MUZIEKLEVEN TE AMSTERDAM
FLATGEBOUWEN VERRIJZEN
IN MOSKOU S CENTRUM
Prof. ir THIJSSE over afsluiting van
grootste aller stroomgaten
Leger roert zich
weer in
Indonesië
REISABONNEMENTEN
ALGEMEEN HANDELSBLAD
ALGEMEEN HANDELSBLAD VAN MAANDAG 13 APRIL 1953
3
Maar op het land is de huisvesting armoedig
HOUTEN HUIZEN EVEN BUITEN
MOSKOUfoto van mevr. Helen
Biddle, een van de tien Amerikaanse
journalisten die een week in Rusland
doorbrachten.
kan hij het niet stellen zonder kame
raad Stailin te citeren. In de onder
grondse wordt de vreemdeling uit
gelegd, dat zjj is gebouwd, omdat
kameraad Stalin had gezegd dat de
arbeiders de beschikking moesten
hebben over een comfortabel middel
van vervoer. Het noemen van Stalins
naam is nog overall een deel van het
ritueel. Hoe lang het zal duren voor
kameraad Malenkov" ook op dit
terrein kameraad Stalin" heeft ver
vangen, is een belangwekkende
vraag.
De Russen houden van schoon
heid. Ondanks het harde werk en de
nadruk, die wordt gelegd op de nood
zaak van eenvoud in kleding en huis
vesting, staan ballet en theater op
bijzonder hoog peil. Wij zagen echter
„the Red Poppy", een ballet, dat,
hoewel goed uitgevoerd,, een nasmaak
van propaganda naliet. Het werd
geschreven omstreeks 1925 tegen
beweerd Brits imperialisme in China.
Tien jaar geleden werd het echter
herschreven en de Amerikanen
namen toen de kwade rol van de
Britten over: Maar het klassieke bal
let „Lac des Cygnes" werd bijzonder
mooi uitgevoerd.
Ik kan mijn indrukken van de Sowjet-
Unie het bést als volgt samenvatten:
de grote massa heeft een gevoel van
urgentie, het gevoel, dat grote taken
moeten worden aangepakt om ook de
goede dingen van liet leven te ver
overen. Het houdt er waarschijnlijk
evenmin van lang hard te werken als
enig ander volk in de wereld. Maar het
heeft een discipline en tegelijkertijd een
patriottisch vuur, dat niet nalaat indruk
te maken op de bezoekers.
(Auteursrecht
Algemeen Handelsblad)
(Nadruk verboden)
DE GORKISTRAAT TE MOSKOU;
foto van mevrHelen Biddle.
(Van een speciale correspondent)
T^|E algemene indruk van Moskou is, dat de regering de laatste jaren
een belangrijke verbetering van liet stadsbeeld tot stand heeft
gebracht. Er zijn grote pleinen, zeer brede straten en vele nieuwe
gebouwen. Zoals vroeger in de stad de torens van het Kreml domi
neerden, zo overheersen nu de hoge wolkenkrabbers. De grote ge
bouwen met vele verdiepingen zijn het resultaat van een grandioos
bouwprogramma, dat het gezicht van de hoofdstad zal veranderen.
Overal ziet men huizen in aanbouw, maar hoewel in het centrum
voornamelijk moderne flatgebouwen staan, kan men daar vlakbij nog
oude huizen zien uit de 18e eeuw, die een wel bijzonder verwaar
loosde indruk maken. En hoe verder men van het centrum weggaat,
hoe armoediger de huizen worden. In de dorpen om Moskou is de
huisvesting over het algemeen zeer slecht. Men mag trouwens niet
vergeten, dat er in geheel Moskou maar zeer weinig huizen zijn,
die door één gezin worden bewoond.
telde ons met een ondertoon van heim
wee naar vroeger tijden, dat hij niet zo
zeker was. Hij beschreef zijn overtui
ging als ongeveer „half 0111 half" en
vertelde daarop, hoe godsdienstig zijn
vader wel was geweest, die zelfs zijn
eigen doodkist had gemaakt. Wanneer
het regiem nog eens mocht veranderen
zal hij waarschijnlijk als een van de eer
ste naar de kerk terugkeren.
De tijd zal de godsdienst in de Sow-
jet-Unie echter wel steunen. Evenals in
Amerika zijn de gezinnen in de dorpen
en op het platteland veel groter dan die
in de steden. Wanneer de boerderijen
beter gemechaniseerd worden, zullen
steeds meer arbeidskrachten vrijkomen
voor de industrie en de regelingsdien
sten. Heden ten dage zijn de kinderen
van een boer verplicht naar school te
gaan en er is niets tegen, dat een
boerenzoon de militaire academie af
loopt en later generaal wordt. Religieu
ze boeren infiltreren dus op vreedzame
wijze in de steden, zodat de godsdienst
door het gewicht van het getal wellicht
toch langzamerhand weer steeds be
langrijker zal worden. Het belijden
van een godsdienst is vrij, evenals trou
wens atheïstische propaganda. De reli
gie, die enkele moeilijke decaden heeft
overleefd, is sterker dan men in het
Westen zou denken.
Propaganda bij alles, ook
in het ballet
1 TIJ waren inderdaad verbaasd over
vv de mate van efficiency, die wij kon
den constateren in "de collectieve
boerderij, die wij mochten bezoeken. De
Molotow-boerderij is echter waarschijn
lijk een van de besten van het land. Men
laat bezoekers ook elders ter wereld nu
eenmaal altijd graag het beste zien. Alle
schuren en stallen waren modern en
smetteloos schoon. De koeien worden
electrisch gemolken en de melk wordt
machinaal gekoeld en verpakt. De pro
ductie is inderdaad hoog, maar wanneer
men de dorpen ziet, waar de boeren van
de collectieve boerderij wonen krijgt men
tooh de indruk, dat de huisvesting van
de dieren in geen verhouding staat tot
die van de mensen. Ook hier werden wij
er echter op gewezen, dat er verbetering
in de woningtoestand zon komen, wan
neer de productie van de boerderij om
hoog zou gaan.
De Russen zijn bijzonder trots op alles
wat zij presteren en hebben tegelijkertijd
een soort minderwaardigheidscomplex
ten aanzien van dingen, die niet in de
Sowjet- Unie zijn gemaakt. In elke fa
briek werd ons verteld, dat alle machines
Russisch waren, hoewel wij verscheidene
malen namen van Duitse en Amerikaan
se fabrieken op de machinerieën consta
teerden. In de drukkerij van de Prawda
zagen wij zelfs machines, waarop de
naam onleesbaar was gemaakt.
Waarom Sowjetburgers zich er voor
schamen, dat zij door middel van inter
nationale handel aan goederen en machi
nerieën komen is ons niet duidelijk. De
enige verklaring is, dat de algemene pro
pagandacampagne tegen alles wat bui
tenlands is en waarin alles uit het bui
tenland ongunstig wordt vergeleken met
het Russische equivalent, de menser
schichtig heeft gemaakt.
pj/7/ konden constateren, dat dui
zenden trachtten een plaats tc
bemachtigen in de Driekoningenkerk
om de Paasdienst mee te maken,
Honderden stondeti buiten en zongen
mee met de wisselende gezangen, die
door een luidspreker konden worden
gehoord. Maar er zijn op het ogenblik
nog slechts ongeveer 35 Orthodoxe
kerken in de stad tegen honderden
voor de revolutie. En aangezien
Moskou een bevolking heeft van tus
sen de 5 en 6 mïllioen, krijgt slechts
een klein percentage de kans de
godsdienstoefeningen bij te wonen. lh
de dorpen is het natuurlijk anders.
Daar heeft de kerk veel minder ter
rein verloren dan in „de hoofdstad
van het communisme."
Wij vroegen een groot aantal Russen
naar hun religieuze overtuiging. Onze
gidsen waren strikte aanhangers
de partij-doctrine, dat godsdienst opium
voor de massa is. Een man echter ver-
(Ingez, med.-advertentie
biedt U met
zijn vermaard
Hongaars Zigeuner
orkest, in de genoege-
lijke sfeer van onze intieme,
nieuw ingerichte bar, een
bijzonder prettige avond, met
een dansje ter afwisseling.
bar
AMSTERDAM
Weer van builenai-toegankelijkl
/"WERAL wordt de nadruk gelegd
op de partij. Als een gids de
prachtige nieuwe Universiteit toont,
Brawidjaja-divisie stelde
ultimatum
(Van onze correspondent)
Djakarta, 13 April
DE aandacht van het publiek wordt op
het ogenblik sterk in beslag ge
nomen door de legerkwestie, zowel
in verband met de ongevraagde over
plaatsing van de secretaris-generaal van
het ministerie van Defensie, mr Aii
Budiardjo, als door het zogenaamde
ultimatum van de Brawidjajadivisie.
Pedoman publiceert een politieke prent
met het onderschrift: Is nu Simatupang
aan de beurt? Indonesia Raya stelt
dezelfde vraag in een hoofdartikel. Beide
bladen reageren ook op de stap van de
Brawidjajadivisie. Zij spreken daarover
hun afkeuring uit. Naar verluidt zou de
commandant van de Brawidjajadivisie
hebben gedreigd, dat hij zijn functie zou
neerleggen, wanneer op 15 April geen
definitieve stappen zijn genomen tot een
integrale oplossing van de 17 October-
De fractieleider van de Masjoemi ver
klaarde in een interview, dat het stellen
van ultimata een slechte gewoonte
begint te worden. Het is overigens niet»
goed duidelijk wat de legergroep in
Sooerabaia nog wenst nu het hoofd
parket is ingeschakeld om de strafbaar
heid van de officieren, die bij de 17
October-affaire waren betrokken, te
onderzoeken. Het is niet onwaarschijn
lijk. dat hun bezwaren zich voorname
lijk laten gelden tegen het aanblijven
van Simatupang, die overigens minder
gemakkelijk kan worden overgeplaatst
dan Budiardjo. Intussen verwacht men
in Djakarta niet, dat de kwestie een
belangrijke politieke weerslag zal heb
ben of dat zij de positie van het kabinet
nog verder zal verzwakken.
EX-KONING FAROEK
BEDREIGD?
In het afgelopen weekeinde is het
Hotel Majestic te Cannes on onopval
lende wijze onder politiebewaking ge
steld na ontvangst van een brief, waar
in werd gedreigd het gebouw op te bla
zen wanneer daar nog langer logies ver
leend zou worden aan ex-koning Faroek.
De brief was gericht tot de directie van
het hotel.
Het feit dat de politie de zaak onder
zoekt en dat een bewaking nodig werd
geoordeeld, leidt tot de veronderstelling
dat de politie de kwestie niet als zo
maar een grap beschouwt. Men zou hier
te doen hebben met de waarschuwing
van een fanatieke Egyptenaar.
Faroek zelf vond het overigens niet
nodig zijn gebruikelijk program te wij
zigen.
Strijd om het behoud van Schouwen-Duiveland
Na de operaties wanhoopen
waanzinnu de operatie
levensstrijd
(Van een onzer verslaggevers)
pPROF. ir J. TH. Thijsse, directeur van het Waterloopkundig laboratorium
te Delft, gaf ons vanochtend een omstandige toelichting op de plannen
voor de afsluiting van het grootste van alle stroomgaten in het gehele nood-
gebied: het gat van de Schelphoek; en ook van wat er in de afgelopen maan
den bij Zierikzee is gebeurd.
Om te beginnen wees prof. Thijsse er op, dat alle stroomgaten op het eiland
invloed op elkander oefenen, zodat ze niet onafhankelijk van elkander kun
nen worden behandeld. Elk gat is op zichzelf een zorgenkind. „Wij hebben
een heel zorgenweeshuis op het ogenblik", aldus spreker. „Gelukkig is de
Schomosedijk gisteren, toen het water twee meter boven normaal steeg
niet bezweken; anders hadden wij een waterval gekregen, die de zaak nog
veel en veel erger had gemaakt. Wij hebben nog geluk gehad, dat er in
Februari en Maart uitzonderlijk weinig wind is geweest. Toch wil wind niet
alles zeggen. Gisteren stond er geen wnd en toch teas er een vreemde slin
gering in de Noordzee tengevolge van het springtij en de nabijheid van de
rxaan."
Men heeft wel eens gevraagd waarom
het niet mogelijk was, net grote Gat van
Schelphoek kleiner te maken. Het ant
woord gaf prof. Thijsse zeer beslist: „Dat
mocht niet. dat kon absoluut niet, want
wanneer wij het aGt van Schelphoek zou
den vei-kleinen, zouden de andere gaten
met name dat bij Zierikzee gevaar
lijk uitschuren door het uitwegzoekende
water". Voordat men een vijand met suc
ces wil bestrijden, moet men hem eerst
lerenk ennen. Vele weken zijn heenge
gaan met het doen van waarnemingen
om en nabij het Schelphoekgat. Aller
eerst was nodig, de gaten van Burgsluis
en Zierikzee te dichten. Dat van Burg-
sluis kon vrij gemakkelijk geschieden en
daar zal nu wel niets meer kunnen ge
beuren. In Zierikzee stonden de zaken
,er geheel anders voor. Aan de hand van
kaarten en een krijttekening op een
zwart bord zette prof. Thijsse uiteen hoe
de situatie daar is, De oorspronkelijke
opzet was, de westelijke havendam van
Zierikzee met zandzakken en klei te
dachten, maar men besefte niet hoe dun
daar de kleilaag op de bodem was en
telkens weer deden zich teleurstellingen
voor; het gat werd steeds wijder en die
per, zelfs 19 meter diep. Op een krans
van zinkstokken werden schepen neerge
zet, maar de schepen gleden weg in het
fijne zand van Schouwen. Wat op Wal
cheren mogelijk was, bleek onmogelijk
hier. Schouwne is geen Walcheren, het
stelt waterbouwkundigen voortdurend
voor onvoorziene problemen.
In de ochtend van 7 Maart bleek dit
schepenplan definitief onuitvoerbaar en
men was dolblij, dat er geen mensen
levens bij het experiment te betreuren
waren. Het ene schip na het andere, vol
ballast, verongelukte en men sprak al
van een „operatie wanhoop" (nog later
kwam de term „operatie waonzin" aan
bod. Het was een ontzaglijke nederlaag,
aldus prof. Thijsse. Toch heeft dit aan
de grond ritten van schepen voor het
gat enig voordeel opgeleverd, want door
de wrakken wordt de stoomkracht ge
broken en men heeft thans dit voordeel,
dat schepen in alle stadia en op alle
getijden de- haven van Zierikzee kunnen
in- en uitvai'en; overigens een zeer
schrale troost. Ook wordt de nieuwe
manoeuvre de „operatie levensstrijd"
daardoor wat vergemakkelijkt. Men
brengt thans zinkstukken aan voor de
zijdijk en dit werk gaat gelukkig vlot.
Is men daarmee klaar, dan zullen de
caissons van 10 meter hoogte naast
elkander worden gelegd en wanneer dit
lukt, kan men 100 meter of meer per
dag opschieten.
DE operatie bij Zierikzee kan men als
een „proefbedrijf" beschouwen voor
de operatie, die bij Schelphoek zal
worden uitgevoerd. Het diepste punt van
dit grootste gat in ongeveer 35 meter
moet dit niet als een échec, doch als
een teleurstelling beschouwen. Wellicht
valt het gat over een of twee weken
dicht.
Voorts vernamen wij, dat het interim
rapport van de zgn. Delta-commissie
(ter bestudering van de afdammings
vraagstukken van onze archipel) binnen
een maand te verwachten is. Voorts
werd meegedeeld, dat op het ogenblik
in Engeland drie reusachtige portland-
caissons voor Nederland worden ge
bouwd van 60 x 18 x 18 m. Een Phoenix-
caisson is voor het grote gat ten Z.O.
van Kruiningen bestemd.
(Ongecorrigeerd.)
diep en het is ten enenmale onmogelijk,
dit gewoon te vullen. Voor de kust ligt
een zacht drempel van 6 m N.A.P.,
waarin zich een geul bevindt. Men kan
dus ook niet een dijk buitenom opwer
pen; de volle zee beukt er tegen aan.
Er bleef één mogelijkheid open: een ring
dijk aan de binnenkant aan te leggen.
De Walcherse methode van een korte
binnenkant kon niet worden toegepast,
maar w e 1 ziet men er heil in, een wij
dere ringdijk te bouwen. Hoe deze ring
dijk precies zal komen te liggen, staat
nog niet voor 100 vast, maar in de
loop van deze week zal de definitieve
beslissing wel vallen, aldus prof. Thijsse.
De boeren van Serooskerke, dat vlak
achter de dijk zal komen, vragen voort
durend: „Komt mijn huis vóór of achter
de dijk", maar prof. Thijsse is van
mening, dat. deze vraag geen zin heeft.
Wanneer de dijk klaar komt zal er van
heel Serooskerke waarschijnljk geen
huis meer overeind staan. Het dichten
van het gat van de Schelphoek is niet
zozeer een moeilijk werk, aldus spreker,
maar het vergt een organisatie die hier
in Nederland nog nooit is vertoond; het
is een bijzonder grote onderneming. In
de loop van deze zomer zal er daar zeer
veel te doen zijn. Zinkstukken worden
in de stuitgaten gezet gaten van elk
iets minder dan anderhalve kilometer)
oanneer het zinkwerk van die aard
is, dat het de sterke stroom kan weer
staan, dan kan men zeggen: „de slag is
gewonnen".
Hoe dan die °"aten uiteindelijk zullen
worden gevuld. Is nog niet zeker. Vier
methoden kunnen worden toegepast: het
opzinken, zoals bij het gat van Burgh-
sluis is gebeurd, het opstorten van
steen, het volzetten met betonnen blok
ken of het dichten met betonnen cais
sons. gelijk men nu bij Zierikzee gaat
proberen, Burghsluis en Zierikzee zijn
de twee „leerscholen" voor de practijk,
die in de 'Schelphoek zal worden ver
wezenlijkt. Misschien zullen de twee
methoden worden gecombineerd,
wanneer dit alles gereed zal komen,
prof. Thijsse kon er slechts één ant
woord op geven: zo- gauw mogelijk.
Ir Maris zei tenslotte: „Het ls een
reëele gedachte om aan te nemen, dat
wij vóór de komende winter alle gaten
dicht hebben. Maar er is een belangrijk
onderscheid tussen dicht komen er
droog vallen".
Na afloop van de persconferentie wer
den nog enige vragen gesteld over het
herstelwerk op andere punten van het
rampgebied. De poging om het gat by
Bath dicht te spuiten is Zaterdag helaas
niet gelukt, deelde ir Maris mee. Men
Mysteriespel of Oratorium
Jeanne d'Arc au Bücher
R.K. Hoofdstadkoor onder
Theo van der Bijl
HET dramatisch oratorium Jeanne
d'Aro au Bücher, dat Arthur Ho-
negger in 1935 heeft geschreven op
teksten van Paul Claude!, bestaat oor
spronkelijk uit elf taferelen. Niet alleen
door het karakter van het onderwerp
beschouwen velen dit werk als een
hedendaags mysteriespel, ook de behan
deling en de uitwerking van ce gegevens
zijn daartoe aanleiding. In deze opvat
ting wordt men versterkt door het feit,
dat Claudel en Honegger in 1943 er een
proloog aan hebben toegevoegd, die ge
ïnspireerd is op bijbelwoorden uit Gene
sis 1 en Psalm 130. Er komen realisti
sche, zelfs burleske taferelen in het
werk voor, afgewisseld door episodes
van diepe mystieke vervoering, waar
door men het gevoel krijgt, dat de
auteurs er naar hebben gestreefd het
tijdelijke en het eeuwige in elkaar te
laten vervloeien. Het stuk speelt zowel
op de aarde als in de hemel; het wil dus
de goddelijke achtergrond der dingen
aantonen. Zy het dan met een nadruk
kelijkheid en met een ietwat teveel aan
techniek en aan pose, die enige afbreuk
doet aan de overigens subliem volgehou
den mystieke strekking. Dit alles, ook
het afwisselend gebruik van Latyn en
volkstaal en het te berde brengen van
volksliederen, doet denken aan het mid
deleeuwse mysteriespel, dat overigens
Debussy reeds in 1911 Le martyre de
Saint-Sébastien door het hoofd
speelde.
Het bijzondere karakter van dit dra
matische oratorium is echter niet zo
vreemd als het misschien lijkt. In wezen
vindt men er dezelfde principes in terug
als die Bach heeft aanvaard. Alleen
kleur en kwaliteit verschillen en dat ls
dus nog a! wat. Maar toch heeft de uit
voering, die het R.K. Hoofdstadkoor
onder Theo van der Bijl Zaterdagavond
er van heeft gegeven, geassisteerd door
de Haarlemse Orkest Vereniging, het
Nederlands Symphonic-Orkest, het jon
genskoor van de parochie Chasséstraat
en een keur van solisten, de goede eigen
schappen van het werk veel recht doen
wedervaren. De dirigent had zyn mede
werkenden over het algemeen ter dege
onder appèl en al waren er enkele on
volkomenheden in uitspraak, rhythmi-
sche kantigheid, klankevenwlcht en
attaque merkbaar, deze wegen niet op
tegen het zeer te waarderen eindresul
taat. Alles kan beter, ongetwijfeld. De
expressie in de „turbae" zou men feller
willen horen, in een rap Frans vol vurig
élan en vooral niet zo in de keel klok
kend, maar vóór op de tong. Dit geldt
voornamelijk voor de koren, Maar het
betere is altijd de vijand van het goede
waarom zou Van der Bijl dit werk
niet op het repertoire houden? Straks
gaat alles beter, na een jaar hard wer
ken.
De vocale solisten waren Corry Bijs
ter (uitmuntend als La Vierge), Maria
van Uden (een voldoening gevende Mar-
guérite), Annie van Es (een bedeesde,
maar warme Cathérine), Han Lefèvre
(zeer karakteristieke kracht, voorname
lijk als Poreus), Guus Hoekman (die
zes rollen bijzonder sonoor en levendig
uitbeeldde) en Jaap Stroomenbergh (die
ook spreekpartijen duidelijk en karakte
ristiek vertolkte). Ellen Vogel heeft de
rol van Jeanne d'Arc helder en zeer be
wogen van uitdrukking vervuld, bijge
staan door Henk Schaer als Frère Domi
nique. Willy Brill bleef als „une voix" en
als „Mère aux Tonneaux" iets te veel op
de achtergrond.
Het Concertgebouw was tot de laatste
plaats bezet. Unaniem gaf men de leven
digste bewijzen van bijval. Theo van der
Bijl kreeg een ovatie, nadat hem een
fraai bloemstuk was overhandigd. De
vrouwelijke solisten ontvingen eveneens
bloemen en de concertmeester van de
Haarlemse Orkest Vereniging werd door
de dirigent in de huldiging betrokken.
Kort verhaal over Orphée
Kunst en Strijd in het
Concertgebouw
INDIEN de dirigent van de zangvereni
ging Kunst en Strijd, die gisteren in
het Concertgebouw een uitvoering-
heeft gegeven van Orphée et Euridiee
van Gluck, een andere (betere) parti
tuur tot zijn beschikking had gehad, zou
hem dit veel narigheid hebben bespaard.
Want hij heeft de kardinale fout ge
maakt, de partij van Orphée op te
dragen aan de bariton Leo Ketelaars.
Deze heeft zich van zijn zeer zware taak
weliswaar verdienstelijk gekweten, maar
Orphée is nu eenmaal öf een alt óf een
tenor. Daarover bestaat geen verschil
van mening.
Het geval zit, ln het kort gezegd, als
volgt in elkaar. In Wenen ging de pre
mière van dit „dramma per musica"
(1762) met de beroemde castraat Gua-
dagni (een alt) in de rol van Orfeo. Dit
is de Italiaanse, oorspronkelijke vorm.
Twaalf jaar daarna veranderde Gluck
zijn partituur voor de Parijse Opera (die
geen castraten bezat) zodanig, dat Or
feo door een tenor kon worden gezon
gen. Dit betekende onder andere, dat de
oorspronkelijke altparty voor tenor hoger
kwam te liggen. Gluck transponeerde
dus. Maar behalve dit werkje, bracht
hij nog een groot aantal nieuwe recita
tieven aan. Bovendien veranderde hij de
instrumentatie zeer belangrijk, zodat er
een zogenaamde „Parijse partituur" ont
stond. En, alsof dit nog niet genoeg was,
de componist schreef een nieuwe ballet
muziek en een aantal nieuwe vocale
episodes. Slordig als Gluck van nature
was, gaf hij dit alles op losse vellen en
eerst in 1859 kwam men er toe, toen
Carvalho directeur van de Parijse Opera
werd, Orphée opnieuw te monteren, Hec
tor Berlioz werd belast met de revisie
van de partituur. Deze maakte van de
oorspronkelijke Italiaanse en de latere
Parijse partituur vergeef de uitdruk
king een soort omelette paysan: hij
klutste de partij van Orphée voor alt
(een vrouwenstem) met veel van Glucks
verbeteringen wat de rest van de parti
tuur betreft door elkaar. In 1868 publi
ceerde Dörffel deze (Berlioz) partituur
in Leipzig en vandaag de dag wordt
deze lezing nog veel gebruikt.
Verkeerd overigens. Want Satnt-
Saëns had inmiddels in samenwerking
met Julien Tiersot de hele aangelegen
heid in orde gemaakt en uitgegeven bij
Durand. Deze publicatie is volkomen
betrouwbaar, geheel volgens de inzich
ten van Gluck gereconstrueerd en dien
tengevolge de enig juiste basis, waarop
men een zogenoemde „Parijse versie"
van Orphée et Euridiee moet geven. Er
zit nog wel meer aan vast, maar dit is
de hoofdzaak.
Dirigent Hans Lichtensteln zat klaar
blijkelijk gisteren met de partituur van
Alfred Dörffel voor zich. En die altparty
deugt te enenmale niet voor tenor:
die is te laag. Daarom, wederom waar
schijnlijk, deed hij de drieste stap om
een bariton te engageren en het kwalijke
van deze zienswijze hebben wij ervaren.
Met alle respect voor Leo Ketelaars, de
dirigent had de party van Orphée even
goed door een trombone kunnen laten
spelen. Dat Hans Lichtensteln wel wat
lichtvaardig over dergelijke kwesties
denkt, bleek ook uit de (veel te sobere)
toelichting tot het werk in het program
ma. Daarin staat, dat de première door
een mannelijke sopraan werch ver
vuld. Moet zijn: een mannelijke alt.
Verder wordt er steevast gewaagd van
von Gluck. De meester heette eenvou
dig Gluck. Hij had van de Paus de orde
van het Kruis van de Gouden Spoor ge
kregen. Dezelfde onderscheiding heeft
Mozart verworven, maar die noemde
zich niet Ritter von Mozart. En terecht.
Inmiddels was de uitvoering van deze
Orphée lang niet slecht. Althans, wat
de noten betreft. Hans Lichtenstein ls
genoeg vakman om te zorgen, dat zyn
koor de partijen kent. Ook voor het
orkest is hij duidelijk, zodat er geen mis
verstanden zyn geweest. Geen ernstige,
althans. Maar het gaat ons toch moei
lijk af te signaleren, dat deze uitvoering
ln elk opzicht de diepe emotionele waar
de van Glucks meesterwerk tot uitdruk
king heeft gebracht. Het was een dege
lijke uitvoering, betrouwbaar en solide.
Doch zonder de branding van het ont
roerende, dat altijd en te enenmale de
waarde van een innig musiceren moet
zyn.
De andere solisten waren Patricia
Brinton (Euridiee) en Cora van Does
burg (Amor), die verdienstelijke eigen
schappen bleken te hebben, maar de
kern van de expressie toch niet ver
mochten te geven. Zou het, al met al,
aan Hans Lichtenstein liggen?
P. T.
Kleine Zaal
COR DE GROOT
TWEE soorten van bezetenheid dient
men te onderscheiden in het spel
van Oor de Groot. De ene is gericht
op de techniek en wordt gedreven door
motorische tendenzen. Met zulk een vir
tuoos geaard meesterschap trachtte de
pianist Zaterdagavond in de Kleine Zaal
toegang te verwerven tot de bovenzin
lijke wereld van een Beethoven en tot
Mendelssohns romantische poëzie. Te
vergeefs: de diepere bewogenheid is hem
hier ontzegd. Zijn verbeten sforzato. zijn
ragfijn cantilene, het rollend geweld in
het passagespel bleven gelocaliseerd als
min of meer starre formules. Aan on-
stylvolle ontsporingen maakt Oor de
Groot zich echter niet schuldig. Welis
waar verlegt hij een enkele keer het
accent, toont geen belangstelling voor
reprisetekens en omzeilt bijvoorbeeld in
Beethovens Sturmsonate het gewaagde
doorklinken van het pedaal (reeïtativo,
deel I), doch hiertegenover staat over
de gehele linie een nauwkeurig volgen
van de intenties. De solist blijft in Beet
hoven en Mendelssohn boelen door zijn
formidabele capaciteiten als pianist niet
alleen, maar ook door de ijzeren wil
waarmee hij de barrières probeert te
doorbreken. Het enige dat uitblijft is
de ontroering.
Dit wordt anders, zodra de kunstenaar
zich distancieert van een toonkunst die
slechts tot zijn intellect spreekt. En dan
ontmoeten we in zijn vertolkingen die
andere bezetenheid; de motorische ten
denzen smelten weg voor de bevrijdende
gloed van rhythme en gepasslonneerd-
heid. Opeens is zijn ongewone pianisti
sche dispositie bijzaak geworden, de
analyticus heeft plaats gemaakt voor de
artist. In het aangezicht van de aardge-
bonden grandezza van Albeniz, Mompou
en De Falla is de metamorphose vol
trokken. Deze door de zengende hitte
van het Spaanse klimaat geharde
sualiteit ligt Oor de Groot uitermate.
De snijdende directheid van de melodie,
het „droge", opzwepende geroffel van
het rhythme kregen door zijn in toom
gehouden vervoering een extra ener
verend accent. Het schoorvoetend ap
plaus van voor de pauze maakte aan het
eind van zijn recital dan ook terecht
plaats voor een ware ovatie. Met de toe
giften „Granada" van Albeniz en een
Spaanse dans van Granados bleef de
solist heer en meester op een terrein dat
hy beheerst als weinigen.
Kleine Zaal
Strijkorkest L'estro Armonico
L'estro armonico ofte wel „het vuur
der muziek" noemt Vivaldi een serie van
zyn concert! en onder de geestelijke
hoede van dit verheven motto heeft zich
een gezelschap van veertien jonge mu
sici geschaard, dat Zondagavond in de
Kleine Zaal debuteerde. Het van enthou
siasme laaiende vuur in het ensemble
Conflict De Ommelanden
Directeur De Boer is het niet
eens met commissarissen
De directeur yan de coöperatieve
melkproductenfabriek De Ommelanden,
de heer. F. de Boer, heeft in een brief
aan de melkleveranciers medegedeeld,
dat hij het niet meer eens is met de
besluiten, welke de commissarissen van
„De Ommelanden" ten aanzien van het
lopende stakingsconflict hebben geno
men. dat hij voor deze besluiten geen
enkele medeverantwoordelijkheid kan
aanvaarden.
De heer De Boer schrijft, dat hij de
belofte aan de melkleveranciers om een
goede melkprijs te geven is nagkomen,
maar hij voegt eraan toe, dat hy ten
aanzien van de toekomst van „De
Ommelanden" en de economische moge
lijkheden hievan pessimistisch geste,md
is.
Vier Finse oud-ministers
beschuldigd
De constitutionele commissie van het
Finse parlement heeft besloten vier
socialistische oud-ministers in staat van
beschuldiging te stellen wegens „onwet
tig gedrag".
De betrokkenen waren beschuldigd
van het organiseren van een staatslening
van 2,5 millioen Finse marken aan een
maatschappij voor het droogleggen van
land, waarvan zij wisten dat zij bank
roet was en waarin twee van hen finan
cieel waren geïnteresseerd. Laatstge
noemden, minister Peltonen (Verbindin
gen) en de onderminister van Landbouw,
Lepistoe, traden af zodra de beschuldigin
gen bekend werden. De andere twee, de
onderminister van Financiën Altonen en.
de onderminister van Binnenlandse Za
ken Taatikainen, verloren hun post toen
de socialistische regering werd vervan
gen door een coalitie-kabinet.
De kwestie dateert reeds van 1949.
Wanneer de commissie bij haar beslis
sing blijft, zullen de betrokkenen moeten
verschijnen voor een apart hof, bestaan
de uit rechters van de twee Finse Hoog
gerechtshoven en tien leden van het par
lement. Een dergelijk hof is pas een
keer in de Finse geschiedenis bijeen ge
weest, nl. in 1940, toen de toenmalige
minister van Defensie, Nioekkanen, werd
beschuldigd van het verkopen van een
stuk bosgrond aan de staat, hoewel hij
wist, dat dit terrein op grond van het
vredesverdrag met de Sowjet-Unie aan
dit land zou worden afgestaan. De be
schuldigde wend toen vrijgesproken.
HANDELSBESPREKINGEN
TUSSEN
OOST EN WEST
Vandaag beginnen te Genève handels
besprekingen tussen 22 landen van
West- en Oost-Europa. Zij zijn georga
niseerd door de economische commissie
voor Europa, een afdeling van de V.N.,
en zullen zeven tien dagen duren. De
vergaderingen zijn besloten.
dient eerst flink gedempt te worden en
na een grondige revisie van de klank
mogelijkheden op een hoger plan weder
om aangewakkerd, wil men tot artistiek
aanvaardbare resultaten, komen. Thans
strijkt een ieder er met niets ontziend
geweld op los en dit heeft weinig nut.
De constructie bii Vivaldi en Mozart
was uit de voegen gerukt door een vol
ledig onbegrip betreffende stijlprincipes.
Dat arme cembalo stond daar waar
schijnlijk ten bate van de stijl, doch
waarom moest het instrument nog be
speeld worden ook, als zijn ijle klank
zich met geen mogelijkheid kon hand
haven? Men moet al hardhorend zijn
om in de acoustlek van de Kleine Zaal
zulk een zwaar geschut te aanvaarden:
zelfs de Sinfonietta opus 52 van Rous-
sel. die de meeste aanleiding geeft tot
ruw spel is op deze wijze weinig geniet
baar.
Twee jonge solisten werkten aan deze
avond mee: de concertmeester van
L'estro armonico, Bouw Lemkes, speel
de met veel vaart een vioolconcert van
Vivaldi en de altzangeres Aafje Heynls
zong vocaal overtuigend, doch ietwat
vlak van expressie drie aria's uit kerke
lijke cantates van Bach. Last but not
least was er zelfs een aangename ken
nismaking, de Prelude, Elegy and Fi
nale for strings opus 10 van de thans
drie en dertigjarige Engelse componist
P. RacineFricker. Een knap voor het
ensemble geschreven muzikantesk-
werkje, goed geproportlonneerd en vol
élan.
Kleine Zaal
Daisy Guth, piano - Alfredo
Wang, viool
I YE pianiste Daisy Guth en de violist
KJ Alfredo Wang zijn op hun concert
Zondagmiddag in de Kleine Zaal
samen gestart, gelyk een rechtgeaard
duo betaamt en maakten met de
zogenaamde Meistersinger-Sonate van
Brahms een gedegen indruk. Aan het
eind van hun optreden hebben zy elkaar
wederom ontmoet in Beethovens Kreut-
zer-Sonate en ook hier bewoog zich het
ensemble-spel op hetzelfde niveau. Met
veel begrip zijn deze overbekende stuk
ken uit de kamermuziek-literatuur voor
gedragen. weliswaar zonder finishing
touch, doch alleszins respectabel, waar
bij de pianiste technisch kennelijk de
zwakkere van het tweetal bleek te zyn.
Tussen aanvang en slot gingen beide
instrumentalisten ieder huns weegs en dit
solistisch optreden bood verreweg de in
teressantste aspecten. Onder meer was
het curieus waar te nemen hoe twee
artistiek gelijkgestemde partners elkan
der in de weg kunnen staan. Daisy Guth
en Alfredo Wang hebben namelijk de
neiging tot een droge voordracht met
weinig klankschoonheid, tevens vertonen
zij echter een zekere mate van levendig
heid, doch als zij samen musicerèn domi
neren de negatieve eigenschappen. Blijk
baar kunnen zy elkaar ln hun lyrische
voortvarendheid nog niet goed opvan
gen. Op eigen kracht drijvend zijn ze
vrijer: ook de pianiste, hoewel zij met
Gaspard de la nult van Ravel ver boven
haar capaciteiten heeft gegrepen. Het
meest perfecte technische meesterschap
is hier een eerste vereiste, met name
dient men de lastigste passages pianis
simo te kunnen spelen en hiertoe bleek
de soliste niet bij machte, evenmin tot
de psychische kracht van het uitbundige
forte. En dan hebben wij nog niet ge
sproken over de onnauwkeurigheden in
het rhythme en het raffinement van het
toucher. Een groot Ravel-kenner heeft
eens beweerd voor „Le Glbet" zeven en
twintig verschillende manieren van aan
slag nodig te hebben. Misschien is dit
wel wat overdreven, doch twee ls beslist
te weinig. Met Ravel bleef het dus bij
sympathieke bedoelingen en toch was
Daisy Guth hier in zekere zin dichter-
lijker dan als begeleidster.
De violist Alfredo Wang leverde met
de Eerste Solo-Sonate van Bach een
overtuigend bewijs dat hij als musicus
van het juiste hout is gesneden. Zijn
frasering was opvallend stijlvol. Stoer
en afkerig van overladen afwisseling in
de terrasvormige dynamiek, bouwde hij
het werk als een groots fresco op. De
Presto-Finale klonk zelfs, met in acht
neming van alle reprisetekens, vrijwel in
één klanksterkte en maakte een over
tuigende indruk.
J. R.
Joh. A. Alsbach officier
Oranje Nassau
De muziekuitgever Johan AAls
bach, een der twee firmanten van de
muziekuitgeverij Alsbach en Co te
Amsterdam, heeft Zondag' zijn 80ste
verjaardag gevierd. Die middag zijn
velen uit de muziekwereld en daar
buiten deze bekende Amsterdamse figuur
in het American hotel komen geluk
wensen. De secretaris van burgemeester
d'Ailly. mr A. J. Ruys, het gemeente
bestuur vertegenwoordigend-'1, deelde de
heer Alsbach mede, dat de Koningin
hem had benoemd tot officier in de
orde van Oranje Nassau.
Onze lezers kunnen tijdelijk een tweede
abonnement ontvangen tegen betaling
van 0.58 per week voor het binnen
land en 0.74 per week voor het
buitenland.
De bedoeling hiervan ls, dat één exem
plaar bezorgd blijft aan het gewone
adres in Nederland en het tweede
exemplaar aan een tijdelijk relsadres
ln binnen- of buitenland van de abonné.
Beleefd verzoeken wij bij de opgaaf
tevens het verschuldigde bedrag te wil
len voldoen.
Administratie
Algemeen Handelsblad
Afd. Abonnementen.