T ussen Hemelvaart en Pinksteren n GEREF. SCHOOLVERBAND TE UTRECHT BIJEEN POLITIEKE GEMEENSCHAP MET RUIMER TAAK? I Uoctn j Burgemeester moest zelf een perskaart „draaien door prof. dr. G. C. Berkouiüer RUST EN ONTSPANNING Labour-brochure neemt het op voor Amerika Een arme huid weer rijk door Purol Dagelijks feuilleton Ondersteuning ZATERDAG 16 MEI 1953 TROUW 3 WANNEER de kerk van Jezus Chris tus zioh 'bevindt tussen hemelvaa'rt en Pinksteren, woi-dl ze er wel zeer bijzonder aan herinnerd, dat het Chris telijk geloof niet is een zich verdiepen in alle mogelijk mooie ideeën en ge dachten, die het hart een ogenblik kun nen bekoren, maar dat het gaat om een madhtige voortgang van feiten, van daden Gods, die betrekking hebben op de komst van het koninkrijk Gods. Al tijd weer in de geschiedenis treffen we de poging aan om van het Christelijk geloof iets anders te maken en het los te maken van die gebeurtenissen, die van volstrekte betekenis zijn voor de redding der wereld. Vooral toen men moeite kreeg met de wonderen en met het -gezag van de bijbel, ging men het wezen van het Christen-dom zoeken iets anders, of in het igevoel voor het Oneindige of in de doorlichting van de geheimen der wereld en van God door middel van de machtige rede. De feiten, de geboodschapte feiten, waar mee de jonge kerik de wereld in was gegaan, vervaagden en verloren hun dringende en verlossende betekenis. Reeds in de 18e eeuw ging de bekende Lessing onderscheid maken tussen toe i vallige geschiedeniswaarheden en nood wendige waarheden van de menselijke rede en van hieruit kon hij de weg naar de heilsfeiten niet meer vinden en ging hij twijfelen aan de absoluutheid van het Christendom. Hij kon die kloof niet overbruggen tussen die -geschiede nis (die toevallige geschiedeniswaarhe den) en de rede en -hij stelde eens de vraag: Kan iemand mij hierin helpen, laat hij het doen, ik vraag het hem, ik bezwéér het hem. Hij kan een „Gottes- lóhn" aan mij verdienen. Met deze ge dachte is Lessing niet alleen blijven staan. Velen zijn hem hierin gevolgd en hebben geaarzeld bij -die boodschap van de feiten. In later tijden werd de cri- tiek nog machtiger en werd met een hautain gebaar veel ter zijde gescho ven, waarvoor dan in de plaats kwam óf de ménselijke rede óf de mystiek. In beide gevallen had men de geschie denis feitelijk niet meer nodig. Ze kon hoogstens illustratie zijn van „eeuwigi waarheden", maar niet reddende daad Gods. M.a.w. men wilde de verstoring der zonde, die volop historie was, te boven komen door ideeën en meende daarvoor geen historie" nodig te heb ben. Deze strijd duurt neg' altijd voort. Ook'in onze tijd, hoewel in menig op zicht het besef voor de betekenis der geschiedenis weer toeneemt, vinden we die idealistische afkeer van de feiten. Ze schijnen niet nodig te zijn en bo vendien wijst men er op, dat de „fei ten" van het verleden, waarop de pre diking der Christelijke kerk zich con centreert, lang voorbij zijn (als ze ge schied zouden zijn) en daarom niet. van reddende betekenis kunnen zijn voor de nood van het heden. Het is het drama van het moderne leven, dat het meer verwacht van het heden der „ideeën" dan van de kracht Gods in het verleden. Ten slotte loopt dat altijd uit op de onontwijkbare consequentie, dat de oplossing van de nood verwacht wordt van de mens zélf. Als God het niet gedaan heeft en het doet, wie zal het dan anders doen dan de mens zelf in zijn dynamische kracht, waarmee hij de weerstanden denkt te kunnen over- T USSEN hemelvaart en Pinksteren worden we herinnerd aan de oude boodschap, dat God zélf handelend in de geschiedenis gekomen is in het kruis en de opstanding en de hemelvaart van Jezus Christus en dat men een keerde kijk heeft en hebben moét op de ganse geschiedenis, wanneer men dit verwaarloost en meent, dat het probleem thans nog weer nieuw ge steld. moet worden, alsof we leven in een tijd van nieuwe pogingen en nieu we daden. Wanneer er lampen vol stralend licht in de wereld gezet zijn, moet men niet gaan zoeken naar an dere lichten om de duisternis te over winnen. Dat is altijd een verantwoor delijke zaak. Want wat geschied is, kan niet ongedaan gemaakt worden. Ik denk aan het woord van de Prediker: „Ik heb ingezien, dat al wat God doet voor eeuwig is; daaraan kan men niet toedoen en daarvan kan men niet af doen en God doet liet, opdat men vre ze voor Zijn aangezicht. Wat is, was er reeds lang en wat zijn zal, is er reeds lang geweest en God zoekt weer op, wat is voorbijgegaan." (3 14). Men is er van losgeraakt in een lang historisch proces en zoekt nu oplos singen, daden, die reddend zullen kun nen ingrijpen in het geteisterde men senleven, in het. leven van mensen en volken. In die situatie schijnt de bood schap der kerk, de boodschap van de hemelvaart en de uitstorting van den Heiligen Geest een witte zomerwolk te zijn, waaruit géén regen komt. En het zal de strijd blijven, die het mensen leven bepaalt, of de ogen weer zullen opengaan dan wel gesloten zullen blij ven voor de macht Gods in kruis en opstanding, voor de voortgang van Zijn machtige en onweerstandelijke daden in het verleden en op grond daarvan in het heden der geschiedenis. Het is nuttig voor U, zo heeft Christus ge zegd, dat Ik heenga. Het is niet een achteruitgang geweest, die hemelvaart, maar een schokkende vóórtgang der daden Gods, Zie, Ik ben met U al de dagen tot de voleinding der wereld, Gaat. heen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in den Naam des Vaders en des Zoons en des Hei ligen Geestes. Hier komt de wereld open te liggen. Ze zal staan in het licht van het mach tige historische gebeuren. Ze komt er geen ogenblik meer van los. Het is het licht van de vertroosting (met U al de dagen) en van de roeping. Hier ont vangt het leven een zin, een uitzicht, een belofte. Er is sindsdien geen stil stand meer, maar alleen voortgang, voortgang óók in verantwoordelijkheid. Toen de discipelen stonden op de he- melvaartsberg en staarden naar de he mel, scheen het een periode van stil stand te worden. Men heeft dat eens een kritiek moment genoemd in de ge schiedenis van het Koninkrijk Gods. Maar de stilstand heeft niet lang ge duurd. Met de boodschap van Zijn we derkomst zijn ze de wereld ingegaan en hebben ze daar rondom het kruis en de opstanding de spanningen opge roepen, de spanningen van de beslis sende ernst, van de daden Gods en van de voortgang van de geschiedenis naar de nieuwe aanwezigheid van deze Heer aan het eindpunt aller tijden. Sindsdien gaat het Nieuwe Testament spreken van de haastige komst van deze Heer en van de korte tijd, die nog rest. Men heeft daarmee gespot, reeds in de Nieuw-TestamentisChe tijd en r heeft gezegd: er gebeurt niets en alle dingen blijven gelijk ze zijn geweest vanaf het begin der wereld, maar de jonge kerk heeft de tijden en de bere keningen in Gods hand gelaten en ge weten, dat er voortgang was onder de blauwe hemel van Gods lankmoedig heid en dat het leven stond in de be lichting van wat geschied was, één maal en daarin beslissend, in het laat ste der dagen, het beslissende der da gen, toen de zegen en de vrucht van Christus' offerande werd gezien in de realiteit van den Heiligen Geest. Waar lijk, sinds de hemelvaart en de uitstor ting van den Heiligen Geest is er geen reden meer om in doffe wanhoop ter neer te zitten. Er is geen reden meer om met de Emmaüsgangers te zeggen: wij dachten, dat Hij ons zou verlossen, maar er is nog niets gebeurd. En we hebben ook geen reden meer om te denken, dat er niets gebeurt in de we reld, niets belangrijks dan alleen wat mensen doen in de waan van hun grootheid. Eéns zal deze waan worden doorbroken en ééns zullen de machtige pogingen om nieuwe geschiedenis te (Advertentie vindt de een door zalig nietsdoen en zorgeloos genieten van de zon, de ander door het maken van wandelingen, excursies of door sportbeoefening. Maar wat U ook zoekt en waaraan U behoefte hebt na een jaar van Ingespannen arbeid. brengt Uw Jjj ZwitSerlCHld door, want dit gastvrije land met z'n machtige bergen en fantastische meren, z'n gezonde klimaat, met z'n bergbaantjes, boten en postauto's, prima hotels en pensions in iedere prijsklasse vervult al Uw vacantie fcunl U profiteren ven voordelige ou, Konlngipleln 11, Ami scheppen (reddende geschiedenis) haar diepte worden getoetst. Het zal wel komen verrassend en onverwachts als een dief in de nacht, maar de maatstaf der beoordeling zal niet nieuw zijn, maar oud, zéér oud, zéér bekend. Het zal plotseling alles staan in het alles ontdekkende licht van de „oude" geschiedenis, van de daden Gods, die gepredikt zijn op de hoeken der straten, op de pleinen en de velden der historie, in de Apollo- hal en op de zendingsvelden, door de radio en in de lectuur tot aan de uiter sten der aarde. Was dat niet de op dracht, gegeven even voor de hemel vaart? Het ging de wereld aan, gelijk God de wereld heeft liefgehad. Laten we ons niet verkijken op de geschiede nis. We kunnen ook een boek niet be- grij.pen wanneer we beginnen bij het zevende hoofdstuk, zonder het voor afgaande gelezen te hebben. NI thans in de geschiedenis is opge slagen en we kunnen ook niet zien, hoevéél hoofdstukken er nog zullen volgen. Deze tijden zijn in Gods han den. Maar in die tijd zullen we denken aan Christus' nuttige heengaan en aan de velden, die wit zijn om te oogsten en aan de banier van het kruis en aan de redding door de opstanding van Je-r zus Christus en aan de vermaning om ons niet te laten verleiden door de „eeuwige" redewaahheden, waarbij dan de feiten geen rol kunnen spelen. Wij behoeven de sprong van Lessing niet te maken en niemand kon hem in de 18e eeuw de weg wijzen. Deze sprong is onmogelijk. De weg loopt van de andere zijde onze geschiedenis in. Vol zegen en vol verantwoordelijk heid. En men kan er niet aan afdoen en men kan er niets aan toedoen. Men Ten tijde, dat er tekenen zijn van een zekere spanning in de Amerikaans- Britse betrekkingen is van de zijde van een bepaalde groep in de Labour- partij (de socialistische unie), een bro chure gepubliceerd, die juist hierom bijzonder de aandacht trekt, omdat het het opneemt voor de vredelievende tendünzen der Amerikaanse buiten landse politiek. Het geeft tevens een kijk op het innerlijke conflict 111 de Labourpartij over de buitenlandse politiek. Gematigde Labour-leiders als Philip Noel Baker en Herbert Morrison heb ben hun instemming betuigd met het geschrift en ook Clement Attlee heeft Advertentie.) HERSENS in 'n laatje Ja, de hersens van de knapste koppen in een laatje van Uw kast, Uw schrijfbureau! Elk ogenblik ter beschikking om U te helpen op Uw weg naar suc ces! Dat kan, als U schriftelijk studeertUiterst bevoegde leraren stellen in de schriftelijke lessen van Resa-Hilversum hun wetenschap tot Uw dienst en blijven U leiden tot Uw doel bereikt is! Vraag vrijblijvend in lichtingen aan Resa-Hilversum. Bekende schriftelijke cursus. J gezegd, dat het „een uitstekend boekje is". Het conflict bij Labour spruit, vol gens de brochure, voort uit een rozige, onwerkelijke kijk op Rusland en uit het oude socialistische onbehagen over een nauwe binding aan het. „kapita listische Amerika". In de brochure wordt deze „on realistische houding" gewraakt en o.m, gezegd: „Amerika heeft legaal binnen de V.N. gewerkt. Het is niet schuldig aan agressie. Er is geen overtuigend geval om zich tegen deze alliantie te ver zetten iop grond van socialistische prin- 1 cipes". In de Amerikaanse politiek, aldus de brochure, zijn internationalistische vleugels in de beide grote Amerikaan se politieke partijen. De internationa listische vleugel van de republikeinse partij betrekt zijn grootste kracht van Oostelijke financiële kringen Wall Street inbegrepen en deze rijke re publikeinse groep is in geen enkel op zicht imperialistisch. Zij geeft liever economische hulp, met de hoop op tastbare resultaten. De brochure wijst er verder op, dat Rusland daarentegen omhoog gekomen is als een sterk-nationalistisch land, met inwendige spanningen en een im perialistische erfenis van drang naar expansie. In de periode van 3 tot en met 9 Mei zijn zeven gevallen van paraty- phus, 38 van diphtherie en 2 van kin derverlamming .gemeld. De gevallen van kinderverlamming deden zich voor in Amsterdam en Hilversum. kan er wel door gezegend worden en bewaard worden voor vrees en ontzet ting in de tijd, die komt. Dat heeft de prediker 'reeds gezien, toen hij de op lossing vond na onrust en vertwijfeling: opdat men vreze voor Zijn aangezicht. Referaat prof. Scholten besproken (Van een onzer redacteuren) Onder leiding van ds. W. E. Gerritsma heeft gisteren te Utrecht „Gerefor. meerd Schoolverband" zijn jaarvergadering gehouden. De voorzitter stond in zijn openingswoord stil bij het bouwen van de tempel te Jeruzalem door Nehemia, alsmede bij diens gebed. Een soortgelijke taak, bouwen, bewaren en bidden, hebben wij ook, zeide ds. Gerritsma. Het Christelijk onderwijs vertoont scheuren en bouwvallen, zoals de tempel in Nehcmia's dagen. Daar om zullen we moeten bouwen en bewaren, niet in isolement, maar samen werkend met de zusterorganisaties. Vervolgens 'herdacht spr. de slacht offers in het rampgebied, alsmede mr. J. Terpstra, de oud-minister van Onderwijs. N.a.v. het rapport, uitgebracht dooi de paedagogische adviseur, prof. dr. J. Water ink, deelde de heer C. Munk Jr. uit Oldebroek iets mede over een door hem samengesteld rapport over onder- f flrf.verientie.) Min. Beyen over Europ. integratie (Van onze parlementaire redacteur) De minister van Buitenlandse Zaken, mr. Beyen, heeft gistermorgen op een persconferentie in Den Haag verklaard, dat het meest bevredigende resultaat van de ministersconferentie van Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de drie Benelux-landen, die deze week te Parijs werd gehouden, is, dat de opvatting waarbij de Europese politieke gemeenschap hoofdzakelijk wordt gezien als een pol:':eke overkoepeling voor de Europese Kolen- en Staal Gemeenschap en de Europese Defensie Gemeenschap heeft plaats gemaakt voor het stand punt dat de Europese politieke gemeenschap een veel ruimere en algemenere taak dient te krijgen met name op het terrein van de economische integratie. Daardoor worden de kansen voor Nederland groter om zijn plannen ten aan zien van de vorming van een Europese markt d.w.z. de vrije uitwisseling van goederen, kapitaal en personen in Europa, ingang te doen vinden. Van Nederlandse kant zullen op de a.s. conferentie van Rome concrete amendementen worden ingediend op de economische paragrafen van het door de zes ministers van Buitenland se Zaken op te stellen statuut, voor een Europese politieke gemeenschap. Zoals bekend zullen de ministers van Buitenlandse Zaken op 11 Juni op nieuw bijeenkomen in Rome met hun experts. De experts zullen daarna ge zamenlijk een rapport opstellen dat op 1 Juli aan de ministers zal worden aangeboden. Op 10 Juli zal dan in Den Haag een nieuwe ministersconferentie plaatsvinden, waar, naar min. Beyen hoopt, spijkers met koppen worden geslagen. Zoa.'s bekend heeft Bondskanselier Adenauer, aanvankelijk op de Parijse conferentie, het standpunt verdedigd, dat het ontwerpstatuut van de Assem- blée ad hoe dat is de vergadering van parlementariërs uit de zes Euro pese landen, die op 10 September 1952 in Luxemburg, liet verzoek van de zes ministers van Buitenlandse Za ken ontving om een ontwerpstatuut voor de politieke gemeenschap op te stellen aanstonds en bij uitsluiting als basis voor de besprekingen van de zes ministers diende te worden genomen en dat dit ontwerpstatuut in de eerste plaats bedoelde de Europese politieke gemeenschap te maken tot overkoepelend politiek Europees ge zag voor de Europese doelgemeen- schappen, zoals de kolen- en staal gemeenschap en de Europese defen siegemeenschap. Tegenover dit stand,punt herinnerde min. Beyen er aan, dat de vragenlijst, die de zes ministers van Buitenlandse Zaken als gevolg van de conferentie van Luxemburg o<p 10 September aan de Assemblée ad hoe zond, reeds vraagstukken van een algemener gtrekking aan de orde stelde, met name die van de economische integratie. De andere ministers van Buitenlandse Za ken en ten slotte ook bondskanselier Adenauer namen dit standpunt over Zij enkenden, dat de binding van de Europese politieke gemeenschap aan de Europese Defensie Gemeenschap en de Kolen- en Staal Gemeenschap niet meer zo stringent kan worden gezien als bondskanselier Adenauer deed. Op deze conferentie bleek duidelijk de grote betekenis, die aan het Nederlands initiatief om aan de Assemiblée ad hoe een vragenlijst te zenden, moet worden toegekend. Minister Beyen merkte tegenover de journalisten gistermorgen op, dat de wanneer U hoofdpijn hebt of verkouden bent. Aspirin (alleen echt met het Bayerkruis) helpt U snel. betekenis van een Europese politieke gemeenschap voor het tot stand ko men van de Europese Defensie Ge meenschap de laatste tijd sterk ver minderd is, vooral ten gevolge van de politieke ontwikkeling in Frankrijk. Nederland is dan ook van mening, dat ook wanneer de Europese Defensie Ge meenschap niet wordt verwezenlijkt, de vorming van een Europese politieke gemeenschap moet worden voortgezet speciaal met het oog op de noodzake lijke economische integratie in Europa Het standpunt van de Nederlandse regering is overigens van de aanvang af geweest, dat voor de coördinatie van de buitenlandse politiek en de mili taire samenwerking van de zes landen een Europese politieke gemeenschap niet zo urgent is aLs voor het tot stand brengen van één Europese markt. Minister Beyen kondigde aan, dat op 16 en 17 Juni de Nederlandse mi nisters van Buitenlandse Zaken en Fi nanciën in Londen besprekingen zullen voeren over de Britse plannen tot het bereiken van een grote inwisselbaar heid van de muntsoorten. Mocht een ruimere inwisselbaarheid worden be reikt, dan zal dit zeer bevorderlijk zijn aan het streven naar economische integratie in Europa, dat Nederland als eerste punt op zijn programma heeft staan. i*t hei VUwcde* Te 72 EN laatste male Voor de laatste maal waren de gilden van de stad Groningen op de Grote Markt samengekomen Op de achttiende November van het jaar onzes Heren 1665 stonden de gil— 'debroeders voor het laatst in de ge schiedenis der mensheid aangetreden op dit plein, om het laatse bedrijf van dit treurspjel te helpen opvoeren. Er waren er.maar weinig, die iets begrepen van de samenhang der din gen die ze beleefden. De meesten van deze werklieden waren er van over tuigd dat er vandaag twee landverra ders zouden worden onthoofd, die dat dubbel en dwars hadden verdiend. Er was niemand in Groningen die hen beter inlichtte. Slechts weinigen begrepen dat hier een eind werd gemaakt aan de macht, die de lagere standen door hun gilden nog altijd op de gang van zaken had den gehad. Terwijl hij hier stond op deze som bere grijze Novemberdag overdacht Jetse Berends de loop der gebeurte nissen. Hij wist dat, als nu het volk tot oproer zou worden aangezet, de zwak ke bezetting het onderspit zou moeten delven en Udinck en Harekens zouden zijn gered. Maar hij -wist meer. Hij, en nog een paar anderen uit de schare' wisten ook dat het volk, eenmaal door de teugel gebroken, niet tevreden zou zijn met leven van zijn vroegere lei ders. Het zou een vechtpartij worden van burgers tegen soldaten. Het zou op plundering uitlopen. En het zou in een zwelgpartij ontaarden. En dat, ter wijl de vijand buiten de muren stond, Als hier in de stad Groningen alle kwade lusten vrij spel zouden krijgen, zouden de burgers uit hun roes ontwa ken onder de straffe hand van de bis schop van Munster. Dan zouden de Roomsen weer koning kraaien. Jetse Berends, een verbeten trek op het gezicht en de lippen stijf opeen, wist dat de twee mensen die vandaag op het schavot hun leven zouden laten, vielen als slachtoffers voor het be houd van de stad. Met de vijand voor de poorten, met de galg waaraan zijn schoonzoon stierf voor de ogen, kon hij geen andere uitkomst zien. Somber staarde hij naar het zwarte schavot, dat voor het raadhuis was op gericht en waarbij beulsknechten de laatste toebereidselen maakten bak ken met zand aandroegen en het blok op de goede plaats zetten. Het ging Jetse Berends aan zijn hart, dat dit het einde moest zijn van de mannen die, hoe dan ook, voor de gemene luiden waren opgekomen. Het rechtsgeding was slechts kort geweest. Natuurlijk, dacht hij bitter, de heren namen deze schone kans waar om eens en voorgoed met de laatste leiders van de gilden af te rekenen. Mensen die met de vijand heulden zou den het, zo dacht Jetse, echter niet in hun hoofd halen om voor diezelfde vij and tot. aan de grens van Friesland te vluchten. Brieven, die Udinok bij zich moest hebben gehad, brieven van Rengers en anderen, waarin werd gezinspeeld op een mogelijke verandering in de rege ring, waren voor Udinck fataal ge weest. Jetse Berends wist het: niets had de mannen kunnen redden dan alleen een opstand van het volk. Maar met de benden van de bisschop zo dicht in de buurt zou een opstand de ondergang van de stad betekenen. Neen, de gildebroeders zouden het vandaag moeten aanzien dat hun lei ders werden onthoofd. Warendorps hoofd was gevallen toen de regering zich geruggesteund wist door een ster ke bezetting. Udinck en Harekens zou den sterven doordat de troepen van Bernhard van Galen de gilden de han den bonden. Misschien dan later, als vrediger tij- "N dnor Sijas P. AKKERMAN den deze landen beschoren waren, de gilden in oude luister zouden verrij zen, en misschien meer macht zou den hebben dan ooit tevoren T ETSE BERENDS werd uit zijn ge- J mijmer opgeschrikt door het doffe gemurmel dat door de rijen liep, Hij keek naar het schavot, zwart tegen de rode stenen muur van het raadhuis. De beul in zijn donkere habijt klom het trapje op. Het was een .grote lange kerel. Men had hem opzettelijk uit Leeu warden laten komen, hetgeen een be lediging was voor de werkers van Groningen Had men hier in de stad soms geen beul? Vertrouwde men die soms niet? De beul, in zijn zwarte kleren, ver dween bescheiden in het van zeildoek opgetrokken tentje achter op het scha vot. Er stonden soldaten in een kring om het schavot, de pieken en hellebaarden in de hand. Verder achteruit stond een afdeling ruiters opgesteld. Het duurde lang. De wachtenden op het plèin werden al ongeduldig. Een gonzend gemompel ging door de rijen. Toen werd het eensklaps stil. Tromgeroffel klonk over het plein. Uit het raadhuis kwamen acht soldaten, een tamboer voorop. Tussen hen in liep Lucas Harekens, de advocaat. Hij liep rechtop, het hoofd geheven, de dood tegemoet. Fel keken zijn donkere ogen uit het witte gezicht., Tussen twee krijgsknechten in klom hij het houten trapje op. Het was dood stil op het plein Harekens blikte een ogenblik over de menigte. Hij zag ze-' ker hier en daar een bekende Hij stak; tenminste even de hand op. Toen knielde hij neer en legde zijn hoofd op het blok. De beul stapte uit zijn zeildoeken tentje. De lange man keek even, als bang, naar de zwijgende schare. Toen trad hij naast de knielende Harekens. Hij hief het zwaard hoog boven zijn hoofd, Het flitste neer, maar bliksemsnel hief de beul het nog eens. Weer suisde het neer. Lucas Harekens was ont hoofd. Er ging een ontevreden gebrom door de scharen. Kon die Friese karhengst niet met één slag een mens onthoofden? Moest hij daar tweemaal voor slaan? Haastig en onzeker trok de beul zich 'erug in zijn tentje. Zijn knechten droegen het lijk weg en strooiden daarna zand over het bloed van Harckema. (Wordt vervolgd) ling schoolbezoek. In dat district 'heeft zulk bezoek 46 maal kunnen plaats vinden. Dat moet elders ook kunnen, vond de Iheer Munk. Uit de vergadering bleek, dat dit elders reeds enige ma* len is gesóhied. Aan professor Water ink werd ge vraaigd of hij reacties had gekregen op zijn verleden jaar gestelde vraag naar concrete aanwijzingen van eventuele inzinkingen in Geref. Schoolverband. „Er is zorg," zeide de hoogleraar, „geen bezorgdheid"; ook had hij geen symptomatische verschijnselen gecon stateerd. T.a.v. een opmerking, lat Gereformeerd Schoolverband zo wei nig aandacht besteedt aan het VGLO wees prof. Waterink op het baanbre kend werk van het C'hr. Paedagogisch Studiecentrum. Overwogen zal wor den Ihoe het Geref. Schoolverband ten deze kan adviseren. Vaderl. geschiedenis Des middags is besproken het in druk versohenen referaat van prof. dr. L. W. G. Sdholten, tweede voorzitter van GSV, over „Het onderwijs in de vaderlandse geschiedenis en de ont wikkeling van het nationaal besef". In dit referaat geeft de schrijver een schets van 'het nationaal besef, dat is: verantwoordelijkheidsbesef, omdat het heenwij>st naar Hem, Die de verschillen tussen de volkeren in het leven riep en in die verschillen geëerd wil wor den. Het essentiële van de natie zo schrijft prof. Scholten is de zelf standigheid en de vrijheid van de en keling om God te di'eruen naar de in geving van zijn hart. Essentieel in Nederland is het Calvinisme, dat de souvereiniteit Gods belijdt. Wat nu het onderwijs in de vader landse geschiedenis betreft (ULO), spr. zeigt, d'at de vaderlandse geschie denis een zelfstandig vak moet blijven en afgescheiden van de algemene ge schiedenis. De vaderlandse geschiedenis moet o.a. bewondering en beroering wekkenHet gaat. om het bewustzijn, h'et gaat om de geschiedenis van het geslacht. Het gaat om de behandeling van wat de kracht is van ieder onzer. Prof. Sdholten Iheeft ter vergadering nog de natievormende kracht van het Calvinisme toegelicht, die uitkomt in het.: „het gezag is uit God", en vei'der in de objectivering van de godsdienst in het algemene geestesleven. Een zeer interessante discussie is op dit referaat gevolgd, waarbij door één der sprekers betwijfeld werd of men bij de geschiedenis van ons vaderland nu wel altijd kan spreken van de b ij- zondere leiding Gods. Met andere debaters heeft prof. Scholten in zijn repliek juist op die bijzondere lei ding Gods nog eens de nadruk gelegd. De komst van het Calvinisme mag en moet als bijzondere leiding Gods gezien worden, want causaal geredeneerd, zou de Wederdoperij het in ons land als geestesrichting gewonnen hebben. Nog enige andere aspecten werden bezien. Zo verbond de heer F. C. van Dorp de rijke nationale poëzie aan de vaderlandse gesohiedenis en gaf daar van enkele declamatorische proeven. In zijn slotwoord wilde prof. Sdhol ten onderstrepen, dat hij niet tegen het internationale is, maar het nationale mag nooit in dat internationale op gaan. In plaats van de uit de Commissie van Uitvoering tredende mr. A. J. Fock werd gekozen de heer H. Nlen- huis. De voorzitter dankte mr. Fock voor al diens arbeid. De jaarverslagen van de secretaris- penninigmeester, mr. Th. A. Versteegh, werden onder dankzegging keurd. „En Aaron en Hut onder steunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere zijde, zodat zijn handen onbeweeglijk bleven tot zonsondergang" Exodus 17 12. ER hangt van Mozes' voorbede veel af. Maar van welke voorbede niet? Als het dan ook inderdaad maar is een voorbede in Christus. Zijn volmaakte voorbede in de hemel wordt immers altijd verhoord? Dat Mozes die voorbede uit lichame lijke vermoeidheid niet vol kan hou den is alleszins begrijpelijk. Lichaams uitputting is altijd een grote handicap voor het gebed. Wie onzer weet er niet van? Bovendien waren Mozes' handen bezwaard. Bezwaard door de staf Gods, die hij ten hemel hief. Die staf mag niet ommeer zinken. Die staf is het teken van Gods wonderdadigheid, uit gestrekt als zij was geweest over de uiteen-wijkende wateren van de Rode Zee. Hard geklonken als zij had tegen de keisteen bij Horeb. Dat is Mozes' voorbede: met die staf God Zijn eigen wondermacht voor houden. En b 1 ij v e n voorhouden. Tot het ondergaan der zon. Is zo ons gebed? Op 's Heren wonderdadigheid pleiten, ook al zinkt de zon van ons leven neder? Dat is niet gemakkelijk. Dat houdt ook geen mens uit zichzelf vol. Wij hebben ondersteuning nodig. Heeft God Zijn eigen Christus niet onder steund in Gethsemané? Maar wie z a 1 ons ondersteunen? Geen eenzamer werk immers dan bidden? Aaron en Hur hebben het gedaan. O nee, zij hebben Mozes' gebed niet overgenomen. Laat staan het hem eens even verbeterd als Israël aan de verliezende hand was. Ze hebben hem alleen maar gesteund. Zij zijn alleen maar ingesprongen, meer niet. Zij hebben het Mozes mogelijk gemaakt te volharden in het gebed. Daartoe doen zij Mozes plaats nemen op een rotsblok. Daartoe houden zij bei zijn armen omhoog. Is het niet beschamend? Maar wij? Maar wij? Zorgen wij er ook voor dat iemand z'n armen biddend ten hemel kan b 1 ij v e n heffen? Of gaan wij met onze hinderlijkheid en met ons lompe, logge gewicht aan zijn armen hangen? Gaan wij iemand zó bezwaren, totdat hij ten leste haast niet meer bidden kan eenvoudig? Dat is god vruchtig. Dat is goed: Jezelf alleen maar vergeten, zodat de ander kan blijven bidden. Het grote woord Gód dienen wordt gemakkelijk uitgesproken, och Als wij het zó eens in practijk brachten: elkander te dienen in het gebedsleven. Welke overwinningen des Heren! Hoe zouden alle satansmachten als kaf verdwijnen. Ja precies óók uit üw leven. Denkt u er eens over na? A a.v er Tentiet IMPt RIAL Chocolade Biscuits - Koek «MATADOR» j\ Suikerwerken SPAARZEGEL Voor 100 punten ontvangt U EEN GULDEN per postwissel Alleenveijtegènwoordiger E. G. BOUWERs Handelsvereniging N.V-. Amsferdam-ZJ. Haagse journalisten presenteren oud nieuws" (Van onze Haagse redacteur) De Haagse journalisten hebben bur gemeester Sohokking gedwongen een falsificatie te plegen. Slechts door zelf een Ibandpersje te bedienen kon de burgemeester in het bezit komen van een perskaart, die hem toegang ver schafte tot de tentoonstelling „Haagse Journalisten presenteren oud nieuws", de jubileum-tentoonstelling ter gele genheid van het zestigjarig bestaan van de Haagse Journalisten Vereniging, de oudste journalisten-vereniging in Nederland. Het was een en al ..pers" in het ge meente-archief aam 'het Rijswijkseplein. waar de tentoonstelling is onderge bracht en waar de eerste burger van Den Haag de opening verrichtte. Na een inleidend woord van dr. W. Moll, de gemeente-archivaris, nam de voorzitter van de tentoonstellings commissie. drs. N. Cramer, het woord om namens de „jagers naar het laatste nieuws die nu oud nieuws brengen", de burgemeester te verzoeken de ex positie te openen. „U denlkt misschien in een soort krantenkiosk te komen, maar het woord kdosk is van Perzische oorsprong en betekent eigenlijk paleis. Met jour nalistieke vrijpostigheid maken wij nu van dat Perzische paleis maar een „pers-paleis" en het is wel duidelijk, dat u daar niet, zonder geldilge pers kaart naar binnen kunt. Aangezien een burgemeester onmogelijk op legale wijize in het bezit van een perskaart kan komen, zult u zich zelf zo'n kaart moeten verschaffen," zeide hij. wijzend op een handpers, die in de oorlog ge bruikt is voor 'het drukken van ille gale bladen, waarop men na de oorlog getracht heeft valse bankbiljetten te vervaardigen en die thans, welwillend afgestaan door de Dienst in zake Fal sificaties. de burgemeester in staat, stelde zich van een perskaart te voor zien. Mr. Schokking bediende het ap paraat en kwam in het bezit van het 1 vereiste document, waarna hij voor een tweede verrassing werd geplaatst in de vorm van een bijna eChte Pers. die plechtig oip hem toetrad, de polsen geboeid met kleurige linten en die hem in een schoon gedeclameerd vers ver zocht de pers van haar boeien te be vrijden, Toen dat geschied was ging de Pers de burgemeester voor naar net domein van de pers. Dat domein is door de tentoonstel lingscommissie op uitstekende wijze verzorgd. De geschreven nieuwsmare uit 1592, van Hendrik van Bilder- beeke, „Nouvellier van de Staten- Generaal te Keulen", is het eerste nieuws dat men er vindt en een rate lende telex aan het einde van de ten toonstelling brengt het laatste nieuws Daartussen ligt, in kort bestek, maar toch nog in een imposante hoeveel heid, documenten, kranten, boeken* prenten en foto's, de ontwikkeling van de krant en van de journalistiek in Den Haag. Vrijwel alle facetten van de jour nalistiek komen op deze expositie tot hun recht en daarmee wordt tevens een indruk seceven van de belang rijke gebeurtenissen in Den Haag ais geaneente. als centrum van cultuur en van politiek Met de opening van deze tentoon stelling is tevens de viering van het iubileum van de Haagse Journalisten Vereniging begonnen Gisteravond wer den bestuur en leden ten stacLhuize door het gemeentebestuur ontvangen. Voor vandaag staan een herdenkings bijeenkomst en een receptie op het oroeramima, waarna de feestelijkheden besloten worden met een diner en een feestavond VERKIEZINGEN HOGE EN LAGE ZWALUWE De minister van Binnenlandse Zaken heeft bepaald, dat de candidaatstelling en de stemming voor de verkiezing van de leden van de raad der gemeente Hoge en Lage Zwaluwe zullen ge schieden resp. op 26 Mei en 8 Juli.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2