Nationalisten in Algerije geremd door politieke apathie bij massa SiSilu^fs GRASSO Generaal Weygand schrijft zijn memoires NOTITIES UIT DE MAGHREB V palet WAT BIEDT DE RADIO? voor f-^aryóe (t^oufeuardi dus VAN DE Legeraanvoerder uit twee oorlogen gaat zich rechtvaardigen 4 ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN ZATERDAG 25 APRIL 1953 Terwijl er aan de oppervlakte weinig is te merken, draagt verbond tussen communisten en nationale oppositie reeds (Van een onzer redacteuren) A1 g i e r s. April TERWIJL in Tunis hij na iedere avond een hom ontploft, terwijl in Marokko spanning heerst tussen de Fransen en de Sultan, terwijl liet in geheel Noord-Afrika gist en woelt, is er in dit wijde land, dat 66 maal zo groot is als Nederland, is er in deze Franse stad weinig te bespeuren van een revolutionnaire toestand. Dit immers is Frankrijk, en officieel wordt Algerije bestuurd „alsof het drie Franse departementen gold". Indien men echter over politiek wil' spreken, dan is het meest gehoorde antwoord: „Je m'occupe pas de la politique". De politiek is hier immers taboe geworden. Niet alleen hij de Fransen, die in elke buitenlander een politieke vijand zien, doch vooral ook bij de Arabieren, die de tienduizend (Franse lezing) a vijftigduizend (Arabische lezing) doden tijdens de prae- mature nationalistische opstand van 1945 niet hebben vergelen. De nationalistische leiders zijn gevangen of in Kairo en het volk heelt geleerd, dat het leger en de politie goed zijn geoi-ganiseerd. Toen dus in Decern her in Trmesië en Marokko opstanden uitbraken, bleef het in Algerije, de Franse burcht in Noord-Afrika, rustig. fJET is niet moeilijk, de Nationalis tische oppositie te vinden. Zij geeft samen met de communisten een groot dagblad uit, dat midden in Algiers, zijn met Stalins en Malen- kows portretten gevulde étalages ten toon stelt. Dat mag wel-.... Men is hier immers in Frankrijk. Bovendien zijn er nationalistische week- en maandbladen in het Arabisch en in het Frans, omdat zovelen in dit ver franste deel van de Maghreb de eigen taal niet meer kunnen lezen, die overvloeit van scheldkanonnades tegen het koloniale bestuur. Ook dat mag wel.... Men is hier immers in Frankrijk. Daar is allereerst de partij, geleid door Fex-hat Abbas, van het ïn '43 verschenen „nationalistische manifest". Abbas noemde, nadat hij in 1946 uit de Frans; gevangenis te voorschijn was gekomen en zrjn eigen partij verboden zag. deze partij de Union Démocratique du Mani feste Algérien, de Udma. Zij telt thar.5 vooral gematigde intellectuelen onder haar niet zeer talrijke leden. Abbas, die in de straat tegenover het grote ge bouw van het Gouvernement-General woont, in Frankrijk is opgevoed en met een Franse vrouw is gehuwd, staat, sinds in 1947 het statuut voor Algerije werd aangenomen, waardoor het plaat selijk parlement, hoofdzakelijk finan ciële, autonomie verkreeg, een vergro ting van deze autonomie met als uiteindelijk doel een in de Franse Unie geïntegreerde republiek voor. De echte nationalisten beschuldigden de Udma dan ook van federalisme, hetgeen onder hen zoiets als een doodzonde schijnt te zijn. Het extreme deel en daarmee de overweldigende meerderheid van nationalisten wordt vertegenwoordigd door de volkspartij, de P.P.A., onder leiding van de verbannen Messali Hadj, welke partij, sedert zij verboden werd M.T.L.D. (Mouvement du Triomphe des Libertés Démocratiques) heet. Zij staat algehele onafhankelijkheid voor. "C^EN van de eerste dingen, die ons een nationalistisch leider ver klaarde, was: „Vous savez, les élections en AUgerie c'est tme wrange vruchten O Daar is allereerst de kwestie der ver kiezingen. Een millioen Europeanen hebben in het Algerijnse parlement evenveel zetels als acht millioen Ara bieren. Het Is begrijpelijk, dat de Fransen de grote massa der onont wikkelde Arabieren niet dezelfde rech ten willen geven als de Europeanen. Doch zelfs bij de verkiezingen voor de zestig Arabische zetels In het zgn. „tweede college", wordt door allerlei manipulaties gezorgd voor een „ge matigde" meerderheid. Dat er bij de verkiezingen wel op de een of andere wijze wordt geknoeid, lijkt waarschijn lijk. indien men weet, dat de Arabische zetels ln 1946 door nationalisten den bezet, terwijl zij na ten felle politiecampagne, waarin op ruime schaal intnnidatte van het kiezerscorps en verhindering van de nationalistische propaganda plaats vond. geheel in han den bleken te zijn gekomen van ge matigden of collaborateurs. Bij gemeenteraadsverkiezingen 1s hét niet veel beter. Driekwart van de Ara chinoiserie". Wij sefhoten ïn de lach. Nauwelijks een uur tevoren had ons een Fransman, fel voorstander van de Franse politiek, in precies dezelfde termen van zijn mening over de ver kiezingen hier kond gedaan. Daarover zijn Fransen en nationalisten het dus wel eens. Sprekende met nationalis tische leiders valt het overigens op, hoe weinig verschil er is tussen hen en Franse politici in Parijs. Hun ge- dachtengang, hun wijze van debatte ren en hun gehele houding is zo typisch Frans, dat men soms moeite TEKENINGEN VAN JOS. GOSSCHALK Jos. Gos- schalk, aan wiens teke ningen than; één zaal in het Stedelijk Museum te Am sterdam is gewijd, behoorde tot de zorg vuldige werkers. Hij had zeer zeker een poëtisch, fijn gevoel en hij hield van natuur. Al heeft hij de grootsheid v; een berglandschap gevoeld, het is hem niet gelukt dat geheel te realiseren, om dat hij toch te veel bleef hangen aan wat hij zag en ook innerlijk vrij sterk geremd schijnt te zijn geweest. Steeds weer zoekt hij de geslotenheid van het landschap, ook wanneer hij in Zuid- Frankrijk aan de kust vertoeft. Altijd is zijn werk met melancholie doortrokken, nooit ïs zonnigheid gesuggereerd. Tekent hij het Hollandse vlakke land rondom Den Haag o.a. dan is het, ondanks het wel wijde land, toch vrij gedrukt. Nooit is er werkelijk ruim gevoel. Daardoor blijft hij ook vaak aan details hangen. Zonder minutieus te worden zijn de landschappen steeds nogal vol. Het beste is hij in de Parijse stadsgezichten. Daar lukt het hem de hoge geslotenheid van de huizen, de smalle straten, in hun ver vallen grootheid en somberheid aan te voelen. Daarmee heeft hij zich waar schijnlijk meer verwant gevoeld dan met de wijdheid van de natuur, die hij wel zocht maai* die voor hem geen geeste lijke bevrijding was. Den tentoonstelling duurt tot 1 Juni. MOISSY KOGAN Twee zalen met werk van Mois- sy Kogan in het Stedelijk Museum te Amsterdam geven een uitstekende in druk van deze beeldhouwer, die zich na genoeg steeds met kleine plastiek heeft bezig gehouden. Mogelijk onder invloed van de Griekse Tanagra-beeldjes heeft hij in velerlei variaties de gestalten van jonge vrouwen en meisjes uitgebeeld. Zijn figuren bezitten menigmaal een be koring door hun prille en soepele vorrn, zuiver van spanning en met een lichte raadszetels wordt bezet door de Franse minderheid en de door het Franse be stuur benoemde ambtenaren (Kaids) die dus pro-Frans zijn. De Franse „égalile" komt dus hier wel enigszins in het ge drang. De haat der nationalisten richt zich overigens niet alleen tegen het „kolo niale bestuur", dat de verkiezingen „arrangeert", doch ook tegen de feodale Arabische machten, die met de Fransen collaboreren. OOK op economisch gebied lijken som mige nationalistische grieven niet ongerechtvaardigd. Volgens de Franse statistieken is van de 47 millioen ha voor landbouw of veeteelt geschikt terrein, 40 millioen „terrain de par cours": niet bevloeid steppenland, waar wel wat schapen op kunnen grazen. Deze 40 millioen ha liggen voor 75% in de Territoire du Sud en zijn voor liet grootste deel in handen van de autoch- thone bevolking. Er blijft ruim 7 milïoen ha voor intensieve landbouw geschikt terrein over, hoofdzakelijk gelegen in de vruchtbare dalen lar.gs de kust. Drie millioen ha. dus bijna de helft daarvan is in handen van een klein groepje Franse kolonisten, die slechts een tiende van het totale inwonerstal ver tegenwoordigen. Ook de industrialisatie, een levensvoorwaarde voor de snel groeiende en het land ontgroeiende be volking laat te wensen. De natio nalisten beweren misschien niet geheel ten onrechte, dat de Franse industriëlen niet van plan zgn, de rijke kolen-, ijzer en fosfaatproductie in het land zelf te verwerken, omdat zulks de voor Frank rijk gunstige handelsbalans (zie ons vorige artikel) zou beïnvloeden en er het gevaar zou ontstaan van industriële concurrentie tussen deze twee „delen van Frankrijk". De techniek der verkiezingen, de landbouwpolitiekde industrialisatie het zijn nu eenmaal geen onderwerpen, die de massa in vervoering brengen. Deze massa nu juist heeft op het ogen blik genoeg van de politiek. Het is haar gebleken, dat de hoop op een redelijke vertegenwoordiging ïn het bestuur van het land door middel van het Statuut in de rook van ondoorzichtige verkiezings manoeuvres is vervlogen, dat de voor tijdige revolutie van 19J,5 hoofdzakelijk verliezen aan de Arabische kant heeft opgeleverd, dat de leiders tot zwijgen zijn gebracht en dat felle redevoeringen niets veranderen aan de feitelijke toe stand. De massa legt zich dan ook meer toe op het lijdelijk -verzet tegen de Franse overheersing op cultureel, godsdienstig en opvoedkundig gebied dan op de zuivere politieke agitatie. Verder dan het ophangen van portret- reeft, hen nog als Arabieren te zien. Het spreekt vanzelf, dat zg sterk moeten overdrijven. Daarvoor zgn zg ln de oppositie. Toch zijn er veel eisen en klachten, die niet alleen bij nader onderzoek aan de hand van Franse statistieken, doch ook volgens de opinie van Franse politici en journalisten, wel enigszins gerechtvaardigd blijken. In de gehuchten en dorpen heeft politieke agitatie nog weinig invloed bische bevolking leeft in de „communes mixtes", die tot provinciedistricten van vijftig- k tachtigduizend inwoners uit groeien. In deze gemeente kunnen de Arabieren hun vertegenwoordigers slechts indirect via het dorpshoofd kiezen. Doch tweederde der gemeente- Zondag 26 April Hilversum I. 402 m. 746 kc/s. 8,00 KRO. 9,30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nws. 8.15. Gram. 8.25 Plechtige Hoogmis. 9.30 Nwb en waterst. 9.45 Strijkork. 10.00 Kerlcd. v. d Vrije Êvang. Gemeente. 11.30 Geestelijke liederen. 11.45 Harp en orgel. 12.15 Apolo- 12.35 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13,00 Nws. 13.10 Lunchconc. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 V. d. jeugd. 14.30 Kamer, ork. 15.05 Muz, caus. 15.35 Pianokwart 16.05 Gram. 16.10 Kath. Thuïsf r. 16.15 Sport 16.30 Vespers. 17.00 Oecumenische jeugd dienst. 18.00 Wijdingsdienst. 18.45 Pastorale •ubrielc. 19.00 Vocaal ens.. Bachork. en sol 19.30 „Gelooft u dat?". 19.45 Nws. 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Gevat progr. 22.00 Promenade-ork. en sol. 22.38 Act. 22.45 Gebed en lit. kal. 23.00 Nws. :3.15—24.00 Gram. Hilversum II. 298 m. 1007 kc/s. 8.00 VARA 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. 8.00 Nw3. weer- ber. en post.duivenber. 8.20 Gram. 8,30 Va- cantietips. S.4Q Orgelspel. 8.55 Postdulven- ber. 9.00 „Wat er groeit en bloeit", caus. 9.15 Kamerork,, kl. koor en sol. 9.45 „Gees telijk leven", caus. 10.00 Lichte muz. 10.30 Met en zonder omslag. 11.00 Gram, 11.311 Cabaret. 12.00 Postduiven ber. en Ham- mondorg. 12.35 „Even afrekenen, Heren 12.45 Oosterse muz. 13.00 Nws. 13.05 Mederl. en gram. 13.10 „De spoorwegen spreken" 13.20 Franse chansons. 14.00 Boekbespr 14.20 Muz. caus. (met gram.). 15.00 Radio Bhilh. ork. en sol. (In de Pauze: ±15.30— 15.45 Filmpraatje). 16.30 Sport. 17.00 Lichir muz. 17.30 V. d. jeugd. 17.50 Sportjourn 18.15 Nws. en sportuitsi. 18.30 Kerkdienst 19.00 Kinderdienst. 19.35 „Gesprekken om de Bijbel", caus. 20.00 Nws. 20.05 Gevai 21.05 „Désirée", hoorsp. 21.55 Gram Dansmuz. 23.00 Nws. 23.15 Reportages of gram. 23.2524.00 Gram- Maandag 27 April Hilversum I. 402 m. 746 kc/s. 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nws. 7.10 Tulpen-rallye. 7.15 Gewijde rnuz. 7.45 'n Woord voor de dag S.OO Nws en weerber. 8.10 Tulpen-rallye. 8.20 Sportuitsi. 8.25 Gram. 9.00 V. d. zieken 9.30 V. d. vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram 10-30 Moz-gendienst. 11.00 Gram. 11.15 Ge- var. progr. 12.25 Voor boer en tuindez 12.30 Land- en tuinb. 12.33 Orgelconc. 12.59 Klokgelui. 13 00 Nws. 13.15 Tulpen-rallye. 13.25 Banjo-ork. 13.50 Gram. 14 00 School radio. 14.30 Gram. 14.45 V. d. vrouw. 15.15 Gram. 15.25. Strijkkwart. 16.00 Bijbellezing 16.30 Viool en piano. 17.00 V. d. kleuters 17.15 V. d. jeugd. 17.30 Idem. 17.45 Rege- ringsuiiz.Moderne schrijvers over Indo nesië. 18.00 Fanfarecorps. 18.20 Sport. 18.30 Amus.muz. 18.45 Eng. les. 19.00 Nws weerber. 19.10 Blaastrio. 19.30 ..Volk Staat", caus. 19.45 Negro-spirituals. 20.00 Radiokrant. 20.20 Gram. 20.40 „Dominee in Dixie", hoorsp. 21.50 Amus.muz. 22.10 Gram. 22.15 Vocaal ens. en sol. 22.45 Overdenking. 23.00 Nws en SOS-ber. 23.15 „Man en vrouw", caus. 23.30 Gram. 23.5024.00 Tul pen-rallye. Hilversum II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00 VARA. 10,00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 16.00 —24.00 VARA. 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.1o Gym. 7.33 Gram. 8.00 Nws en weerber. 8.1S Gram. 9,00 „Onder de pannen", hoorsp. ),20 Gram. 10.00 „Voor de oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Gram. 10.30 Schoolradio. 10.50 V. d. zieken, 11.35 Piano recital. 12,00 Orgel en sopraan. 12.30 Land en tuinb. 12.33 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Gevar. muz, 13.45 Idem. 14.00 Kookpraatje. 14.20 Kamermuz. 14.50 Voordr. 15.10 Orgelspel. 15.30 Gevar. muz. 16.00 Gevar. progr. 16,45 Vragen- beantw. 17.15 Gram. 17.30 Gevar. muz. 17.50 Mil. comm. 18,00 Nws. 18.15 Hammond- 20.00 Nws. 20.05 Cabaret. 20.45 „De Me1 opstand", hoorsp. 21.35 Amus.muz. 21.55 „Het Welvaartsplan van het N.V.V.'', caus 22.10 Radio Philh.ork. 2.00 Nws. 23.15—24.00 poëzie omvat. Hij heeft ze veelal in ter racotta uitgevoerd, zittend, staand en als torso, zowel vol plastisch als in re lief. Soms voegt hij een paar figuren samen. Hij heeft ze ook getekend, ge- etst, od een houtblok gesneden en ze zelfs in fijn borduurwerk gestoken. On getwijfeld weet hij met menig stuk te charmeren en zijn werk is meestal goed verantwoord en fijn gevoeld. Doch twee zalen met dergelijke beeldjes doen een tekort voelen. Een monumentaal beeld houwer is Kogan niet geweest en zijn horizon is wel zeer beperkt. Doch op dit beperkte terrein heeft hij zeker veel ver dienstelijks tot stand gebracht. De tech nische uitvoering en de liefde waarmee hij de vormen uitbeeldde en die werkelijk in zrjn vingers voelde, zal menige jongere tot voorbeeld kunjien strekken. De tentoonstelling duurt tot 1 Juni. H. v. G Union Carbide and Carbon: winst le kwart, S 25,7 (23,4) mill, of 0,89 (0,81) per aandeel. (Ingez. med.-advertentiej HET FRANS IN OPBLOEI Grasso's Machinefabrieken N.V. 's-Hertogenbosch ten van Naguïb en de Sultan van Ma rokko, het lezen van nationalistische kranten, die in het Frans zijn geschre ven en het zich in stilte verheugen over opstanden in Casablanca en in Tunesië reikt de activiteit op d>t ogenblik niet. Een nationalist zei ons enigszins spijtig: „Zij daarginds hebben een Sultan of een Bey. die het verzet symboliseert. Onze tijd is nog niet gekomen, doch als zij komt zal het een dubbele revolutie zijn. Een nationale revolutie, doch ook een sociale revolutie, gericht tegen de Arabische grootgrondbezitters en func tionarissen, waarop het Franse bewind steunt." Terwijl de leiders van de bewegingen tegenover een buitenlander spraken over de toekomstige samenwerking tussen Frankrijk en een onafhankelijk Algerije, spreekt deze soldaat in het nationalisti sche leger nu over „uitroeiing van het koloniale kapitalisme". De vraag dringt nu op of de nationalistische leiders nog wel de machten kennen, die zij ontke tenen; of de werkgemeenschap met de communisten niet al wrange vruch ten heeft gedragen onder het snel toe nemende stadsproletariaatof het niet wijzer was geweest, indien Frankrijk een coalitie tussen nationalisten en com- nisten had trachten te voorkomen door tegemoet te komen aan een aantal eisen van hen, die blijkens de nog niet truceerde" verkiezingen van 1946 belangrijk deel van het Algerijnse volk vertegenwoordigen. In de overbevolkte steden groeit ge stadig een revolutionnair proletariaat AL twintig jaar lang, en vooral na de tweede wereldoorlog, was het Frans als internationale taal enigs zins in de verdrukking gekomen, en zijn bevoorrechte positie in het di plomatieke verkeer was een grote bres geslagen. Wat aan officiële stukken uit Rusland kwam, was alleen in het Russisch gesteld, en de Angelsaksische grote mogendheden gaven gewoonlijk de voorkeur aan het Engels. Doch thans is, naar de secretaris generaal van de Alliance Francaise mededeelt, de Franse taal weder aan het veld winnen. „In het buitenland bestaat geen wedijver tussen het En gels en het Frans", zegt hg. „Het En gels is de internationale taal voor een voudige gedachtenwisseling, en het Frans, niet te evenaren voor het uit drukken: van abstracties, is de taal van de hoogste cultuurkringen". De verschillende onderwijsinstellin gen van de Alliance Frangaise in het buitenland Lellen thans 65.000 leerlin gen, hetgeen méér is dan in 1929, dat tot dusver het beste jaar was. Het ge wicht niet het geestelijke, maar dat in kilogrammen! van de uitgevoerde Franse boeken is tegenwoordig 20 per cent hoger dan in 1938. PENICILLINE, WIJNEN HUMOR rjE grote Pasteurde vader van de heden daagse bacteriologie, ver zuimde geen gelegen heid om de geneeskracht van de wijn in het. licht te stellen. Hij heeft op dit gebied nog altijd vol gelingen in Frankrijk, en er is zelfs een vereniging van medici, „Amis des vins de France", die o.a. op een van hun congres sen hebben vastgesteld, dat een gezonde intellec tuele werker gerust drie kwart liter wijn in de loop van de dag mag drinken, een lichamelijke arbeider het dubbele, en zij, die zeer zwaar werk verrichten travail- leurs de force, noemt men ze hier een drie dubbel rantsoen. Nu denken dat de opkomst van de antibiotica als penicilline, auromycine enz. de glorie van de wijn als ge neesmiddel. heel v:at af breuk heeft gedaan, maar prof. Georges Port- maun uit Bordeaux ver telde verleden week- by de opening van de ten toonstelling van „le Tin de France dans l'His- toiredie thans in een van de mooiste oude pa leizen van het „marais", een oude Parijse stads wijk, wordt gehouden, hetgeen volgt: „Enkele dagen geleden ontmoette ik te Madras Fleming, de uitvinder van de penicilline. Enige uren voordat ik bij de consul van Frankrijk aan een feestmaal moest deel nemen, werd ik ziek zonder verwijl kreeg ik 600.000 eenheden penicil line. Het diner ivas vol maakt en er werd van de beste Bordeaux geschon ken. Bij het dessert was ik zo goed als genezen. De volgende dag vertelde ik dit aan Sir Alexander en vroeg hem, wat vol gens hem de doorslag had gegeven, de penicil line of de wijn. Zonder aarzelen antwoordde de geleerde: „Zonder twijfel de Bordeaux!"" De Bordeause prof. xoas opgetogen dit mooie verhaal te kunnen vertel len, maar wij hebben de indruk dat verscheidene aanwezigen Sir Alexan der Fleming in de toe komst niet meer alleen als een geleerde zullen beschouwen, maar ook als een humorist. FRANSEN KENNEN NEDERLAND HAD men de vraag: „Kent u Neder land?" een of twee generaties ge leden aan de gemiddelde Fransman gesteld, dan had deze in negen van da tien gevallen zijn kennis aldus opge somd: La petite Reine Wilhelmlne, molens, boeren en boerinnetjes op klompen, kaas, tulpen, de Nachtwacht van Rembrandt; wat de aardrijkskunde betreft zou het antwoord zijn geweest: la Zuyderzee, Berg-op-Zoom (dat in 1747 en 1795 door Franse troepen werd belegerd), en Maastricht (waar d'Ar- lagnan in 1673 de heldendood stierf). Had men daarenboven een korte defi nitie van Nederland gevraagd, dan zouden de meesten schromelijk te kort zijn geschoten, want ons land was voor het grootste deel der bevolking, zelfs der intellectuelen, zo ongeveer terra incognita. Thans is dit anders. De auto, het toerisme, de oorlogen, het luchtver keer, de krachtige industriële opbloei van ons land hebben veel gedaan om Nederland bekend te maken. En dan natuurlijk ook de radio iedereen kent hier radio-Hilversum èn de pers. Al meer dan zeven jaar ver spreidt een krant, Nouvelles de Hol- la.nde, het weekblaadje van de Pers dienst der Nederlandse Ambassade al hier, een schat van kennis omtrent het vaderland. Op het gebied van han del, nijverheid, transportwezen, land bouw, beeldende en andere kunst enz. (wij doen slechts een greep), dn één woord van alles wat met het bedrijfs- en het geestelgke leven van ons land en volk verband houdt, kan niets ge schieden of „het krantje van De Gor ter" (.hoofd van de persdienst)'zo wordt het orgaan in de Nederlandse kolonie genoemd maakt er melding van. Tussen 4000 en 5000 exemplaren van de „Nouvelles" worden elke week in het Franse taalgebied verspreid en bovendien gaat een zeer belangrijk aantal er van de' rest van de wereld in. Daar de abonné's gewoonlijk geen privé-personen zijn, maar een lezers kring vertegenwoordigen, voorziet deze Nederlandse nieuwsbron talloze Fran sen en Frans-sprekenden van kennis omtrent het gebeuren in ons vader land. Dat deze kennis geleidelijk ver van oppervlakkig is geworden en dat de schilderachtige maar onjuiste „alle maal op klom,pen"-legende tot het ver leden behoort, bleek uit het resultaat van de door genoemd weekblad eind verleden jaar uitgeschreven prijsvraag. „Connaissez-vous la Hollande?", stond boven een lijst van 25, ten dele moeilijke vragen aan de Franse lezers; landgenoten waren uitgesloten. Een voorbeeld? Wat wil een molenaar in Nederland zeggen wanneer hij twee wieken verticaal zet? Hoeveel Ne derlanders zijn Nobelprijswinnaars? Er kwamen meer dan 100 volledige in zendingen uit allerlei windstreken, Parijs, de Franse provincie, uit de Franse overzeese gebiedsdelen, uit Zwitserland, Italië, Spanje, België, Portugal, Israël en zelfs een uit Mos kou! Aan vijftig inzenders kon een prijs worden toegekend. Tientallen deelnemers behaalden bijna het hoog ste aantal punten, wèl een bewijs dat hun kennis' van de betrokken Neder landse vraagstukken grondig is. De eerste prijs werd toegekend aan de heer Henri Delgove uit Le Mans in het departement Sarthe. Hg is voor zitter van de Cercle Frangais-Allié, speelt in zijn streek een eerste rol op cultureel gebied, en is o.a. vertaler van Faulkner in het Frans. Hg gaat per vliegtuig van de K.L.M. naar Ne-1 derland, zal een week te Amsterdam verblijven, en wordt weer naar Parijs „teruggevlogen", dit alles gratis. Uit de meer dan 150 ontvangen definities van Nederland zijn er vijftien door een jury als de beste gekozen. De lezers van het blad zullen die vijftien defini ties thans zelf rangschikken en de op steller van de beste er van krijgt een gratis verblijf van acht dagen in een groot Haags hotel. Conclusie: de parate kennis omtrent Nederland is in zeer ruime ikringen der bevolking hier sterk toegenomen en nog toenemend, en wat de Neder lander in Frankrijk vooral tevreden stemt is de grote waardering voor ons land en volk waarvan Fransen uit al lerlei kring en stand tegenwoordig zo vaak blijk geven. Deze gaat boven het materiële uit: men weet en erkent dat er speciaal Nederlandse geest is, en stelt die hoog op prijs. DE Franse generaal Weygand is-bezig zijn Memoires te schrijven en liet eerste deel ervan is thans verschenen. Hel draagt tot titel ..Idéal vécu." Weygand is thans 85 jaar oud, hij heeft dus veel te vertellen, maar hij moet zich haasten, want in dit eerste deel is hij pas genaderd tot de Wapen- ti 1st and van 11 November 1918, het einde dus van de eerste Wereldoorlog. De beschrijving van de bewogen twintig jaren tussen de twee oorlogen moet dus nog volgen en worden besloten met die van de tweede Wereld oorlog. VOOR de tegenwoordige generatie ls Weygand in hoofdzaak belangrijk als de generaal uit de tweede, en niet uit de eerste oorlog. De geschiede nis van de jaren 1914'18. van de heroïeke strijd, die toen werd gestre den. van de nederlagen, die werden ge leden, van de intriges en persoonlijke botsingen, die zich voordeden, en ten slotte "van de uiteindelijke overwinning der geallieerden, over de détails hiervan kunnen wij ons nu niet meer opwinden. Als curiositeit zijn zij mis schien interessant. Belangrijker is de rol. die generaal Weygand in de jaren 1939'45 heeft gespeeld, een rol. welke het nodig maakte dat hij na afloop van de oorlog moest worden gezuiverd. Hij had Pétain gesteund en zitting genomen als minister van Defensie in het op 12 Juli 1940 te Vichy gevormde kabinet, waarvan de later terechtgestelde Laval deel uitmaakte. Maar tot deze episode zijn Weygands memoires op lange na nog niet genaderd, en men kan ver wachten, dat de oude heer. wanneer het zover is. alles op alles zal zetten, om zich te rechtvaardigen. Weygand heeft dit reeds in 1949 in het vooruitzicht ge steld. toen hij heftig van leer trok tegen enkele uitlatingen van Winston Chur chill aan zijn adres in het eerste deel van diens memoires. Wanneer Weygand zijn herinneringen zal hebben voltooid, zullen zij ongetwij feld een nieuw licht kunnen werpen op de ontwikkeling van de politieke en militaire gebeurtenissen ten tijde van de ineenstorting van Frankrijk m Juli 1940. Voorlopig ïs het echter voorna melijk de moeite waard om even sti! te staan bij de anecdotïsche inhoud ervan. MAXIME WEYGAND is eigenlijk Belg van oorsprong. Hij werd te Brussel geboren, en het heet dat hij „vorstelijk bloed" in zich heeft, daar hij zou afstammen van de ongelukkige Habsburgse Keizer Maximiliaan van Mexico, broeder van Keizer Franz- Joseph. en van een Saarlandse moeder Hij liet zich pas in 1885 tot Fransman naturaliseren, toen hij zijn intrede deed op de Krijgsschool van St. Cyr. Na voltooide studie maakte hij deel uit van het 5e regiment huzaren, dat een onder deel vormde van Fochs cavaleriecorps De eerste Wereldoorlog opende voor hem de weg naar het succes: chef van de staf van het 9e leger, later dezelfde functie in de noordelijke legergroep, waarvan Foch opperbevelhebber was. Uit deze oorlogsjaren dateert de vriend schap tussen Weygand en Foch. welke tot Fochs dood onverzwakt heeft stand gehouden. Als stafchef van de g> lieerde legers in het laatste oorlogsjaar had Weygand een groot aandeel Fochs uiteindelijke overwinning. Weygands taak was nog geenszins voltooid. Hij nam als militair expert deel aan de opstelling van het Vredes verdrag van Versailles; toen de bolsje wistische legers in 1922 niet ver meer van Warschau stonden, werd hij door maarschalk Pilsoedski naar Polen ge roepen (hij is gehuwd met een dochter van de V i c o m t e de Forsanz, militair attaché ten tijde van Tsaar Nicolaas II. die een Poolse tot echtgenote had) en iaagde er al heel spoedig in de Russen terug te werpen. Hij is Hoge Commis- -ris in Syrië geweest, opperbevelhebber •an het Franse Levant-leger, Inspec teur-Generaal van het Leger, vice-voor-1 zitter van de Opperste Oorlogsraaü, I totdat de tweede Wereldoorlog hem neg' meer op de voorgrond bracht, eerst ais Opperbevelhebber (MeiJuni 1940), minister van Defensie in Pétains rege ring. daarna aanvoerder van de Franse strijdkrachten overzee en gouverneur- generaal van Algerije. In November 1941 stuurde Pétain hem naar huis, daar hij diens politiek niet meer steunde. Hij vestigde z'.ch in Cap d'Antibes, waar de Duitsers hem in 1942 oppakten en naar het Kasteel Ober Asperg in Wur- temberg brachten. Hier bevrijdden de Amerikanen hem. „Ik wil op zijn minst 75 jaar oud worden", zei Weygand eens. „want ik heb nog zoveel te doen." Hij is nu reeds S5. dus hij heeft ruim tijd gehad zich aan de taak, die hij zich had gesteld, te wijden. Hij schreef een boek over Maar schalk Foch. dat geldt als diens offi ciële biografie: hij is de auteur van studies over Turenne en de generaals Drouol en Mangin: hg publiceerde een relaas over Le 11 Novembre (de wapen stilstand van 1918). en wijdde een door fijnheid van gedachten en pure stijl ver maard geworden werk aan de roem van zijn vaderland. Forces de la France Sedert 1953 ls hij lid der Académie Frangaise. waar hij de zetel inneemt die eens door Maarschalk Joffre was bezet. Vóór Joffre. Foch, Pétain en Weygand hadden verscheidene militai ren reeds Onder de Koepel gezeteld Sommige van hun namen zijn nu al lang vergeten, en spottend heeft men ze we! eens „les illustres inconnus" genoemd! De fascinerende figuur van Foch be heerst in menig opzicht Weygands oeuvre. De maarschalk hield van dis cussiëren en voelde zich tekort gedaan, wanneer Weygand hem gelijk gaf! Maar toen Weygand hem een tegensprak, liep hg ontstemd weg. Een ogenblik later keerde hij terug en zeide: „Als ik boos word, is het niet tegen jou, maar tegen mij zelf, omdat ik er niet in slaag mij voldoende begrijpelijk te maken, ofschoon ik voel dat ik gelijk heb" „Wat jammer dat u militair bent ge worden", moet Poincaré tegen hem hebben gezegd, met de bedoeling hulde te brengen aan Weygands staatsmans gaven en litteraire capaciteiten. Met Clemenceau, even vinnig en strijdlustig als Weygand, lag hij herhaaldelijk over hoop. Toen de Tgger zich eens met een interne militaire maatregel bemoeide en deze inmenging motiveerde met de ver- GENERAAL WEYGAND op het hoogtepunt van zijn carrière. klaring, dat „de troepen er ook zo over dachten", antwoordde Weygand vlijm scherp: „Ja zeker, mijn ondergeschikten eisen iets, ik ben hun chef, dus ik heb hun orders op te volgen!" Bij de dood van Foch in Maart 192S begaf Clemenceau, die de Maarschalk sedert 1919 niet meer had ontmoet, zich naar het sterfhuis in de rue de Grenelle, waar hij door mevrouw Foch en Weygand werd ontvangen. Voor het stoffelijk overschot staande dankte „la maréchale" hem voor zijn komst en voor alles wat hij voor de overwinning had gedaan. „Er is niet de minste verdienste in. mevrouw", zeide Clemenceau. „een oorlog te hebben gewonnen met een man als deze", en hij wees op de dode. Toen draaide hij zich om, reikte Weygand de hand en zei: „En met een man als deze"Hiermede was een einde gekomen aan een brouille van negen jaren tussen Clemenceau en Weygand. L. A. HOE MAAKT Het werk van Fer* dinand Langen, de T" HFT' romans Helene in het heelal, Jacques en Jacqueline, met tal van korte verha len o.a. gebundeld in In Pyama en Mijn Oom Peter, is van zo wisselende kwa liteit. dat men zich over de betekenis van deze jonge auteur nog weinig an ders dan vervuld van verwachting kan uitlaten. Hij slingert nog tussen een fantalslstische visie en een inperkende moedwilligheid, welke zich als een ri- cocheterend schot voordoet. Het mis sen van het doel wekt de lachlust, vooral omdat het niet beoogde tref punt bij verrassing de roos blijkt te zijn. In zijn nieuwe roman Hoe maakt u het? (Arbeiderspers, Amsterdam) klinkt een overdadig salvo van schamp schoten als een niet te stuiten stort vloed van schimpscheuten. Ferdinand Langen ls een bizonder ernstig humo rist. die op het verkeerde doel moet richten om raak te schieten. Daardoor ontstaat een merkwaardige humor, die voortdurend de auteur aanwezig doet zijn. Niet, omdat hij de lezer deelge noot maakt van zijn manier van kij ken, maar van het resultaat van zijn afwijkende wijze van waarnemen. Dit boek is een caricaturaal skelet Men vermoedt wel hoe de roman er uit zou kunnen zien, maar men heeft er geen houvast aan Dat heeft Langen ook geenszins beoogd. Hij levert zijn lezers het lekenplezier en de geamuseerde ver wondering van de mens, - die zijn lijfe lijk binnenste voor het eerst waar neemt op een röntgenfoto. Het is wat schraal, maar een geoefend oog leest er veel van 's mensen constitutie op af. Ter geruststelling of ter verontrusting. Zo ook deze roman: men kan er plezier in hebben, men kan er plotseling even zeer van schrikken. B.S.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2