In de Kennemerduinen broeden meer dan zestig vogelsoorten IJ-TUNNEL EN HEMTUNNEL MOETEN GELIJKTIJDIG WORDEN GEBOUWD MINISTERS beantwoorden vragen over Reisbesluit 1952 flNKSTEREN ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN DINSDAG 12 MEI. 1953 x IN vorige beschouwingen hebben wij bij herhaling gezien, hoe men voor zijn ondergeschikten aansprakelijk is, wanneer dezen een onrechtmatige daad plegen. De vraag komt nu aan de orde, of deze ondergeschikten naast hun werkgever aansprakelijk blijven. Het is te betwijfelen, of dit vraag stuk voor de rechtspraktijk van grote waarde is. Nemen wij daartoe het reeds veelvuldig gekozen voorbeeld. Een chauffeur veroorzaakt in dienstbetrek king een verkeersongeluk. De aange- redene zal er in dat geval niet over peinzen de chauffeur persoonlijk aan sprakelijk te stellen, doch waar de wet hem daartoe de gelegenheid opent, zal hij de vermogende particulier (wie anders dan een vermogend man kan zich een chauffeur veroorloven?) dan wel de vervoers- of andere onderneming, in wiens dienst de chauffeur staat, zijn schaderekening presenteren. Het ver haal op deze biedt inderdaad ir perspectief. Is de kwestie dus practisch niet van overgroot belang, morele waarde kan aan hare overweging zeker niet worden ontzegd. Aansprakelijkheid van de ondergeschikte naast de werkgever heeft zijn voor en zijn tegen. Weet de ondergeschikte, dat hij toch niet door de benadeelde aansprakelijk kan wor den gesteld, dan zal zijn verantwoorde lijkheidsgevoel daardoor ongetwijfeld verzwakken, Dan blijft dus slechts over de aansprakelijkheid van de arbeider jegens de werkgever binnen het raam der contractuele verhouding en valt dus te onderzoeken, of de arbeider de be dongen arbeid wel, zoals de wet het eist, naar zijn beste vermogen heeft verricht. Het is, sociaal gespróken zeker niet ideaal, de arbeider geen in dividuele aansprakelijkheid jegens der den te laten. DAAR staat echter tegenover, dat de risico's, aan het verrichten van arbeid verbonden, in het huidig maatschappelijk verkeer aanzienlijk zijn toegenomen. Die arbeid verricht de werknemer zeker niet alleen ten behoeve van zichzelf, doch in niet geringe mate. tevens ten dienste van zijn werkgever. Zou nu de arbeider alleen worden aan gesproken, dan zou zulks in sociaal opzicht tot een onbillijkheid leiden. Er is derhalve bepleit, om de aansprakelijk heid van de arbeider uit te sluiten, ten eerste, wanneer hij meende en te goeder trouw mocht menen, dat zijn handeling rechtmatig was en ten tweede, wanneer hij niet opzettelijk, doch door zijn schuld schade heeft veroorzaakt. Voorgesteld wordt in het nieuwe Burgerlijk Wetboek op dit stuk geen wijziging te brengen Dit lijkt ons inderdaad niet nodig, om dat elders, naar wij reeds uiteengezet hebben, aan de rechter de algemene be voegdheid wordt toegekend om een ver plichting tot schadevergoeding uit hoofde van bijzondere omstandigheden te matigen. Als één der gronden, waar op de rechter tot matiging van de ge vraagde schadevergoeding zou kunnen besluiten, werd toen genoemd de aan wezigheid van een dienstverband, waar door men genoodzaakt werd risico's op zich te nemen, die men voor zichzeU niet zou kunnen of willen lopen. In dat geval is het billijk en logisch, dat de werkgever en niet de arbeider de hoofd aansprakelijkheid draagt. Het voorge stelde systeem komt dus daarop neer, dat de uitwerking van de vraag, in hoe verre de arbeider eventueel aansprake lijk zal zijn, aan de rechter wordt over gelaten. Dit lijkt ons een gezond beginsel, waarbij met veelal variërende omstandigheden, die bezwaarlijk in een wettekst kunnen worden neergelegd, kan worden rekening gehouden. De nota van de minister scheert de positie van de ambtenaar in dit opzicht met die van de arbeider over één kam Deze oplossing voor de ambtenaar is een gans andere dan die, welke de com missie-De Monchy in haar advies inzake verhoogde rechtsbescherming verstrekt, In artikel 14 van het wetsontwerp O.D.O.L. (Onrechtmatige Daad Open bare Lichamen) wordt nl. voorgesteld: „De natuurlijke persoon, voor wiens daad een openbaar lichaam aansprake lijk is, is niet verplicht de door die daad veroorzaakte schade aan de benadeelde te vergoeden." Wij geven aan deze suggestie de voorkeur. VOOROPGESTELD moge worden, dat de ambtenaar er practisch an ders voor staat dan de arbeider Ten aanzien van hem is de situatie n.l. niet zo, dat de benadeelde er per se de voorkeur aan zal geven het overheids lichaam aan te spreken. Enerzijds is zulk een orgaan zeker niet gelijk te stellen met een privé-ondernemlng. Meestal heeft de besluitvorming van en hebben ook procedures tegen overheids lichamen (let op hun beperktere aan sprakelijkheid voor onrechtmatige da den) heel wat meer voeten in de aarde dan in het andere geval. Buitendien zijn er ambtenaren, die een eventuele aan sprakelijkheid uit onrechtmatige daad materieel kunnen nakomen. Ten aanzien van ambtenaren is er dan ook een geruchtmakend voorbeeld ln de jurisprudentie van persoonlijke aansprakelijkheid. Een houtvester, ln dienst van de staat, had het wenselijk geoordeeld een bos af te branden. Tij dens de brand draaide de wind en brandde een naburig, niet aan de staat toebehorend bos tevens af. De Hoge Raad oordeelde te dien aanzien, dat de aansprakelijkheid van de staat de per soonlijke aansprakelijkheid van de ambtenaar regens de eigenaar van het naburige bos niet uitsloot. Daarbij was het niet de vraag, of de ambtenaar te goeder trouw gemeend had zijn plicht te doen, maar of hij inderdaad zijn plicht had gedaan en de houtvester werd persoonlijk tot schadevergoeding veroordeeld. ZO is de stand der jurisprudentie en wij zijn van mening dat de wet gever behoort in te grijpen. Het is hierbij niet voldoende, dat de rechter op grond van bijzondere omstandigheden de gevraagde schadevergoeding kan ma tigen om de eenvoudige reden, dat een ambtenaar, mits als zodanig optredend, (en dus niet als hij zijn bevoegdheid overschrijdt niet tot derden in enige per soonlijke rechtsverhouding staat. Hij blijft als ambtenaar binnen de publiek rechtelijke sfeer. Daarin behoort een persoonlijke, civielrechtelijke aanspra kelijkheid jegens derden niet thuis. Heeft het publiekrechtelijk orgaan fou ten gemaakt, dan dient het publiekrecht aan te geven, in hoeverre het publiek rechtelijk lichaam tegenover burgerrech telijke personen verantwoordelijk is. De ambtenaar kan op zijn beurt aansprake lijk zijn, doch dan alleen tegenover het publiekrechtelijk lichaam, namens het welk hjj optrad. De wettelijke regeling van de ambtenaarsposltle zal dienen vast te stellen, in hoeverre deze moge lijkheid aanwezig moet zijn. In die zin wordt artikel 14 van het wetsontwerp- OD.O.L. ook door de commlssie-de Monchy verdedigd. Laat men de per soonlijke civielrechtelijke aansprakelijk heid van de ambtenaar bestaan, dan if de mogelijkheid tot discrepantie tussen belang en aansprakelijkheid schier on eindig. KAPPEYNE Comité hield bijeenkomst met Kamerleden en industriëlen (Van een onzer verslaggevers) f T~\E IJ-tunnel en de Hem-tunnel dienen gelijktijdig te worden gebouwd" zo was de strekking van de bijeenkomst, die het Amsterdamse IJ-tunnelcomité gisteravond in Krasnapolsky had belegd. Tot de ver gadering had men Kamerleden, fractie-voorzitters van de gemeenteraad, industriëlen en verkeersdeskundigen uitgenodigd. De heer F. de Boer, directeur van de Ned. Dok- en Seheepsbouw-maatschappij leidde de ver gadering, bondig, en zelf openhartig verklarend, dat hij vroeger van oordeel was, dat de Hem-tunnel aan de IJ-tunnel vooraf diende te gaan, doch dat vijf jaar werken in Amsterdam-Noord hem er van had overtuigd, dat de bouw gelijktijdig dient te geschieden: „De industrialisatie in Noord-Holland boven het IJ wordt door de ponten belemmerd; weet men wel, dat Zaanse industriëlen hun klanten al ontmoeten in... Haarlem?" De heer M. E. Versteeg, voorzitter van het IJ-tunnelcomité heeft de inlei-; ding, die ir J. W. R. Thomson zich had voorgesteld te houden, wegens ziekte van de inleider, voorgelezen. Aan het betoog van de heer Thomson ontlenen wij, dat hij, een brug over het IJ bere kend naar het voorbeeld van de brug te Sydney, tot een bouwsom kwam van circa 204 millioen gulden of ongeveer: tweemaal zoveel 'als de raming voor de alternatieve tunnelprojecten. Hij ver volgt dan: een raming van 500 millioen gulden voor de IJ- en Hemttmnelp.ro- jecten inclusief de eraan verbonden door braken lijkt als orde van grootte een verantwoord bedrag. Op grond van be lastingen die in de Rijkskas terugvloeien en het indirecte effect volgens de multi- pliceer-theorie van Keynes meent ir Thomson het bedrag tot 440 millioen te kunnen reduceren. Stelt men een periode van uitvoering van twaalf jaar, dan zou voor de uitvoering van de twee tunnels en de daarmede verband houdende wer ken jaarlijks 37 millioen moeten worden opgebracht; bovendien werkgelegenheid voor 3700 mensen. Het zou dus een zeer welkom object zijn voor het inschakelen van mensen in het arbeidsproces. Wanneer men slechts één tunnel zou bouwen zouden circa twee millioen auto's per jaar een omweg moeten maken van minstens 10 km, hetgeen neerkomt op een onkostenpost van zes millioen gulden per jaar, a 4%, de rente van 150 millioen gulden. De conclusie van ir Thomson is, dat het in de tunnels te investeren kapitaal voor het Neder landse volk een rendabele propositie is. WAT dachten nu de aanwezigen van de inleiding? Het lid van de Tweede Kamer, mr H. F. van Leeuwen, was teleurgesteld. Hij vond de wijze waarop de inleider het probleem had benaderd niet prettig. Primair had gesteld dienen te worden: Hebben we de tunnel nodig en is het een economische propositie. Het is tegenwoordig mogelijk te bereke nen of een weg economisch zal zijn of Vooraf werd seer intensief overleg gepleegd Op vragen van het Tweede Kamerlid Van de Wetering (c.h.) over de toepas sing van het reisbesluit 1952 op perso neel van de rijksaccountantsdienst heeft de minister van Binnenlandse Zaken, mede namens de minister van Financiën o.a. geantwoord, dat het hem bekend is, dat bij de ambtenaren van de rijksac- countantsdienst ontevredenheid heerst over dit reisbesluit. Dat het overleg over dit besluit op zeer ondoelmatige wijze is gevoerd en dat o.a, ten aanzien van de belastingdienst geen overleg is gepleegd met de personeelsafdelingen i.e. de Bij zondere Commissie Belastingdienst, irdoor van georganiseerd overleg moeilijk sprake kan zijn geweest, ont kent de minister. Er Is integendeel zeer intensief georganiseerd overleg aan de tot sbandkoming van het nieuwe reisbe sluit voorafgegaan. Over de aan de nieuwe regeling ten grondslag liggende beginselen is, na diep- gaand overleg, volledige overeenstem ming bereikt met de vertegenwoordigers van de centrales, met dien verstande, dat één centrale zich het recht heeft voor behouden na een half jaar practijlc op de hoogte der vergoedingsbedragen terug- te komen. Uiteraard was het niet moge lijk het overleg over de uitvoering van dit nieuwe besluit uit te strekken tot- de talloze afzonderlijke groepen in de rijks dienst, wier belangen in de centrale com missie reeds door een der vijf centrales worden behartigd, hetgeen ook niet juist zou zijn geweest. Wat de ambtenaren van de rijksac- Luit.-generaal Boerstra overleden Oud-legercommandant in Ned.-Indië Zaterdag is te 's-Gravenhage overle den luitenant-generaal M. Boerstra, van 1935 tot 1939 legercommandant in Ne- derlands-Indië. Hij was ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw en groot officier in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden. Voorts was hij gerech tigd tot het dragen van het ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven met het kroontje voor eervolle vermelding en met de gespen 3 9051908 Zuid-Celebes en 19051909 Kleine Soenda-eilanden. Generaal Boerstra werd te Sneek ge boren op 28 November 1883. Via de Kadettensohool ging hij naar de K.M.A. Op 22 Juli 1904 volgde zijn benoeming tot tweede luitenant van de artillerie van het leger in Nederlands-Indië. Hij nam deel aan de Bali-expeditie en aan de overmeestering van enige rotsvestingen in Midden-Celebes. In 1910 werd hg leraar aan de K-M-A. te Breda en daar op ging hij studeren aan de Hogere Krijgsschool te 's Gravenhage. Het jaar 1919 zag hem als kapitein in Indië terug, en van 1920 tot 1922 was hij militair attaché bij de Nederlandse gezantschap pen te Tokio en Peking. Als majoor werd hij in 1926 belast met het com mando over de lie afdeling veldartillerie, in 1928 ging hij, luitenant-kolonel ge worden, naar de Generale Staf. In Oc tober 1931 volgde zijn benoeming tot kolonel. In Maart 1932 werd hij aange wezen tot hoofd van de Generale Staf en tot Inspeoteur van de Militaire Lucht vaart. Drie jaar later nam hij uit han den van generaal Koster het legercom- mando over, Tngez. med.-advertentie) èjhlDE TRACTATIE VOOR IN LUXE DOZEN VAN SO STUKS countantsdienst betreft, kan de minister van Financiën nog meedelen, dat hij tij delijk bijzondere faciliteiten heeft ver leend, ten einde de verblijfsvergoedingen te kunnen toetsen aan de werkelijke ver blijfskosten. De ministers delen volledigheidshalve nog mede, dat de interpretatie van het reisbesluit bij de erkende centrales van overheidspersoneel vragen heeft doen rijzen, die voor de voorzitter van de centrale commissie voor georganiseerd overleg aanleiding zijn geweest in over eenstemming met de organisaties op nieuw een subcommissie te benoemen ter behandeling van de gerezen vra punten. niet. Dat is ook doenlijk met een tunnel. Het communistische raadslid, de heer L. Seegers had willen horen hoe de financiering gedacht wordt. Hij zou zelf de voorkeur geven aan financiering uit de gewone dienst. Het kamerlid, de heer H. J. van de Bom, wees op het nut van toekomstige werkgelegenheid door uit breiding van de industrialisatie boven het IJ; zjjn collega uit Harlingen, het a.r.-kamerlid de heer C. van der Zaal, herinnerde aan de hoge kosten van de waterstaatswerken en vroeg naar een vergelijking van de onderhoudskosten van brug en tunnel. Tenslotte vroeg het prot.-ohristelijke raadslid, de heer J. H. Meewezen, aandacht voor de fietsers. „Het verkeer loopt ons uit de hand", zeide, bij de beantwoording van de spre kers, die, door de afwezigheid van de inleider nu eenmaal summier moest blijven, de heer F. de Boer. Hjj vond de houding van „Vraag niet te veel, anders krijg je niks" onverstandig en meende dat de tunnelbouw gefinancierd dient te worden uit de algemene middelen. De zaak dient op Rijksniveau te worden behandeld: in één plan twee tunnels! Herstel Schouwse dijk Tekort aan arbeidskrachten en materieel opgeheven Op vragen van het Tweede-Kamerlid Gortzak (C.P.N.) over de herstelwerk zaamheden op Schouwen en Duiveland, heeft de minister van Verkeer en Water staat o.a. geantwoord, dat er onmiddel lijk na de ramp bjj de herstelwerken van de Schouwse dijk een tekort aan arbeids- krachten en aan materialen en materieel was. Deze tekorten zijn thans opgehe ven. Zij werden veroorzaakt, doordat een zeer belangrijke oppervlakte op het eiland werd geïnundeerd, waardoor ook het grootste deel van de bevolking was geëvacueei-d. Mede daardoor leverde ook het onmiddellijk aantrekken van arbeidskrachten van elders bezwaren, omdat het onmogelijk was onmiddellijk in de huisvesting van dit personeel te voorzien. Door de bouw van kampen wordt hieraan tegemoet gekomen. De aanvoer van de benodigde materialen is voorts behoorlijk op gang en voldoende verzekerd. Uit practische overwegingen moet bij het in dienst nemen van arbeiders in hoofdzaak van zich in ploegverband aanbiedende krachten gebruik worden gemaakt. Daardoor en door het hier boven vermelde kan het voorkomen, dat werkzoekenden worden teleurgesteld. Alles, wat mogelijk is, wordt gedaan om tot een snel herstel van de djjken te ge raken. Amstel-Hotel werd er zich van bewust, dat het aan de rivier ligt Schepping uit de dagen van dr Sarphati kreeg een uitbouw van beton, staal en glas Minister Algera verklaart Inwoners van Fijnaart treft geen blaam Op vragen van het Tweede-Kamerlid Gortzak (C.P.N.) over een door de ge meenteraad van Fijnaart aangenomen motie, heeft de minister van Verkeer en Waterstaat o.a. geantwoord, dat zijn mededelingen in de vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 11 Februari j.l., bovendien nog gedaan' onder voorbehoud van juistheid, niet het karakter droeg van een beschuldiging, als zouden de bewoners van de buiten polder in die gemeente, ondanks tijdige waarschuwing voor de ramp, hebben ge weigerd hun woning te verlaten. In geen geval is het de bedoeling van de minister geweest enige blaam op iemand te werpen, noch ter oorzake van eigen schuld, noch van onvoorzichtigheden, die naar zijn mening bij de betrokken inwo ners van Fjjnaart niet aanwezig zijn ge weest. Ter zake van de door de ge meenteraad van Fijnaart aangenomen motie zal de minister zich met genoemde raad in verbinding stellen. Negen en zeventigste lijst van slachtoffers van de watersnood Het informatiebureau van het Ned. Roode Kruis heeft de 79ste lijst van ge borgen en geïdentificeerde slachtoffers van de watersnood gepubliceerd. NIEUWERKERK Jan Kleemans, geb. 26.4.1885, laatste adres: Westerstraat 29; Catharlna van Nieuwenhuize, geb. 26.7.1937, Noord straat 6 en Leendert Marinus Syriër, geb. 21.6.1952, Molenstraat 135. OUDE TONGE Jannetje Koertvan Noord, geb. i.12.1873, laatste adres: Stations weg 75. WAARDE (Van een onzer verslaggevers EEN eigenljjk wel zéér ongewone gebeurte nis: het Amstel- Hotel. dat zoveel Am- stêlwater langs zijn hoge gevel heeft zien vloeien, en onbewogen daar stond bij de Hoge Sluis, is uit gebreid met een lounge aan de waterkant, een aanbouw uitgevoerd in het modernste mate riaal: beton, staal en glas. Met volkomen ne gatie van de vormgeving van Outshoom, die het hotel evenals bijvoor beeld het Paleis voor Volksvlijt een plan van de grote dr Samuel Sar phati bouwde in de jaren 1864'67. Het Amstel-Hotel had zich van de Amstel niet zo heel veel aangetrok ken. Eigenlijk had men alleen uit een deel van de hotelkamers een goed gezicht op het water, maar de prachtige, ja unieke ligging viel de bezoeker verder niet op. Dat is dan nu veranderd. Uit de hall leiden glazen deuren naar de nieuwe uitbouw van be ton en glas, de lounge. Het is er zeer licht en het uitzicht over het water van de Amstel in de richting van de Nieu we Amstelbrug met aan de Amsteldijk het toren tje van het voormalige gemeentehuis van Nieu wer-Amstel thans het Gemeente-archief), de zware toren van de Wll- librorduskerk, is waar lijk subliem. De ramen zijn zó geconstrueerd dat zij óf deels öf geheel weggeschoven kunnen worden, al naar tempe ratuur en windrichting dat gedogen. Ir F. W. de Vlaming, de architect, en de bin nenhuis-architect. de heer H;~ P. Mutters werkten samen om hier een harmonisch geheel tot stand te brengen, met sterke kleuren, met verrassende kleine vond sten zoals de drie-armige schemerlampen, de klei ne stralers aan het pla fond zonder echter, dat deze zeer moderne vormgeving de voor naamheid van het geljele hotel ook maar enige afbreuk zou doenin tegendeel, zij wordt nog versterkt, doordat hier blijkt, dat zij volstrekt niet gebonden is aan één bepaalde stijl. In de lounge is een bar, onder een blauw baldakijn, intiemer en minder naar buiten ge keerd, met wat donker der kleuren gelijk een bar, past. En door een met groen doorvlochten sierljjk bamboe-scherm ook optisch duidelijk ge scheiden van de grote ruimte van de lounge, vanwaar men zo wijd ultblikt over het water, op het drukke beweeg over de nabije brug. De directeur van het Amstel-Hotel, de heer D. de Bes, en de commis sarissen hebben gister middag, ter ere van de ingebruikneming van de uitbreiding, genodigden een cocktail-party aan- hotel, ook maar enige lijke autoriteiten, leden van het corps consulair, figuren uit het vreem delingen-verkeer, uit de hotellerie waren aan wezig. (Ingez. med.-advertentie) JJ e» Uw comfort zijn nummer één wanneer U per vliegtuig Uw vacantiehestemming tege moet gaat. De KLM ontvangt U in een sfeer van hoffelijke gastvrijheid en weet het U volmaakt naar de zin te maken. Schenk Uzelf het genoegen per KLM te reizen: er bestaat geen beter begin voor een heerlijke vacantie Minister veroordeelt Onjuiste berichtgeving omtrent emigratie naar Australië Op vragen van het Tweede-Kamerlid Haken (C.P.N.) over een artikel in De Jonge Kerk, maandblad voor hervormde jongeren, betreffende het lot van vele Nederlandse emigranten in Australië, heeft de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid o.a. geantwoord, dat bedoeld artikel een sterk verwrongen en daardoor onjuist beeld gaf van de positie van vele Nederlandse emigranten in Australië. Het deed door generali satie onrecht aan tienduizenden emi granten, die de moeilijkheden, waarmede elke emigrant te kampen heeft, wèl weten te overwinnen en in dat land een goede toekomst tegemoet gaan. Het is betreurenswaardig, aldus de minister, dat bedoeld blad, ofschoon het gebruik zou kunnen maken van meer objectieve informatiebronnen, volstaan heeft met publicatie (zij het buiten verantwoorde lijkheid van de redactie) van een inge zonden brief. Er bestaat geen aanleiding tot het nemen van bijzondere maatregelen. Voor het zeer geringe aantal emigranten, dat wegens heimwee of welke andere reden ook tot terugkeer besluit, bestaat ge noegzaam gelegenheid aan hun voorne men gevolg te geven. De voorlichting omtrent Australië geschiedt, gezien het geringe aantal mis lukkingen onder de Nederlandse emi granten en de zeer goed naam, welke zij zich hebben verworven, op zodanige wjjze, dat zij over het algemeen tot ver antwoorde besluiten om al dan niet te emigreren, leidt, aldus de minister. DE FITIS IS ER (met ruim vijfhonderd paartjes) HET TALRIJKST Van de FITIS werden in 1952 511 mannetjes geteld Kennemer vogelaars maakten de balans op De NACHTEGAAL broedde op 101 plaatsen HET is een oude en zeer goede traditie in Kennemerland en als ik me niet vergis ook elders wel, om op Hemelvaartsdag te gaan dauw- trappen. Daartoe moeten we, de naam zegt het al, nóg voor zonsopgang naar huiten, als de dauw nog aan gras en kruiden hangt, zodat je moet oppassen niet binnen het half uur kletsnatte voeten te hebben. Een reden te meer, om dit jaar de Kennemerduinen eens als doel voor de wandeling te kiezen. Want in dit Nationale Park, ten Noorden van de Bloemen- daalse Zeeweg, hebben we de keus uit vijftig kilometer voetpaden en dertig kilometer verharde wegen, waarop we het twaalfhonderd ha grote terrein in alle richtingen met droge voeten kunnen doorkruisen. En de directie heeft ons verzekei'd, dat men er op deze Hemelvaartsdag reeds van half zes af welkom is. Mits men zich de dag tevoren van een wandel- kaart heeft voorzien, want op de adressen, waar die verkrijgbaar zijn, kan men zo vroeg nog niet terecht. Beter nog is, op een van beide kampeerterreinen een tentje op te slaan, dan kunnen we zo yroeg opstaan als we zelf willen en dan missen we in geen geval het ontwaken van het vogelkoor. Dat is iets, dat iedereen toch eigenlijk op z'n minst één keer in zijn leven moet hebben ervaren. (Tien tegen één, dat het dan niet hij die ene keer blijft!) En de Kennemer duinen bieden er een ideale entourage voor, want er zullen weinig «e- bieden in de duinstreek van het vasteland zijn, die op een zó grote vogelrijkdom kunnen bogen. KENNEMER vogelaars (van velerlei pluimage) hebben daar het afge lopen jaar de balans eens van op gemaakt. Vele uren hebben zij in de Kennemer duinen doorgebracht (de di rectie verleende daartoe allerlei facili teiten), die zij hebben besteed aan het grondig inventariseren van de broed- vogelbevolking van het gebied. Ieder had daartoe een eigen vak toe gewezen gekregen, waar hij ijverig de zingende vogels heeft geteld. Voor zo ver dit mogelijk was, werden ook nesten gezocht en zo was het, in het verloop van enige maanden, mogelijk zich een beeld te vormen van de 'broedvogel- bevolking van deze gebiedjes, dat niet veel van de werkelijke toestand zal af wijken. In de loop van de winter zijn deze gegevens nader uitgeioerkt en ten slotte samengevoegd tot een kort rapport (toegelicht met zo nauwkeurig moge lijke kaartjes), waaruit blijkt, dat er op de 1200 ha van liet Nationale Park ruim zestig vogelsoorten broeden. Sommige zó talrijk, dat we er werkelijk even van hebben zitten kijken; andere in slechts een of enkele paartjes, waar we dus extra zuinig op zullen dienen te zijn. De resultaten van dit omvangrijke werk, waaraan zeer veel vrije uren wer den besteed, zijn ook daarom zo interes sant, omdat we over een dergelijk vrij uitgestrekt duingebied nog geen bevol kingscijfers hadden in Nederland. Er zijn tellingen verricht in gemengde bossen aan de duinvoet en op de Veluwe, in naaldbossen van allerlei leeftijd, in dor pen en in het polderland. Maar de cijfers uit de Kennemer duinen zijn eigenlijk helemaal nieuw. Het is te hopen, dat dit werk kan worden voortgezet. Enerzijds omdat ten aanzien van sommige soorten of terrein typen wellicht een nog nauwkeuriger onderzoek gewenst kan zijn, anderzijds vooral ook omdat, wanneer dergelijke tellingen gedurende een reeks van jaren kunnen worden voortgezet, allerlei in teressante conclusies zullen kunnen worden getrokken ten aanzien van de invloed van weersgesteldheid, planten groei en vele andere factoren op de vogel bevolking. Het is natuurljjk ondoenlijk, hier het hele verslag van de inventarisatie uit voerig te vermelden. Ik zal mij moeten beperken tot hier en daar een greep. En dan begin ik met de sperwer, een zeld zame broedvogel in onze duinen, waar van één nest werd gevonden, evenals van de in de duinen ook lang niet alge mene boomvalk. Van de torenvalk wer den wel acht nesten aangetroffen. Regelmatig verspreid over het gehele gebied (met uitzondering van de be boste oostelijke strook, broedden een kleine veertig paartjes scholeksters. Aan wulpen werden 73 paartjes geteld en van de in de duinen toch vrij zeldzame hout snip werden veertien baltsende manne tjes gehoord. Van de stormmeeuw wer den vier nesten gevonden, maar wellicht zijn het er zes geweest. Deze cijfers zinken echter volkomen in het niet bij de schatting van twee honderd paartjes houtduiven, ruim hon derd. paartjes nachtegalenvierhonderd vijftig paartjes grasmussen en maar liefst vijfhonderd en elf paartjes fitissen. Bij deze laatste soort wordt dan nog aangetekend, dathet aantal zingende mannetjes in de trektijd aanzienlijk gro ter is. Overigens is een aantal van 33 paar tjes sprinkhaanrietzangers, strikt ge nomen, wel zo opmerkelijk, want deze soort wordt toch gewoonljjk als vrjj zeldzaam beschouwd. Van de boom pieper werden 93 zingende mannetjes geteld. En in het oostelijke deel van het gebied werden op vijftien plaatsen regel matig roepende wielewalen gehoord. HET is verleidelijk, nog veel meer te citeren uit het verslag. Maar veel beter kan ik u adviseren, zelf eens te komen kijken. Ge zult dan op de pa den moeten blijven, juist omdat men wil voorkomen, dat de vogels worden ver jaagd. Waarvoor het gevaar bij een druk geloop door de bosjes zeer groot is. Maar ook van de talrijke paden af zult ge vrijwel alle aanwezige soorten horen zingen of roepen en voor het grootste deel ook te zien krijgen. Er liggen ook dit jaar weer op slechts enkele meters van sommige paden af nesten van kie viten en bontbekpleviertjes. En als ge met een kijker op een der duintoppen om het meertje gaat zitten, kunt ge de vis- diefjes op het eilandje op hun nesten zien zitten. Vrij zeker treft ge daar ook bergeenden aan, van welke soort het broeden nog niet met zekerheid kon worden vastgesteld. En wellicht ook de kleine mantelmeeuwen, waarvan we er op het strandje vorige week vijf telden, en de kluut, die daar toen met z'n kop in de veren stond te dutten. Mogelijk ook is die dan alweer doorgereisd. Maar dan wachten er ongetwijfeld andere ver rassingen, want daarvan heeft het meer tje er ons al vele bereid. CANTECLEER

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1