In de Kennemerduinen broeden meer
dan zestig vogelsoorten
IJ-TUNNEL EN HEMTUNNEL MOETEN
GELIJKTIJDIG WORDEN GEBOUWD
MINISTERS beantwoorden vragen
over Reisbesluit 1952
flNKSTEREN
ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN DINSDAG 12 MEI. 1953
x
IN vorige beschouwingen hebben wij
bij herhaling gezien, hoe men voor
zijn ondergeschikten aansprakelijk is,
wanneer dezen een onrechtmatige daad
plegen. De vraag komt nu aan de orde,
of deze ondergeschikten naast hun
werkgever aansprakelijk blijven.
Het is te betwijfelen, of dit vraag
stuk voor de rechtspraktijk van grote
waarde is. Nemen wij daartoe het reeds
veelvuldig gekozen voorbeeld. Een
chauffeur veroorzaakt in dienstbetrek
king een verkeersongeluk. De aange-
redene zal er in dat geval niet over
peinzen de chauffeur persoonlijk aan
sprakelijk te stellen, doch waar de wet
hem daartoe de gelegenheid opent, zal
hij de vermogende particulier (wie
anders dan een vermogend man kan
zich een chauffeur veroorloven?) dan
wel de vervoers- of andere onderneming,
in wiens dienst de chauffeur staat, zijn
schaderekening presenteren. Het ver
haal op deze biedt inderdaad ir
perspectief.
Is de kwestie dus practisch niet van
overgroot belang, morele waarde kan
aan hare overweging zeker niet worden
ontzegd. Aansprakelijkheid van de
ondergeschikte naast de werkgever
heeft zijn voor en zijn tegen. Weet de
ondergeschikte, dat hij toch niet door
de benadeelde aansprakelijk kan wor
den gesteld, dan zal zijn verantwoorde
lijkheidsgevoel daardoor ongetwijfeld
verzwakken, Dan blijft dus slechts over
de aansprakelijkheid van de arbeider
jegens de werkgever binnen het raam
der contractuele verhouding en valt dus
te onderzoeken, of de arbeider de be
dongen arbeid wel, zoals de wet het
eist, naar zijn beste vermogen heeft
verricht. Het is, sociaal gespróken
zeker niet ideaal, de arbeider geen in
dividuele aansprakelijkheid jegens der
den te laten.
DAAR staat echter tegenover, dat
de risico's, aan het verrichten van
arbeid verbonden, in het huidig
maatschappelijk verkeer aanzienlijk zijn
toegenomen. Die arbeid verricht de
werknemer zeker niet alleen ten behoeve
van zichzelf, doch in niet geringe mate.
tevens ten dienste van zijn werkgever.
Zou nu de arbeider alleen worden aan
gesproken, dan zou zulks in sociaal
opzicht tot een onbillijkheid leiden. Er
is derhalve bepleit, om de aansprakelijk
heid van de arbeider uit te sluiten, ten
eerste, wanneer hij meende en te goeder
trouw mocht menen, dat zijn handeling
rechtmatig was en ten tweede, wanneer
hij niet opzettelijk, doch door zijn schuld
schade heeft veroorzaakt. Voorgesteld
wordt in het nieuwe Burgerlijk Wetboek
op dit stuk geen wijziging te brengen
Dit lijkt ons inderdaad niet nodig, om
dat elders, naar wij reeds uiteengezet
hebben, aan de rechter de algemene be
voegdheid wordt toegekend om een ver
plichting tot schadevergoeding uit
hoofde van bijzondere omstandigheden
te matigen. Als één der gronden, waar
op de rechter tot matiging van de ge
vraagde schadevergoeding zou kunnen
besluiten, werd toen genoemd de aan
wezigheid van een dienstverband, waar
door men genoodzaakt werd risico's op
zich te nemen, die men voor zichzeU
niet zou kunnen of willen lopen. In dat
geval is het billijk en logisch, dat de
werkgever en niet de arbeider de hoofd
aansprakelijkheid draagt. Het voorge
stelde systeem komt dus daarop neer,
dat de uitwerking van de vraag, in hoe
verre de arbeider eventueel aansprake
lijk zal zijn, aan de rechter wordt over
gelaten. Dit lijkt ons een gezond
beginsel, waarbij met veelal variërende
omstandigheden, die bezwaarlijk in een
wettekst kunnen worden neergelegd,
kan worden rekening gehouden.
De nota van de minister scheert de
positie van de ambtenaar in dit opzicht
met die van de arbeider over één kam
Deze oplossing voor de ambtenaar is
een gans andere dan die, welke de com
missie-De Monchy in haar advies inzake
verhoogde rechtsbescherming verstrekt,
In artikel 14 van het wetsontwerp
O.D.O.L. (Onrechtmatige Daad Open
bare Lichamen) wordt nl. voorgesteld:
„De natuurlijke persoon, voor wiens
daad een openbaar lichaam aansprake
lijk is, is niet verplicht de door die daad
veroorzaakte schade aan de benadeelde
te vergoeden." Wij geven aan deze
suggestie de voorkeur.
VOOROPGESTELD moge worden,
dat de ambtenaar er practisch an
ders voor staat dan de arbeider
Ten aanzien van hem is de situatie n.l.
niet zo, dat de benadeelde er per se de
voorkeur aan zal geven het overheids
lichaam aan te spreken. Enerzijds is
zulk een orgaan zeker niet gelijk te
stellen met een privé-ondernemlng.
Meestal heeft de besluitvorming van en
hebben ook procedures tegen overheids
lichamen (let op hun beperktere aan
sprakelijkheid voor onrechtmatige da
den) heel wat meer voeten in de aarde
dan in het andere geval. Buitendien zijn
er ambtenaren, die een eventuele aan
sprakelijkheid uit onrechtmatige daad
materieel kunnen nakomen.
Ten aanzien van ambtenaren is er
dan ook een geruchtmakend voorbeeld
ln de jurisprudentie van persoonlijke
aansprakelijkheid. Een houtvester, ln
dienst van de staat, had het wenselijk
geoordeeld een bos af te branden. Tij
dens de brand draaide de wind en
brandde een naburig, niet aan de staat
toebehorend bos tevens af. De Hoge
Raad oordeelde te dien aanzien, dat de
aansprakelijkheid van de staat de per
soonlijke aansprakelijkheid van de
ambtenaar regens de eigenaar van het
naburige bos niet uitsloot. Daarbij was
het niet de vraag, of de ambtenaar te
goeder trouw gemeend had zijn plicht
te doen, maar of hij inderdaad zijn
plicht had gedaan en de houtvester
werd persoonlijk tot schadevergoeding
veroordeeld.
ZO is de stand der jurisprudentie en
wij zijn van mening dat de wet
gever behoort in te grijpen. Het is
hierbij niet voldoende, dat de rechter
op grond van bijzondere omstandigheden
de gevraagde schadevergoeding kan ma
tigen om de eenvoudige reden, dat een
ambtenaar, mits als zodanig optredend,
(en dus niet als hij zijn bevoegdheid
overschrijdt niet tot derden in enige per
soonlijke rechtsverhouding staat. Hij
blijft als ambtenaar binnen de publiek
rechtelijke sfeer. Daarin behoort een
persoonlijke, civielrechtelijke aanspra
kelijkheid jegens derden niet thuis.
Heeft het publiekrechtelijk orgaan fou
ten gemaakt, dan dient het publiekrecht
aan te geven, in hoeverre het publiek
rechtelijk lichaam tegenover burgerrech
telijke personen verantwoordelijk is. De
ambtenaar kan op zijn beurt aansprake
lijk zijn, doch dan alleen tegenover het
publiekrechtelijk lichaam, namens het
welk hjj optrad. De wettelijke regeling
van de ambtenaarsposltle zal dienen
vast te stellen, in hoeverre deze moge
lijkheid aanwezig moet zijn. In die zin
wordt artikel 14 van het wetsontwerp-
OD.O.L. ook door de commlssie-de
Monchy verdedigd. Laat men de per
soonlijke civielrechtelijke aansprakelijk
heid van de ambtenaar bestaan, dan if
de mogelijkheid tot discrepantie tussen
belang en aansprakelijkheid schier on
eindig.
KAPPEYNE
Comité hield bijeenkomst met Kamerleden en industriëlen
(Van een onzer verslaggevers) f
T~\E IJ-tunnel en de Hem-tunnel dienen gelijktijdig te worden gebouwd"
zo was de strekking van de bijeenkomst, die het Amsterdamse
IJ-tunnelcomité gisteravond in Krasnapolsky had belegd. Tot de ver
gadering had men Kamerleden, fractie-voorzitters van de gemeenteraad,
industriëlen en verkeersdeskundigen uitgenodigd. De heer F. de Boer,
directeur van de Ned. Dok- en Seheepsbouw-maatschappij leidde de ver
gadering, bondig, en zelf openhartig verklarend, dat hij vroeger van oordeel
was, dat de Hem-tunnel aan de IJ-tunnel vooraf diende te gaan, doch dat
vijf jaar werken in Amsterdam-Noord hem er van had overtuigd, dat de
bouw gelijktijdig dient te geschieden: „De industrialisatie in Noord-Holland
boven het IJ wordt door de ponten belemmerd; weet men wel, dat Zaanse
industriëlen hun klanten al ontmoeten in... Haarlem?"
De heer M. E. Versteeg, voorzitter
van het IJ-tunnelcomité heeft de inlei-;
ding, die ir J. W. R. Thomson zich had
voorgesteld te houden, wegens ziekte
van de inleider, voorgelezen. Aan het
betoog van de heer Thomson ontlenen
wij, dat hij, een brug over het IJ bere
kend naar het voorbeeld van de brug
te Sydney, tot een bouwsom kwam van
circa 204 millioen gulden of ongeveer:
tweemaal zoveel 'als de raming voor de
alternatieve tunnelprojecten. Hij ver
volgt dan: een raming van 500 millioen
gulden voor de IJ- en Hemttmnelp.ro-
jecten inclusief de eraan verbonden door
braken lijkt als orde van grootte een
verantwoord bedrag. Op grond van be
lastingen die in de Rijkskas terugvloeien
en het indirecte effect volgens de multi-
pliceer-theorie van Keynes meent ir
Thomson het bedrag tot 440 millioen te
kunnen reduceren. Stelt men een periode
van uitvoering van twaalf jaar, dan zou
voor de uitvoering van de twee tunnels
en de daarmede verband houdende wer
ken jaarlijks 37 millioen moeten worden
opgebracht; bovendien werkgelegenheid
voor 3700 mensen. Het zou dus een zeer
welkom object zijn voor het inschakelen
van mensen in het arbeidsproces.
Wanneer men slechts één tunnel zou
bouwen zouden circa twee millioen
auto's per jaar een omweg moeten
maken van minstens 10 km, hetgeen
neerkomt op een onkostenpost van zes
millioen gulden per jaar, a 4%, de rente
van 150 millioen gulden. De conclusie
van ir Thomson is, dat het in de tunnels
te investeren kapitaal voor het Neder
landse volk een rendabele propositie is.
WAT dachten nu de aanwezigen van
de inleiding? Het lid van de Tweede
Kamer, mr H. F. van Leeuwen, was
teleurgesteld. Hij vond de wijze waarop
de inleider het probleem had benaderd
niet prettig. Primair had gesteld dienen
te worden: Hebben we de tunnel nodig
en is het een economische propositie.
Het is tegenwoordig mogelijk te bereke
nen of een weg economisch zal zijn of
Vooraf werd seer intensief overleg gepleegd
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Van de Wetering (c.h.) over de toepas
sing van het reisbesluit 1952 op perso
neel van de rijksaccountantsdienst heeft
de minister van Binnenlandse Zaken,
mede namens de minister van Financiën
o.a. geantwoord, dat het hem bekend is,
dat bij de ambtenaren van de rijksac-
countantsdienst ontevredenheid heerst
over dit reisbesluit. Dat het overleg over
dit besluit op zeer ondoelmatige wijze is
gevoerd en dat o.a, ten aanzien van de
belastingdienst geen overleg is gepleegd
met de personeelsafdelingen i.e. de Bij
zondere Commissie Belastingdienst,
irdoor van georganiseerd overleg
moeilijk sprake kan zijn geweest, ont
kent de minister. Er Is integendeel zeer
intensief georganiseerd overleg aan de
tot sbandkoming van het nieuwe reisbe
sluit voorafgegaan.
Over de aan de nieuwe regeling ten
grondslag liggende beginselen is, na diep-
gaand overleg, volledige overeenstem
ming bereikt met de vertegenwoordigers
van de centrales, met dien verstande, dat
één centrale zich het recht heeft voor
behouden na een half jaar practijlc op de
hoogte der vergoedingsbedragen terug-
te komen. Uiteraard was het niet moge
lijk het overleg over de uitvoering van
dit nieuwe besluit uit te strekken tot- de
talloze afzonderlijke groepen in de rijks
dienst, wier belangen in de centrale com
missie reeds door een der vijf centrales
worden behartigd, hetgeen ook niet juist
zou zijn geweest.
Wat de ambtenaren van de rijksac-
Luit.-generaal Boerstra
overleden
Oud-legercommandant
in Ned.-Indië
Zaterdag is te 's-Gravenhage overle
den luitenant-generaal M. Boerstra, van
1935 tot 1939 legercommandant in Ne-
derlands-Indië. Hij was ridder in de orde
van de Nederlandse Leeuw en groot
officier in de Orde van Oranje-Nassau,
met de zwaarden. Voorts was hij gerech
tigd tot het dragen van het ereteken
voor belangrijke krijgsbedrijven met het
kroontje voor eervolle vermelding en met
de gespen 3 9051908 Zuid-Celebes en
19051909 Kleine Soenda-eilanden.
Generaal Boerstra werd te Sneek ge
boren op 28 November 1883. Via de
Kadettensohool ging hij naar de K.M.A.
Op 22 Juli 1904 volgde zijn benoeming
tot tweede luitenant van de artillerie van
het leger in Nederlands-Indië. Hij nam
deel aan de Bali-expeditie en aan de
overmeestering van enige rotsvestingen
in Midden-Celebes. In 1910 werd hg
leraar aan de K-M-A. te Breda en daar
op ging hij studeren aan de Hogere
Krijgsschool te 's Gravenhage. Het jaar
1919 zag hem als kapitein in Indië terug,
en van 1920 tot 1922 was hij militair
attaché bij de Nederlandse gezantschap
pen te Tokio en Peking. Als majoor
werd hij in 1926 belast met het com
mando over de lie afdeling veldartillerie,
in 1928 ging hij, luitenant-kolonel ge
worden, naar de Generale Staf. In Oc
tober 1931 volgde zijn benoeming tot
kolonel. In Maart 1932 werd hij aange
wezen tot hoofd van de Generale Staf
en tot Inspeoteur van de Militaire Lucht
vaart. Drie jaar later nam hij uit han
den van generaal Koster het legercom-
mando over,
Tngez. med.-advertentie)
èjhlDE TRACTATIE VOOR
IN LUXE DOZEN VAN SO STUKS
countantsdienst betreft, kan de minister
van Financiën nog meedelen, dat hij tij
delijk bijzondere faciliteiten heeft ver
leend, ten einde de verblijfsvergoedingen
te kunnen toetsen aan de werkelijke ver
blijfskosten.
De ministers delen volledigheidshalve
nog mede, dat de interpretatie van het
reisbesluit bij de erkende centrales van
overheidspersoneel vragen heeft doen
rijzen, die voor de voorzitter van de
centrale commissie voor georganiseerd
overleg aanleiding zijn geweest in over
eenstemming met de organisaties op
nieuw een subcommissie te benoemen
ter behandeling van de gerezen vra
punten.
niet. Dat is ook doenlijk met een tunnel.
Het communistische raadslid, de heer
L. Seegers had willen horen hoe de
financiering gedacht wordt. Hij zou zelf
de voorkeur geven aan financiering uit
de gewone dienst. Het kamerlid, de heer
H. J. van de Bom, wees op het nut van
toekomstige werkgelegenheid door uit
breiding van de industrialisatie boven
het IJ; zjjn collega uit Harlingen, het
a.r.-kamerlid de heer C. van der Zaal,
herinnerde aan de hoge kosten van de
waterstaatswerken en vroeg naar een
vergelijking van de onderhoudskosten
van brug en tunnel. Tenslotte vroeg het
prot.-ohristelijke raadslid, de heer J. H.
Meewezen, aandacht voor de fietsers.
„Het verkeer loopt ons uit de hand",
zeide, bij de beantwoording van de spre
kers, die, door de afwezigheid van de
inleider nu eenmaal summier moest
blijven, de heer F. de Boer. Hjj vond de
houding van „Vraag niet te veel, anders
krijg je niks" onverstandig en meende
dat de tunnelbouw gefinancierd dient te
worden uit de algemene middelen. De
zaak dient op Rijksniveau te worden
behandeld: in één plan twee tunnels!
Herstel Schouwse dijk
Tekort aan arbeidskrachten
en materieel opgeheven
Op vragen van het Tweede-Kamerlid
Gortzak (C.P.N.) over de herstelwerk
zaamheden op Schouwen en Duiveland,
heeft de minister van Verkeer en Water
staat o.a. geantwoord, dat er onmiddel
lijk na de ramp bjj de herstelwerken van
de Schouwse dijk een tekort aan arbeids-
krachten en aan materialen en materieel
was. Deze tekorten zijn thans opgehe
ven. Zij werden veroorzaakt, doordat een
zeer belangrijke oppervlakte op het
eiland werd geïnundeerd, waardoor ook
het grootste deel van de bevolking was
geëvacueei-d. Mede daardoor leverde
ook het onmiddellijk aantrekken van
arbeidskrachten van elders bezwaren,
omdat het onmogelijk was onmiddellijk
in de huisvesting van dit personeel te
voorzien. Door de bouw van kampen
wordt hieraan tegemoet gekomen. De
aanvoer van de benodigde materialen is
voorts behoorlijk op gang en voldoende
verzekerd.
Uit practische overwegingen moet bij
het in dienst nemen van arbeiders in
hoofdzaak van zich in ploegverband
aanbiedende krachten gebruik worden
gemaakt. Daardoor en door het hier
boven vermelde kan het voorkomen, dat
werkzoekenden worden teleurgesteld.
Alles, wat mogelijk is, wordt gedaan om
tot een snel herstel van de djjken te ge
raken.
Amstel-Hotel werd er zich van bewust,
dat het aan de rivier ligt
Schepping uit de dagen van dr Sarphati kreeg een
uitbouw van beton, staal en glas
Minister Algera verklaart
Inwoners van Fijnaart
treft geen blaam
Op vragen van het Tweede-Kamerlid
Gortzak (C.P.N.) over een door de ge
meenteraad van Fijnaart aangenomen
motie, heeft de minister van Verkeer en
Waterstaat o.a. geantwoord, dat zijn
mededelingen in de vergadering van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal van
11 Februari j.l., bovendien nog gedaan'
onder voorbehoud van juistheid, niet het
karakter droeg van een beschuldiging,
als zouden de bewoners van de buiten
polder in die gemeente, ondanks tijdige
waarschuwing voor de ramp, hebben ge
weigerd hun woning te verlaten.
In geen geval is het de bedoeling van de
minister geweest enige blaam op iemand
te werpen, noch ter oorzake van eigen
schuld, noch van onvoorzichtigheden, die
naar zijn mening bij de betrokken inwo
ners van Fjjnaart niet aanwezig zijn ge
weest. Ter zake van de door de ge
meenteraad van Fijnaart aangenomen
motie zal de minister zich met genoemde
raad in verbinding stellen.
Negen en zeventigste lijst
van slachtoffers van
de watersnood
Het informatiebureau van het Ned.
Roode Kruis heeft de 79ste lijst van ge
borgen en geïdentificeerde slachtoffers
van de watersnood gepubliceerd.
NIEUWERKERK
Jan Kleemans, geb. 26.4.1885, laatste
adres: Westerstraat 29; Catharlna van
Nieuwenhuize, geb. 26.7.1937, Noord
straat 6 en Leendert Marinus Syriër,
geb. 21.6.1952, Molenstraat 135.
OUDE TONGE
Jannetje Koertvan Noord, geb.
i.12.1873, laatste adres: Stations
weg 75.
WAARDE
(Van een onzer
verslaggevers
EEN eigenljjk wel zéér
ongewone gebeurte
nis: het Amstel-
Hotel. dat zoveel Am-
stêlwater langs zijn hoge
gevel heeft zien vloeien,
en onbewogen daar stond
bij de Hoge Sluis, is uit
gebreid met een lounge
aan de waterkant, een
aanbouw uitgevoerd in
het modernste mate
riaal: beton, staal en
glas. Met volkomen ne
gatie van de vormgeving
van Outshoom, die het
hotel evenals bijvoor
beeld het Paleis voor
Volksvlijt een plan van
de grote dr Samuel Sar
phati bouwde in de
jaren 1864'67.
Het Amstel-Hotel had
zich van de Amstel niet
zo heel veel aangetrok
ken. Eigenlijk had men
alleen uit een deel van
de hotelkamers een goed
gezicht op het water,
maar de prachtige, ja
unieke ligging viel de
bezoeker verder niet op.
Dat is dan nu veranderd.
Uit de hall leiden
glazen deuren naar de
nieuwe uitbouw van be
ton en glas, de lounge.
Het is er zeer licht en
het uitzicht over het
water van de Amstel in
de richting van de Nieu
we Amstelbrug met aan
de Amsteldijk het toren
tje van het voormalige
gemeentehuis van Nieu
wer-Amstel thans het
Gemeente-archief), de
zware toren van de Wll-
librorduskerk, is waar
lijk subliem. De ramen
zijn zó geconstrueerd
dat zij óf deels öf geheel
weggeschoven kunnen
worden, al naar tempe
ratuur en windrichting
dat gedogen.
Ir F. W. de Vlaming,
de architect, en de bin
nenhuis-architect. de
heer H;~ P. Mutters
werkten samen om hier
een harmonisch geheel
tot stand te brengen,
met sterke kleuren, met
verrassende kleine vond
sten zoals de drie-armige
schemerlampen, de klei
ne stralers aan het pla
fond zonder echter,
dat deze zeer moderne
vormgeving de voor
naamheid van het geljele
hotel ook maar enige
afbreuk zou doenin
tegendeel, zij wordt nog
versterkt, doordat hier
blijkt, dat zij volstrekt
niet gebonden is aan één
bepaalde stijl.
In de lounge is een
bar, onder een blauw
baldakijn, intiemer en
minder naar buiten ge
keerd, met wat donker
der kleuren gelijk een
bar, past. En door een
met groen doorvlochten
sierljjk bamboe-scherm
ook optisch duidelijk ge
scheiden van de grote
ruimte van de lounge,
vanwaar men zo wijd
ultblikt over het water,
op het drukke beweeg
over de nabije brug.
De directeur van het
Amstel-Hotel, de heer
D. de Bes, en de commis
sarissen hebben gister
middag, ter ere van de
ingebruikneming van de
uitbreiding, genodigden
een cocktail-party aan-
hotel, ook maar enige
lijke autoriteiten, leden
van het corps consulair,
figuren uit het vreem
delingen-verkeer, uit de
hotellerie waren aan
wezig.
(Ingez. med.-advertentie)
JJ e» Uw comfort zijn nummer één wanneer U
per vliegtuig Uw vacantiehestemming tege
moet gaat. De KLM ontvangt U in een sfeer van
hoffelijke gastvrijheid en weet het U volmaakt
naar de zin te maken. Schenk Uzelf het genoegen
per KLM te reizen: er bestaat geen beter begin
voor een heerlijke vacantie
Minister veroordeelt
Onjuiste berichtgeving
omtrent emigratie
naar Australië
Op vragen van het Tweede-Kamerlid
Haken (C.P.N.) over een artikel in De
Jonge Kerk, maandblad voor hervormde
jongeren, betreffende het lot van vele
Nederlandse emigranten in Australië,
heeft de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid o.a. geantwoord, dat
bedoeld artikel een sterk verwrongen en
daardoor onjuist beeld gaf van de
positie van vele Nederlandse emigranten
in Australië. Het deed door generali
satie onrecht aan tienduizenden emi
granten, die de moeilijkheden, waarmede
elke emigrant te kampen heeft, wèl
weten te overwinnen en in dat land een
goede toekomst tegemoet gaan. Het is
betreurenswaardig, aldus de minister,
dat bedoeld blad, ofschoon het gebruik
zou kunnen maken van meer objectieve
informatiebronnen, volstaan heeft met
publicatie (zij het buiten verantwoorde
lijkheid van de redactie) van een inge
zonden brief.
Er bestaat geen aanleiding tot het
nemen van bijzondere maatregelen. Voor
het zeer geringe aantal emigranten, dat
wegens heimwee of welke andere reden
ook tot terugkeer besluit, bestaat ge
noegzaam gelegenheid aan hun voorne
men gevolg te geven.
De voorlichting omtrent Australië
geschiedt, gezien het geringe aantal mis
lukkingen onder de Nederlandse emi
granten en de zeer goed naam, welke zij
zich hebben verworven, op zodanige
wjjze, dat zij over het algemeen tot ver
antwoorde besluiten om al dan niet te
emigreren, leidt, aldus de minister.
DE FITIS IS ER
(met ruim vijfhonderd
paartjes)
HET TALRIJKST
Van de FITIS werden in 1952 511
mannetjes geteld
Kennemer vogelaars
maakten
de balans op
De NACHTEGAAL broedde op 101 plaatsen
HET is een oude en zeer goede traditie in Kennemerland en als ik me
niet vergis ook elders wel, om op Hemelvaartsdag te gaan dauw-
trappen. Daartoe moeten we, de naam zegt het al, nóg voor zonsopgang
naar huiten, als de dauw nog aan gras en kruiden hangt, zodat je moet
oppassen niet binnen het half uur kletsnatte voeten te hebben. Een reden
te meer, om dit jaar de Kennemerduinen eens als doel voor de wandeling
te kiezen. Want in dit Nationale Park, ten Noorden van de Bloemen-
daalse Zeeweg, hebben we de keus uit vijftig kilometer voetpaden en
dertig kilometer verharde wegen, waarop we het twaalfhonderd ha grote
terrein in alle richtingen met droge voeten kunnen doorkruisen. En de
directie heeft ons verzekei'd, dat men er op deze Hemelvaartsdag reeds
van half zes af welkom is. Mits men zich de dag tevoren van een wandel-
kaart heeft voorzien, want op de adressen, waar die verkrijgbaar zijn, kan
men zo vroeg nog niet terecht.
Beter nog is, op een van beide kampeerterreinen een tentje op te slaan,
dan kunnen we zo yroeg opstaan als we zelf willen en dan missen we in
geen geval het ontwaken van het vogelkoor. Dat is iets, dat iedereen toch
eigenlijk op z'n minst één keer in zijn leven moet hebben ervaren. (Tien
tegen één, dat het dan niet hij die ene keer blijft!) En de Kennemer
duinen bieden er een ideale entourage voor, want er zullen weinig «e-
bieden in de duinstreek van het vasteland zijn, die op een zó grote
vogelrijkdom kunnen bogen.
KENNEMER vogelaars (van velerlei
pluimage) hebben daar het afge
lopen jaar de balans eens van op
gemaakt. Vele uren hebben zij in de
Kennemer duinen doorgebracht (de di
rectie verleende daartoe allerlei facili
teiten), die zij hebben besteed aan het
grondig inventariseren van de broed-
vogelbevolking van het gebied.
Ieder had daartoe een eigen vak toe
gewezen gekregen, waar hij ijverig de
zingende vogels heeft geteld. Voor zo
ver dit mogelijk was, werden ook nesten
gezocht en zo was het, in het verloop
van enige maanden, mogelijk zich een
beeld te vormen van de 'broedvogel-
bevolking van deze gebiedjes, dat niet
veel van de werkelijke toestand zal af
wijken.
In de loop van de winter zijn deze
gegevens nader uitgeioerkt en ten slotte
samengevoegd tot een kort rapport
(toegelicht met zo nauwkeurig moge
lijke kaartjes), waaruit blijkt, dat er op
de 1200 ha van liet Nationale Park ruim
zestig vogelsoorten broeden. Sommige
zó talrijk, dat we er werkelijk even van
hebben zitten kijken; andere in slechts
een of enkele paartjes, waar we dus
extra zuinig op zullen dienen te zijn.
De resultaten van dit omvangrijke
werk, waaraan zeer veel vrije uren wer
den besteed, zijn ook daarom zo interes
sant, omdat we over een dergelijk vrij
uitgestrekt duingebied nog geen bevol
kingscijfers hadden in Nederland. Er zijn
tellingen verricht in gemengde bossen
aan de duinvoet en op de Veluwe, in
naaldbossen van allerlei leeftijd, in dor
pen en in het polderland. Maar de cijfers
uit de Kennemer duinen zijn eigenlijk
helemaal nieuw.
Het is te hopen, dat dit werk kan
worden voortgezet. Enerzijds omdat ten
aanzien van sommige soorten of terrein
typen wellicht een nog nauwkeuriger
onderzoek gewenst kan zijn, anderzijds
vooral ook omdat, wanneer dergelijke
tellingen gedurende een reeks van jaren
kunnen worden voortgezet, allerlei in
teressante conclusies zullen kunnen
worden getrokken ten aanzien van de
invloed van weersgesteldheid, planten
groei en vele andere factoren op de
vogel bevolking.
Het is natuurljjk ondoenlijk, hier het
hele verslag van de inventarisatie uit
voerig te vermelden. Ik zal mij moeten
beperken tot hier en daar een greep. En
dan begin ik met de sperwer, een zeld
zame broedvogel in onze duinen, waar
van één nest werd gevonden, evenals
van de in de duinen ook lang niet alge
mene boomvalk. Van de torenvalk wer
den wel acht nesten aangetroffen.
Regelmatig verspreid over het gehele
gebied (met uitzondering van de be
boste oostelijke strook, broedden een
kleine veertig paartjes scholeksters. Aan
wulpen werden 73 paartjes geteld en van
de in de duinen toch vrij zeldzame hout
snip werden veertien baltsende manne
tjes gehoord. Van de stormmeeuw wer
den vier nesten gevonden, maar wellicht
zijn het er zes geweest.
Deze cijfers zinken echter volkomen
in het niet bij de schatting van twee
honderd paartjes houtduiven, ruim hon
derd. paartjes nachtegalenvierhonderd
vijftig paartjes grasmussen en maar
liefst vijfhonderd en elf paartjes fitissen.
Bij deze laatste soort wordt dan nog
aangetekend, dathet aantal zingende
mannetjes in de trektijd aanzienlijk gro
ter is.
Overigens is een aantal van 33 paar
tjes sprinkhaanrietzangers, strikt ge
nomen, wel zo opmerkelijk, want deze
soort wordt toch gewoonljjk als vrjj
zeldzaam beschouwd. Van de boom
pieper werden 93 zingende mannetjes
geteld. En in het oostelijke deel van het
gebied werden op vijftien plaatsen regel
matig roepende wielewalen gehoord.
HET is verleidelijk, nog veel meer te
citeren uit het verslag. Maar veel
beter kan ik u adviseren, zelf eens
te komen kijken. Ge zult dan op de pa
den moeten blijven, juist omdat men wil
voorkomen, dat de vogels worden ver
jaagd. Waarvoor het gevaar bij een druk
geloop door de bosjes zeer groot is. Maar
ook van de talrijke paden af zult ge
vrijwel alle aanwezige soorten horen
zingen of roepen en voor het grootste
deel ook te zien krijgen. Er liggen ook
dit jaar weer op slechts enkele meters
van sommige paden af nesten van kie
viten en bontbekpleviertjes. En als ge
met een kijker op een der duintoppen om
het meertje gaat zitten, kunt ge de vis-
diefjes op het eilandje op hun nesten
zien zitten. Vrij zeker treft ge daar ook
bergeenden aan, van welke soort het
broeden nog niet met zekerheid kon
worden vastgesteld. En wellicht ook de
kleine mantelmeeuwen, waarvan we er
op het strandje vorige week vijf telden,
en de kluut, die daar toen met z'n kop
in de veren stond te dutten. Mogelijk
ook is die dan alweer doorgereisd. Maar
dan wachten er ongetwijfeld andere ver
rassingen, want daarvan heeft het meer
tje er ons al vele bereid.
CANTECLEER