Ardath CORK Rumoerige Kamer-vergadering over Vervreemding Landbouwgronden Gebruik van narcotica maakt rally's tot uitwassen DR E. L. KRAMER KRIJGT NIEUWE FUNCTIE Lof voor werk der Rijkspolitie in Brabants rampgebied MENKES Padvinders op de Dam bijeen Afschaffing weeldebelasting van 30 procent ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN DONDERDAG 23 APRIL 1953 (Van onze landbouwmedewerker) REEDS enigre tijd is er een interes sante discussie gaande over de vraag of het wenselijk is, het tot dusver in de Zuiderzeepolders gevolgde kolonisatiebeleid te wijzigen en dit mede dienstbaar- te maken aan de sanering van de te kleine boerenbedrijven op het „oude land". Dit is een zeer belangrijk vraagstuk, dat hoe de oplossing ook uitvalt vérstrekkende consequenties za-i nebben voor onze volkshuishouding en de sociale structuur van de platte landssamenleving. Het loont dan ook de moeite er bij stil te staan. De kolonisatiepolitiek, die tot nu toe in de Zuiderzeepolders is gevoerd, wordt gekenmerkt door een zeer strenge selec tie van de boeren aan wie bedrijven op de nieuw-gewonnen grond worden toe gewezen. Zij dienen o.a. te voldoen aan hoge eisen van theoretische en prae- tische vakbekwaamheid en financieel voldoende draagkrachtig te zijn om een boerderij te kunnen exploiteren. Het is te begrijpen, dat deze eisen gesteld wor den. De drooglegging van de Zuiderzee vergt grote geldelijke offers van ons volk. Men mag dus verwachten, dat zij een maximale verruiming van de landbouwproductie oplevert. Dit doel kan slechts worden bereikt, indien uit stekende boeren als kolonist worden toe gelaten. Daarnaast moeten de gegadigden voor een boerenbedrijf blijken van maat schappelijke activiteit hebben gegeven, b.v. door te hebben deelgenomen aan het organisatieleven. De sociale stabiliteit in de nieuwe samenleving, die op de drooggelegde grond wordt opgebouwd, moet immers zoveel mogelijk gewaar borgd zijn. Incidenteel is van deze evenals van andere eisen wel afgeweken. Zo is b v. in de Noord-Oostpolder grond toe gewezen aan pioniers en aan WalCherse boeren, doch dit betekende geen bewuste principiële verandering in de gevolgde politiek omtrent de uitgifte der gronden, Deze is er op gericht, de Zuiderzee polders te reserveren voor het puikje van de Nederlandse boeren. HPEGEN dit beleid zijn in de laatste 1 tijd bezwaren geuit. Men heeft zich namelijk afgevraagd, of het wel verantwoord is, een zodanig kolonisatie beleid te voeren, dat er in de Zuiderzee polders slechts geperfectionneerde model-boerderijen zullen voorkomen, ter wijl men elders in ons land speciaal op de zandgronden met een zeer groot gebrek aan cultuurgrond te kam pen heeft. Het aantal keuterbedrijven kleiner dan 6 ha bedraagt in onze landbouw 37.000. Dit zijn de kleine be drijven, waarvan het bedrijfslioofd uit sluitend of overwegend in de landbouw werkzaam is. Deze bedrijven zijn te klein om de arbeidskracht, waarover de daarop wonende boerengezinnen be schikken, rationeel te kunnen gebruiken. De enige mogelijkheid om aan dit slepende euvel een einde te maken ligt in een vergroting van de bedrijven. Welnu: waarom zou men tot dat doel geen gebruik maken van de njeuw-ge- wonnen Zuiderzeegronden Afgezien van andere mogelijkheden tot bedrijfs- vergroting kan men berekenen, dat minimaal 60.000 ha grond nodig zijn om de 37.000 keuterbedrijven een gemid delde oppervlakte van 6 ha grond te geven. Deze oppervlakte is n.l. voldoende om de beschikbare gezïnsarbeid te ab sorberen. De nog in te polderen opper vlakte van de Zuiderzee bedraagt 150.000 ha: er komt dus genoeg grond vrij om de landbouw op het oude land te saneren. De drooglegging van de Zuiderzee biedt een unieke gelegenheid om een grootse landbouwpolitiek te entameren en de keuterbedrijven, door herverkave ling van de grond, te doen verdwijnen. Nederland late zich deze kans niet ont glippen. Evenals destijds Denemarken met behulp van de door ontginning dei- heidevelden vrijkomende grond, dient ons land een constructieve politiek te voeren ter oplossing van dit vraagstuk der t.e kleine bedrijven. Anders dan Denemarken hebben wij ons in het verleden een kans laten ontgaan. Thans bieden de Zuiderzeepolders opnieuw een mogelijkheid. Men moet zo betoogt men deze mogelijkheid dan ook ge bruiken. fylEHIER, zeer summier, de gedachten- gang van de voorstanders van een verandering in het tegenwoordige kolonisatiebeleid. Stellig is hierin veel aantrekkelijks. Een principiële afwij zing van deze redenering hebben wij dan ook niet aangetroffen. Wel is er, onzes inziens terecht, met klem op gewezen, dat de verwezenlijking van dit plan op verschillende moeilijkheden zal stuiten en tal van vragen opwerpt. Zo dient men er rekening mede te houden, dat vooral de grote boeren uit de te saneren gebie den. naar de Zuiderzeegronden moeten afvloeien. De gemiddelde oppervlakte van de bedrijver in de Zuiderzeepolder;, is name: (jk, ook al zou men deze wat verlagen, relatief groot. Zou men nu kleine boeren overplaatsen, dan zou het aantal bóeren, dat voor een bedrijf in het ingepolderde gebied in aanmerking zou kómen, groter zijn dan het aantal beschikbare bedrijven. De sanering is niet alleen een kwestie van oppervlakten cultuurgrond, maar ook van mensen! Overigens zal men wel niet kunnen ont komen aan de noodzaak van wettelijke maatregelen om de boeren eventueel ver plicht te doen migreren naar de Zuider zeepolders. Voorts moet men de kleine boeren, die op het oude land achterbleven, in staat stellen, de vrijkomende grond van de vertrekkende boeren te exploiteren. Hiervoor zijn financiële voorzieningen nodig. Bovendien is het noodzakelijk, dat het gunstige effect van de sanering be stendigd blijft, met andere woorden, het splitsen van vergrote bedrijven moet on- mogelrl' worden gemaakt. Anders staat men n<i oen generatie opnieuw tegen over mnelliikhëden van overeenkomstige aard Wellicht is daartoe een wijziging van ons erfrecht noodzakelijk. RONDER maar enigszins naar vol ledigheid te streven, hebben wij ge tracht op enkele punten uit de discussie over de kolonisatiepolitiek in de Zuir --'-.«apolders de aandacht te ves tigen. Het komt ons voor, dat deze aan gelegenheid thans voldoende rijp is voor een degelijke, systematische bestudering. Dit zou door een speciaal daarvoor in te stellen commissie kunnen geschieden. Aangezien er reeds veel voorbereidend werk is verricht, behoeft het samenstel len van een door die commissie uit te brengen rapport geen kwestie van jaren te zijn. Het bepalen van de uitgifte- politiek der ingepolderde gronden is een aangelegenheid van de overheid. Gezien de discussie over deze kwestie is er voor haar zeker aanleiding, het initiatief te nemen, om zowel de grondslagen van de huidige kolonisatiepolitiek als even tueel daarin aan te brengen verande ringen grondig te doen bestuderen De lezer, die zich voor het kolonisatie beleid interesseert, mogen wij o. a. verwijzen naar- .1 Rapport van de Commissie Uitgifte Zuider zeegronden, Stichting voor de Landbouw, 's-Gravenhage: 2 Dr Ir A. Maris. I-Iet kleine-boeren vraagstuk in groter verband, T. E. S G Juni/Juli 1952 3 Ir H J. Louwcs. De uitgifte van gronden in de iJsselmeerpoiders enz.. De Nieuwe Veldbode, 19 Maart 1953. Prof. Oud (V. V.D.) koos zijde van minister Mansholt - Prof. Romme bereed verkeerd P.R.O.-stokpaard (Van onze parlementaire redacteur) 's-Gravenhage, 23 April A/TINISTER Mansholt heeft de strijd om de wijze van vaststelling van de algemene regelen ten aanzie* van het hoogst toelaatbare prijsniveau, zoals wij gisteren in een gedeelte van onze editie nog kort konden vermel den, gistermiddag bij het wederom voortgezette debat over het ontwerp vervreemding landbouwgronden gewonnen. Het bleek, dat beide strijdende partijen de minister en de K.V.P.- afgevaardigde ir Droesen van de tijd voor nadere bezinning gebruik hadden gemaakt om te trachten, elkander tegemoet te komen. Er lag een zevende nota van wijzigingen van de minister en er lag een gewijzigd amendement van de heer Droesen. heer Oud „en ik stel prijs op waarheid in de wetgeving. Mijn politieke vrienden en ik zullen onze stem aan dit amende ment niet geven." Deze kernachtige woorden van de heer Oud bleken een op de openbare tribune aanwezige dame zozeer uit het hart gegrepen te zijn. dat zij een luid applaus aanhief, hetgeen uiteraard tot nieuwe opschudding en een waarschuwing door Kamervoorzitter dr Kortenhorst i die overigens zeer ge amuseerd bleek door dit incident) aan leiding gaf. Voordat de heer Oud aan het woord kwam. had ir Vondeling (arb.) het amendement eveneens bestreden en na de heer Oud sprak de heer De Ruiter' fc.h.). dre bereid bleek, de minister na de door hem aangebrachte wijziging eveneens te steunen. Natuurlijk lcwam-, na het optreden van prof. Oud, ook prof. Romme (k.v.p.) nog op de katheder, die het door de heer Oud toegespeelde halletje aldus terugkaatste, dat hij bij het op treden van de heer Oud had gedacht aan een overbuurman, die een ruzie hoort en dan zijn raam openschuift om mee te gaan doen. Waarop de heer Oud- terecht interrumpeerde: Er is dus in ieder geval ruzie! De heer Romme bleef overigens bij zijn standpunt, dat hier een taak was voor het „publiekrechtelijk georgani seerde maatschappelijk leven", en hij achtte het voor de minister een waar schuwing, dat juist de heer Oud, ,,die nu ZOALS men weet, was het oorspron kelijke voorstel van het ontwerp, dat deze algemene regelen bij alge mene maatregel van bestuur zouden worden vastgesteld, dus door de (cen trale) overheid. De. heer Droesen had deze bevoegdheid echter opgedragen wil len zien aan de Centrale Grondkamer, over welk voorstel de minister (niet on begrijpelijk o.i.) zijn „onaanvaardbaar' had uitgesproken. Het nieuwe voorstel van de minister was nu, om die vaststelling bij A.Mv, wel te handhaven, maar te bepalen, dat alvorens de minister aan de Koningm een voordracht tot zulk een A.M. zou doen. de daartoe aan te wijzen P.B.O -organen en andere organisaties (bijv. die van grondeigenaren en grond gebruikers) in de gelegenheid zouden worden gesteld hun mening daarov kenbaar te maken. Het was inderdaad enige tegemoet koming, maar het was eveneens begrij'- nelijk, dat de heer Droesen, in zijn ge- dachtengang, toch nog niet was tevreden gesteld. En zo kwam nu de heer Droe sen met een nieuw amendement. K.V.P.-afgevaardigde moest ten slotte wel toegeven, dat men de Centrale Grondkamer moeilijk een „orgaan van het bedrijfsleven" kon noemen. Daarom stelde hij nu voor, dat die algemene re gelen zouden worden vastgesteld door een bii de wet aan te wijzen geheel nieuw lichaam, als bedoeld in artikel 152 van de Grondwet: d.w.z. een met ver ordenende bevoegdheid bekleed lichaam, dat men bijvoorbeeld „Raad voor Grond en Pachtzaken" zou kunnen noemen. 'VEGEN dit voorstel nu en. tegen deze gehele gang van zaken, kwam prof. Oud fv.v.d.) zijn pijlen richten. BH stelde onder grote belangstelling Kamer vast. dat het ■mei leek of de heer Romme dr ..oppositieleider" was en hij. maar hij moest toch verklaren het dezen neheel, wt de minister eens t.e zijn. Grote hilariteit, verwekte de op, m.erking van de heer Oud, dat de heer Eng eiber tink k.v.p,) de dan tevoren in and,er verband, wel had verklaard, dat, wanneer het om. familiebetrek kingen ging. anderen zich daar niet wee moesten bemoeien, maar dat de poli- eke familieverhoudingen (tussen de K.V.P. en de P.v.d.A.) in dit geval blijk baar toch niet zo wreedzaam waren. ieder geval wilde prof. Oud zich hier niet bu'ten houden en. zoals wii gisteren reeds verwacht hadden, bleek de liberale woordvoerder van mening, dat wanneer en zolang men op dit ge bied een prijsbeheersing nog noodzake lijk vond. de algemene lijnen daarvoor dan ook door de overheid moesten wor den vastgesteld en dat men ook de P.B.O. er geen dipnst mede bewees, haar daar dirpet of indirect bii te betrekken. Bovendien had de heer Droesen in zijn amendement wel moeten onnemen. dat. zolang het door hem bedoelde, bh' de wet in te stellen geheel nieuwe lichaam no°- niet bestond, die algemene regelen tóch bij A.M.v B. zouden werden vastgesteld. De heer Oud noemde dit een wonderlijke wijze van wetgeven en het maken van „een beleefde buiging voor een nieuw openbaar lichaam", „Wat hier wordt voorgesteld door de heer Droesen is een paskwil", aldus de eenmaal niet overvloeit van sympathie voor de P.B.O.", zich aan zijn zijde had geschaard. Minister Mansholt liet zich door al deze redeneringen echter niet van de wijs brengen en besloot met de Ka mer het gewijzigde amendement- Droesen „zeer ernstig te ontraden"; waarna het werd verworpen met 51 tegen 36 stemmen. Voor stemden alleen de K.V.P. en de A.R.; tegen alle anderen, van de P.v.d.A. tot de groep van de heer Weiter. DE resterende uren van de midda; gingen heen met hoogst verwarde discussies over amendementen, sub amendementen en ministeriële wijzigin gen, waarbij het soms veel weg had van een Babylonische spraakverwarring waarbij minister, voorzitter en leden, beurtelings in de knoop dreigden raken. Grote verrassingen deden zich daarbij echter niet meer voor, tenzij men als zodanig beschouwt de verwerping van een bepaald onderdeel van een ar tikel met algemene stemmen, bij zitten en onstaan. De voorstanders werden uitgenodigd op te staan, maarieder een bleef zitten. Een ander merkwaar dig geval was, dat een amendement van ir Vondeling reeds door de minister was overgenomen, maar dat was een vergis sing, want er bleek tegenstand te be staan en toen het in stemming kwam, kreeg het alleen de stemmen van de P.v.d.A. en werd het met 50 tegen 30 stemmen verworpen. Uit deze 30 stem men kan tevens worden geconcludeerd, dat dus alle leden van de P.v.d.A.-fractie aanwezig waren. Ook gistermiddag is men echter nogj niet klaar gekomen en zo zal het amen dementen-spel vanmiddag worden voort gezet. De belangrijkste principiële be slissing zal daarbij ongetwijfeld het laatste aan de orde komende amende ment zijn, namelijk dat van de heer Droesen (k.v.p.), dat, door het stellen van een termijn van vijf jaar, aan de werkingsduur van de wet een tijdelijk karakter wil verlenen. Minister Mansholt heeft zich daar tot nu toe zeer krachtig tegen verzet en heeft reeds terloops getracht door de concessie, om het voorkeursrecht van de pachter toch weer in het ontwerp op te nemen, de voorstellers te bewegen, hunnerzijds de concessie te doen dit amendement in te trekken. (Ingez. med.-advertentie) Dr Muntendam over Volksgezondheid MINISTER SUURHOFF wil knoop van Ziekenfondswet doorhakken Directeur-generaal voor industrialisatie en energievoorziening Het ministerie van Economische Zaken deelt mede, dat binnenkort de benoeming kan worden verwacht van dr E. L. Kramer tot directeur-gene raal voor de Industrialisatie en de Energievoorziening. Dit nieuw in te stellen directoraat-generaal zal wor den belast met de taken, welke op het ogenblik worden verricht door het directoraat-generaal voor de Industri alisatie en het directoraat-generaal voor de Energievoorziening. directeur-generaal voor de prijzen en ln Juli 1950 die tot directeur-generaal voor de energievoorziening. Dr Kramer heeft voorts zitting in de raad van presidenten als voorzitter van de Nederlandse delegatie In de Benelux- commissles voor industrie en handel en openbare aanbestedingen. In 1940 promoveerde hij tot doctor ln de economische wetenschappen op het proefschrift „De graanwet van 1835" Dr E. L. Kramer werd op 14 Augus tus 1902 te Rotterdam geboren. In 1924 legde hij het doctoraat examen in de economische wetenschappen af aan de Economische Hogeschool te Rotterdam. In 1935 trad hij in dienst bij het mini sterie van Economische Zaken, waar hij in 1940 werd benoemd tot chef van de afdeling Nijverheid van het directoraat- generaal voor handel en nijverheid. Van 19451947 bekleedde hij de functie vai directeur voor herstel en voorziening In 1949 volgde de benoeming tot wnd. 106.9 Millioen in Rampenfonds In het Nationaal Rampenfonds is tot gistermiddag 106.9 millioen gulden ge stort. Sinds Dinsdag is er weer een ton bij gekomen. (Van onze Haagse redacteur) 's-G r a v e n h a g e, 23 April heer Van Lieshout (k.v.p.) Dins dag bij de behandeling van de be groting van Sociale Zaken en Volks gezondheid ln de Eerste Kamer had gesproken, is gisteren niets overgeble ven. Had deze afgevaardigde het advies van de S.E.R. inzake de kinderbijslag onaanvaardbaar genoemd, na het antwoord van minister Suurhoff ver klaarde hij, dat hij de voorstellen van de regering zal afwachten. Dat bad de heer Van Lieshout ook de dag tevoren kunnen zeggen, maar misschien gevoel de hij er behoefte aan eens flink van de toren te blazen, nu de gemeente raadsverkiezingen voor de deur staan. Met deze enkele notitie van de replieken, die n.b. enige uren in beslag namen, willen we volstaan. Ook over de afdeling Volksgezondheid kunnen kort zijn. Minister Suurhoff ver klaarde o.m. bij deze afdeling van zijn begroting, dat de meningen over de totstandkoming van de ziekenfondswet hopeloos verdeeld zijn. Slechts op één punt Is men het eens, nl. hoe het niet moet! De bewindsman vreest, dat er misschien knopen door hem door gehakt zullen moeten worden. Hij zegde in elk geval toe te zullen bevorderen, dat binnen niet al te lange «tijd een ontwerp-ziekenfondswet bij de Staten- Generaal zal worden ingediend. Staatssecretaris dr Muntendam heeft waarschuwende woorden laten horen tegen het toenemende gebruik van narcotica en in dit verband noemde hij rally's ongezonde uitwassen van sport beoefening, omdat de deelnemers al leen in staat zijn deze te rijden als zij gebruik maken van allerlej, opwekken- middelenMaar na afloop, aldus dr Muntendamrollen de deelnemers bijna bewusteloos uit hun wagen! Het toenemende tabaksgebruik slaat de staatssecretaris ook met enige zorg gade. Dr Muntendam ging echter niet zo ver om van misbruik te spreken. Wel verklaarde hij, dat t.a.v. het roken in het gezin een opvoedende taak ligt, niet alleen voor de vader, maar ook voo£ de moeder. Over de tandtechnici sprak de staats secretaris duidelijke taal: het is niet de bedoeling van de regering om een grotere groep, van tandtecflmioi dan de zgn. gedupeerden tot de voorgenomen wettelijke regeling toe te laten. Dr Muntendam zeide overigens er niets voor te voelen uit deze groep de drie tandtechnici van 1925 te lichten en daarvoor een afzonderlijke regeling te treffen. Er komt één regeling; het wetsontwerp is reeds in voorbereiding. Een commissie heeft ook een ontwerp Krankzinnigenwet ter vervanging van de bestaande voorbereid. Maar hierover moet nog overïeg worden gepleegd. De begroting is tenslotte aange nomen. Amerikaanse onderscheidingen voor Korea-vrijwilligers De Amerikaanse ambassadeur in Ne derland de heer Selden Chapin heeft gisteren op de appèlplaats van de Engel- brecht van Nassaukazerne te Roosen daal onderscheidingen uitgereikt aan zeven Korea-vrrjwïlligers. die zich op het strijdtoneel bijzonder verdienstelijk Koningin zal Den Haac bezoeken Op Woensdag 29 April (Van onze Haagse redacteur) H. M. de Koningin zal Woensdag 29 April de tuin van het voormalige paleis Noordeinde, aan de Prinsessewal, voor het publiek openstellen. Na deze plechtigheid, welke een sober karakter zal dragen, zal H.M. een infor meel bezoek brengen aan het Institute of Social Studies dat, zoals bekend, in het paleis is gevestigd. Gedurende de middaguren zal H. M. zich op de hoogte stellen van de weste lijke stadsuitbreiding van 's-Gravenhage door een officieus bezoek aan de nieuwe wijken Moerwijk en Morgenstond. Tij dens het bezoek zal het bestuur van de Moerwijkgemeenschap in het noodwijk- centrum aan de Medlerstraat-Erasmus- weg aan H.M. een uiteenzetting geven omtrent doel en streven van de gemeen schap. Ir STAF ERE-VOORZITTER EUROPESE FEDERATIE VOOR PLANTENZIEKTEN Tijdens de bijeenkomst van de Raad van de Europese organisatie voor plan tenziekten, die de afgelopen dagen ln Parijs is gehouden, is de minister van oorlog ir c. Staf. die in zijn vroegere functie van directeur-generaal van de Landbouw krachtig heeft medegewerkt aan de totstandkoming van deze organi satie. tot ere-voorzitter benoemd. JASCHA HEIFETZ gaf onlangs een concert ie Bersheba in een fabriekshal, aar drieduizend mensen naar zijn beneficie-optreden luisterden; nog twee duizend personen trachtten buiten de muziek te volgen. De avond daarna is Heifetz na een recital te Jeruzalem aan gevallen; hij werd licht gewond aan zijn rechterarm, doch kon zijn concertreis voortzetten. KORPS 's HERTOGEN BOSCH KREEG ZILVEREN WA TERSNOODPENNING (Van onze correspondent) 's-H ertogenbosch, 23 April. HET Korps der Rijkspolitie in het ge west 's-Hertogenbosch heeft als blijk van erkentelijkheid voor de zware dienstvervulling in het Brabantse ramp gebied uit handen van de procureur- generaal tevens fungerend directeur van politie mr E. baron Speyart van Woerden de zilveren watersnood-pen ning ontvangen. Dit gebeurde gistermiddag in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch, bij welk ceremonieel ook aanwezig wa ren de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant prof, dr J. E. de Quay en de advocaten-generaal mr A. Recè- veur en mr S. van der Hoeven. De procureur-generaal overhandigde de zilveren penning aan de gewest-com mandant der Rijkspolitie kolonel Th. van de Vliervoet. De district-comman danten en enkele wachtmeesters waren eveneens aanwezig. Mr Speyart van Woerden heeft in zijn toespraak zijn dankbaarheid uitgespro ken voor de wijze, waarop de Rijkspoli tie in zijn ressort haar taak in het, rampgebied heeft vervuld. Hij schetste de bijzondere zware omstandigheden, waarop het politïe-apparaat onmiddel lijk moest worden ingesteld en prees het begrip van de politiemannen voor de uitzonderlijke situatie, waarin de bevol king door de watervloed kwam te 5 keren. Hij bracht dank aan de burgemeesters in het achterland, omdat zij een tijde lijke verzwakking van het politie-appa- raat ten gunste van de detachementen voor het rampgebied onmiddellijk aan vaardden en vergat in zijn dankwoord evenmin de reserve Rijkspolitie. De procureur-generaal oefende cri- tiek op het rapport, dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in de eer ste dagen van de watersnood over de politie uitbracht. Volgens dit rapport zou de organisatie niet deugen, aldus de procureur-generaal, en zou deze grondig moeten worden veranderd. Mr Speyart van Woerden hoopte, dat de bestrijders van de organisatie der poli- Ingez. med.-advertentie) Jaarvergadering Schuttevaer (Van onze correspondent) Terneuzen, 23 April Onder leiding van de algemeen voor zitter, mr J. C. W. van Dam, begon Woensdag te Terneuzen de 104e alge mene jaarvergadering van de Kon. Schippersvereniging Schuttevaer, die o.a. werd bijgewoond door de minister van Verkeer en Waterstaat, mr Algera. De minister sprak een üorte rede uit, waarin hij er o.m. op wees, dat het door de ramp zwaar getroffen Zeeland in het houden van het Schuttevaer-congres in Tei'neuzen een zekere genoegdoening moet zien, omdat daarmede de gedachte tot uiting komt, dat het normale leven ook in deze provincie weer moet terug keren. De aftredende hoofdbestuursleden mr C. W. van Dam, J. Joontjes en J. Speksnijder werden herkozen. REGERING STELT DE TWEEDE KAMER VOOR: Vermindering van belastingopbrengst door deze maatregel geschat op f 10 millioen B", de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend, dat opheffing van de weeldebelasting van dertig procent beoogt. Blijkens de memorie van toelichting moet dit ontwerp worden gezien in bet kader van bet geheel van de in de regeringsnota aangekondigde belastingmaatregelen, die nood zakelijk worden geacht met het oog op de verruiming der werkgelegenheid. Indien het ontwerp wordt aanvaard zullen de goederen, waarvoor op het ogenblik bij levering door de fabrikant en bij invoer 30 procent omzet- aelasting is verschuldigd, weer worden onderworpen aan een heffing van 15 procent. J_JET ligt in het voornemen om wan neer daartoe voldoende aanleiding bestaat, aan de handelaren in die goederen over de op het tijdstip van in werking treding der belastingverlaging- bij hen aanwezige voorraden een terug gaaf te verlenen op dezelfde voet als destijds bij wijziging van de weeldebelas ting per 1 Juli 1952 is geschied. De ver mindering der belastingopbrengst uit hoofde van deze maatregel wordt ge schat op tien millioen gulden. De verhoging van het oorspronkelijke tarief van de weeldebelasting van vijftien ten honderd op dertig ten honderd, wel ke bij aanneming van dit ontwerp var wet komt te vervallen, is in de omzet belastingwetgeving gebracht bij de wet van 16 Augustus 1951, welke op 1 Sep tember van dat jaar in werking trad. Bij de parlementaire behandeling van ge noemde wet is tot uitdrukking gebracht, dat met de verhoging van de weelde belasting een tweetal doeleinden werd nagestreefd, n.l. consumptiebeperking ter verbetering van de betalingsbalans en verkrijging van een bijdrage voor de dekking van de bijzondere uitgaven voor de defensie. De regering heeft daarbij onmiddellijk erkend, dat die maatregel minder gewenste repercussies zou kun nen hebben in die sectoren van het be drijfsleven, die de betrokken goederen vervaardigen of daarin handelen, en daaraan de toezegging verbonden, dat zij niet zou aarzelen geheel of ten dele op de maatregel terug te komen, indien die repercussies van ernstige aard zou den zijn. Verschillende ondernemers, die de aan het dertig-procentstarief onderworpen goederen vervaardigen, hebben in zeei ernstige mate de weerslag van de hef fing ondervonden. Aangezien inmiddels een verbetering van de betalingsbalans is ingetreden, terwijl het budgetaire aspect thans niet meer hetzelfde belang heeft, als bij het tie een beter inzicht zouden hebben ge kregen, nu bewezen is wat de organisa tie onder uitzonderlijke omstandigheden als de watersnood vermag. „Er zal zich wel niet in eens een mas sabekering voordoen", aldus ongeveer de procureur-generaal, „doch ik waag het te hopen dat er bij de bestrijders een aarzeling zal ontstaan als de vraag aan de orde komt of het verantwoord is datgene wat in moeilijke omstandig heden en in een groot gebied op deug delijke wijze werd verkregen, opzij te zetten." De Commissaris van de Koningin dankte eveneens de mannen van de Rijkspolitie en wel in het bijzonder voor het belangrijke aandeel, dat de politie in het tot stand brengen van de nood zakelijke samenwerking tussen de ver schillende instanties had. Prof. De Quay dankte de politie eveneens voor de wijze, waarop zij haar taak ten gunste van de getroffen bevolking heeft ver richt. Kamers van Koophandel vragen afschaffing visum voor Duitsers De samenwerkende Kamers van Koop handel in Limburg hebben, met onder steuning van de overige Kamers in .Ne derland in een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken verzocht de nodige faciliteiten aan Duitsers te verlenen voor het maken van reizen naar Nederland. Aangedrongen werd op volledige af schaffing van het visum, of wanneer zulks nog niet mogelijk zou zijn, dit visum aan de daarvoor in aanmerking komende Duitsers, die ons land bezoe ken. gratis en zonder verdere formalitei ten te verstrekken. tot stand brengen van het dertig- procentstarief het geval was, is het, alles bijeengenomen, gewenst in het kader van het belastingplan thans zo spoedig mogelijk tot opheffing van dat hoge tarief over te gaan en niet te wachten tot dat tarief komt te vervallen door het verstrijken van de termjjn, waar-voor die belasting geldt, n.l. tot 1 September 1955. ST JORISDAG begon vanochtend 7 uur voor de Amsterdamse padvinders met een (traditionele) bijeenkomst op de Dam. Het ogenblik, waarop de vlag wordt gehesen. 64e Lijst slachtoffers watersnood Het informatiebureau van het Rode Kruis heeft de 64e lijst van geborgen en geïdentificeerde slachtoffers van de watersnood uitgegeven. N1EUYVERKERK Marlnus van Dijke, geb. 3.7.1930, laatste adres: Achterstraat 70: Adriana M. Hoogerland, geb. 11.9.1926. laatste adres: Stationsstraat 372: Cornelis Hoo gerland. geb. 5.5-1887, laatste adres: Stationsstraat 372; Jacob Kleemans, geb. 7.2.1891, laatste adres: Molenstraat 137; Wïlhelmina Johanna Meijering Kleemans. geb. 18.11.20. laatste adres: Stoofweg 149a; Machiel Mol, geb. 9.11.1913. laatste adres. Lageweg 412; Neeitje NikerkSies. geb. 12.6.1888. laatste adres: Stoofweg- 154: Jakoba Peute, geb. 11.3-1933,laatste adres: Ooststraat 185; Jacobus Peute, geb. 30.12.1934, laatste adres: Ooststraat 185; Jacobus J. Peute, geb. 27.9,1905, laatste adres: Ooststraat 185: Pieter- nella Peute, geb. 23.11.1936; laatste adres: Ooststraat 185. OUDE TONGE Sara Johanna Maria de Boet. geb. 23.8.1926. laatste adres: Julianastraat 46; Adrianus Koert, geb- 13.11.1910, laatste adres: Stationsweg 73; Adriana M. M. Njjsse, .geb. 18.1.1947, laatste adres: Molenweg 3. Vijf jaar voor Ambonees wegens doden van kampgenoot (Van onze correspondent) Leeuwarden, 23 April Wegens doodslag op zijn 18-jarige kampgenoot is een 37-jarige Ambonees uit het woonoord Geesbrug vanochtend door het Leeuwarder gerechtshof ver oordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf met aftrek. De eis was zes jaar. De man heeft in Juni van het vorige jaar zijn kampgenoot met zes revolver schoten van het leven beroofd.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1