fJSSiti*ierhÖe/M
Osip Zadkine's monument
voor Rotterdam
WANDELING DOOR DE
KERKELIIKE PERS
Herinnering aan diepste nood
\&t EveMagrdptPooi
f Klompendans in New York j
Lutherse kerkkoren
te Arnhem
Rheumatiek-scheuten
UiinódipUtg.
Poppenkastspel
JAN KLAASSEN EN JAN BRANDWEERMAN
GAAN UIT VISSEN
Van der Heem 8Vz%
4
TROUW
ZATERDAG 16 MEI 1953
geloof dat dit onjuist is en nu ik deze
schreeuw, indrukwekkender en drama
tischer nog dan het ontwerp, daar in de
ruimte bij de Leuvesluis heb gezien,
geloof ik het minder dan ooit. O zeker,
men kan spreken over de samengebal
de oerdrift, het zij zo, maar voor alles
is het de zich in een oerdrift ten hemel
verheffende schreeuw van een mens
heid, die geen raad meer wist met de
ineenstortende wereld. Van hetgeen er
op deze nood gevolgd is, geeft dit mo
nument niéts, kon hot ook niets geven,
omdat het, ontstaan in een machtige
impuls en op weergaloos knappe wijze
tot leven gebracht, niet meer wilde zijn
dan juist die machteloze schreeuw. Wil
men dit onze armoede noemen, welnu,
zo staat het er dan ook, dit monument
der vertwijfeling. Het is een monu
ment zonder happy end, omdat een
oorlog, ondanks verzet en overwinning
en bevrijding, die het ten volle waard
zijn met monumenten te worden her
dacht, nog nimmer een happy end heeft
opgeleverd.
Dit, zo is onze eerste indruk, is de
bronzen taal van dit monument, waar-
al het zoeken en streven van de
beeldhouwer Ossio Zadkine naar een
zo krachtig mogelijke expressie m het
rhythme van 't volumen thans de be
kroning heeft gevonden.
v. R.
I ET de onthulling, die hedenmiddag plaats vond, heeft Zad-
kine's „Monument voor een verwoeste stad" nu dan zijn
plaats gekregen in het reeds voor een goed deel herbouwde
centrum van de Maasstad. Daar bij de Leuvesluis, waar de stad zich
uiterlijk in onvermoeide daadkracht, herstelt, vormt het monument,
met de sokkel negen meter hoog, voortaan in barokke kracht de bron
zen herinnering aan de verwoesting van de veertiende Mei van het.
jaar 1940.
Burgemeester Van Walsum heeft het monument dankbaar aan
vaard, nadat mr. F. J. Brevet, optredend namens de anonieme mae-
cenas, deze schenking officieel aan de gemeente Rotterdam had over
gedragen.
Moderne kunst kreeg
volwaardige functie
in samenleving
Het is hierover zal wel geen ver
schil van mening meer bestaan een
gebeurtenis van grote betekenis, nu
dit moderne monument deze royale en
eerlijke plaats heeft gekregen in de
stad, welker verwoesting de beeldhou
wer Ossip Zadkine tot deze aangrij
pende sculptuur heeft geïnspireerd.
Dit is, hoe men verder ook wil oorde
len, vooralsnog het belangrijkste. Met
de oprichting van dit monument is de
moderne kunst, die ook buiten onze
grenzen nog nergens zulk een kans
kreeg, namelijk voor het eerst een
functie gegund in onze samenleving.
Niet maar bij wijze van experiment
immers is dit monument in Rotterdam
verrezen en als zodanig slechts be.
stemd voor ingewijden: het krijgt nu
een volwaardige functie in de samen
leving, waarin het ontstond en waar
voor het bestemd is.
Dat dit mogelijk werd, dankt Rotter
dam in de eerste plaats aan de anonie
me gever, maar met minder aan de ge
meenteraad. die deze schenking heeft
willen en durven aanvaarden. En dat
men dit monument kon en wilde aan
vaarden, is, hebben wij het goed begre-
A Het jaarlijkse tulpenfeest in New
York is weer geopend met de „Hol
landse klompendans". De opening
vindt plaats in de Marcuskerk, die in
1660 door Stuivesant die toen gouver
neur van Nieuw Amsterdam was.
Het is op het vliegveld Fornebu bij
Oslo waar prinses Margaret Rose uit
Engeland ter bijwoning van de vorste
lijke bruiloft aankwam, niet zo rustig
verlopen als wel gewenst was. Een
groot aantal fotografen en journalis
ten. die iets van de prinses wilden
zien raakten, doordat zij opdrongen in
geTT'cïïten gewikkeld met de politie.
De vraag naar bijbels is groter dan
zij ooit geweest is.
Toen Foster Dulles van de Israëli
sche minister-president Ben Goerion
een Hebreeuwse bijbel aangeboden
kreeg, stelde hij terstond de vraag of
die ook het Nieuwe Testament bevat
te. Hierop moest Ben Goerion echter
„neen" antwoorden.
Eén op de drie mensen in de Ver.
Staten heeft een auto. In Europa is
dat één op 32 en in de Sowjet Unie
één op 107.
President Eisenhower is het eerste
Amerikaanse staatshoofd dat ooit een
vliegbrevet behaald heeft. De presi
dent leerde vliegen in 1939, toen hij
als luitenant-kolonel op de Philippij-
nen vertoefde. Sedert 1947 heeft Ei
senhower geen vliegtuig meer be
stuurd.
Een film van de aanstaande kro
ningsplechtigheden in Engeland zal
dezelfde dag al door de Amerikaanse
televisie worden vertoond. De film
zal gedurende het vervoer met een
Stratocruiser van de B.O.A.C. worden
•mtwikkeld en gemonteerd.
pen, in hoofdzaak een gevolg van het
feit dat men, hoe onwennig menigeen
ook stond of nog staan zal tegenover
deze vormgeving, toch aanstonds in het
ontwerp iets had herkend van de eigen
en de gemeenschappelijke nood van die
somberste aller Meidagen. Daarom :s
dit monument op zijn plaats in Rot
terdam, waar het zal blijven herinne
ren aan de diepste nood van de mens,
die onder dom geweld moest zwichten.
Natuurlijk kan men bij dit monument
het is helaas reeds al te vaak ge
beurd vertellen dat deze tot
schreeuw verworden mens ook het
verzet symboliseert. Men maakt er dan
zelfs een soort bevrijdin/gsbeeld van. Ik
(Van onze correspondent.)
De eerste bijeenkomst van Lutherse
kerkkoren heeft te Arnhem plaats ge
had. Burgemeester Batser woonde de
opening hij. Vooraf werd in de Lu
therse Kerk een dienst gehouden,
waarin voorging ds. J. Gronloh en het
plaatselijk Luthers kerkkoor mede
werking verleende onder leiding van
de cantor-organist, de heer E. Egberts.
In zijn openingswoord zeide de heer
W. Mudde, dat deze dag een mijlpaal
is op de weg, nu zes jaar geleden in
geslagen.
De praeses van de Lutherse Synode,
ds. J. P. van Heest, vond het verheu
gend dat hier en daar nieuwe activitei
ten zijn ontstaan. Hij zeide, dat in het
hoogste kerkbestuur grote belangstel
ling voor de Werkgroep voor kerkmu
ziek bestaat. Koorzang, aldus spreker,
is in de eredienst een belangrijke fac
tor en lean op zijn wijze medewerken
aan de verkondiging van het Evangelie.
Ds. J. Gronloh, plaatselijk Luthers
predikant, wees er ook op dat muziek
een wezenlijk bestanddeel uitmaakt
van de eredienst en het verblijdde hem,
dat er in de kerk veel aan muziek
wordt gedaan, 's Middags hield prof.
dr. P. Boendermaker een inleiding
over „Onze kerkkoren en het komende
nieuwe gezangboek", de heer W. Mud-
de over „Onze drievoudige taak." Ook
werden nog voorstellen besproken aan
gaande samenwerking en regelmatig
contact.
Onder leiding van Hans Bril bracht
de Mülheimer Singkreis (Kerkkoor der
Pauluskerk te Mülheim/Ruhr) werken
ten gehore van Pepping, Distier en
Reda. Willem Mudde bespeelde het
orgel.
Advertentie.)
kunnen U opeens beletten te werken. I
7 Is altijd makkelijk I
—7 bij U te hebben, I
die helpen direct!!
Benzineprijs verlaagd
(Van onze Haagse redacteur)
Met ingang van vandaag is de ben
zineprijs in ons land met 0,7 cent per
liter verlaagd. Deze prijsverlaging is
een gevolg van de verlaging der zee
vrachten.
Communisten namen Rooms
kindertehuis in beslag
Op Hemelvaartsdag hebben functio
narissen van de communistische jeugd
organisatie FDJ het kindertehuis van
de „Caritas" te Saarow in Oost-Duits-
land in beslag genomen. De leidster
van het tehuis en geheel het rooms-
katholieke verplegende personeel moest
het gebouw verlaten.
In het tehuis bevinden zich 130 kin
deren van twee tot veertien jaar. Al
deze kinderen moesten de bekend
making van de overdracht en de tegen
de katholieke zusters gerichte toe
spraak mede aanhoren.
In de maatregelen tegen de kerken
in Oost-Duitsland zijn reeds vijf grote
en verscheidene kleine tehuizen en in
richtingen van de Evangelische Kerk
in beslag genomen.
Gemeenteopbouw
GEMEENTE-OPBOUW! Jarenlang
heeft dit woord in de Hervorm
de Kerk een appellerende klank ge
had. En nog bewaren velen het, met
ons in hun hart als het woord, waarin
een visie aangeduid is, die, ook nu, hen
bij hun denken en hun daden drijft."
Zo begint ds. F. H. Landsman in het
weekblad „De Hervormde Kerk" zijn
artikel over „Consolidatie of beke
ring?", waarin hij verder betoogt, dal
het woord „Gemeente-opbouw", dat
eerst een appèl was, door het veelvul
dig gebruik versleten is en in ieder
geval geen bekering meer brengt. Hij
wijst dan eerst op de zeer practisehe
en realistische, en daarom gemakke
lijk hanteerbare interpretatie van ge
meente-opbouw in de zin van de ver
houding van de richtingen in de Ned.
Herv. Kerk, die men dan „modaliteit"
noemt en die elk haar eigen recht heb
ben binnen de Kerk. Gemeente-op
bouw betekent dan: ieder in de Kerk
het zijne geven: consolidatie van de
bestaande geestelijke structuren;
handhaving van de huidige machts
verhoudingen; consolidatie van de sta
tus quo.
Daartegenover stelt ds. Landsman de
visie, waarin er niet van wordt uitge
gaan, dat elke „richting", zoals zij
thans reilt en zeilt, reeds „modaliteit"
is, maar waarin de „richtingen" elk
voor zich en te zamen weten, dat ze
zich in een kerkgemeenschap, die on
trouw is geworden aan het Woord
Gods en die aan het belijden der Kerk
ontzonken, rondom de geopende
bijbel hebben te laten reformeren, in
het heden, door de kracht van de Hei
lige Geest.
Naar aanleiding hiervan komt ds.
Landsman ben slotte tot de vraag:
„Vergissen we ons, als we menen te
moeten constateren, dat velen in onze
Kerk wél jammeren over de slapheid
en de moeizaamheid van het gemeen
telijke leven, over de toenemende
hardnekkige goddeloosheid van de mo
derne mens, maar van de ellende in de
zin van de catechismus weinig weet
meer hebben en daarom ook aan de
blijdschap over het verlost-zijn en aan
de dankbaarheid daarvoor niet meer
toekomen?" „Men zoekt de schuld
overal: zo gaat de schrijver verder
bij het conservatisme van de ortho
doxie, bij de ketterijen van de vrijzin
nigheid, bij het gebrek aan roepings
besef van de dominees, bij de traag
heid of te grote voortvarendheid van
„de Synode"Maar zoeken we ze,
waar ze werkelijk is te vinden: bij ons
zelf?"
Ambtsgeheim
NAAR aanleiding van een ervaring,
die ds. W. L. Steinlhart enkele
jaren geleden heeflt opgedaan, toen
hem verzocht werd ernstig en pasto
raal te spreken met een dienstmeisje,
dat zich reeds enige maanden lang aan
diefstal had schuldig gemaakt, schrijft
hij in het „Evangelisch Luthers Week
blad" over de wenselijkheid in het
formulier ter bevestiging van kerke-
raadsleden met nadruk er op te wij
zen, dat de kerkeraadsleden als leden
van een kerkelijk college aan het
ambtsgeheim gebonden zijn.
Het meisje, waarover ds. Steinhart
het heeft, was niet Luthers, maar be
hoorde tot een gemeente, waar de
kerkelijke tudht streng gehandhaafd
werd. Ze verzocht ds. Steinhart drin
gend na een volmondige bekentenis
van haar oneerlijkheid deze aan
gelegenheid niet met haar predikant
te bespreken, omdat deze dan ver-
H.H. PENSIONHOUDERS
Stuurt een
aan 120.000 gezinnen I
U kum 12U.UUU goede gezinnen tn het gehele
iand uitnodigen, het weekend en de vacantie
m Uw pension te verblijven, door een adver
tentie te plaatsen ln de vacantie-ad reaaenru-
briek van ona dagblad. De prüïen voor d«e
advertentie» zijn zeer voordelig gesteld.
Vraagt het speciale tarief aan
DAGBLAD ..TROUW"
N.Z. Voorburgwal 225 Amsterdam C.
TéL K 2900—37900, toestel 12.
plicht was dit geval op een kerke-
raadsvergadering te bespreken. Wan
neer haar overtreding vandaag op
een kerkeraadsvergadering besproken
werd, zo verklaarde ze, is morgen het
hele dorp over mijn zonde ingeliaht.
Ds. Steinhart merkt naar aanleiding
hiervan ojn. op: predikanten, ouder
lingen en diakenen moeten zichzelf de
plicht opleggen om buitenstaanders
(dus ook hun echtgenoten en kinde
ren) niet in te lichten omtrent pun
ten, die ambtshalve in een kerkeraads
vergadering besproken worden. Voor
al in tere zaken betreffende persoon
lij,ke eer en kerkelijke tucht zal in de
eerste plaats de zelf-tuobt betracht
moeten worden. Hier geldt de bede:
Heer, zet een wachter voor mijn lip
pen.
Verder van elkander?
DE stelling Hervormd is Hervormd
en moet als zodanig worden
aanvaard, de vraag rechtzinnig of
vrijzinnig mag door buitenstaanders
niet worden gebruikt om verschil te
maken, is voor ons onaannemelijk.
Daar verstaan de Hei-vormden weinig
van, gelijk wij hun stelling niet ver
staan." Dit schrijft prof. dr. F. W.
Grosheide in het Gereformeerd week
blad „Belijden en Beleven" aan het
eind van een artikel, dat tot opschrift
draagt „Verder van elkander?"
Prof. Grosheide begint dit artikel met
de opmerking, dat waarschijnlijk
nooit zo sterk als in de eerste helft,
van deze eeuw gevoeld is, dat de ge
scheidenheid der kerken schuld is
voor God. Hij wijst verder op de oecu
menische werkzaamheden van ver
schillende wereldorganisaties, waarin
het eenheidsstreven zidh openbaart
vestigt bovendien de aandacht op
de gesprekken van leden der Geref.
Kerken met Hervormden en Rooms-
KatJholieken.
In verband met dat laatste de ge
sprekken tussen leden van verschillen
de kerken behandelt prof. Gros
heide dan de vraag: „Geeft dat alles
wat? Brengt het ons dichter bij el
kaar?" Zijn antwoord luidt: „Heel wei
nig of zelfs niets." Toch is de hoog
leraar van mening, dat men er niet
mee moet ophouden. Hij meent er in
te zien een althans iets doen om el
kander te vinden en een opmerken,
hoe ver we eigenlijk van elkaar staan.
Maai- dan toch weer een beter zien
van de grootheid van de ellende, die
er toch toe leiden moet het gevoel
van schuld te verdiepen en een te meer
zoeken van de genade van de Here
Jeaus Christus om tot verbetering te
komen.
Als de oorzaak van het feit, dat er
tussen de Hervormde Kerk en de
Geref. Kerken tegen de verwachting
van de laatste jaren in, eer minder
dan meer toenadering is gekomen,
noemt prof. Grosheide dit, dat deze
kerken in de grond der zaak veel ver
der van elkander af staan, dan velen,
afgaande op wat men zo hoort en leest,
aanvankelijk zouden denken. Toch
blijft de professor van oordeel, dat het
gesprek meer kijk heeft gegeven op
de bestaande tegenstellingen. En dat
acht hij, hoezeer hij het betreurt, toch
een voordeel.
Art. 31 K.O.
DS. J. P. v. d. STOEL, predikant bij
de Geref. Kerk (onderh. Art 31
K.O.) te Amsterdam, schrijft in de
Kerkbode van Noord-Holland van zijn
kerkverband over de vraag, wie al dan
niet voor vast en bondig heeft te hou
den naar art. 31 K.O. Het heeft zin
deze vraag te stellen en te beantwoor
den, zegt ds. v. d. Stoel, omdat de kerk
van Semarang reeds aan alle zuster
kerken heeft bericht, dat zij de tegen
ds. S. J. P. Goossens door de kerk van
Zwolle getroffen tuchtmaatregelen
niet voor vast en bondig houdt, omdat
zij deze maatregelen onrechtmatig
acht. De kerkeraad van Semarang
heeft verder medegedeeld, dat hij „ds.
S. J. P. Goossens als missionair dienaar
des Woords van de Gereformeerde
Kerk te Zwolle blijft erkennen en ont
vangen."
Ds. v. d. Stoel verklaart naar aan
leiding hiervan, dat art. 31 K.O. de
kerk van Semarang daartoe niet het
recht geeft. Niet deze kerkeraad is de
verongelijkte partij, maar ind'ien de
schorsing en afzetting van ds. G. on
wettig zou zijn, heeft Zwolle daarmee
ds. G. verongelijkt en alleen ds. G. kan
appelleren en niet de kerk van Sema
rang. Pas als de zaak-Goossens op de
tafel van de Generale Synode ligt via
een appèl van ds. G„ kan het op de
weg van Semarang komen te liggen
eventuele besluiten niet voor vast en
bondig te houden.
Eerste toneeltje
JAN KLAASSEN (komt zingend op):
Hop Marjanneke, stroop in 't kannetje,
laat de poppetjes dansen.Ziezo, nu
nog even een hoogstandje maken, een,
twee, hoepla! Weten jullie waarom ik
in zo'n goed humeur ben, kinderen?
KINDEREN: Omdat de zon schijnt!
JAN KLAASSEN: Mis.
KINDEREN: Omdat je jarig bent!
JAN KLAASSEN: Oók mis. Ik zal
het jullie maar vertellen. Omdat ik
vandaag vacantie heb en de hele lange
lieve dag ga vissen met mijn beste
vriend Jan Brandweerman. Jan Brand
weerman heeft óók vacantie. Hij komt
me zo dadelijk halen en hij brengt van
alles mee, vishengels en dobbers en een
emmer om de vissen in te doen. Ik ben
nog nooit wezen vissen, maar het lijkt
me heel niet moeilijk. Je blijft maar
zo stil als een muis aan de kant van
het water in het gras zitten tot een vis
bijt en dan, hup, haal je vlug je hengel
op. In een wip heb ik de emmer vol,
dat zal je zien. Ik geloof, dat ik Jan
Brandweerman al hoor. O nee, het is
Katrijntje maar.
KATRIJNTJE: Wat ben ik blij, dat
je vacantie hebt. Jan Klaassen, nu kan
je me mooi helpen met de schoonmaak.
JAN KLAASSEN: De schoonmaak is
toch al lang klaar? Lieve mensje, het
hele huis glimt als een spiegel. Je zou
van de vloer kunnen eten.
KATRIJNTJE: Ja, maar de ramen
en de stoep hebben nog geen beurt ge
had, zie je. Ik kan zo'n zware emmer
met water niet tillen en ik durf ook
niet goed boven op de trap te staan.
Ik heb een beetje hoogtevrees en die
vervelende trap wiebelt zo.
JAN KLAASSEN: Maar ik wou juist
gaan vissen met Jan Brandweerman.
Als we terugkomen krijg je een em
mer vol vissen en dan eten we van
avond gebakken botjes.
KATRIJNTJE: Dat is nog niet zo
gek, Jan Klaassen. Maar je moet éérst
even je werk doen. Als je flink voort
maakt ben je misschien al lang klaar
als Jan Brandweerman komt. Ik ga in
tussen boodschappen doen. Begin maar
gauw. Dag! (Katrijntje af.).
JAN KLAASSEN: (trekt een lange
neus achter haar rug).
Tweede toneeltje
JAN KLAASSEN: 't Is wat moois!
Ruiten zemen en stoepjes schrobben als
je vacantie hebt! Hoe verzint Katrijntje
het? Wat hindert het of er een beetje
zand op de stoep ligt en of er een paar
spikkeltjes vuil op de ruiten zitten.
Katrijntje is véél en véél te precies.
En ik zit er maar mee. Zo dadelijk
komt Jan Brandweerman....
JAN BRANDWEERMAN (komt bin
nen met zijn visgerei): Hallo, Jan
Klaassen. ga je mee vissen? Wat kijk
jij lelijk? Je gezicht lijkt wel een on
weerswolk.
JAN KLAASSEN: Dat zal waar zijn,
Jan Brandweerman. Ik kan niet met je
mee. Katrijntje heeft in haar hoofd ge
haald, dat ik de ruiten en de stoep een
beurt moet geven en dat is een heel
karwei. Daar ben ik wel een uur of
wat mee kwijt.
JAN BRANDWEERMAN: Je kunt
toch tegen Katrijntje zeggen, dat ze
naar de pomp kan lopen met haar rui
ten en haar stoepje!
JAN KLAASSEN: Nee, nee, Jan
Brandweerman, dat durf ik niet.
JAN BRANDWEERMAN: Weet je
wat je bent, Jan Klaassen? Je bent een
Jan Klaassen doet de stoep met de
brandslang.
held op sokken. Dan ga ik maar alleen
vissen. Maar wacht eens.(hij houdt
zijn vinger tegen zijn neus) daar be-
dènk ik iets. Een réüzen-idee, Jan
Klaassen.... ik haal de slang van de
brandweerauto en we spuiten samen
even de hele boel schoon.
JAN KLAASSEN: Je bent een bo-
venstebeste!
„Hè, er valt een druppel op m'n neus!"
JAN BRANDWEERMAN: (gaat even
weg en komt terug met de slang): Hè,
hè, is dat hard lopenik ben hele
maal buiten adem. Doe jij even de
slang aan de kraan?
JAN KLAASSEN (vol bewondering)
Tjonge, wat een mooie slang, hij is mis
schien wel tien meter lang!
JAN BRANDWEERMAN: Draai nu
de kraan maar'open. Klóar? Mooi, daar
gaan we dan! (Je hoort het water klet
teren. Jan Klaassen en Jan Brandweer
man zijn druk in de weer met de slang).
JAN KLAASSEN: Dat gaat prachtig!
JAN BRANDWEERMAN: Ho, stop,
anders loopt de boel onder. De kraan
dicht! Nu rollen we de slang op en
brengen die weer netjes terug in het
brandspuitenhuisje.
JAN KLAASSEN: En dan gaan we
Jan Klaassen trekt een lange neus
achter Katrijntjes rug.
fijn vissen. Je zult zien, dat we met een
boordevolle emmer terugkomen. Wat
zal Katrijntje kijken!
Dorde toneeltje
KATRIJNTJE (komt thuis, zet de
tas met boodschappen neer): Ziezo, de
boodschappen zijn al weer gedaan. Hè,
er valt een druppel op mijn neus. Waar -
komt die vandaan? (k\jkt rond). Ver
schrikkelijk, wat is hiér gebeurd? Het
hele huis is kletsnat. Het water druipt
met straaltjes langs de muur. Alles is
nat., mijn tafel, mijn stoelen, mijn
kleedjes, mijn dekentjes, mijn potjes en
pannetjesDat heeft die domme,
domme Jan Klaassen natuurlijk ge
daan. Als hij straks thuiskomt zal ik
hem een flink standje geven, is dat een
manier van doen.
JAN KLAASSEN (komt binnen met
Jan Brandióee7-man)Daar zijn we
weer, Katrijntje. Heb je de koffie
klaar? En heb je soms ook iets te eten
voor ons? We hebben een verschrikke
lijke honger; dat komt van de buiten
lucht, denk ik.
KATRIJNTJE (zet de handen in de
zij): Gróte, grótë, gróte domoren zijn
jullie alletwee. Wat hebben jullie in
vredesnaam uitgevoerd toen ik weg
was? Het héle huis is drijfnat.
JAN KLAASSEN (verlegen): we
hebben alleen maar eh
JAN BRANDWEERMAN: de stoep en
de ruiten schoongespotcn met de slang
van de brandweerauto.
KATRIJNTJE: En hoe komt hier dan
alles zo nat?
JAN KLAASSEN: We hebben zeker
eh
JAN BRANDWEERMAN: een paar'
druppeltjes gemorst.
KATRIJNTJE: Een paar druppeltjes!
Ik zou me schamen als ik zo'n domoor
was. Maar vooruit, ik zal maar koffie
voor jullie zetten. Ten minste, als de
koffiemolen niet verroest is. En dan
zullen we maar een boterham gaan
eten met gebakken botjes. Waar is de
emmer met vis?
(Jan Klaassen en Jan Brandweer
man kijken elkaar eens aan).
JAN KLAASSEN: Het spijt me heus,
Katrijntje, maar de vissen wilden hele
maal niet bijten.
KATRIJNTJE (schiet in de lach):
Geef ze eens ongelijk! Ik zou óók lie
ver in de sloot rondzwemmen dan in
de koekepan liggen te bakken. Hier,
Jan Klaassen, maal jij de koffie maar,
dan bak ik gauw een paar dikke spek-
pannekoeken voor jullie, dat smaakt
nèt zo lekker. Lust jij die ook wel, Jan
Brandweerman?
JAN BRANDWEERMAN: öf ik die
lust, Katrijntje! Spekpannekoeken met
stroop er op, mmmmm....
JAN KLAASSEN: Ben je niet boos
meer, Katrijntje?
KATRIJNTJE: Nee ho:r, het is al
weer over, Jan Klaassen. Morgen, als
het zonnetje schijn, zetten we alle ram
men en deuren van ons huisje wage-
wijd open. Je zult eens zien hoe gauw
dan alles is opgedroogd.
JAN BRANDWEERMAN; Ik felici
teer je, Jan Klaassen.
JAN KLAASSEN: Waarméé?
JAN BRANDWEERMAN: Ik felici
teer je, omdat je zo'n best wijfje hebt,
man!
KATRIJNTJE: Schei nu maar uit,
hoor, jullie maken me nog verlegen..
Einde
De tijd van Hemelvaart en Pinkster
ligt wei zeer in de zendingssfeer. Het
woord dat de Heiland bij Zijn afscheid
tot het discipelkringetje sprak en dat
de Geest door het talenwonder een
vvereldveroverende betekenis gaf: „Gij
zult Mijn getuigen zijn" is tot op
vandaag geladen met een wondere
kraoht.
„Gods werk gaat dóór"
zo noemde jkvr. C. M. van Asoh van
Wijck het zendingsboek dat onlangs
van haar hand verscheen"). Zij ver
gelijkt hierin de voortgang van het
Evangelie met een opkomende vloed,
die de wereld zal omspoelen. In mach
tige golven komt soms deze vloed op,
om dan weer terug te lopen zóver dat
wij bijna geen water meer zien.
Het prachtige^ boek, dat wij met een
wereldkaart vóór ons het best kunnen
lezen, behandelt in hoofdzaak de zen-
dings-„golf", die in de laatste honderd-
vijftig jaar tot grote hoogte werd op
gestuwd.
Wij zijn zo gewend bij „zending"
eigenlijk alleen aan Indonesië te
denken het is
goed, dat de
schrijfster ons
laat zien hoe
Gods werk op
wonderlijke ma
nier over heel
de wereld gaat
Ja, op wonder
lijke manier...
Evangelie in een
één man en één
i Voor Trouw-
lezeressen
Soms komt het
werelddeel door - - -
vrouw. Sofns in China b.v.
draagt het aantal dopelingen na 35.
jaar werken: zes! Na 50 jaar 700 en
in 193G ruim 67 duizend!
Is het niet om te wanhopen: 35 jaar
werken om in een millioenenland'zes!
mensen tot Jezus te brengen? Wie dim
niet wanhoopt heeft geloof. En einde
lijk geeft God tóch wasdom.
Opmerkelijk is wat dit boek vertelt
over het zendingswerk van vrou
wen:
„In bijna alle landen, maar zeker ln
de Verenigde Staten, bestaal het thuis
front voor het overgrote deel uit
vrouwen".
Dit wil clan zeggen, dat vrouwen het
geld bij eikaar brengen dat de zending
nodig heeft en dat zij op zendings-
bijeenkomsten in de meerderheid zijn.
In alle eenvoud geven naaiende
vrouwengroepen zich aan wereld
omvattend werk. Wat weten zij van
zendingsmethoden, van zware vertaal
arbeid, van vorm der prediking, van
het benaderen van vreemde volken
die in hun spreektaal niet eens een
woord hebben voor „God", voor „ge
loof", voor „genade"Zij weten
alleen dat er zielen voor Christus moe
ten gewonnen worden en déarvoor
doen ze eenvoudig wat haar hand
vindt om te doen, al is dit dan hel
haken van een sprei of het zomen van
een kleedje.
Overal wóór dit boek ons het zen
dingswerk beschrijft, komt telkens de
vrouw naar voren die als navolgster
van Maria Magdalena de blijde op-
standingsboodschap in de wereld rond
brengt. Hoe komt dit zo? In de gewone
kerkdienst is het toch de man die tot
JO KALMIJN—SPIERENBURG
nu toe zeer sterk domineerde? De
schrijfster heeft een verklaring:
„Men krijgt vooral in de Angelsak
sische landen het gevoel, dat het
lekenelement, en daarbij dan vooral
de vrouwen, in het zendingswerk de
uitlaat heeft gevonden voor de be
hoefte aan bewuste, vol-verantwoor
delijke activiteit, waarvoor in de kerk
zelf geen plaats is; omdat daar de lei
ding uitsluitend in handen van predi
kanten, soms ook van andere ambts
dragers berust".
Hoe het zijGods werk zien we
in dit boek dóórgaan, ondanks „moei
lijkheden en problemen die als stort
vloeden over jonge kerken worden
heengegoten".
Na ons langs alle wereldzendings-
velden geleid te hebben eindigt de
schrijfster met de juichtoon: „Nu heb
ben wij voor onze ogen het wonder1
zich zien voltrekken, dat in een tijd
van schijnbaar diepe inzinking in de
Westerse kerken, zij toch het middel
in Gods handen hebben mogen zijn om
onder de meest tegenwerkende om
standigheden het Evangelie uit te dra
gen onder alle volken der wereld".
Het doet goed dit tussen Hemelvaart
en Pinkster te mogen bedenken.
L. A. L. Br.
Uitg. W. ten Have N.V., Amsterdam.
Van der Heem keert over 1952 een
dividend ui' van 8J/£% (onv.) op de
gewone aandelen. De netto-winst be-
diroeg 644.171 (580.459). Aan de diï
videndreserve wordt 42,583 toege
voegd. _j -