooi helpen met de schoonmaak. JAN KLAASSEN: De schoonmaak is toch al lang klaar? Lieve mensje, het hele huis glimt als een spiegel. Je zou van de vloer kunnen eten. KATRIJNTJE: Ja, maar de ramen en de stoep hebben nog geen beurt ge had, zie je. Ik kan zo'n zware emmer met water niet tillen en ik durf ook niet goed boven op de trap te staan. Ik heb een beetje hoogtevrees en die vervelende trap wiebelt zo. JAN KLAASSEN: Maar ik wou juist gaan vissen met Jan Brandweerman. Als we terugkomen krijg je een em mer vol vissen en dan eten we van avond gebakken botjes. KATRIJNTJE: Dat is nog niet zo gek, Jan Klaassen. Maar je moet éérst even je werk doen. Als je flink voort maakt ben je misschien al lang klaar als Jan Brandweerman komt. Ik ga in tussen boodschappen doen. Begin maar gauw. Dag! (Katrijntje af.). JAN KLAASSEN: (trekt een lange neus achter haar rug). Tweede toneeltje JAN KLAASSEN: 't Is wat moois! Ruiten zemen en stoepjes schrobben als je vacantie hebt! Hoe verzint Katrijntje het? Wat hindert het of er een beetje zand op de stoep ligt en of er een paar spikkeltjes vuil op de ruiten zitten. Katrijntje is véél en véél te precies. En ik zit er maar mee. Zo dadelijk komt Jan Brandweerman.... JAN BRANDWEERMAN (komt bin nen met zijn visgerei): Hallo, Jan Klaassen. ga je mee vissen? Wat kijk jij lelijk? Je gezicht lijkt wel een on weerswolk. JAN KLAASSEN: Dat zal waar zijn, Jan Brandweerman. Ik kan niet met je mee. Katrijntje heeft in haar hoofd ge haald, dat ik de ruiten en de stoep een beurt moet geven en dat is een heel karwei. Daar ben ik wel een uur of wat mee kwijt. JAN BRANDWEERMAN: Je kunt toch tegen Katrijntje zeggen, dat ze naar de pomp kan lopen met haar rui ten en haar stoepje! JAN KLAASSEN: Nee, nee, Jan Brandweerman, dat durf ik niet. JAN BRANDWEERMAN: Weet je wat je bent, Jan Klaassen? Je bent een Jan Klaassen doet de stoep met de brandslang. held op sokken. Dan ga ik maar alleen vissen. Maar wacht eens.(hij houdt zijn vinger tegen zijn neus) daar be- dènk ik iets. Een réüzen-idee, Jan Klaassen.... ik haal de slang van de brandweerauto en we spuiten samen even de hele boel schoon. JAN KLAASSEN: Je bent een bo- venstebeste! „Hè, er valt een druppel op m'n neus!" JAN BRANDWEERMAN: (gaat even weg en komt terug met de slang): Hè, hè, is dat hard lopenik ben hele maal buiten adem. Doe jij even de slang aan de kraan? JAN KLAASSEN (vol bewondering) Tjonge, wat een mooie slang, hij is mis schien wel tien meter lang! JAN BRANDWEERMAN: Draai nu de kraan maar'open. Klóar? Mooi, daar gaan we dan! (Je hoort het water klet teren. Jan Klaassen en Jan Brandweer man zijn druk in de weer met de slang). JAN KLAASSEN: Dat gaat prachtig! JAN BRANDWEERMAN: Ho, stop, anders loopt de boel onder. De kraan dicht! Nu rollen we de slang op en brengen die weer netjes terug in het brandspuitenhuisje. JAN KLAASSEN: En dan gaan we Jan Klaassen trekt een lange neus achter Katrijntjes rug. fijn vissen. Je zult zien, dat we met een boordevolle emmer terugkomen. Wat zal Katrijntje kijken! Dorde toneeltje KATRIJNTJE (komt thuis, zet de tas met boodschappen neer): Ziezo, de boodschappen zijn al weer gedaan. Hè, er valt een druppel op mijn neus. Waar - komt die vandaan? (k\jkt rond). Ver schrikkelijk, wat is hiér gebeurd? Het hele huis is kletsnat. Het water druipt met straaltjes langs de muur. Alles is nat., mijn tafel, mijn stoelen, mijn kleedjes, mijn dekentjes, mijn potjes en pannetjesDat heeft die domme, domme Jan Klaassen natuurlijk ge daan. Als hij straks thuiskomt zal ik hem een flink standje geven, is dat een manier van doen. JAN KLAASSEN (komt binnen met Jan Brandióee7-man)Daar zijn we weer, Katrijntje. Heb je de koffie klaar? En heb je soms ook iets te eten voor ons? We hebben een verschrikke lijke honger; dat komt van de buiten lucht, denk ik. KATRIJNTJE (zet de handen in de zij): Gróte, grótë, gróte domoren zijn jullie alletwee. Wat hebben jullie in vredesnaam uitgevoerd toen ik weg was? Het héle huis is drijfnat. JAN KLAASSEN (verlegen): we hebben alleen maar eh JAN BRANDWEERMAN: de stoep en de ruiten schoongespotcn met de slang van de brandweerauto. KATRIJNTJE: En hoe komt hier dan alles zo nat? JAN KLAASSEN: We hebben zeker eh JAN BRANDWEERMAN: een paar' druppeltjes gemorst. KATRIJNTJE: Een paar druppeltjes! Ik zou me schamen als ik zo'n domoor was. Maar vooruit, ik zal maar koffie voor jullie zetten. Ten minste, als de koffiemolen niet verroest is. En dan zullen we maar een boterham gaan eten met gebakken botjes. Waar is de emmer met vis? (Jan Klaassen en Jan Brandweer man kijken elkaar eens aan). JAN KLAASSEN: Het spijt me heus, Katrijntje, maar de vissen wilden hele maal niet bijten. KATRIJNTJE (schiet in de lach): Geef ze eens ongelijk! Ik zou óók lie ver in de sloot rondzwemmen dan in de koekepan liggen te bakken. Hier, Jan Klaassen, maal jij de koffie maar, dan bak ik gauw een paar dikke spek- pannekoeken voor jullie, dat smaakt nèt zo lekker. Lust jij die ook wel, Jan Brandweerman? JAN BRANDWEERMAN: öf ik die lust, Katrijntje! Spekpannekoeken met stroop er op, mmmmm.... JAN KLAASSEN: Ben je niet boos meer, Katrijntje? KATRIJNTJE: Nee ho:r, het is al weer over, Jan Klaassen. Morgen, als het zonnetje schijn, zetten we alle ram men en deuren van ons huisje wage- wijd open. Je zult eens zien hoe gauw dan alles is opgedroogd. JAN BRANDWEERMAN; Ik felici teer je, Jan Klaassen. JAN KLAASSEN: Waarméé? JAN BRANDWEERMAN: Ik felici teer je, omdat je zo'n best wijfje hebt, man! KATRIJNTJE: Schei nu maar uit, hoor, jullie maken me nog verlegen.. Einde De tijd van Hemelvaart en Pinkster ligt wei zeer in de zendingssfeer. Het woord dat de Heiland bij Zijn afscheid tot het discipelkringetje sprak en dat de Geest door het talenwonder een vvereldveroverende betekenis gaf: „Gij zult Mijn getuigen zijn" is tot op vandaag geladen met een wondere kraoht. „Gods werk gaat dóór" zo noemde jkvr. C. M. van Asoh van Wijck het zendingsboek dat onlangs van haar hand verscheen"). Zij ver gelijkt hierin de voortgang van het Evangelie met een opkomende vloed, die de wereld zal omspoelen. In mach tige golven komt soms deze vloed op, om dan weer terug te lopen zóver dat wij bijna geen water meer zien. Het prachtige^ boek, dat wij met een wereldkaart vóór ons het best kunnen lezen, behandelt in hoofdzaak de zen- dings-„golf", die in de laatste honderd- vijftig jaar tot grote hoogte werd op gestuwd. Wij zijn zo gewend bij „zending" eigenlijk alleen aan Indonesië te denken het is goed, dat de schrijfster ons laat zien hoe Gods werk op wonderlijke ma nier over heel de wereld gaat Ja, op wonder lijke manier... Evangelie in een één man en één i Voor Trouw- lezeressen Soms komt het werelddeel door - - - vrouw. Sofns in China b.v. draagt het aantal dopelingen na 35. jaar werken: zes! Na 50 jaar 700 en in 193G ruim 67 duizend! Is het niet om te wanhopen: 35 jaar werken om in een millioenenland'zes! mensen tot Jezus te brengen? Wie dim niet wanhoopt heeft geloof. En einde lijk geeft God tóch wasdom. Opmerkelijk is wat dit boek vertelt over het zendingswerk van vrou wen: „In bijna alle landen, maar zeker ln de Verenigde Staten, bestaal het thuis front voor het overgrote deel uit vrouwen". Dit wil clan zeggen, dat vrouwen het geld bij eikaar brengen dat de zending nodig heeft en dat zij op zendings- bijeenkomsten in de meerderheid zijn. In alle eenvoud geven naaiende vrouwengroepen zich aan wereld omvattend werk. Wat weten zij van zendingsmethoden, van zware vertaal arbeid, van vorm der prediking, van het benaderen van vreemde volken die in hun spreektaal niet eens een woord hebben voor „God", voor „ge loof", voor „genade"Zij weten alleen dat er zielen voor Christus moe ten gewonnen worden en déarvoor doen ze eenvoudig wat haar hand vindt om te doen, al is dit dan hel haken van een sprei of het zomen van een kleedje. Overal wóór dit boek ons het zen dingswerk beschrijft, komt telkens de vrouw naar voren die als navolgster van Maria Magdalena de blijde op- standingsboodschap in de wereld rond brengt. Hoe komt dit zo? In de gewone kerkdienst is het toch de man die tot JO KALMIJN—SPIERENBURG nu toe zeer sterk domineerde? De schrijfster heeft een verklaring: „Men krijgt vooral in de Angelsak sische landen het gevoel, dat het lekenelement, en daarbij dan vooral de vrouwen, in het zendingswerk de uitlaat heeft gevonden voor de be hoefte aan bewuste, vol-verantwoor delijke activiteit, waarvoor in de kerk zelf geen plaats is; omdat daar de lei ding uitsluitend in handen van predi kanten, soms ook van andere ambts dragers berust". Hoe het zijGods werk zien we in dit boek dóórgaan, ondanks „moei lijkheden en problemen die als stort vloeden over jonge kerken worden heengegoten". Na ons langs alle wereldzendings- velden geleid te hebben eindigt de schrijfster met de juichtoon: „Nu heb ben wij voor onze ogen het wonder1 zich zien voltrekken, dat in een tijd van schijnbaar diepe inzinking in de Westerse kerken, zij toch het middel in Gods handen hebben mogen zijn om onder de meest tegenwerkende om standigheden het Evangelie uit te dra gen onder alle volken der wereld". Het doet goed dit tussen Hemelvaart en Pinkster te mogen bedenken. L. A. L. Br. Uitg. W. ten Have N.V., Amsterdam. Van der Heem keert over 1952 een dividend ui' van 8J/£% (onv.) op de gewone aandelen. De netto-winst be- diroeg 644.171 (580.459). Aan de diï videndreserve wordt 42,583 toege voegd. _j -

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3