MUZIEKLEVEN TE AMSTERDAM FLATGEBOUWEN VERRIJZEN IN MOSKOU S CENTRUM Prof. ir THIJSSE over afsluiting van grootste aller stroomgaten Leger roert zich weer in Indonesië REISABONNEMENTEN ALGEMEEN HANDELSBLAD ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN MAANDAG 13 APRIL 1953 3 Maar op het land is de huisvesting armoedig HOUTEN HUIZEN EVEN BUITEN MOSKOUfoto van mevr. Helen Biddle, een van de tien Amerikaanse journalisten die een week in Rusland doorbrachten. kan hij het niet stellen zonder kame raad Stailin te citeren. In de onder grondse wordt de vreemdeling uit gelegd, dat zjj is gebouwd, omdat kameraad Stalin had gezegd dat de arbeiders de beschikking moesten hebben over een comfortabel middel van vervoer. Het noemen van Stalins naam is nog overall een deel van het ritueel. Hoe lang het zal duren voor kameraad Malenkov" ook op dit terrein kameraad Stalin" heeft ver vangen, is een belangwekkende vraag. De Russen houden van schoon heid. Ondanks het harde werk en de nadruk, die wordt gelegd op de nood zaak van eenvoud in kleding en huis vesting, staan ballet en theater op bijzonder hoog peil. Wij zagen echter „the Red Poppy", een ballet, dat, hoewel goed uitgevoerd,, een nasmaak van propaganda naliet. Het werd geschreven omstreeks 1925 tegen beweerd Brits imperialisme in China. Tien jaar geleden werd het echter herschreven en de Amerikanen namen toen de kwade rol van de Britten over: Maar het klassieke bal let „Lac des Cygnes" werd bijzonder mooi uitgevoerd. Ik kan mijn indrukken van de Sowjet- Unie het bést als volgt samenvatten: de grote massa heeft een gevoel van urgentie, het gevoel, dat grote taken moeten worden aangepakt om ook de goede dingen van liet leven te ver overen. Het houdt er waarschijnlijk evenmin van lang hard te werken als enig ander volk in de wereld. Maar het heeft een discipline en tegelijkertijd een patriottisch vuur, dat niet nalaat indruk te maken op de bezoekers. (Auteursrecht Algemeen Handelsblad) (Nadruk verboden) DE GORKISTRAAT TE MOSKOU; foto van mevrHelen Biddle. (Van een speciale correspondent) T^|E algemene indruk van Moskou is, dat de regering de laatste jaren een belangrijke verbetering van liet stadsbeeld tot stand heeft gebracht. Er zijn grote pleinen, zeer brede straten en vele nieuwe gebouwen. Zoals vroeger in de stad de torens van het Kreml domi neerden, zo overheersen nu de hoge wolkenkrabbers. De grote ge bouwen met vele verdiepingen zijn het resultaat van een grandioos bouwprogramma, dat het gezicht van de hoofdstad zal veranderen. Overal ziet men huizen in aanbouw, maar hoewel in het centrum voornamelijk moderne flatgebouwen staan, kan men daar vlakbij nog oude huizen zien uit de 18e eeuw, die een wel bijzonder verwaar loosde indruk maken. En hoe verder men van het centrum weggaat, hoe armoediger de huizen worden. In de dorpen om Moskou is de huisvesting over het algemeen zeer slecht. Men mag trouwens niet vergeten, dat er in geheel Moskou maar zeer weinig huizen zijn, die door één gezin worden bewoond. telde ons met een ondertoon van heim wee naar vroeger tijden, dat hij niet zo zeker was. Hij beschreef zijn overtui ging als ongeveer „half 0111 half" en vertelde daarop, hoe godsdienstig zijn vader wel was geweest, die zelfs zijn eigen doodkist had gemaakt. Wanneer het regiem nog eens mocht veranderen zal hij waarschijnlijk als een van de eer ste naar de kerk terugkeren. De tijd zal de godsdienst in de Sow- jet-Unie echter wel steunen. Evenals in Amerika zijn de gezinnen in de dorpen en op het platteland veel groter dan die in de steden. Wanneer de boerderijen beter gemechaniseerd worden, zullen steeds meer arbeidskrachten vrijkomen voor de industrie en de regelingsdien sten. Heden ten dage zijn de kinderen van een boer verplicht naar school te gaan en er is niets tegen, dat een boerenzoon de militaire academie af loopt en later generaal wordt. Religieu ze boeren infiltreren dus op vreedzame wijze in de steden, zodat de godsdienst door het gewicht van het getal wellicht toch langzamerhand weer steeds be langrijker zal worden. Het belijden van een godsdienst is vrij, evenals trou wens atheïstische propaganda. De reli gie, die enkele moeilijke decaden heeft overleefd, is sterker dan men in het Westen zou denken. Propaganda bij alles, ook in het ballet 1 TIJ waren inderdaad verbaasd over vv de mate van efficiency, die wij kon den constateren in "de collectieve boerderij, die wij mochten bezoeken. De Molotow-boerderij is echter waarschijn lijk een van de besten van het land. Men laat bezoekers ook elders ter wereld nu eenmaal altijd graag het beste zien. Alle schuren en stallen waren modern en smetteloos schoon. De koeien worden electrisch gemolken en de melk wordt machinaal gekoeld en verpakt. De pro ductie is inderdaad hoog, maar wanneer men de dorpen ziet, waar de boeren van de collectieve boerderij wonen krijgt men tooh de indruk, dat de huisvesting van de dieren in geen verhouding staat tot die van de mensen. Ook hier werden wij er echter op gewezen, dat er verbetering in de woningtoestand zon komen, wan neer de productie van de boerderij om hoog zou gaan. De Russen zijn bijzonder trots op alles wat zij presteren en hebben tegelijkertijd een soort minderwaardigheidscomplex ten aanzien van dingen, die niet in de Sowjet- Unie zijn gemaakt. In elke fa briek werd ons verteld, dat alle machines Russisch waren, hoewel wij verscheidene malen namen van Duitse en Amerikaan se fabrieken op de machinerieën consta teerden. In de drukkerij van de Prawda zagen wij zelfs machines, waarop de naam onleesbaar was gemaakt. Waarom Sowjetburgers zich er voor schamen, dat zij door middel van inter nationale handel aan goederen en machi nerieën komen is ons niet duidelijk. De enige verklaring is, dat de algemene pro pagandacampagne tegen alles wat bui tenlands is en waarin alles uit het bui tenland ongunstig wordt vergeleken met het Russische equivalent, de menser schichtig heeft gemaakt. pj/7/ konden constateren, dat dui zenden trachtten een plaats tc bemachtigen in de Driekoningenkerk om de Paasdienst mee te maken, Honderden stondeti buiten en zongen mee met de wisselende gezangen, die door een luidspreker konden worden gehoord. Maar er zijn op het ogenblik nog slechts ongeveer 35 Orthodoxe kerken in de stad tegen honderden voor de revolutie. En aangezien Moskou een bevolking heeft van tus sen de 5 en 6 mïllioen, krijgt slechts een klein percentage de kans de godsdienstoefeningen bij te wonen. lh de dorpen is het natuurlijk anders. Daar heeft de kerk veel minder ter rein verloren dan in „de hoofdstad van het communisme." Wij vroegen een groot aantal Russen naar hun religieuze overtuiging. Onze gidsen waren strikte aanhangers de partij-doctrine, dat godsdienst opium voor de massa is. Een man echter ver- (Ingez, med.-advertentie biedt U met zijn vermaard Hongaars Zigeuner orkest, in de genoege- lijke sfeer van onze intieme, nieuw ingerichte bar, een bijzonder prettige avond, met een dansje ter afwisseling. bar AMSTERDAM Weer van builenai-toegankelijkl /"WERAL wordt de nadruk gelegd op de partij. Als een gids de prachtige nieuwe Universiteit toont, Brawidjaja-divisie stelde ultimatum (Van onze correspondent) Djakarta, 13 April DE aandacht van het publiek wordt op het ogenblik sterk in beslag ge nomen door de legerkwestie, zowel in verband met de ongevraagde over plaatsing van de secretaris-generaal van het ministerie van Defensie, mr Aii Budiardjo, als door het zogenaamde ultimatum van de Brawidjajadivisie. Pedoman publiceert een politieke prent met het onderschrift: Is nu Simatupang aan de beurt? Indonesia Raya stelt dezelfde vraag in een hoofdartikel. Beide bladen reageren ook op de stap van de Brawidjajadivisie. Zij spreken daarover hun afkeuring uit. Naar verluidt zou de commandant van de Brawidjajadivisie hebben gedreigd, dat hij zijn functie zou neerleggen, wanneer op 15 April geen definitieve stappen zijn genomen tot een integrale oplossing van de 17 October- De fractieleider van de Masjoemi ver klaarde in een interview, dat het stellen van ultimata een slechte gewoonte begint te worden. Het is overigens niet» goed duidelijk wat de legergroep in Sooerabaia nog wenst nu het hoofd parket is ingeschakeld om de strafbaar heid van de officieren, die bij de 17 October-affaire waren betrokken, te onderzoeken. Het is niet onwaarschijn lijk. dat hun bezwaren zich voorname lijk laten gelden tegen het aanblijven van Simatupang, die overigens minder gemakkelijk kan worden overgeplaatst dan Budiardjo. Intussen verwacht men in Djakarta niet, dat de kwestie een belangrijke politieke weerslag zal heb ben of dat zij de positie van het kabinet nog verder zal verzwakken. EX-KONING FAROEK BEDREIGD? In het afgelopen weekeinde is het Hotel Majestic te Cannes on onopval lende wijze onder politiebewaking ge steld na ontvangst van een brief, waar in werd gedreigd het gebouw op te bla zen wanneer daar nog langer logies ver leend zou worden aan ex-koning Faroek. De brief was gericht tot de directie van het hotel. Het feit dat de politie de zaak onder zoekt en dat een bewaking nodig werd geoordeeld, leidt tot de veronderstelling dat de politie de kwestie niet als zo maar een grap beschouwt. Men zou hier te doen hebben met de waarschuwing van een fanatieke Egyptenaar. Faroek zelf vond het overigens niet nodig zijn gebruikelijk program te wij zigen. Strijd om het behoud van Schouwen-Duiveland Na de operaties wanhoopen waanzinnu de operatie levensstrijd (Van een onzer verslaggevers) pPROF. ir J. TH. Thijsse, directeur van het Waterloopkundig laboratorium te Delft, gaf ons vanochtend een omstandige toelichting op de plannen voor de afsluiting van het grootste van alle stroomgaten in het gehele nood- gebied: het gat van de Schelphoek; en ook van wat er in de afgelopen maan den bij Zierikzee is gebeurd. Om te beginnen wees prof. Thijsse er op, dat alle stroomgaten op het eiland invloed op elkander oefenen, zodat ze niet onafhankelijk van elkander kun nen worden behandeld. Elk gat is op zichzelf een zorgenkind. „Wij hebben een heel zorgenweeshuis op het ogenblik", aldus spreker. „Gelukkig is de Schomosedijk gisteren, toen het water twee meter boven normaal steeg niet bezweken; anders hadden wij een waterval gekregen, die de zaak nog veel en veel erger had gemaakt. Wij hebben nog geluk gehad, dat er in Februari en Maart uitzonderlijk weinig wind is geweest. Toch wil wind niet alles zeggen. Gisteren stond er geen wnd en toch teas er een vreemde slin gering in de Noordzee tengevolge van het springtij en de nabijheid van de rxaan." Men heeft wel eens gevraagd waarom het niet mogelijk was, net grote Gat van Schelphoek kleiner te maken. Het ant woord gaf prof. Thijsse zeer beslist: „Dat mocht niet. dat kon absoluut niet, want wanneer wij het aGt van Schelphoek zou den vei-kleinen, zouden de andere gaten met name dat bij Zierikzee gevaar lijk uitschuren door het uitwegzoekende water". Voordat men een vijand met suc ces wil bestrijden, moet men hem eerst lerenk ennen. Vele weken zijn heenge gaan met het doen van waarnemingen om en nabij het Schelphoekgat. Aller eerst was nodig, de gaten van Burgsluis en Zierikzee te dichten. Dat van Burg- sluis kon vrij gemakkelijk geschieden en daar zal nu wel niets meer kunnen ge beuren. In Zierikzee stonden de zaken ,er geheel anders voor. Aan de hand van kaarten en een krijttekening op een zwart bord zette prof. Thijsse uiteen hoe de situatie daar is, De oorspronkelijke opzet was, de westelijke havendam van Zierikzee met zandzakken en klei te dachten, maar men besefte niet hoe dun daar de kleilaag op de bodem was en telkens weer deden zich teleurstellingen voor; het gat werd steeds wijder en die per, zelfs 19 meter diep. Op een krans van zinkstokken werden schepen neerge zet, maar de schepen gleden weg in het fijne zand van Schouwen. Wat op Wal cheren mogelijk was, bleek onmogelijk hier. Schouwne is geen Walcheren, het stelt waterbouwkundigen voortdurend voor onvoorziene problemen. In de ochtend van 7 Maart bleek dit schepenplan definitief onuitvoerbaar en men was dolblij, dat er geen mensen levens bij het experiment te betreuren waren. Het ene schip na het andere, vol ballast, verongelukte en men sprak al van een „operatie wanhoop" (nog later kwam de term „operatie waonzin" aan bod. Het was een ontzaglijke nederlaag, aldus prof. Thijsse. Toch heeft dit aan de grond ritten van schepen voor het gat enig voordeel opgeleverd, want door de wrakken wordt de stoomkracht ge broken en men heeft thans dit voordeel, dat schepen in alle stadia en op alle getijden de- haven van Zierikzee kunnen in- en uitvai'en; overigens een zeer schrale troost. Ook wordt de nieuwe manoeuvre de „operatie levensstrijd" daardoor wat vergemakkelijkt. Men brengt thans zinkstukken aan voor de zijdijk en dit werk gaat gelukkig vlot. Is men daarmee klaar, dan zullen de caissons van 10 meter hoogte naast elkander worden gelegd en wanneer dit lukt, kan men 100 meter of meer per dag opschieten. DE operatie bij Zierikzee kan men als een „proefbedrijf" beschouwen voor de operatie, die bij Schelphoek zal worden uitgevoerd. Het diepste punt van dit grootste gat in ongeveer 35 meter moet dit niet als een échec, doch als een teleurstelling beschouwen. Wellicht valt het gat over een of twee weken dicht. Voorts vernamen wij, dat het interim rapport van de zgn. Delta-commissie (ter bestudering van de afdammings vraagstukken van onze archipel) binnen een maand te verwachten is. Voorts werd meegedeeld, dat op het ogenblik in Engeland drie reusachtige portland- caissons voor Nederland worden ge bouwd van 60 x 18 x 18 m. Een Phoenix- caisson is voor het grote gat ten Z.O. van Kruiningen bestemd. (Ongecorrigeerd.) diep en het is ten enenmale onmogelijk, dit gewoon te vullen. Voor de kust ligt een zacht drempel van 6 m N.A.P., waarin zich een geul bevindt. Men kan dus ook niet een dijk buitenom opwer pen; de volle zee beukt er tegen aan. Er bleef één mogelijkheid open: een ring dijk aan de binnenkant aan te leggen. De Walcherse methode van een korte binnenkant kon niet worden toegepast, maar w e 1 ziet men er heil in, een wij dere ringdijk te bouwen. Hoe deze ring dijk precies zal komen te liggen, staat nog niet voor 100 vast, maar in de loop van deze week zal de definitieve beslissing wel vallen, aldus prof. Thijsse. De boeren van Serooskerke, dat vlak achter de dijk zal komen, vragen voort durend: „Komt mijn huis vóór of achter de dijk", maar prof. Thijsse is van mening, dat. deze vraag geen zin heeft. Wanneer de dijk klaar komt zal er van heel Serooskerke waarschijnljk geen huis meer overeind staan. Het dichten van het gat van de Schelphoek is niet zozeer een moeilijk werk, aldus spreker, maar het vergt een organisatie die hier in Nederland nog nooit is vertoond; het is een bijzonder grote onderneming. In de loop van deze zomer zal er daar zeer veel te doen zijn. Zinkstukken worden in de stuitgaten gezet gaten van elk iets minder dan anderhalve kilometer) oanneer het zinkwerk van die aard is, dat het de sterke stroom kan weer staan, dan kan men zeggen: „de slag is gewonnen". Hoe dan die °"aten uiteindelijk zullen worden gevuld. Is nog niet zeker. Vier methoden kunnen worden toegepast: het opzinken, zoals bij het gat van Burgh- sluis is gebeurd, het opstorten van steen, het volzetten met betonnen blok ken of het dichten met betonnen cais sons. gelijk men nu bij Zierikzee gaat proberen, Burghsluis en Zierikzee zijn de twee „leerscholen" voor de practijk, die in de 'Schelphoek zal worden ver wezenlijkt. Misschien zullen de twee methoden worden gecombineerd, wanneer dit alles gereed zal komen, prof. Thijsse kon er slechts één ant woord op geven: zo- gauw mogelijk. Ir Maris zei tenslotte: „Het ls een reëele gedachte om aan te nemen, dat wij vóór de komende winter alle gaten dicht hebben. Maar er is een belangrijk onderscheid tussen dicht komen er droog vallen". Na afloop van de persconferentie wer den nog enige vragen gesteld over het herstelwerk op andere punten van het rampgebied. De poging om het gat by Bath dicht te spuiten is Zaterdag helaas niet gelukt, deelde ir Maris mee. Men Mysteriespel of Oratorium Jeanne d'Arc au Bücher R.K. Hoofdstadkoor onder Theo van der Bijl HET dramatisch oratorium Jeanne d'Aro au Bücher, dat Arthur Ho- negger in 1935 heeft geschreven op teksten van Paul Claude!, bestaat oor spronkelijk uit elf taferelen. Niet alleen door het karakter van het onderwerp beschouwen velen dit werk als een hedendaags mysteriespel, ook de behan deling en de uitwerking van ce gegevens zijn daartoe aanleiding. In deze opvat ting wordt men versterkt door het feit, dat Claudel en Honegger in 1943 er een proloog aan hebben toegevoegd, die ge ïnspireerd is op bijbelwoorden uit Gene sis 1 en Psalm 130. Er komen realisti sche, zelfs burleske taferelen in het werk voor, afgewisseld door episodes van diepe mystieke vervoering, waar door men het gevoel krijgt, dat de auteurs er naar hebben gestreefd het tijdelijke en het eeuwige in elkaar te laten vervloeien. Het stuk speelt zowel op de aarde als in de hemel; het wil dus de goddelijke achtergrond der dingen aantonen. Zy het dan met een nadruk kelijkheid en met een ietwat teveel aan techniek en aan pose, die enige afbreuk doet aan de overigens subliem volgehou den mystieke strekking. Dit alles, ook het afwisselend gebruik van Latyn en volkstaal en het te berde brengen van volksliederen, doet denken aan het mid deleeuwse mysteriespel, dat overigens Debussy reeds in 1911 Le martyre de Saint-Sébastien door het hoofd speelde. Het bijzondere karakter van dit dra matische oratorium is echter niet zo vreemd als het misschien lijkt. In wezen vindt men er dezelfde principes in terug als die Bach heeft aanvaard. Alleen kleur en kwaliteit verschillen en dat ls dus nog a! wat. Maar toch heeft de uit voering, die het R.K. Hoofdstadkoor onder Theo van der Bijl Zaterdagavond er van heeft gegeven, geassisteerd door de Haarlemse Orkest Vereniging, het Nederlands Symphonic-Orkest, het jon genskoor van de parochie Chasséstraat en een keur van solisten, de goede eigen schappen van het werk veel recht doen wedervaren. De dirigent had zyn mede werkenden over het algemeen ter dege onder appèl en al waren er enkele on volkomenheden in uitspraak, rhythmi- sche kantigheid, klankevenwlcht en attaque merkbaar, deze wegen niet op tegen het zeer te waarderen eindresul taat. Alles kan beter, ongetwijfeld. De expressie in de „turbae" zou men feller willen horen, in een rap Frans vol vurig élan en vooral niet zo in de keel klok kend, maar vóór op de tong. Dit geldt voornamelijk voor de koren, Maar het betere is altijd de vijand van het goede waarom zou Van der Bijl dit werk niet op het repertoire houden? Straks gaat alles beter, na een jaar hard wer ken. De vocale solisten waren Corry Bijs ter (uitmuntend als La Vierge), Maria van Uden (een voldoening gevende Mar- guérite), Annie van Es (een bedeesde, maar warme Cathérine), Han Lefèvre (zeer karakteristieke kracht, voorname lijk als Poreus), Guus Hoekman (die zes rollen bijzonder sonoor en levendig uitbeeldde) en Jaap Stroomenbergh (die ook spreekpartijen duidelijk en karakte ristiek vertolkte). Ellen Vogel heeft de rol van Jeanne d'Arc helder en zeer be wogen van uitdrukking vervuld, bijge staan door Henk Schaer als Frère Domi nique. Willy Brill bleef als „une voix" en als „Mère aux Tonneaux" iets te veel op de achtergrond. Het Concertgebouw was tot de laatste plaats bezet. Unaniem gaf men de leven digste bewijzen van bijval. Theo van der Bijl kreeg een ovatie, nadat hem een fraai bloemstuk was overhandigd. De vrouwelijke solisten ontvingen eveneens bloemen en de concertmeester van de Haarlemse Orkest Vereniging werd door de dirigent in de huldiging betrokken. Kort verhaal over Orphée Kunst en Strijd in het Concertgebouw INDIEN de dirigent van de zangvereni ging Kunst en Strijd, die gisteren in het Concertgebouw een uitvoering- heeft gegeven van Orphée et Euridiee van Gluck, een andere (betere) parti tuur tot zijn beschikking had gehad, zou hem dit veel narigheid hebben bespaard. Want hij heeft de kardinale fout ge maakt, de partij van Orphée op te dragen aan de bariton Leo Ketelaars. Deze heeft zich van zijn zeer zware taak weliswaar verdienstelijk gekweten, maar Orphée is nu eenmaal öf een alt óf een tenor. Daarover bestaat geen verschil van mening. Het geval zit, ln het kort gezegd, als volgt in elkaar. In Wenen ging de pre mière van dit „dramma per musica" (1762) met de beroemde castraat Gua- dagni (een alt) in de rol van Orfeo. Dit is de Italiaanse, oorspronkelijke vorm. Twaalf jaar daarna veranderde Gluck zijn partituur voor de Parijse Opera (die geen castraten bezat) zodanig, dat Or feo door een tenor kon worden gezon gen. Dit betekende onder andere, dat de oorspronkelijke altparty voor tenor hoger kwam te liggen. Gluck transponeerde dus. Maar behalve dit werkje, bracht hij nog een groot aantal nieuwe recita tieven aan. Bovendien veranderde hij de instrumentatie zeer belangrijk, zodat er een zogenaamde „Parijse partituur" ont stond. En, alsof dit nog niet genoeg was, de componist schreef een nieuwe ballet muziek en een aantal nieuwe vocale episodes. Slordig als Gluck van nature was, gaf hij dit alles op losse vellen en eerst in 1859 kwam men er toe, toen Carvalho directeur van de Parijse Opera werd, Orphée opnieuw te monteren, Hec tor Berlioz werd belast met de revisie van de partituur. Deze maakte van de oorspronkelijke Italiaanse en de latere Parijse partituur vergeef de uitdruk king een soort omelette paysan: hij klutste de partij van Orphée voor alt (een vrouwenstem) met veel van Glucks verbeteringen wat de rest van de parti tuur betreft door elkaar. In 1868 publi ceerde Dörffel deze (Berlioz) partituur in Leipzig en vandaag de dag wordt deze lezing nog veel gebruikt. Verkeerd overigens. Want Satnt- Saëns had inmiddels in samenwerking met Julien Tiersot de hele aangelegen heid in orde gemaakt en uitgegeven bij Durand. Deze publicatie is volkomen betrouwbaar, geheel volgens de inzich ten van Gluck gereconstrueerd en dien tengevolge de enig juiste basis, waarop men een zogenoemde „Parijse versie" van Orphée et Euridiee moet geven. Er zit nog wel meer aan vast, maar dit is de hoofdzaak. Dirigent Hans Lichtensteln zat klaar blijkelijk gisteren met de partituur van Alfred Dörffel voor zich. En die altparty deugt te enenmale niet voor tenor: die is te laag. Daarom, wederom waar schijnlijk, deed hij de drieste stap om een bariton te engageren en het kwalijke van deze zienswijze hebben wij ervaren. Met alle respect voor Leo Ketelaars, de dirigent had de party van Orphée even goed door een trombone kunnen laten spelen. Dat Hans Lichtensteln wel wat lichtvaardig over dergelijke kwesties denkt, bleek ook uit de (veel te sobere) toelichting tot het werk in het program ma. Daarin staat, dat de première door een mannelijke sopraan werch ver vuld. Moet zijn: een mannelijke alt. Verder wordt er steevast gewaagd van von Gluck. De meester heette eenvou dig Gluck. Hij had van de Paus de orde van het Kruis van de Gouden Spoor ge kregen. Dezelfde onderscheiding heeft Mozart verworven, maar die noemde zich niet Ritter von Mozart. En terecht. Inmiddels was de uitvoering van deze Orphée lang niet slecht. Althans, wat de noten betreft. Hans Lichtenstein ls genoeg vakman om te zorgen, dat zyn koor de partijen kent. Ook voor het orkest is hij duidelijk, zodat er geen mis verstanden zyn geweest. Geen ernstige, althans. Maar het gaat ons toch moei lijk af te signaleren, dat deze uitvoering ln elk opzicht de diepe emotionele waar de van Glucks meesterwerk tot uitdruk king heeft gebracht. Het was een dege lijke uitvoering, betrouwbaar en solide. Doch zonder de branding van het ont roerende, dat altijd en te enenmale de waarde van een innig musiceren moet zyn. De andere solisten waren Patricia Brinton (Euridiee) en Cora van Does burg (Amor), die verdienstelijke eigen schappen bleken te hebben, maar de kern van de expressie toch niet ver mochten te geven. Zou het, al met al, aan Hans Lichtenstein liggen? P. T. Kleine Zaal COR DE GROOT TWEE soorten van bezetenheid dient men te onderscheiden in het spel van Oor de Groot. De ene is gericht op de techniek en wordt gedreven door motorische tendenzen. Met zulk een vir tuoos geaard meesterschap trachtte de pianist Zaterdagavond in de Kleine Zaal toegang te verwerven tot de bovenzin lijke wereld van een Beethoven en tot Mendelssohns romantische poëzie. Te vergeefs: de diepere bewogenheid is hem hier ontzegd. Zijn verbeten sforzato. zijn ragfijn cantilene, het rollend geweld in het passagespel bleven gelocaliseerd als min of meer starre formules. Aan on- stylvolle ontsporingen maakt Oor de Groot zich echter niet schuldig. Welis waar verlegt hij een enkele keer het accent, toont geen belangstelling voor reprisetekens en omzeilt bijvoorbeeld in Beethovens Sturmsonate het gewaagde doorklinken van het pedaal (reeïtativo, deel I), doch hiertegenover staat over de gehele linie een nauwkeurig volgen van de intenties. De solist blijft in Beet hoven en Mendelssohn boelen door zijn formidabele capaciteiten als pianist niet alleen, maar ook door de ijzeren wil waarmee hij de barrières probeert te doorbreken. Het enige dat uitblijft is de ontroering. Dit wordt anders, zodra de kunstenaar zich distancieert van een toonkunst die slechts tot zijn intellect spreekt. En dan ontmoeten we in zijn vertolkingen die andere bezetenheid; de motorische ten denzen smelten weg voor de bevrijdende gloed van rhythme en gepasslonneerd- heid. Opeens is zijn ongewone pianisti sche dispositie bijzaak geworden, de analyticus heeft plaats gemaakt voor de artist. In het aangezicht van de aardge- bonden grandezza van Albeniz, Mompou en De Falla is de metamorphose vol trokken. Deze door de zengende hitte van het Spaanse klimaat geharde sualiteit ligt Oor de Groot uitermate. De snijdende directheid van de melodie, het „droge", opzwepende geroffel van het rhythme kregen door zijn in toom gehouden vervoering een extra ener verend accent. Het schoorvoetend ap plaus van voor de pauze maakte aan het eind van zijn recital dan ook terecht plaats voor een ware ovatie. Met de toe giften „Granada" van Albeniz en een Spaanse dans van Granados bleef de solist heer en meester op een terrein dat hy beheerst als weinigen. Kleine Zaal Strijkorkest L'estro Armonico L'estro armonico ofte wel „het vuur der muziek" noemt Vivaldi een serie van zyn concert! en onder de geestelijke hoede van dit verheven motto heeft zich een gezelschap van veertien jonge mu sici geschaard, dat Zondagavond in de Kleine Zaal debuteerde. Het van enthou siasme laaiende vuur in het ensemble Conflict De Ommelanden Directeur De Boer is het niet eens met commissarissen De directeur yan de coöperatieve melkproductenfabriek De Ommelanden, de heer. F. de Boer, heeft in een brief aan de melkleveranciers medegedeeld, dat hij het niet meer eens is met de besluiten, welke de commissarissen van „De Ommelanden" ten aanzien van het lopende stakingsconflict hebben geno men. dat hij voor deze besluiten geen enkele medeverantwoordelijkheid kan aanvaarden. De heer De Boer schrijft, dat hij de belofte aan de melkleveranciers om een goede melkprijs te geven is nagkomen, maar hij voegt eraan toe, dat hy ten aanzien van de toekomst van „De Ommelanden" en de economische moge lijkheden hievan pessimistisch geste,md is. Vier Finse oud-ministers beschuldigd De constitutionele commissie van het Finse parlement heeft besloten vier socialistische oud-ministers in staat van beschuldiging te stellen wegens „onwet tig gedrag". De betrokkenen waren beschuldigd van het organiseren van een staatslening van 2,5 millioen Finse marken aan een maatschappij voor het droogleggen van land, waarvan zij wisten dat zij bank roet was en waarin twee van hen finan cieel waren geïnteresseerd. Laatstge noemden, minister Peltonen (Verbindin gen) en de onderminister van Landbouw, Lepistoe, traden af zodra de beschuldigin gen bekend werden. De andere twee, de onderminister van Financiën Altonen en. de onderminister van Binnenlandse Za ken Taatikainen, verloren hun post toen de socialistische regering werd vervan gen door een coalitie-kabinet. De kwestie dateert reeds van 1949. Wanneer de commissie bij haar beslis sing blijft, zullen de betrokkenen moeten verschijnen voor een apart hof, bestaan de uit rechters van de twee Finse Hoog gerechtshoven en tien leden van het par lement. Een dergelijk hof is pas een keer in de Finse geschiedenis bijeen ge weest, nl. in 1940, toen de toenmalige minister van Defensie, Nioekkanen, werd beschuldigd van het verkopen van een stuk bosgrond aan de staat, hoewel hij wist, dat dit terrein op grond van het vredesverdrag met de Sowjet-Unie aan dit land zou worden afgestaan. De be schuldigde wend toen vrijgesproken. HANDELSBESPREKINGEN TUSSEN OOST EN WEST Vandaag beginnen te Genève handels besprekingen tussen 22 landen van West- en Oost-Europa. Zij zijn georga niseerd door de economische commissie voor Europa, een afdeling van de V.N., en zullen zeven tien dagen duren. De vergaderingen zijn besloten. dient eerst flink gedempt te worden en na een grondige revisie van de klank mogelijkheden op een hoger plan weder om aangewakkerd, wil men tot artistiek aanvaardbare resultaten, komen. Thans strijkt een ieder er met niets ontziend geweld op los en dit heeft weinig nut. De constructie bii Vivaldi en Mozart was uit de voegen gerukt door een vol ledig onbegrip betreffende stijlprincipes. Dat arme cembalo stond daar waar schijnlijk ten bate van de stijl, doch waarom moest het instrument nog be speeld worden ook, als zijn ijle klank zich met geen mogelijkheid kon hand haven? Men moet al hardhorend zijn om in de acoustlek van de Kleine Zaal zulk een zwaar geschut te aanvaarden: zelfs de Sinfonietta opus 52 van Rous- sel. die de meeste aanleiding geeft tot ruw spel is op deze wijze weinig geniet baar. Twee jonge solisten werkten aan deze avond mee: de concertmeester van L'estro armonico, Bouw Lemkes, speel de met veel vaart een vioolconcert van Vivaldi en de altzangeres Aafje Heynls zong vocaal overtuigend, doch ietwat vlak van expressie drie aria's uit kerke lijke cantates van Bach. Last but not least was er zelfs een aangename ken nismaking, de Prelude, Elegy and Fi nale for strings opus 10 van de thans drie en dertigjarige Engelse componist P. RacineFricker. Een knap voor het ensemble geschreven muzikantesk- werkje, goed geproportlonneerd en vol élan. Kleine Zaal Daisy Guth, piano - Alfredo Wang, viool I YE pianiste Daisy Guth en de violist KJ Alfredo Wang zijn op hun concert Zondagmiddag in de Kleine Zaal samen gestart, gelyk een rechtgeaard duo betaamt en maakten met de zogenaamde Meistersinger-Sonate van Brahms een gedegen indruk. Aan het eind van hun optreden hebben zy elkaar wederom ontmoet in Beethovens Kreut- zer-Sonate en ook hier bewoog zich het ensemble-spel op hetzelfde niveau. Met veel begrip zijn deze overbekende stuk ken uit de kamermuziek-literatuur voor gedragen. weliswaar zonder finishing touch, doch alleszins respectabel, waar bij de pianiste technisch kennelijk de zwakkere van het tweetal bleek te zyn. Tussen aanvang en slot gingen beide instrumentalisten ieder huns weegs en dit solistisch optreden bood verreweg de in teressantste aspecten. Onder meer was het curieus waar te nemen hoe twee artistiek gelijkgestemde partners elkan der in de weg kunnen staan. Daisy Guth en Alfredo Wang hebben namelijk de neiging tot een droge voordracht met weinig klankschoonheid, tevens vertonen zij echter een zekere mate van levendig heid, doch als zij samen musicerèn domi neren de negatieve eigenschappen. Blijk baar kunnen zy elkaar ln hun lyrische voortvarendheid nog niet goed opvan gen. Op eigen kracht drijvend zijn ze vrijer: ook de pianiste, hoewel zij met Gaspard de la nult van Ravel ver boven haar capaciteiten heeft gegrepen. Het meest perfecte technische meesterschap is hier een eerste vereiste, met name dient men de lastigste passages pianis simo te kunnen spelen en hiertoe bleek de soliste niet bij machte, evenmin tot de psychische kracht van het uitbundige forte. En dan hebben wij nog niet ge sproken over de onnauwkeurigheden in het rhythme en het raffinement van het toucher. Een groot Ravel-kenner heeft eens beweerd voor „Le Glbet" zeven en twintig verschillende manieren van aan slag nodig te hebben. Misschien is dit wel wat overdreven, doch twee ls beslist te weinig. Met Ravel bleef het dus bij sympathieke bedoelingen en toch was Daisy Guth hier in zekere zin dichter- lijker dan als begeleidster. De violist Alfredo Wang leverde met de Eerste Solo-Sonate van Bach een overtuigend bewijs dat hij als musicus van het juiste hout is gesneden. Zijn frasering was opvallend stijlvol. Stoer en afkerig van overladen afwisseling in de terrasvormige dynamiek, bouwde hij het werk als een groots fresco op. De Presto-Finale klonk zelfs, met in acht neming van alle reprisetekens, vrijwel in één klanksterkte en maakte een over tuigende indruk. J. R. Joh. A. Alsbach officier Oranje Nassau De muziekuitgever Johan AAls bach, een der twee firmanten van de muziekuitgeverij Alsbach en Co te Amsterdam, heeft Zondag' zijn 80ste verjaardag gevierd. Die middag zijn velen uit de muziekwereld en daar buiten deze bekende Amsterdamse figuur in het American hotel komen geluk wensen. De secretaris van burgemeester d'Ailly. mr A. J. Ruys, het gemeente bestuur vertegenwoordigend-'1, deelde de heer Alsbach mede, dat de Koningin hem had benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau. Onze lezers kunnen tijdelijk een tweede abonnement ontvangen tegen betaling van 0.58 per week voor het binnen land en 0.74 per week voor het buitenland. De bedoeling hiervan ls, dat één exem plaar bezorgd blijft aan het gewone adres in Nederland en het tweede exemplaar aan een tijdelijk relsadres ln binnen- of buitenland van de abonné. Beleefd verzoeken wij bij de opgaaf tevens het verschuldigde bedrag te wil len voldoen. Administratie Algemeen Handelsblad Afd. Abonnementen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2