1
AUERHAAN
Geen integrale vergoeding
van rampschade
MICHEIIN
I Wnbklll
Vergeefse speurtocht naar de
Verantwoorde
keuze
Minister Van de Kieft kondigt aan:
LENTE IN DE
C^izcióy
SNEEUW OP
^Joc^ezen
BANDEN
De Nederlandse kwaliteitshand
Belastingwensen van de middenstand
Verruiming van mogelijkheden voor
interne financiering
Wilde zwijnen om
de tent?
LEVENDE HOOP.
ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN ZATERDAG 9 MEI 1953
3
BIJ de verkiezingen van de gemeente
raden, welke de 27ste Mei in ons
land worden gehouden, is in de
eerste plaats de gemeentelijke politiek,
maar indirect ook het algemene politieke
beleid in het geding. Ondanks a.lle be
knotting der gemeentelijke autonomie
zijn er nog altijd aanzienlijke plaatselijke
belangen te behartigen, waarbij de ge
meenteraden hun recht van spreken
hebben. Tegelijkertijd kan men uit de
stembusuitspraak het oordeel van de ge
zamenlijke kiezers aflezen omtrent het
gedurende het laatste jaar gevoerde
regeringsbeleid.
Temidden van de verschillende ver-
kiezings-programmata maakt het uit
voerig gemeenteprogram dat de Volks
partij voor Vrijheid en Democratie voor
de verkiezingen van 1953 de wereld in
heeft gezonden, een uitstekend figuur. In
het bijzonder in de paragrafen, die zich
bezig houden met de gemeentelijke auto
nomie, gaat men recht op het doel af.
De V.V.D. laat er geen twijfel over be
staan, dat financiële zelfstandigheid
al is dan dit grote goed gedurende de
laatste decennia voor een belangrijk deel
verloren gegaan het einddoel blijft.
Natuurlijk is daarvoor een eigen belas
tinggebied van genoegzame omvang
noodzakelijk. De practijk om de baten
van vele belastingen via het Rijksbudget
te doen lopen of ze aan de „algemene"
schatkist ten goede te doen komen
zie bijvoorbeeld de formidabele lasten,
die drukken op het wegverkeer is
mede een bewijs voor de centraliserende
tendens van de landelijke overheid.
UIT het nieuwe V.V.D.-program ver
melden wij verder met instemming
de passages omtrent de woning
bouw. „Particuliere woningbouw voor
alle geledingen van de bevolking ver-
diene de voorkeur en worde door fle ge
meentelijke overheid gestimuleerd. De
gemeente ondersteune het streven naar
het bezit van eigen woning." Aldus te
recht het program. Nu weten wij natuur
lijk zeer goed, dat ook andere politieke
groeperingen sterk de aandacht vragen
voor volkshuisvesting en woningbouw.
Maar in het bijzonder zij, die zich keren
tegen de overmatig dirigistische tenden-
zen van het huidige beleid, wensen ruim
baan voor de p air t i c u 1 i e r e woning
bouw. Op het ogenblik is namelijk de
situatie zo, dat er vooral gebouwd wordt
met hoge regeringssubsidies. De huur-
stop beeft imhiers een wanverhouding
tussen bouwkosten en huren doen ont
staan. Een rechtvaardig beleid eist, dat
men niet de huiseigenaren in een ongun
stige uitzonderingspositie plaatst, welke
er toe leidt, dat het bestaande woning-
bezit niet voldoende onderhouden wordt.
Dat versterking van het vrijzinnige
element ook m onze gemeenteraden
noodzakelijk is leert de onlangs door de
Tweede Kamer aanvaarde Zondagswet,
Wanneer dit wetsontwerp eveneens aan
de overzijde van het Binnenhof zal wor
den goedgekeurd, krijgen de gemeente
raden bevoegdheden om bij plaatselijke
verordening verder te gaan dan'de
grondbeginselen van het ontwerp. In
gemeenten, waarin voor zulk een besluit
een voldoende meerderheid aanwezig is,
zal men in afwijking van de normale
gang van zaken openbare vermake
lijkheden op Zondag ook kunnen ver
bieden na één uur. 's middags. Hierin zien
wij een vrijheidsaantasting welke niet
in overeenstemming is met de algemene
beginselen van het Nederlandse staats
bestel. Hier kan zich een gemeentelijke
overheidsdwang voordoen ten nadele van
andersdenkenden, welke wij in een waar
lijk democratisch Nederland onaan-
vaardbaar achten. Zeker, vrilheid is
geen ongebondenheid. Maar vrijheid be
tekent evenmin een vrijbrief Voor de
plaatselijke overheid om nodeloos de i
vrjjheid van. anderen te beperken.
VÓÓR alles zal het nodig zijn, dat bjj
de verkiezingen van de 27ste Mei
die candidatën worden verkozen,
wier persoonlijkheid er borg voor staat,
dat de gemeentelijke belangen op waar
dige én doortastende wijze worden be
hartigd. De laatste tijd hebben wij zeer
vaak de klacht gehoord, dat het peil van
de gemeentelijke colleges zou zijn ge
daald. Al is een dergelijke klacht om
trent de gemeentelijke en landelijke ver
tegenwoordigende lichamen niet nieuw,
toch is het zaak, dat de kiezers zodanige
candidatën in de gemeenteraad brengen,
van wie de deskundigheid op gemeente
lijk gebied boven iedere'twijfef verheven
is. Volkhuisvesting, onderwijs, volksge
zondheid, volksontwikkeling, steun aan
kunst en cultuur, het zijn alles zaken,
waarbij de gemeenteraad ten nauwste
betrokken is. Daarbij komt, dat de
kiezer die de 27ste Mei zijn stem uit
brengt, indirect zijn eoedkeurmo- of
afkeuring te kennen geeft over het op
treden van het huidige coalitie-Kabinet.
De Kamerverkiezingen van 1952 ver
toonden -twee tendenzen. Er was een
versterking uit af te lezen, zowel van
het zogenaamd progressieve als van het
bewust anti-dirigistische element. Bij het
optreden van het Kabinet werd de
tweede tendens te enenmale verwaar
loosd. Plet is vanzelfsprekend, dat de
kiezer bij het overwegen van zijn stem
én met de gemeentelijke én met de alge
meen-politieke factoren rekening houdt.
Juist daarom moet zijn keuze verant
woord zijn.
Afwikkeling binnen
twee jaar
EEN huisraadschaderegeling waarbij
differentiatie tot uitdrukking komt
is niet te bedenken. De getroffenen
behoeven zich echter niet bezorgd te
maken over de vergoeding van de huis-
raadschade. Blijken straks de middelen
van het Rampenfonds niet voldoende
voor een volledige vergoeding, dan zal
het Rijk voor aanvulling zorgen.
Over de bedrijfsschade en de
vergoeding verklaarde de minister
dat de zgn. immateriële schade thans
niet in aanmerking komt. Dit be
tekent, dus dat bijv. fruittelers, die na,
jaren nog geen of geringe oogst zullen
hebben, niet op vergoeding mogen
rekenen.
In dit verband werd de minister
ook gevraagd wat hij dacht over de
suggestie, die dr Groeneveld Meijer,
directeur-generaal van de midden
stand, indertijd in Zierikzee zou heb
ben gedaan, namelijk dat 80% der
bedrijfsschade zou worden vergoed,
berekend naar de inkomsten van
1952. ,,Het spijt me", antwoordde de
minister, ,,ik hen daarvoor niet ver
Electriciteitsvoorziening
in Noord-Brabant
Uitbreidingsplannen van
het P.N.E.M.
(Van onze correspondent)
Tilburg, 9 Mei
Naar de directeur van de P.N.E.M..
Ir J. G. de Voogt, mededeelde, Is het
electriciteitsgebruik in N.-Brabant se
dert 1939 verdrievoudigd. De te ver
wachten jaarlijkse stijging kan gevoe
gelijk op 10% worden vastgesteld.
Daarom heeft de raad van cpmmissa-
rlssen besloten ee'n tweede „branche"
te doen bouwen. De machines en de
ketels zijn reeds besteld en het depar
tement heeft bereids de plannen goed
gekeurd.
In geldswaarde uitgedrukt wordt
voor ruim 45% der benodigde appara-
turen door de Nederlandse industrieën
gemaakt. De totale kosten worden op
15 millloen geraamd en men hoopt
einde 1956 het werk gereed te hebben
Middelerwijl is ook reeds begonnen met
de bouw van een nieuw kantoor- en
bedrijfsgebouwencomplex te 's Herto
genbosch; de uitbreiding, resp. nieuw
bouw van de onder-stations te Breda.
Roosendaal en Woensdrecht is gereed
en de stations zijn sedert enige tijd in
bedrijf.
Op het programma staat voorts een
nieuw onder-station aan de weg tussen
Tilburg en Loon op Zand, waarvoor de
terreinen bereids zijn aangekocht en
de transformatoren besteld. Met het
gemeentebestuur van Tilburg wordt
onderhandeld over de overneming van
de electrlsche centrale 'aldaar. Deze
zomer komt bovendien nog de nieuws
lijn GeertruidenbergOrthen gereed.
In het volgende week in te dienen ontwerp-Rampschadewet wordt
geen rekening gehouden met de draagkracht
VOLGENDE week zal liet ontwerp-Rampschadewet bij de Tweede
Kamer worden ingediend, aldus deelde minister Van de Kieft gister
middag mede tijdens een bezoek aan Zeeland. De minister zeide, dat bij
bet wetsontwerp de vermogensfactor vervalt. De draagkracht wordt dus
niet in aanmerking genomen. Minister Van de Kieft zeide, dat van
integrale schadevergoeding geen sprake kan zijn, omdat de regering geen
onderscheid wil maken tussen de door de oorlog getroffenen en de slacht
offers van de watersnood. Hij legde er de nadruk op, dat de vergoedingen
behoorlijk geregeld zullen worden op basis van de wet op de materiële
oorlogsschade.
evenmin uitlaten over de pachtvergoe-
ding aan grondeigenaren, wier lande
rijen onder water staan. Positief liet hij
zich uit over de afwikkeling der ver
goeding van de rampschade. De rege
ling is voornemens te zorgen, dat deze
in twee jaar afloopt. Hij voegde er aan
toe, dat hij voornemens ós de helft der
schade-uitkeringen te verwerken in een
aan de Staten-Generaal voor te leggen
gewijzigde begroting voor 1953, en de
andere helft te plaatsen op de lijst be
groting voor het volgende jaar.
Minister Van de Kieft wide zich
De in de maak zijnde wet op de
schadevergoeding voor de publiek
rechtelijke lichamen, gemeenten en
waterschappen, gaat zeer ver en ook
de schadebeperkende maatregelen
aanleg van nooddijken bijv.) komen
in aanmerking.
Ten slotte vertelde de minister dat
de adopties in sommige gevallen voor
de uitkeringen aan gemeenten financiële
consequenties kunnen meebrengen. Ge
schenken zullen namelijk in rekening
worden gebracht, wanneer zij tezamen
met de rijksvergoedingen de integrale
schadevergoeding te boven zouden gaan.
De gemeenten mogen dus van adoptie
niet „beter worden".
Staatsmijnen krijgen een
uniform handelsmerk
(van onze correspondent)
Kerkrade, 9 Mei.
De Staatsmijnen zuilen voor al haar
producten een uniform handelsmerk
gaan voeren. Dit merk zal bestaan uit
een cirkel, waarin één grote en twee
kleine koeltorens. Tot dusver hadden de
Staatsmijnen nog geen algemeen han
delsmerk; wel gebruikten zij voor de
kunstmest'zakiken en de briketten mer
ken, die nu worden afgeschaft.
Zeven en zeventigste lijst
van slachtoffers van de
watersnood
Het informatiebureau van het Neder
landse Rode Kruis heeft de 77e lijst
van geborgen en geïdentificeerde
slachtoffers van de watersnood uitge-
even.
DEN BOMMEL
Jan Hokke, geb. 28.9.1885; Jannetje
Hokke—-Van der Welle, geb. 11.4.1886,
laatste adres: Molendijk A 307; Willem-,
tje Adnana OttevangerDe Boed,
geb. 19.2.1895, Julianastraat A 175.
NIEUWE TONGE
Anthonlus Johannis Pieterse, geb.
23.8.1943, laatste adres: Blaakweg 1.
OOSTERLAND
Laurens Marinus Koopman, geb.
9.12.1911, laatse adres: Rijksweg A 341.
STRIJEN
Teunis Verrjjp, geb. 2.10.1896, laatste
adres: Schenkeldijk 74.
AUERHANEN kregen wij ook in de
Vogezen alleen opgezet te zien
- Met ingang van 13 Mei zal het
ook voor de aangeslotenen van de ge
automatiseerde telefoonnetten in het
district Deventer dat zijn dus die
netten waarvan het netnummer begint
met de cijfers 67 mogelijk zijn door
het kiezen van 003 het weerbericht te
MINISTER BEYEN
NAAR PARIJS
De minister van Buitenlandse Zaken,
mr Beyen zal in de middag van 11 Mei
•naar Parijs vertrekken ter bijwoning van
een vergadering van ministers van bui
tenlandse zaken.
Ridder M.W.O. veronge
lukt te Biezelinge
Op de Rijksweg te Biezelinge is gis
termiddag de 76-jarige E. Kant door
een personenauto uit Wemeldinge aan
gereden en zeer ernstig gewond. De
heei Kant, die zonder op het verkeer
te letten de Rijksweg overstak, werd
enige meters door de auto meegesleurd.
Hij is op weg naar het ziekenhuis
overleden. De heer Kant was drager
van de Militaire Willems Orde.
Spoorwegarbeider verongelukt
te Roermond
Gistermiddag is de 35-jarlge J. De-
makker, arbeider bij de Ned. Spoorwe
gen, tijdens zijn werk op het stations
emplacement te Roermond door een
uit Sittard komende goederentrein ge
grepen. Hij was op slag dood. Het
slachtoffer was gehuwd en vader van
twee kinderen. Hij was pas drie dagen
in dienst bij de N.S.
(Ingez. med.-advertentie
waar zij evenals
in Nederland
volledige
voldoening geven
GEFABRICEERD TE 'S-HERTOGENBOSCH
(Van onze Haagse redacteur)
TAE verlangens op fiscaal gebied, die
de middelgrote en kleine bedrij
ven koesteren, zijn neergelegd in een
belastingprogram, dat is opgesteld in
opdracht van de commissie van
overleg van de drie grote midden-
stands-vakeentralen. Dit program is
het resultaat van een onderzoek, dat
een speciale commissie heeft inge
steld en het is te beschouwen als een
vervolg op de ëerder uitgebrachte
rapporten over de liquiditeit in het
ambacht en het liquiditeits-vraagstuk
in de detailhandel.
Het program bevat aanbevelingen,
ten doel hebbende de financiële structuur
der ondernemingen te verbeteren door
verruiming van de mogelijkheden van
interne financiering; aanbevelingen met
betrekking tot de voortzetting van de
bedrijfsuitoefening na het overlijden van
ondernemer door diens weduwe
en/of Idnderen en met betrekking tot
de liquidatie-/overdrachtswinst en ten
slotte enige aanbevelingen met meer
algemene strekking.
Tot de laatste categorie aanbevelingen
valt te rekenen de wens, dat de Tweede
Kamer thans spoed zal betrachten met
de behandeling van het wetsontwerp
inzake de omzetbelasting (vrijstelling
van de detailhandel). Verder dringt men
er in het rapport op aan, dat de premiën
voor door zelfstandigen afgesloten
ziektegeldverzekeringen voor de Inkom
stenbelasting volledig aftrekbaar wor
den gesteld. Ook wordt aangedrongen
op verlaging van de vereveningsheffing,
niet de opheffing, omdat zij, die het
rapport opstelden, wel begrijpen, dat de
fiscus de totale opbrengst van deze
heffing 300 millioen, waarvan de
middenstands- en ambachtsbedrijven
100 min) niet kan missen.
Het fiscale program is opgesteld op
(Ingez. med.-advertentie)
AUSTIN
tff Mh.V.
PRINSENGRACHT 364 AMSTERDAM
ZWITSERLAND zou het keerpunt worden van onze lentelijke escapade,
hadden we afgesproken. En omdat Tessino daar ook nog toe behoort,
hadden we een zeer nauwkeurige grens aan onze zwerflust gesteld: Rhein-
felden, even ten Oosten van Bazel. Een naam, die elke dag op de voor
pagina van de krant staat, omdat het een van de plaatsen is, waar men de
waterstanden van de Rijn meet.
Overigens interesseerden die waterstanden ons weinig. Des te meer
echter de zwarte milanen, die daar verleden jaar voor ons tentje kwamen
vissen, zodat wè Theo hadden beloofd, dat hij op z'n minst een half
dozijntje van die fraaie roofvogels te zien zou krijgen. Zoveel hadden we
er verleden jaar op een ogenblik inderdaad geteld. Maar dit jaar bleef
het bij twee stuks, waarschijnlijk omdat we nu een dikke maand vroeger
waren.
DIE twee kwamen echter zó vertrou
welijk dichtbij, dat we alle details
van hun verenpakje konden bewon
deren en daar was het te« slotte om
te doen. Bovendien leverde Bazel nóg
een verrassing op. Want toen we op
advies van dr Sutter, van het museum
in Bazel, eens in de Langen Erlen gin
gen neuzen (een kostelijk park met
hoog opgaand geboomte op de ooste
lijke oever van de Rijn) ontdekten we
er inderdaad, na enig zoeken, de mid
delste bonte specht, zoals hij ons had
beloofd. Werner Haller noemt deze
soort in zijn Artenliste der Schweizeri-
schen Avifauna (een boekje dat elke
vogelaar die naar Zwitserland gaat van
harte zij aanbevolen) voor zijn land een
sporadische standvogel, zodat we er
geducht mee in onze schik waren.
Eigenlijk waren we naar dr Sutter
gegaan, omdat we g'raag auerhanen
wilden horen baltsen en hoopten, dat hij
een plekje in de buurt van Bazel zou
kennen, waar dat mogelijk was. We
hadden gelezen, dat deze merkwaardige
vogel in de Jura nog wel voorkomt,
Maar het bleek, dat je daarvoor een
stuk zuidelijker moet zijn. „Maar ga
naar de Rlgi", luidde zijn advies. „Daar
hoor je ze zeker!"
Allemaal goed en wel, maar dat ls
een flink stuk Zwitserland in, ver over
de limiet, die we onszelf hadden gesteld.
En bovendien hadden we goede hoop
op de terugweg, ln de Vogezen, ook no,f
wel een kansje te maken.
DIES keerden we, met onnoemelijk
veel tegenzin, het mooie Bazel df
rug toe en koersten door de lente
lijke Elzas naar het Noorden. Bloeien-
de vruchtbomen omzoomden de weg en
in Battenheim, even ten Noordoosten
van Mulhouse stond een paartje
ooievaars op zijn nest op de kerktoren
te klepperen. Trouwens, in die Langen
Erlen bij Bazel hadden we ook al zo'n
steltloper over een welde zien stappen
en daarmee hadden we misschien nog
meer geluk, dan met het spechtje,
Want, alweer volgens Werner Haller,
een tijdstip, dat de
oging van de huren en
de belastingen nog niet
treffende verho;
wijziging van
bekend was. Vandaar, "dat in het
program enkele wensen zijn opgenomen,
waarvan de regering reeds het voor
nemen heeft daaraan geheel of ten dele
tegemoet te komen. Zo wordt de wense
lijkheid uitgesproken de extra-inkom
stenbelasting (art. 48a I.B-) verschul
digd van bedrijfswinsten af te schaffen.
Dit nu is de bedoeling van de regering.
Verder spreekt het program de wens
uit, dat de termijn voor verliescompen
satie van vier op zeven jaar wordt
gebracht, terwijl de regering zes jaar
voorstelt.
Overigens dringt het programma in
het algemeen op verlaging van het tarief
van de inkomstenbelasting aan, een
wens. welke bij alle middengroepen leeft.
Tot de tweede categorie aanbevelingen
behoort de wens onbelast gebleven
winsten (stille reserves) verder onbelast
te laten als een zelfstandige ondernemer
overlijdt en de onderneming wordt voort
gezet door diens weduwe en/of kinderen
en wel totdat deze de onderneming
verkopen of liquideren.
De door een overleden ondernemer
nagelaten, zelfgekweekte goodwill moet
niet worden belast als de onderneming
wordt voortgezet door diens weduwe
en/of kinderen, zo meent het program
verder.
De voor landbouwbedrijven geldende
regeling met betrekking tot de liqui-
datie-r/overdrachtswinst, behaald op
onroerende bedrijfsmiddelen dient ook te
gelden voor niet-landbouwbedrijven, zo
betoogt het program ook nog.
Het program is aan de ministers van
Financiën en van Economische Zaken
en aan de staatssecretaris van Econo
mische Zaken, speciaal belast met de
middenstandsaangelegenheden. aange
boden, Laatstgenoemde is, zoals bekend,
bezig met het opstellen van een midden
standsnota, waarbjj hij thans rekening
kan houden met de wensen in het
program geuit.
GIFTEN VOOR HET
RAMPENFONDS
Drie en twintigste verantwoording
van bij het Algemeen Handelsblad
ontvangen bijdragen.
Personeel Jolo Couture N.V. Utrecht
263.85; Haarlemse Toneelclub, Haar
lem 124.25; Neefjes en Nichtjes B.
te Drachten 2.20; E. G. te Luzem Zw.
frs. 100.
Teruggaaf afgeschafte
weeldetarief
(Van onze Haagse redacteur)
De commissie van overleg van de drie
middenstands-vakcentralen heeft zich
tot de minister van Financiën gewend
anet het verzoek een betere teruggaaf
regeling voor het thans afgeschafte
30 weeldetarief te treffen. Gevraagd
wordt volledige terugbetaling en voorts
een redelijke termijn voor het verstrek
ken van de gegevens en het indienen
van het verzoek tot terugbetaling.
Onder het artikel „Onderwijs in
Amerika" in onze editie van Woensdag
ontbrak de naam van de schrijver; het
stuk was van de hand van de heer J. J.
Schilstra. leraar in het Engels aan de
Rijks-H.B.S. te Enkhuizen.
de ooievaar ls ln Zwitserland zelfs als
doortrekker erg zeldzaam geworden.
Links van ons lagen de Vogezen, met
flink wat sneeuw nog op de toppen.
Daar moesten de auerhanen hulzen.
Daarom sloegen we bij Colmar links
af, om via Munster naar de Col de la
Schlucht te rijden. Vandaar loopt, langs
wat tussen 1871 en 1918 de grens tus
sen Duitsland en Frankrijk was, de
Route des Crêtes, waarlangs we volgens
onze informaties een goede kans op
auerhanen zouden hebben. Toen we de
Col naderden (1159 m.) verscheen er
sneeuw op de hermen, maar we waren
toch hoogst verbaasd, toen de Route des
Crêtes versperd bleek te zijn door een
barrière van zeker twee meter sneeuw.
Daar was. zelfs te voet, geen doorkomen
aan. Terug dus weer, om te zien of we
langs een omweg liet Lac Blanc zouden
'kunnen bereiken. In Soultzeren advi
seerde houtvester Hoffner ons naar
Orbey te gaan. Daar woonde Iemand,
„die el'ke ochtend op auerhanen gaat
jagen".
Na wat zoeken in de snel vallende
schemering vonden we het adres. Maar
dat verhaal over elke morgen op auer
hanen jagen bleek overdreven. Eerljjk
gezegd, was het er dit jaar nog niet
van gekomen. Maar als we graag een
auerhaan wilden zien, wilde hjj de vol
gende ochtend wel met ons meegaan.
Als we bereid waren... om om drie uur
op te staan.
HALF vier ln de morgen. Moeizaam
kroop onze dreumes achter de
lichten van de auto van vriend
Batöt tegen de hellingen van de Llnge
op. Toen we hoog genoeg waren, wer
den de auto's achtergelaten en ging het
te voet de berghelling op. Batöt en zijn
makker droegen lichte schoentjes met
rubber zolen en ook wij hadden schoei
sel aangetrokken, dat weinig gerucht
maakte. Maar een dorpsgenoot, die ook
van de partij was en de lugubere naam
van Monsieur Departs droeg, bewoog
zich voort op een paar laarzen, waar-
DE hoop is nauw verweven anet ons
leven. Zonder hoop zou het leven
onmogelijk zijn. Wij drukken düit uit
met de woorden: hoop doet leven. En ln
de Griekse mythe van Prometheus en
Eipimetheus komt de passage voor over
de doos van Pandora. Naast allerlei
kwalen en ellende komt an die doos de
hoopf voor als geschenk der goden om
de wonden -te helen, die door de noden
de mensen zijn toegebracht- Inderdaad,
de hoop is een Godsgeschenk. Door de
hoop ln ons leven bouwen we ons een
toekomst. In tijden van nood en zorgen
is de hoop bezielende kracht, om ons uiit
die nood op te heffen- De hooop ver*
schaft ons te mid®
den v&n het soms
zwaar te dragen
Leven een uitzicht
naar een betere toe-,
komst. Een leven,
waarin de 'hoop is
ondergegaan, heeft
onherroepelijk de dood ten gevolge.
Levensmoeheid is het gevolg van ver®
loren gegane hoop.
Helaas as de hoop aan velerlei schom
melingen onderhevig. Dat ervaren wij
dagelijks. De oorzaak, hiervan ligt in
het feit, dat de hoop voor bijna alle
mensen gegrond is op het gewone,
natuurlijke Ifeven. Onze hoop Ss veelal
gericht op het tastbare, het zichtbare,
het voorstelbare, datgene dus, dat ont
spruit aan 'het leven zelf. Ook de geeste
lijke waarden, waarop de hoop zich kan
vestigen, zijn meestal g-egrond in de
vitaliteit, in de levensdrang. In feite
bouwen we onze hoop op allerlei man of
meer in het leven zelf verankerde
waarden.
is het leven als zodanig nooit
stabiel. Het leven, ook cms leven, is
wisselvallig. Het leven naar zijn natuur
lijke bestaan is een onberekenbare fac
tor- De hoop, die gegrond ds op het
naakte leven is derhalve zonder enige
bescherming, omdat het leven ons nooit
de zekerheid geeft, dat uit zal kamen,
wat we ervan verwachten. Zeggen we
zelf niet: zolang er 'leven is er hoop?
Daarmee geven we de realiteit van de
hoop te kennen. Hoop alleen gebouvvd
op het leven is even aanvechtbaar en
aangevochten als het leven zelf-
DE MIDDELSTE BONTE SPECHT
is in Nederland uiterst zeldzaam,
maar ook in Zwitserland geen alle
daagse verschijning
van het gekraak honderden meters ver
in de nacht te horen moet zijn geweest
Achter elkaar slopen we door het boa.
Soms knapte er een tak of was er ge
ritsel van een muis tussen de struiken.
En altijddoor kraakten de laarzen van
de brave Orbeylsan. Te oordelen, naar
de fluisterende opmerkingen in het
voor ons onverstaanbare patois van at
Elzae, was vriend Batöt er al evenmin
over te spreken.
Of het nu aan die laarzen lag, of
aan de gure wind, toen de zon boven
de bergkammen uitrees, hadden we
geen auerhaan gezien of gehoord.
Vriend Demangeant had bij een om
trekkende beweging al evenmin suc
ces geboekt en zelfs de reeën, die ons
als pleister op de toonde werden be
loofd, lieten zich niet zien.
Later op de morgen troffen we
Gaston Laurent, voortreffelijk kenner
van de vogelwereld van de Vogezen,
die de aanwezigheid van auerhanen op
de Llnge ln sterke twijfel meende te
moeten trekken. Maar de prachtige
haan, ln baltshoudlng opgezet, in de
huiskamer van Batöt was er in de vorige
lente geschoten en in het hotelletje van
vriend Demangeant prijkt er ook een.
De volgende ochtend'regende het en
de dag daarop hing er een dikke mist
over de berghellingen. Geen kans op
auerhanen dus èn het werd nu toch heus
tijd om huiswaarts te keren. Wat we
dan ook maar deden, zij het met veel
spijt en de vaste belofte, volgend jaar
terug te komen in de tweede helft van
April. Wat we stellig van plan zijn.
De terugreis was te snel. om veel
verrassingen te kunnen bieden. Al ge
noten we van de mlllioencn wilde nar-
cisjes die de hellingen van het Lac de
Lor.gemer en de Vahée des Granges
geel kleurden. Even buiten Nancy, bjj
Champigneulie. zweefden maar liefst
eif zwarte milanen boven de Moezel
t daarvoor waren we nu helemaal naar
Rheinfeitien gereden!).
Het was al heel laat, toen we een
paar kilometer voor Heinerscheid, in
het Noorden van Luxemburg, een
landweg insloegen en ten slotte aan de
rand van een bos de tentjes opsloe
gen. Vóór we insliepen hoorden we
gedruis in het bos en gekraak van
takken, maar we waren te slaperig,
om er veel aandacht aan te schen
ken. Pas toen de volgende ochtend
een paar jagers langs kwamen en
vertelden, dat ze op sangliers joegen,
die de akkers in de omgeving terro
riseerden, drong het tot ons door, dai
het gekraak in het bos wel eens door
wilde zwijnen kon zijn veroorzaakt.
Wat ons, als we het hadden geweten,
wel niet zo rustig zou hebben doen
slapen. De hoop, nog ergens zo'n
snuiter te zien te krijgen, bleek ech
ter ijdel.
CANTECLEER.
Nu spreekt de bijbel ook van lioolp.
Maar bjj nadere beschouwing is deza
hoop nooit in het leven zelf gegrond.
De levende hoop. waarover bjj voor
beeld Petrus spreekt in zijn eerste brief,
is gegrond dn God. En wel heel in. het
bijzonder in die God, die Zijn Zoon Jezus
Christus uit de doden heeft opgewekt-
Deze daad van God, dit heilsfeit, ia
echter geenszins een onberekenbare
factor. Deze daad ligt verankerd in de
geschiedenis der mensheid. De trouw
van God over alle creaturen is als heit
ware verpersoonlijkt in de lichameljj'ke
gestalte van Zijn Zoon, de opgestane
Heer. De opstanding van Jezus Christus,
het ingrijpen van de levende God in de
doodsheid en de dodelijkheid van ons
aardse levn is de enige, ware, stabiele
geloofsgrond van een hoop, die nooit
wankelt. Terecht dus een levende hoop!
Wie met deze levende hoop zjjn leven
bouwt heeft zeker op geen zand ge
bouwd.
Wildervank. L. G- Chr. GRABANDT
(Ingez. med.-advertentie)