Statistici aan het voorspellen TRACHOOM,de ziekte van de vuile handen Doorbraak" maar nu eens anders 8 VRIJ NEDERLAND 28 MAART 1953 Zeventien dorpen en buurtschappen op weg naar een betere toekomst Opsterland paart een geest van verzet aan een vaste wil tot vooruitgang. Het combi neert materiële en culturele zaken tot een harmonisch ge heel. Zoals het blijk geeft zeventien dorpen en buurt schappen tot een geheel te kunnen samenbrengen. Het oude, verouderde en achter geblevene ontmoet hier mo derne vormen van gemeente lijk beleid en de doorbraak is hier zichtbaar op weer andere wijzedan het woord meestal aanduidt. OPSTERLA Dit is de klohkestoel van Ureterp en hij karakteriseert deze streek beter dan welke andere foto ook. Hij staat op het kerkhof en wordt geluid als er een dode is. Uit heidense overlevering uiteraard, om de geesten te verdrijven maar dat neemt niet weg, dat de bevolking er bijzonder aan gehecht is. Toen de Duitsers de klokken stalen, was er in een oogwenk weer geld bijeen, voor nieuwe klokken. En dat zegt wat, in deze stellig niet rijke streek. De heer D. Hellinga, Anti-Rev. wethouder, beheerder van het post kantoor te Nijbeets zegt: Opsterland moet steun krijgen. Onze ge meente. kent heus niet de minste luxe. Als ik in het Westen kom en de plantsoenen in de grote steden zie, ver baas ik mij steeds en dan denk ik altiid direct aan onze mod derwegen." rILT U ONS DEZE WEEK VER GEZELLEN naar de gemeente Op sterland, waarvan Beetsterzwaag de hoofdplaats is? Opsterland bestaat uit niet minder dan zeventien dorpen en buurtschappen, maar dat is niet het enige interessante. Opsterland is name lijk, net als Finsterwolde, waarover we het de laatste keer hadden, een gemeente waar men niet voor revolutionnaire ideeën terugschrikt. Zelfs niet in anti-revolutionaire kring. En doordat de Opsterlanders bij hun opstandigheid de redelijkheid niet verliezen en van ge zonde, vooruitstrevende opvattingen blijk geven, is er reden temeer in dit deel van Zuidoost Friesland te pleisteren. Wilt u het bewijs van Opsterlands revolu tionnaire gezindheid? Wel: Finsterwolde^ staat onder regerings- toezicht, maar Opster land heeft als enige Nederlandse gemeente tot twee keer toe niet willen buigen voor de wil der hoger geplaat ste organen. De eerste keer was in 1894, toen de raad zich tegen be lastingverhoging uit sprak als middel om het subsidie op het Armenwezen te kun nen handhaven. De raad wenste dat op een andere wijze op te lossen en gaf toen aan Gedeputeerde Staten te kennen: „Als u on ze begroting anders in elkaar wilt zetten dan wij, dan gaat u uw gang maar, doch... zonder ons." Hetgeen de eerste.keer tot Re- geringscontröle leidde. De tweede keer was in 1946. De raad wens te de burgemeester niet terug, die ook tij dens de oorlog dit ambt had vervuld. De regering zag geen aan leiding deze eerste burger van Opsterland te vervangen, maar de gemeenteraad bleef op zijn stuk en zei: „Zui ver of niet zuiver wij willen een andere burgervader." En de anti-revolutionairen, die waarlijk wel de eerbied kennen voor het hoger geplaatste gezag, waren in dit geval, zo geen gang makers, beslist geen meelopers. De regering wilde niet wijken, de raad bleef thuis en Opsterland werd weer onder Regeringscon- tröle geplaatst. Zo ziet u: als Frie zen „neen" zeggen, be doelen zij ook „neen" en het is goed dat te weten. Het voorkomt vergissingen. Nu hebben de Op sterlanders deze revo lutionnaire gezindheid niet van vandaag of gisteren. Het is eigen- De heer Wijmenga, Christelijk H istorisch wethouder, voortgeko- vien uit de Christelijk Democratische Unie, bestuurslid van talrijke landbouworganisaties, voorvechter voor gro- tere rechtszekerheid voor de boeren, hoopt dat binnen korte tijd een groot ruilverkave lingsplan kan worden uitgevoerd. De heer W. Tostma, P.v.d.A. wethouder, in zijn jonge jaren een héél rode voorman, zegt: „Meer industrie hebben wij hard en hard nodig. Want al ligt ons werkloosheids cijfer niet abnormaal hoog, wij leven op het randje en vergeet de verkapte werkloos heid niet, doordat vele boeren geen volle dagtaak hebben adellijke families arbeiders aan- troKken om het veen te doen af graven, verzuimden de heren van Beetsterzwaag voor nieuwe ar beid te zorgen, toen liet werk in het veen ren einde liep. Zo ont stond in en om Opsterland een bevolking, die, weinig ontwikkeld als zij toen was, gedwongen werd te blijven waar zij toevalliger wijze was gekomen en geen an dere keuze had, dan te trachten uit het land te halen, wat er in zat. En dat was niet veel. De prijzen voor landbouw- en veeteeltproducten waren laag, de pachtsommen en hypotheekren ten hoog. En wie 't niet kon bol werken moest zich of nog dieper in de schulden steken of zag zich zonder pardon van de grond ver wijderd om opgenomen te wor den in het toch veel te grote leger van werklozen. De heer W. Harmsma is niet alleen burgervader en de wa&^het- m de jaren dezer geestelijk vader van de Culturele Raad, hij staat ook aan eeuw tot de tweede-wereldoorlog \iet hQQfd van Vier dochters. De jongste van dit klaverblad en deze schets is uiteraard aller- kwam ook op de foto en waarom zouden wij u haar niet minst volledig. Want dan zouden ook laten zien? wij u ook moeten vertellen hoe de invloed van de adel op de lijk net als in Fin sterwolde zeer be-grijpelijk dat zij nog steeds leven in een geest van verzet, want hun ervaringen, pok al gaat men niet verder, terug dan tot het begin van deze eeuw, recht vaardigen dit alleszins. De macht, de tot willekeur en voortdurende bestaansonzekerheid en armoede leidende macht van het kapitaal en het grootgrondbe zit heeft duizenden Opsterlanders roder dan rood gemaakt. En al is die macht thans vrij wel ten einde (vrijwel betekent: nog niet ge heel...!) de kracht van de reactie daartegen leeft voort. Dat is de onbedoelde winst, die de Friese landadel heeft nagelaten, na tiental len jaren geregeerd te hebben ten eige bate en ter vergroting van het grondgebied van enkele families. Want in tegenstelling tot de latere Gro ningse industriëlen, die evenals de Friese kerk en zo weer op de bevolking leidde tot aanzienlijke afvalligheid en welk een belangrijk aandeel vele predi kanten en onderwijzers individueel heb ben gehad bij de zedelijke steun en opvoe ding van deze. grotendeels beneden het be staansminimum levende, in plaggenhutten vegeterende bevolking. En hoe linkse, revolu tionnaire en anarchistische bewegingen aan dachtig gehoor vonden, hetgeen alles teza men de basis legde voor een bewuster poli tieke plaatsbepaling, een duidelijker meele ven met gemeentelijke zaken, dan in menig andere gemeente, waar het leven heel wat gladder verliep. IAE samenstelling van de tegenwoordige raad van Opsterland getuigt nog van de ontwikkeling der laatste vijftig jaar. Van de 19 zetels worden er 6 door de P.v.d.A. inge nomen. Tot enkele jaren geleden waren er 5 communisten, maar 4 hunner hebben be-, dankt voor Paul de Groots visie op de poli tiek en hebben zich met de revolutionnair- socialist Roorda (wiens naam meer dan plaats selijke bekendheid heeft) afgescheiden. Wat in Finsterwolde niet geschiedde, heeft zich in Opsterland wel voltrokken: de uiterst linksen zijn niet overgeleverd aan de onrede lijkheid der C.P.N en de invloed van de democratie der 6 P.v.d.A.-ers, 4 Anti-Revolu tionairen, 2 Christelijk Historischen en 2 V.V.D.-ers heeft het gewonnen van de totale obstructie, die in Opsterland thans nog slechts 1 man telt. De vier van Roorda aan vaarden de regels der democratie, hetgeen voor hen en voor Opsterland alleen maar goed is Opsterland beleeft trouwens ook op andere wijze duidelijk de democratie. Wij zeiden het reeds: deze gemeente bestaat uit 17 dor pen en buurtschappen. Hier zijn ze: Beet sterzwaag. Olterterp, Ureterp, Bakkeveen. Wijnjeterp, Duurswoude, Lippenhuizen, Hemrik, Gorredijk, Kortezwaag. Langezwaag Terwispel, Tijnje, Nijbeets, Friesche Palen, Sigerswoude, Loeksterhoek. Zij liggen soms vele kilometers van elkaar; Opsterland is namelijk met zijn ruim 23 000 hectare in grootte Nederlands vierde gemeente Amster dam en Den Haag kunnen er samen in ver dwijnen! Het besturen van zulk een op een legpuzzle gelijkende eenheid schept bijzon dere moeilijkheden, al was het maar door de verscheidenheid der plaatselijke verlangens en locale belangen der ruim 20.000 inwoners Doch zeer bewust weet de gemeenteraad van Opsterland de mensen bij de gemeentelijke arbeid te betrekken: elk dorp. elke buurt schap heeft ten minste één vereniging voor Plaatselijk Belang en zij vormen de waarde volste verbindingen tussen bestuur en bevol king. Het is niet te veel gezegd, wanneer wij het aan deze van nature gegroeide, feitelijke doch administratief niet bestaande decentra lisatie toeschrijven, dat Opsterlands gemeen tebestuur enerzijds in staat is nauw contact te onderhouden met de zo verspreid wonende bevolking, anderzijds elke gemeentenaar weet dat zijn verlangens op het ver weg ge legen gemeentehuis terecht komen Hetgeen wij een goede beleving van de democratie noemen. Y/I AAR hoezeer deze verenigingen voor -1'-1 Plaatselijk Belang in figuurlijke zin de afstanden kunnen verkleinen, een kilometer blijft 1000 meter als er gas. water, licht of telefoonleidingen moeten worden aangelegd En als er modderpaden in verharde wegen moeten worden veranderd, komen er in zo'n uitgestrekte gemeente ook in eens veel meer TAE 28e Februari 1950 was U voor de Engelse oogarts dr MacCallan een zwarte dag. Behalve als oogarts was dr MacCallan bekend gewor den door zijn werk als voor zitter van de organisatie ter bestrijding van trachoom, een onderafdeling van de Wereld Gezondheids Organi satie. Op de genoemde dagstond hij in het Westminster Hos pitaal een jonge man te ope reren, een vluchteling uit Centraal Europa, die aan trachoom leed. Trachoom is een besmette lijke oogziekte, en dr Mac Callan droeg uit voorzorg een uiterst fijn zijden mas ker, om eventuele bloedspat- jes, die tijdens de operatie zouden kunnen rondvliegen, tegen te houden. Inderdaad trof een drup peltje het masker, vloog daar doorheen en kwam te recht op een ooglid. Dr MacCallan opereerde door en vergat het incident. Vier dagen later was het oog wat pijnlijk. De elfde dag na de operatie bestond er een uitgesproken bindvliesontste- king van het gehele oog. De zestiende dag gaf het andere oog ook last, en een micros copisch onderzoek van de pus, die uit één der ogen werd gekrabd, liet geen twij fel aan de aard der aandoe ning. Uiteraard kreeg dr Mac Callan de best denkbare be handeling, maar desondanks duurde het drie jaar eer de aandoening geheel genezen was. TRACHOOM is geen nieu we ziekte. Een Chinees medisch handboek van 2769 vóór onze jaartelling geeft reeds aanwijzingen voor de behandeling van complicaties van deze oogziekte. Trachoom wordt veroorzaakt door een filtreerbare smetstof, door zeer kleine parasieten dtjs, die leven in de oppervlakkige la gen van de oogvliezen van de mens. Bestaat de aandoening lang, dan worden ook diepere lagen van bindvlies en hoorn vlies aangetast. Het opper vlak wordt dan ruw als van een rasp. (Het Griekse woord Trakoma betekent ruw op pervlak). Ten slotte wordt het gehele oog overdekt door een ondoorzichtige laag bind weefsel, de gevreesde „pan- nus", en wordt de patiënt blind. Trachoom is geen bijzonder besmettelijke ziekte, daar het virus buiten ons lichaam slechts kort in leven blijft. Besmetting vindt dus alleen daar plaats, waar een inten sief rechtstreeks contact tus sen mensen plaats vindt, waar mensen opeengehoopt wonen, waar hygiënische om standigheden slecht zijn, waar b.v. vliegen in groten getale aanwezig zijn en waar kinderen dooreen krioelen en elkaar besmetten. Eenvoudige hygiënische maatregelen als het regelma tig en zorgvuldig reinigen van de handen zijn voldoen de om de besmetting te voor komen. Als bewijs hiervoor mag gelden het feit, dat in het Amerikaanse leger, waar van grote afdelingen tijdens de laatste oorlog herhaalde lijk in innig contact leefden met een bevolking die inten sief met trachoom was be smet, in het gehele beloop van de oorlog slechts drie gevallen van trachoom zijn geregistreerd. Trachoom veroorzaakt in validiteit op voor onze be grippen ongekende schaal. Men neemt aan dat op dit ogenblik ongeveer één zesde tot één vijfde deel der we reldbevolking aan deze oog ziekte lijdt. Men heeft berekeningen gemaakt van de sociaal-eco nomische gevolgen die het optreden ervan voor bepaalde landen heeft. In Tunis b.v. met een bevolking van 3 a 4 millioen zielen, gaan jaarlijks alleen door de complicaties van trachoom meer dan twintig millioen arbeidsdagen verloren. Wij kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe bevoorrecht wij Nederlanders zijn op het gebied der gezondheidszorg. Zo ver is deze bij ons ontwik keld, dat wij ons de luxe kun nen permitteren, gezonden te onderzoeken, teneinde na te gaan, of misschien toch niet door deze of gene arts of door andere instanties de een of andere geneeslijke aandoe ning over het hoofd werd gezien. Dit terwijl men in andere landen niet weet, hoe en waar de monsterachtige problemen die uit het mas sale ziek zijn voortvloeien, aan te vatten. De grote moeilijkheden lig gen vaak niet (zoals bij tra choom) op zuiver medisch gebied, meestal volgen deze uit de armoede van dergelijke volkeren. Deze zijn te arm om uit zich zelf tot een goede organisatie van de gezond heidszorg te komen, die alleen in staat is, door een effec tieve ziektebestrijding de aangetaste bevolking tot ho ger levenspeil op te heffen. Het is duidelijk, dat andere volkeren, levend onder betere omstandigheden, hier hebben te helpen. Het besef van deze verantwoordelijkheid heeft geleid tot de oprichting van de Wereld Gezondheids Orga nisatie. Onder leiding van dr MacCallan is nu het voorbe reidende onderzoek over de verspreiding van trachoom over de wereld afgesloten. Binnen enkele jaren stelt men zich voor te beginnen met grote campagnes, die met de betrekkelijk geringe middelen die beschikbaar zijn erop gericht zullen zijn, grote gebieden van trachoom te bevrijden. DR J. T. BUMA. De moderne mens berekent wat komen gaat guldens per hoofd der bevolking op de begro ting te staan, dan in de meeste andere ge vallen. De uitgestrektheid maakt alles extra duur (er zijn dertig scholen nodig, voor een aantal kinderen dat in tien ondergebracht kon worden) en dat zou allemaal nog niet zo heel erg zijn, als de Opsterlandse bevolking uit lieden bestond, die een aardig centje ach ter de hand hadden. Maar hier wreekt zich het verleden weer. De toch al zware pro blemen worden nogmaals verdubbeld, door dat de kleine boeren al lang gelukkig zijn als het tegenwoordige peil der veeteeltprijzen behouden blijft, waardoor zij, tezamen met de na de oorlog verkregen wettelijke bescher ming tegen te hoge pacht- en hypotheekgel- den en willekeurige verwijdering van hun grond, een beetje bestaanszekerheid hebben Vandaar dat men in Opsterland weinig telefoon-aansluitingen vindt, over welke noodzaak men nog kan twisten. Maar dat de boerenbedrijven het nog veelal zonder gas en electriciteit moeten stellen, is regelrecht een voortdurende schadepost. Slechts de sterkste ingewanden zijn bestand tegen het ongezond^ pompwater, de kinderen kunnen 's winters vaak niet naar school, doordat de wegen in brede geulen modder zijn veranderd en om dezelfde reden moet menige begrafenis wor den uitgesteld, daar de wagens tot de assen in de grond zouden wegzakken. Zie hier en kele voorbeelden, hoeveel hier nog op de tijd moet worden ingehaald! Het is duidelijk dat deze gemeente, arm als zij is gebleven door hét voormalige liberale beheer, er ondanks hard werken, grootste zuinigheid en bereidheid zich ontberingen te getroosten, er met bovenop kan komen zon der hulp van buiten. Evenzeer als het duide lijk is. dat zij recht heeft op zulke steun en dat het Nederlandse gemeenschapsplicht is daarvoor te zorgen. Hier raken de gemeente politieke beschouwingen die van de lands- politiek. wat vandaag niet aan de orde is Maar het mag toch wel even gezegd zijn, dat het van meer dan locaal belang is, streken als Opsterland, Finsterwolde en andere ach ter gebleven gebieden de steun te verlenen, die zij zo van node hebben en waartoe de plannen thans worden voorbereid. TTOE arm Opsterland ook is, hoe hard het nodig is om de economische omstandig heden van dit gebied snel te verbeteren, op dat een einde komt aan de 42 procent 1- en 2-kamerwoningen, aan de slechts 18 procent aansluitingen op de waterleiding, aan de vele modderpoelen, die wegen heten te zijn, hoe hard dat allemaal ook nodig is. van brood alleen kan men niet leven. Materiële verbe tering zonder de geest het zijne te geven, leidt tóch tot verarming. Daarom is het zo verkwikkend te ervaren dat juist Opsterland grote belangstelling heeft en die belangstelling ook georgani seerd heeft voor culturele zaken. Iedereen in de gemeente zegt, dat burgemeester Harmsma de man is. die de Culturele Raad stichtte, maar zelf wil hij daarvan niet we ten Omdat het doel van deze Raad is alle richtingen der bevolking samen te brengen voor de meest uiteenlopende zaken. Voor culturele zaken, Aiaar vooral die met een kleine c. Niet te hoog grijpen, niet uitslui tend voorstellingen van het Ballet der Lage Landen of toneelgezelschappen uit het Wes ten. Maar in de eerste plaats: de zelfwerk zaamheid bevorderen. Van de vogelwacht van de eigen toneelverenigingen, door hen in contact te brengen met mensen die op de practijk gerichte cursussen geven, van de plaatselijke muziekverenigingen en gym- rlE DENKT er bij het onderwerp „Het Voorspellen" niet aan de uitzonderlijke gave toekomstige ge beurtenissen te aanschouwen en te weten, terwijl gewone stervelingen maar moeten afwachten wat voor hen is weggelegd? „Voorspellen" heeft ondanks de nieuwe Utrechtse leerstoel, toch een mystieke geladenheid en ivie dit dan als thema ziet staan op het programma voor de Statistische Dag van de Ver. voor Statistiek, snelt naar het Rotterdamse Groothandelsgebouw met de vraag in het hart: „Heren statistici, quo vadis?" Laten wij u aanstonds gerustellën: de aanwezigen zijn alleszins met beide benen op de grond gebleven. Behalve een enkel uitstapje naar het land van de humor, heeft het tiental sprekers zich niet aan voorspel lingen gewaagd in de zin van de visionnair, die zegt te onthullen wat aan minder be gaafden verborgen blijft. Want het frappante van de serie voor drachten was hoezeer het op allerlei gebied mogelijk blijkt de wetmatigheid van op elkander inwerkende factoren vast te leggen en zodoende de toekomst te berekenen, of door bewuste verandering der factoren, te beheersen. „Een wetenschappelijke voorspelling," zo zei prof. dr D. van Dantzig in zijn inleiding tot deze dag, „moet op waarneming gebaseerd zijn, daaruit logisch redenerend afgeleid worden en door ervaring controleerbaar wezen." Zij mag niet dubbelzinnig zijn, zoals het Orakel van Delphi en dient aan een tijdslimiet gebonden te worden. De mede deling „alles sal reg kom" moge een voor spelling genoemd worden, zij voldoet aan geen der eisen, evenmin als de profetie: „Ik voel dat er vandaag iets gebeuren gaat," ondanks de aangegeven tijdsduur waarbinnen dit gevoel zich ophoudt. Wie van dr H Baudets onderwerp: „Het voorspellen van geschiedkundige ontwikke lingen" mededelingen verwachtte in de zin van de sprekende stenen, heeft stenen voor brood gekregen Deze spreker beschreef hoe de mensheid in de ons bekende tijd van haar bestaan steeds getracht heeft de toe komst te doorgronden, zij het in haar ont wikkelingsgang meermalen anders geaccen tueerd. Was de negentiende eeuw met al haar vreugde om de evolutiegedachte nog bereid de toekomst te willen ontsluieren zoals de vrouw, die de kip met de gouden eieren slachtte, om vooral snel alles binnen te halen wat er aan heerlijks te beleven viel, thans willen wij uit angst en vrees liever zekerheid over het komende hebben, in plaats nastiekverenigingen. De Culturele Raad be schikt maar over een beetje geld, maar hij houdt toch eens per jaar een Culturele Dag. zoals dit jaar met een prijsvraag, welk dorp de beste dorpsavond kan geven, wat de zelf werkzaamheid in de zeventien delen van Opsterland in hoge mate prikkelt. Er is een Openbare Leeszaal opgericht, er was een prijsvraag voor Friese schrijvers en van de Volkshogeschool te Bakkeveen gaan ook tal rijke stimulansen uit. Heel Opsterland in al zijn geledingen is (behalve natuurlijk dat deel, dat door de ene communist in de raad wordt vertegen woordigd! op de een of andere wijze betrok ken bij de Culturele Raad. Men mag dan ver van elkaar wonen, kilometers moeten afleggen langs vaak slechte wegen om elkaar te ontmoeten, de Opsterlanders weten elkan der te vinden. Zowel in de Culturele Raad ais in de gemeenteraad. En wie als vreemdeling met deze gemeen schap te maken krijgt, gaat ondanks alle materiële zorgelijkheid, die hij te aanschou wen kreeg met een gevoel van waardering en optimisme naar Holland terug. W. B. F. SCHAPER van in het ongewisse verder te leven. Over het algemeen kunnen historische ontwikke lingen. behalve enigszins in de economische sector, niet voorspeld worden, alhoewel het 70 jaar geleden door Seeley geschreven „Expansion of England" de tegenwoordige toestand verrassend nabij komt met zijn controverse tussen Rusland, en Amerika en Engeland als tot de derde plaats terugge drongen wereldmacht. „Maar...," zo zei dr Baudet, „als het de bedoeling van de Schep per was geweest dat wij de toekomst leerden kennen, zou Hij dat niet zo moeilijk hebben gemaakt. Tenzij men wil spreken van een misverstand tussen mens en Schepper." Prof. dr S. W. Visser wilde het woord voorspellen onmiddellijk vervangen door „verwachten" bij zijn referaat over het K.N.M.I. De Bilt voorspelt namelijk niet, doch geeft de meest waarschijnlijke ver wachting aan. Het grote probleem is echter binnen welke grenzen men de verwachting moet formuleren. Een voorspelling dat de temperatuur tussen min 5 en plus 15 graden zal zijn, is in de meeste gevallen waardeloos, juist doordat zij een trefkans heeft van 100 procent. Anderzijds staat De Bilt voor de taak, dat de verwachting kort en helder moet worden opgesteld, terwijl de verschil len, zelfs in een klein land als het onze, toch aanzienlijk kunnen zijn. Hetgeen vooral voor de nachtelijke minimumtemperaturen geldt. Het was opvallend te vernemen welk een grote trefkans overigens de zogenaamde „blinde voorspellingen" hebben, waarvan niet alleen de Enkhuizer Almanakken ge bruik maken door een bepaald jaar in het verleden als maatstaf te nemen, doch waar van ook in Duitsland meteorologen zich be dienen, uitgaande van de stelling: „het weer van morgen is gelijk aan dat van heden" als uitgangspunt voor een daarna wel weten schappelijk verantwoorde verwachting. Hoe zeer echter de weersverwachting toch ook weer afhankelijk blijft van zeer persoonlijke factoren, bleek uit sprekers slechts'ten dele schertsenderwijs gemaakte opmerking over de betekenis van het weer voor de stemming van de weerdienstleider en de structuur van zijn karakter, dat immers mede bepalend is voor de vraag in hoeverre hij het risico element in zijn uit te spreken „voorspelling" toelaat. Aan vrof dr ir J. P Mazure was het gegeven een hoogst actueel onderwerp te be spreken: het voorspellen der waterstanden. Reeds in 1939 deelde ir Wemelsfelder in een publicatie mee, dat onze dijken te laag waren, welker hoogte bepaald werd door de hoogst bekende stand. Dit criterium zou ver vangen moeten worden door de hoogst denk bare stand, doch die is, zoals wiskundig vaststaat, nimmer aan te geven. De vraag is nu maar waar wij in dit leven, dat voort durend beslissingen eist met een factor risico, het punt vinden waar dit nemen van risico in overeenstemming met ons geweten is Met andere woorden: moet een dijk zo hoog zijn, dat er slechts een keer in de 100 jaar kans op overspoeling is. of moet die kans verkleind worden tot eens in de 300, 500 of 1000 jaar? De vloed van 1 Februari heeft getoond dat de verhouding tussen dijk- hoogte en waterstand in Hoek van Holland was. zoals zij daar eens in de 250 jaar kan voorkomen, te Vlissingen echter eens in de 700 jaar. De dijken van het IJselmeer. die gebouwd moesten worden toen er zelfs van een hoogst bekende stand nog geen sprake kon zijn, hebben een hoogte, die alweer wiskundig berekend slechts een maal in de duizend jaar (en dan nog wel gedurende slechts een uur) door het water overtroffen kan worden. Dr Ph J Idenburg. directeur-generaal van de Statistiek en voorzitter der vereniging, besloot de dag. die toonde dat het moderne voorspellen berekenen is en dan krijgt alles de schijn van eenvoud ontdaan als het is van de verwarrende sfeer der mystiek W. SCH.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1