Ardath
CORK
Rumoerige Kamer-vergadering over
Vervreemding Landbouwgronden
Gebruik van narcotica maakt
rally's tot uitwassen
DR E. L. KRAMER KRIJGT
NIEUWE FUNCTIE
Lof voor werk der Rijkspolitie
in Brabants rampgebied
MENKES
Padvinders op de Dam bijeen
Afschaffing weeldebelasting van 30 procent
ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN DONDERDAG 23 APRIL 1953
(Van onze landbouwmedewerker)
REEDS enigre tijd is er een interes
sante discussie gaande over de
vraag of het wenselijk is, het tot
dusver in de Zuiderzeepolders gevolgde
kolonisatiebeleid te wijzigen en dit mede
dienstbaar- te maken aan de sanering
van de te kleine boerenbedrijven op het
„oude land". Dit is een zeer belangrijk
vraagstuk, dat hoe de oplossing ook
uitvalt vérstrekkende consequenties
za-i nebben voor onze volkshuishouding
en de sociale structuur van de platte
landssamenleving. Het loont dan ook de
moeite er bij stil te staan.
De kolonisatiepolitiek, die tot nu toe
in de Zuiderzeepolders is gevoerd, wordt
gekenmerkt door een zeer strenge selec
tie van de boeren aan wie bedrijven op
de nieuw-gewonnen grond worden toe
gewezen. Zij dienen o.a. te voldoen aan
hoge eisen van theoretische en prae-
tische vakbekwaamheid en financieel
voldoende draagkrachtig te zijn om een
boerderij te kunnen exploiteren. Het is
te begrijpen, dat deze eisen gesteld wor
den. De drooglegging van de Zuiderzee
vergt grote geldelijke offers van ons
volk. Men mag dus verwachten, dat
zij een maximale verruiming van de
landbouwproductie oplevert. Dit doel
kan slechts worden bereikt, indien uit
stekende boeren als kolonist worden toe
gelaten.
Daarnaast moeten de gegadigden voor
een boerenbedrijf blijken van maat
schappelijke activiteit hebben gegeven,
b.v. door te hebben deelgenomen aan het
organisatieleven. De sociale stabiliteit
in de nieuwe samenleving, die op de
drooggelegde grond wordt opgebouwd,
moet immers zoveel mogelijk gewaar
borgd zijn.
Incidenteel is van deze evenals van
andere eisen wel afgeweken. Zo is
b v. in de Noord-Oostpolder grond toe
gewezen aan pioniers en aan WalCherse
boeren, doch dit betekende geen bewuste
principiële verandering in de gevolgde
politiek omtrent de uitgifte der gronden,
Deze is er op gericht, de Zuiderzee
polders te reserveren voor het puikje
van de Nederlandse boeren.
HPEGEN dit beleid zijn in de laatste
1 tijd bezwaren geuit. Men heeft zich
namelijk afgevraagd, of het wel
verantwoord is, een zodanig kolonisatie
beleid te voeren, dat er in de Zuiderzee
polders slechts geperfectionneerde
model-boerderijen zullen voorkomen, ter
wijl men elders in ons land speciaal
op de zandgronden met een zeer
groot gebrek aan cultuurgrond te kam
pen heeft. Het aantal keuterbedrijven
kleiner dan 6 ha bedraagt in onze
landbouw 37.000. Dit zijn de kleine be
drijven, waarvan het bedrijfslioofd uit
sluitend of overwegend in de landbouw
werkzaam is. Deze bedrijven zijn te
klein om de arbeidskracht, waarover de
daarop wonende boerengezinnen be
schikken, rationeel te kunnen gebruiken.
De enige mogelijkheid om aan dit
slepende euvel een einde te maken ligt
in een vergroting van de bedrijven.
Welnu: waarom zou men tot dat doel
geen gebruik maken van de njeuw-ge-
wonnen Zuiderzeegronden Afgezien
van andere mogelijkheden tot bedrijfs-
vergroting kan men berekenen, dat
minimaal 60.000 ha grond nodig zijn om
de 37.000 keuterbedrijven een gemid
delde oppervlakte van 6 ha grond te
geven. Deze oppervlakte is n.l. voldoende
om de beschikbare gezïnsarbeid te ab
sorberen. De nog in te polderen opper
vlakte van de Zuiderzee bedraagt
150.000 ha: er komt dus genoeg grond
vrij om de landbouw op het oude land
te saneren.
De drooglegging van de Zuiderzee
biedt een unieke gelegenheid om een
grootse landbouwpolitiek te entameren
en de keuterbedrijven, door herverkave
ling van de grond, te doen verdwijnen.
Nederland late zich deze kans niet ont
glippen. Evenals destijds Denemarken
met behulp van de door ontginning dei-
heidevelden vrijkomende grond, dient
ons land een constructieve politiek te
voeren ter oplossing van dit vraagstuk
der t.e kleine bedrijven. Anders dan
Denemarken hebben wij ons in het
verleden een kans laten ontgaan. Thans
bieden de Zuiderzeepolders opnieuw een
mogelijkheid. Men moet zo betoogt
men deze mogelijkheid dan ook ge
bruiken.
fylEHIER, zeer summier, de gedachten-
gang van de voorstanders van een
verandering in het tegenwoordige
kolonisatiebeleid. Stellig is hierin veel
aantrekkelijks. Een principiële afwij
zing van deze redenering hebben wij dan
ook niet aangetroffen. Wel is er, onzes
inziens terecht, met klem op gewezen,
dat de verwezenlijking van dit plan op
verschillende moeilijkheden zal stuiten
en tal van vragen opwerpt. Zo dient men
er rekening mede te houden, dat vooral
de grote boeren uit de te saneren gebie
den. naar de Zuiderzeegronden moeten
afvloeien. De gemiddelde oppervlakte
van de bedrijver in de Zuiderzeepolder;,
is name: (jk, ook al zou men deze wat
verlagen, relatief groot. Zou men nu
kleine boeren overplaatsen, dan zou het
aantal bóeren, dat voor een bedrijf in
het ingepolderde gebied in aanmerking
zou kómen, groter zijn dan het aantal
beschikbare bedrijven. De sanering is
niet alleen een kwestie van oppervlakten
cultuurgrond, maar ook van mensen!
Overigens zal men wel niet kunnen ont
komen aan de noodzaak van wettelijke
maatregelen om de boeren eventueel ver
plicht te doen migreren naar de Zuider
zeepolders.
Voorts moet men de kleine boeren,
die op het oude land achterbleven, in
staat stellen, de vrijkomende grond van
de vertrekkende boeren te exploiteren.
Hiervoor zijn financiële voorzieningen
nodig. Bovendien is het noodzakelijk, dat
het gunstige effect van de sanering be
stendigd blijft, met andere woorden, het
splitsen van vergrote bedrijven moet on-
mogelrl' worden gemaakt. Anders staat
men n<i oen generatie opnieuw tegen
over mnelliikhëden van overeenkomstige
aard Wellicht is daartoe een wijziging
van ons erfrecht noodzakelijk.
RONDER maar enigszins naar vol
ledigheid te streven, hebben wij ge
tracht op enkele punten uit de
discussie over de kolonisatiepolitiek in
de Zuir --'-.«apolders de aandacht te ves
tigen. Het komt ons voor, dat deze aan
gelegenheid thans voldoende rijp is voor
een degelijke, systematische bestudering.
Dit zou door een speciaal daarvoor in
te stellen commissie kunnen geschieden.
Aangezien er reeds veel voorbereidend
werk is verricht, behoeft het samenstel
len van een door die commissie uit te
brengen rapport geen kwestie van jaren
te zijn. Het bepalen van de uitgifte-
politiek der ingepolderde gronden is een
aangelegenheid van de overheid. Gezien
de discussie over deze kwestie is er voor
haar zeker aanleiding, het initiatief te
nemen, om zowel de grondslagen van
de huidige kolonisatiepolitiek als even
tueel daarin aan te brengen verande
ringen grondig te doen bestuderen
De lezer, die zich voor het kolonisatie
beleid interesseert, mogen wij o. a. verwijzen
naar-
.1 Rapport van de Commissie Uitgifte Zuider
zeegronden, Stichting voor de Landbouw,
's-Gravenhage:
2 Dr Ir A. Maris. I-Iet kleine-boeren vraagstuk
in groter verband, T. E. S G Juni/Juli
1952
3 Ir H J. Louwcs. De uitgifte van gronden
in de iJsselmeerpoiders enz.. De Nieuwe
Veldbode, 19 Maart 1953.
Prof. Oud (V. V.D.) koos zijde van minister Mansholt -
Prof. Romme bereed verkeerd P.R.O.-stokpaard
(Van onze parlementaire redacteur)
's-Gravenhage, 23 April
A/TINISTER Mansholt heeft de strijd om de wijze van vaststelling van de
algemene regelen ten aanzie* van het hoogst toelaatbare prijsniveau,
zoals wij gisteren in een gedeelte van onze editie nog kort konden vermel
den, gistermiddag bij het wederom voortgezette debat over het ontwerp
vervreemding landbouwgronden gewonnen.
Het bleek, dat beide strijdende partijen de minister en de K.V.P.-
afgevaardigde ir Droesen van de tijd voor nadere bezinning gebruik
hadden gemaakt om te trachten, elkander tegemoet te komen. Er lag een
zevende nota van wijzigingen van de minister en er lag een gewijzigd
amendement van de heer Droesen.
heer Oud „en ik stel prijs op waarheid
in de wetgeving. Mijn politieke vrienden
en ik zullen onze stem aan dit amende
ment niet geven." Deze kernachtige
woorden van de heer Oud bleken een op
de openbare tribune aanwezige dame
zozeer uit het hart gegrepen te zijn. dat
zij een luid applaus aanhief, hetgeen
uiteraard tot nieuwe opschudding en een
waarschuwing door Kamervoorzitter dr
Kortenhorst i die overigens zeer ge
amuseerd bleek door dit incident) aan
leiding gaf.
Voordat de heer Oud aan het woord
kwam. had ir Vondeling (arb.) het
amendement eveneens bestreden en na
de heer Oud sprak de heer De Ruiter'
fc.h.). dre bereid bleek, de minister na
de door hem aangebrachte wijziging
eveneens te steunen.
Natuurlijk lcwam-, na het optreden
van prof. Oud, ook prof. Romme
(k.v.p.) nog op de katheder, die het
door de heer Oud toegespeelde halletje
aldus terugkaatste, dat hij bij het op
treden van de heer Oud had gedacht
aan een overbuurman, die een ruzie
hoort en dan zijn raam openschuift om
mee te gaan doen. Waarop de heer Oud-
terecht interrumpeerde: Er is dus in
ieder geval ruzie!
De heer Romme bleef overigens bij
zijn standpunt, dat hier een taak was
voor het „publiekrechtelijk georgani
seerde maatschappelijk leven", en hij
achtte het voor de minister een waar
schuwing, dat juist de heer Oud, ,,die nu
ZOALS men weet, was het oorspron
kelijke voorstel van het ontwerp,
dat deze algemene regelen bij alge
mene maatregel van bestuur zouden
worden vastgesteld, dus door de (cen
trale) overheid. De. heer Droesen had
deze bevoegdheid echter opgedragen wil
len zien aan de Centrale Grondkamer,
over welk voorstel de minister (niet on
begrijpelijk o.i.) zijn „onaanvaardbaar'
had uitgesproken.
Het nieuwe voorstel van de minister
was nu, om die vaststelling bij A.Mv,
wel te handhaven, maar te bepalen, dat
alvorens de minister aan de Koningm
een voordracht tot zulk een A.M.
zou doen. de daartoe aan te wijzen
P.B.O -organen en andere organisaties
(bijv. die van grondeigenaren en grond
gebruikers) in de gelegenheid zouden
worden gesteld hun mening daarov
kenbaar te maken.
Het was inderdaad enige tegemoet
koming, maar het was eveneens begrij'-
nelijk, dat de heer Droesen, in zijn ge-
dachtengang, toch nog niet was tevreden
gesteld. En zo kwam nu de heer Droe
sen met een nieuw amendement.
K.V.P.-afgevaardigde moest ten slotte
wel toegeven, dat men de Centrale
Grondkamer moeilijk een „orgaan van
het bedrijfsleven" kon noemen. Daarom
stelde hij nu voor, dat die algemene re
gelen zouden worden vastgesteld door
een bii de wet aan te wijzen geheel
nieuw lichaam, als bedoeld in artikel 152
van de Grondwet: d.w.z. een met ver
ordenende bevoegdheid bekleed lichaam,
dat men bijvoorbeeld „Raad voor Grond
en Pachtzaken" zou kunnen noemen.
'VEGEN dit voorstel nu en. tegen deze
gehele gang van zaken, kwam prof.
Oud fv.v.d.) zijn pijlen richten. BH
stelde onder grote belangstelling
Kamer vast. dat het ■mei leek of de heer
Romme dr ..oppositieleider" was en
hij. maar hij moest toch verklaren het
dezen neheel, wt de minister eens t.e
zijn. Grote hilariteit, verwekte de op,
m.erking van de heer Oud, dat de heer
Eng eiber tink k.v.p,) de dan tevoren
in and,er verband, wel had verklaard,
dat, wanneer het om. familiebetrek
kingen ging. anderen zich daar niet wee
moesten bemoeien, maar dat de poli-
eke familieverhoudingen (tussen de
K.V.P. en de P.v.d.A.) in dit geval blijk
baar toch niet zo wreedzaam waren.
ieder geval wilde prof. Oud zich
hier niet bu'ten houden en. zoals wii
gisteren reeds verwacht hadden, bleek
de liberale woordvoerder van mening,
dat wanneer en zolang men op dit ge
bied een prijsbeheersing nog noodzake
lijk vond. de algemene lijnen daarvoor
dan ook door de overheid moesten wor
den vastgesteld en dat men ook de
P.B.O. er geen dipnst mede bewees, haar
daar dirpet of indirect bii te betrekken.
Bovendien had de heer Droesen in zijn
amendement wel moeten onnemen. dat.
zolang het door hem bedoelde, bh' de wet
in te stellen geheel nieuwe lichaam no°-
niet bestond, die algemene regelen tóch
bij A.M.v B. zouden werden vastgesteld.
De heer Oud noemde dit een wonderlijke
wijze van wetgeven en het maken van
„een beleefde buiging voor een nieuw
openbaar lichaam",
„Wat hier wordt voorgesteld door de
heer Droesen is een paskwil", aldus de
eenmaal niet overvloeit van sympathie
voor de P.B.O.", zich aan zijn zijde had
geschaard.
Minister Mansholt liet zich door al
deze redeneringen echter niet van de
wijs brengen en besloot met de Ka
mer het gewijzigde amendement-
Droesen „zeer ernstig te ontraden";
waarna het werd verworpen met 51
tegen 36 stemmen. Voor stemden
alleen de K.V.P. en de A.R.; tegen
alle anderen, van de P.v.d.A. tot de
groep van de heer Weiter.
DE resterende uren van de midda;
gingen heen met hoogst verwarde
discussies over amendementen, sub
amendementen en ministeriële wijzigin
gen, waarbij het soms veel weg had van
een Babylonische spraakverwarring
waarbij minister, voorzitter en leden,
beurtelings in de knoop dreigden
raken. Grote verrassingen deden zich
daarbij echter niet meer voor, tenzij men
als zodanig beschouwt de verwerping
van een bepaald onderdeel van een ar
tikel met algemene stemmen, bij zitten
en onstaan. De voorstanders werden
uitgenodigd op te staan, maarieder
een bleef zitten. Een ander merkwaar
dig geval was, dat een amendement van
ir Vondeling reeds door de minister was
overgenomen, maar dat was een vergis
sing, want er bleek tegenstand te be
staan en toen het in stemming kwam,
kreeg het alleen de stemmen van de
P.v.d.A. en werd het met 50 tegen 30
stemmen verworpen. Uit deze 30 stem
men kan tevens worden geconcludeerd,
dat dus alle leden van de P.v.d.A.-fractie
aanwezig waren.
Ook gistermiddag is men echter nogj
niet klaar gekomen en zo zal het amen
dementen-spel vanmiddag worden voort
gezet. De belangrijkste principiële be
slissing zal daarbij ongetwijfeld het
laatste aan de orde komende amende
ment zijn, namelijk dat van de heer
Droesen (k.v.p.), dat, door het stellen
van een termijn van vijf jaar, aan de
werkingsduur van de wet een tijdelijk
karakter wil verlenen.
Minister Mansholt heeft zich daar tot
nu toe zeer krachtig tegen verzet en
heeft reeds terloops getracht door de
concessie, om het voorkeursrecht van
de pachter toch weer in het ontwerp op
te nemen, de voorstellers te bewegen,
hunnerzijds de concessie te doen dit
amendement in te trekken.
(Ingez. med.-advertentie)
Dr Muntendam over Volksgezondheid
MINISTER SUURHOFF wil knoop van
Ziekenfondswet doorhakken
Directeur-generaal voor industrialisatie en
energievoorziening
Het ministerie van Economische
Zaken deelt mede, dat binnenkort de
benoeming kan worden verwacht van
dr E. L. Kramer tot directeur-gene
raal voor de Industrialisatie en de
Energievoorziening. Dit nieuw in te
stellen directoraat-generaal zal wor
den belast met de taken, welke op
het ogenblik worden verricht door het
directoraat-generaal voor de Industri
alisatie en het directoraat-generaal
voor de Energievoorziening.
directeur-generaal voor de prijzen en ln
Juli 1950 die tot directeur-generaal voor
de energievoorziening.
Dr Kramer heeft voorts zitting in de
raad van presidenten als voorzitter van
de Nederlandse delegatie In de Benelux-
commissles voor industrie en handel en
openbare aanbestedingen.
In 1940 promoveerde hij tot doctor
ln de economische wetenschappen op het
proefschrift „De graanwet van 1835"
Dr E. L. Kramer werd op 14 Augus
tus 1902 te Rotterdam geboren. In 1924
legde hij het doctoraat examen in de
economische wetenschappen af aan de
Economische Hogeschool te Rotterdam.
In 1935 trad hij in dienst bij het mini
sterie van Economische Zaken, waar hij
in 1940 werd benoemd tot chef van de
afdeling Nijverheid van het directoraat-
generaal voor handel en nijverheid. Van
19451947 bekleedde hij de functie vai
directeur voor herstel en voorziening
In 1949 volgde de benoeming tot wnd.
106.9 Millioen in Rampenfonds
In het Nationaal Rampenfonds is tot
gistermiddag 106.9 millioen gulden ge
stort. Sinds Dinsdag is er weer een ton
bij gekomen.
(Van onze Haagse redacteur)
's-G r a v e n h a g e, 23 April
heer Van Lieshout (k.v.p.) Dins
dag bij de behandeling van de be
groting van Sociale Zaken en Volks
gezondheid ln de Eerste Kamer had
gesproken, is gisteren niets overgeble
ven. Had deze afgevaardigde het advies
van de S.E.R. inzake de kinderbijslag
onaanvaardbaar genoemd, na het
antwoord van minister Suurhoff ver
klaarde hij, dat hij de voorstellen van
de regering zal afwachten. Dat bad de
heer Van Lieshout ook de dag tevoren
kunnen zeggen, maar misschien gevoel
de hij er behoefte aan eens flink van
de toren te blazen, nu de gemeente
raadsverkiezingen voor de deur staan.
Met deze enkele notitie van de
replieken, die n.b. enige uren in beslag
namen, willen we volstaan. Ook over
de afdeling Volksgezondheid kunnen
kort zijn. Minister Suurhoff ver
klaarde o.m. bij deze afdeling van zijn
begroting, dat de meningen over de
totstandkoming van de ziekenfondswet
hopeloos verdeeld zijn. Slechts op één
punt Is men het eens, nl. hoe het niet
moet! De bewindsman vreest, dat er
misschien knopen door hem door
gehakt zullen moeten worden. Hij zegde
in elk geval toe te zullen bevorderen,
dat binnen niet al te lange «tijd een
ontwerp-ziekenfondswet bij de Staten-
Generaal zal worden ingediend.
Staatssecretaris dr Muntendam heeft
waarschuwende woorden laten horen
tegen het toenemende gebruik van
narcotica en in dit verband noemde hij
rally's ongezonde uitwassen van sport
beoefening, omdat de deelnemers al
leen in staat zijn deze te rijden als zij
gebruik maken van allerlej, opwekken-
middelenMaar na afloop, aldus
dr Muntendamrollen de deelnemers
bijna bewusteloos uit hun wagen!
Het toenemende tabaksgebruik slaat
de staatssecretaris ook met enige zorg
gade. Dr Muntendam ging echter niet
zo ver om van misbruik te spreken.
Wel verklaarde hij, dat t.a.v. het roken
in het gezin een opvoedende taak ligt,
niet alleen voor de vader, maar ook
voo£ de moeder.
Over de tandtechnici sprak de staats
secretaris duidelijke taal: het is niet
de bedoeling van de regering om een
grotere groep, van tandtecflmioi dan de
zgn. gedupeerden tot de voorgenomen
wettelijke regeling toe te laten. Dr
Muntendam zeide overigens er niets
voor te voelen uit deze groep de drie
tandtechnici van 1925 te lichten en
daarvoor een afzonderlijke regeling te
treffen. Er komt één regeling; het
wetsontwerp is reeds in voorbereiding.
Een commissie heeft ook een ontwerp
Krankzinnigenwet ter vervanging van
de bestaande voorbereid. Maar hierover
moet nog overïeg worden gepleegd.
De begroting is tenslotte aange
nomen.
Amerikaanse onderscheidingen
voor Korea-vrijwilligers
De Amerikaanse ambassadeur in Ne
derland de heer Selden Chapin heeft
gisteren op de appèlplaats van de Engel-
brecht van Nassaukazerne te Roosen
daal onderscheidingen uitgereikt aan
zeven Korea-vrrjwïlligers. die zich op
het strijdtoneel bijzonder verdienstelijk
Koningin zal Den Haac
bezoeken
Op Woensdag 29 April
(Van onze Haagse redacteur)
H. M. de Koningin zal Woensdag 29
April de tuin van het voormalige paleis
Noordeinde, aan de Prinsessewal, voor
het publiek openstellen.
Na deze plechtigheid, welke een sober
karakter zal dragen, zal H.M. een infor
meel bezoek brengen aan het Institute
of Social Studies dat, zoals bekend, in
het paleis is gevestigd.
Gedurende de middaguren zal H. M.
zich op de hoogte stellen van de weste
lijke stadsuitbreiding van 's-Gravenhage
door een officieus bezoek aan de nieuwe
wijken Moerwijk en Morgenstond. Tij
dens het bezoek zal het bestuur van de
Moerwijkgemeenschap in het noodwijk-
centrum aan de Medlerstraat-Erasmus-
weg aan H.M. een uiteenzetting geven
omtrent doel en streven van de gemeen
schap.
Ir STAF ERE-VOORZITTER
EUROPESE FEDERATIE
VOOR PLANTENZIEKTEN
Tijdens de bijeenkomst van de Raad
van de Europese organisatie voor plan
tenziekten, die de afgelopen dagen ln
Parijs is gehouden, is de minister van
oorlog ir c. Staf. die in zijn vroegere
functie van directeur-generaal van de
Landbouw krachtig heeft medegewerkt
aan de totstandkoming van deze organi
satie. tot ere-voorzitter benoemd.
JASCHA HEIFETZ gaf onlangs een
concert ie Bersheba in een fabriekshal,
aar drieduizend mensen naar zijn
beneficie-optreden luisterden; nog twee
duizend personen trachtten buiten de
muziek te volgen. De avond daarna is
Heifetz na een recital te Jeruzalem aan
gevallen; hij werd licht gewond aan zijn
rechterarm, doch kon zijn concertreis
voortzetten.
KORPS 's HERTOGEN BOSCH
KREEG ZILVEREN
WA TERSNOODPENNING
(Van onze correspondent)
's-H ertogenbosch, 23 April.
HET Korps der Rijkspolitie in het ge
west 's-Hertogenbosch heeft als
blijk van erkentelijkheid voor de zware
dienstvervulling in het Brabantse ramp
gebied uit handen van de procureur-
generaal tevens fungerend directeur
van politie mr E. baron Speyart van
Woerden de zilveren watersnood-pen
ning ontvangen.
Dit gebeurde gistermiddag in het
Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch,
bij welk ceremonieel ook aanwezig wa
ren de Commissaris van de Koningin in
Noord-Brabant prof, dr J. E. de Quay
en de advocaten-generaal mr A. Recè-
veur en mr S. van der Hoeven.
De procureur-generaal overhandigde
de zilveren penning aan de gewest-com
mandant der Rijkspolitie kolonel Th.
van de Vliervoet. De district-comman
danten en enkele wachtmeesters waren
eveneens aanwezig.
Mr Speyart van Woerden heeft in zijn
toespraak zijn dankbaarheid uitgespro
ken voor de wijze, waarop de Rijkspoli
tie in zijn ressort haar taak in het,
rampgebied heeft vervuld. Hij schetste
de bijzondere zware omstandigheden,
waarop het politïe-apparaat onmiddel
lijk moest worden ingesteld en prees het
begrip van de politiemannen voor de
uitzonderlijke situatie, waarin de bevol
king door de watervloed kwam te 5
keren.
Hij bracht dank aan de burgemeesters
in het achterland, omdat zij een tijde
lijke verzwakking van het politie-appa-
raat ten gunste van de detachementen
voor het rampgebied onmiddellijk aan
vaardden en vergat in zijn dankwoord
evenmin de reserve Rijkspolitie.
De procureur-generaal oefende cri-
tiek op het rapport, dat de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten in de eer
ste dagen van de watersnood over de
politie uitbracht. Volgens dit rapport
zou de organisatie niet deugen, aldus
de procureur-generaal, en zou deze
grondig moeten worden veranderd. Mr
Speyart van Woerden hoopte, dat de
bestrijders van de organisatie der poli-
Ingez. med.-advertentie)
Jaarvergadering Schuttevaer
(Van onze correspondent)
Terneuzen, 23 April
Onder leiding van de algemeen voor
zitter, mr J. C. W. van Dam, begon
Woensdag te Terneuzen de 104e alge
mene jaarvergadering van de Kon.
Schippersvereniging Schuttevaer, die
o.a. werd bijgewoond door de minister
van Verkeer en Waterstaat, mr Algera.
De minister sprak een üorte rede uit,
waarin hij er o.m. op wees, dat het door
de ramp zwaar getroffen Zeeland in het
houden van het Schuttevaer-congres in
Tei'neuzen een zekere genoegdoening
moet zien, omdat daarmede de gedachte
tot uiting komt, dat het normale leven
ook in deze provincie weer moet terug
keren.
De aftredende hoofdbestuursleden mr
C. W. van Dam, J. Joontjes en J.
Speksnijder werden herkozen.
REGERING STELT DE TWEEDE KAMER VOOR:
Vermindering van belastingopbrengst door deze
maatregel geschat op f 10 millioen
B", de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend, dat opheffing van
de weeldebelasting van dertig procent beoogt. Blijkens de memorie van
toelichting moet dit ontwerp worden gezien in bet kader van bet geheel
van de in de regeringsnota aangekondigde belastingmaatregelen, die nood
zakelijk worden geacht met het oog op de verruiming der werkgelegenheid.
Indien het ontwerp wordt aanvaard zullen de goederen, waarvoor op het
ogenblik bij levering door de fabrikant en bij invoer 30 procent omzet-
aelasting is verschuldigd, weer worden onderworpen aan een heffing van
15 procent.
J_JET ligt in het voornemen om wan
neer daartoe voldoende aanleiding
bestaat, aan de handelaren in die
goederen over de op het tijdstip van in
werking treding der belastingverlaging-
bij hen aanwezige voorraden een terug
gaaf te verlenen op dezelfde voet als
destijds bij wijziging van de weeldebelas
ting per 1 Juli 1952 is geschied. De ver
mindering der belastingopbrengst uit
hoofde van deze maatregel wordt ge
schat op tien millioen gulden.
De verhoging van het oorspronkelijke
tarief van de weeldebelasting van vijftien
ten honderd op dertig ten honderd, wel
ke bij aanneming van dit ontwerp var
wet komt te vervallen, is in de omzet
belastingwetgeving gebracht bij de wet
van 16 Augustus 1951, welke op 1 Sep
tember van dat jaar in werking trad.
Bij de parlementaire behandeling van ge
noemde wet is tot uitdrukking gebracht,
dat met de verhoging van de weelde
belasting een tweetal doeleinden werd
nagestreefd, n.l. consumptiebeperking
ter verbetering van de betalingsbalans
en verkrijging van een bijdrage voor de
dekking van de bijzondere uitgaven voor
de defensie. De regering heeft daarbij
onmiddellijk erkend, dat die maatregel
minder gewenste repercussies zou kun
nen hebben in die sectoren van het be
drijfsleven, die de betrokken goederen
vervaardigen of daarin handelen, en
daaraan de toezegging verbonden, dat
zij niet zou aarzelen geheel of ten dele
op de maatregel terug te komen, indien
die repercussies van ernstige aard zou
den zijn.
Verschillende ondernemers, die de aan
het dertig-procentstarief onderworpen
goederen vervaardigen, hebben in zeei
ernstige mate de weerslag van de hef
fing ondervonden.
Aangezien inmiddels een verbetering
van de betalingsbalans is ingetreden,
terwijl het budgetaire aspect thans niet
meer hetzelfde belang heeft, als bij het
tie een beter inzicht zouden hebben ge
kregen, nu bewezen is wat de organisa
tie onder uitzonderlijke omstandigheden
als de watersnood vermag.
„Er zal zich wel niet in eens een mas
sabekering voordoen", aldus ongeveer
de procureur-generaal, „doch ik waag
het te hopen dat er bij de bestrijders een
aarzeling zal ontstaan als de vraag aan
de orde komt of het verantwoord is
datgene wat in moeilijke omstandig
heden en in een groot gebied op deug
delijke wijze werd verkregen, opzij te
zetten."
De Commissaris van de Koningin
dankte eveneens de mannen van de
Rijkspolitie en wel in het bijzonder voor
het belangrijke aandeel, dat de politie
in het tot stand brengen van de nood
zakelijke samenwerking tussen de ver
schillende instanties had. Prof. De Quay
dankte de politie eveneens voor de
wijze, waarop zij haar taak ten gunste
van de getroffen bevolking heeft ver
richt.
Kamers van Koophandel
vragen afschaffing
visum voor Duitsers
De samenwerkende Kamers van Koop
handel in Limburg hebben, met onder
steuning van de overige Kamers in .Ne
derland in een brief aan de minister van
Buitenlandse Zaken verzocht de nodige
faciliteiten aan Duitsers te verlenen voor
het maken van reizen naar Nederland.
Aangedrongen werd op volledige af
schaffing van het visum, of wanneer
zulks nog niet mogelijk zou zijn, dit
visum aan de daarvoor in aanmerking
komende Duitsers, die ons land bezoe
ken. gratis en zonder verdere formalitei
ten te verstrekken.
tot stand brengen van het dertig-
procentstarief het geval was, is het,
alles bijeengenomen, gewenst in het
kader van het belastingplan thans zo
spoedig mogelijk tot opheffing van dat
hoge tarief over te gaan en niet te
wachten tot dat tarief komt te vervallen
door het verstrijken van de termjjn,
waar-voor die belasting geldt, n.l. tot
1 September 1955.
ST JORISDAG begon vanochtend 7 uur
voor de Amsterdamse padvinders met
een (traditionele) bijeenkomst op de
Dam. Het ogenblik, waarop de vlag
wordt gehesen.
64e Lijst slachtoffers
watersnood
Het informatiebureau van het Rode
Kruis heeft de 64e lijst van geborgen
en geïdentificeerde slachtoffers van de
watersnood uitgegeven.
N1EUYVERKERK
Marlnus van Dijke, geb. 3.7.1930,
laatste adres: Achterstraat 70: Adriana
M. Hoogerland, geb. 11.9.1926. laatste
adres: Stationsstraat 372: Cornelis Hoo
gerland. geb. 5.5-1887, laatste adres:
Stationsstraat 372; Jacob Kleemans,
geb. 7.2.1891, laatste adres: Molenstraat
137; Wïlhelmina Johanna Meijering
Kleemans. geb. 18.11.20. laatste adres:
Stoofweg 149a; Machiel Mol, geb.
9.11.1913. laatste adres. Lageweg 412;
Neeitje NikerkSies. geb. 12.6.1888.
laatste adres: Stoofweg- 154: Jakoba
Peute, geb. 11.3-1933,laatste adres:
Ooststraat 185; Jacobus Peute, geb.
30.12.1934, laatste adres: Ooststraat
185; Jacobus J. Peute, geb. 27.9,1905,
laatste adres: Ooststraat 185: Pieter-
nella Peute, geb. 23.11.1936; laatste
adres: Ooststraat 185.
OUDE TONGE
Sara Johanna Maria de Boet. geb.
23.8.1926. laatste adres: Julianastraat
46; Adrianus Koert, geb- 13.11.1910,
laatste adres: Stationsweg 73; Adriana
M. M. Njjsse, .geb. 18.1.1947, laatste
adres: Molenweg 3.
Vijf jaar voor Ambonees
wegens doden van
kampgenoot
(Van onze correspondent)
Leeuwarden, 23 April
Wegens doodslag op zijn 18-jarige
kampgenoot is een 37-jarige Ambonees
uit het woonoord Geesbrug vanochtend
door het Leeuwarder gerechtshof ver
oordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf
met aftrek. De eis was zes jaar.
De man heeft in Juni van het vorige
jaar zijn kampgenoot met zes revolver
schoten van het leven beroofd.