Deugt onze
bewapening
TITO IS ER NOG NIET
Het verguldavondje
Honderd jaar Vincent
IN DIT NUMMER
METJ-M DE STEM ONAFHANKELIJK WEEKBLAD
De lessen uit de ramp.
Aprilbeweging en zon
dagswet. Een beschou
wing over de protestantse hou
ding ten opzichte van „Honderd
jaar herstel door bisschoppelijke
hiërarchie" en een plaatsbepa
ling ten aanzien van de Zondags
wet.
Joegoslavisch en Westers socialisme
Bittere pil der huurverhoging
FINCENT VAN GOGH werd
honderd jaar geleden gebo
ren. Hij wist toen niet, wat wij
nu weten: dat
hij een moeilijk,
ongelukkig en
kort leven zou
leiden. Ook niet,
dat hij honderd
jaar later een
wereldnaam zou
hebben en dat
zijn bekendheid
zich niet zou be
perken tot de
kunstélite der
maar ook de gewone man zou
aanspreken. De geboortedag van
deze strijder en schilder geden
ken wij op blz. 5 in woord en
beeld.
...geb. 1853
maatschappij,
Die worden ons geleerd op
blz. 3, waar een reportage over
Ooltgensplaat te lezen valt.
OPSTERLAND, een gemeente,
waar een gelukkige combina
tie van democratische, revolu-
tionnaire en vooruitstrevende
tendenzen werd gevonden, is nu
aan de beurt in onze „gemeen
ten-serie".
(Van onze militaire medewerker)
TYTEDERLAND is bezig met de opbouw van
zijn strijdkrachten ter zee, te land en in
de lucht. Ten dele doen wij dat met eigen
middelen, ten dele krijgen wij hiervoor finan
ciële en materiële hulp van de Verenigde
Staten. In het laatste geval door recht
streekse wapenleveranties uit Amerika, dan
wel door middel van voor Amerikaanse reke
ning in Europa bestelde wapens en uitrus
tingsstukken.
De volgorde waarin een en ander plaats
heeft is willekeurig, terwijl een logische coör
dinatie vaak verre is te zoeken. Niettegen
staande alle officiële beweringen van het
tegendeel, zijn wij daarbij vaak ten achter
gesteld bij andere landen. Door dit alles ver
toont de gehele bewapening van de Neder
landse weermacht op verschillende punten
nog een chaotisch beeld, dat volkomen on
harmonisch is met betrekking tot de geogra-
fisch-strategische eisen van
het ogenblik. Men heeft
een voorsprong op een stra
tegisch secundair terrein
en een schromelijke ach
terstand 0p een primair
strategisch gebied. Zonder
aanspraak op volledigheid
te willen maken, mogen we
de toestand met een aantal
voorbeelden toelichten.
Bij de behandeling van
de Oorlogsbegroting voor
1953 in de Eerste Kamer
deelde de Minister het vol
gende mede:
„Wij hopen dit jaar weer honderden ka
nonnen te krijgen voor de koopvaardij
schepen."
Tegenover dit prettige vooruitzicht voor de
zeemacht, hoorde de landmacht het volgende:
„Men is steeds ongerust oj wel voldoende
aandacht aan de territoriale verdediging
wordt besteed. Deze verdediging heelt de
volle aandacht en is in gestadige opbouw.
Luchtdoelartillerie en munitie zijn nog
niet in belangr ij ke hoeveel
heden aanwezig (wij spatiëren)
maar het materiaal komt geregeld binnen en
einde 1954 mag worden verwacht, dat aan
het programma is voldaan."
Tezelfdcr tijd kunnen we lezen, dat een
onzer nieuwe kruisers spoedig in de vaart
komt. Daaraan zijn tientallen millioenen
guldens besteed, doch voor de aankoop van
vechtwagens voor de territoriale verdediging
staat nog geen gulden op de begroting, noch
is er enig bedrag voor dit doel uitgetrokken
in het beroemde defensieplan van 6 milliard
gulden, te besteden in vier jaar tijd. Wel
heeft de minister van Oorlog positief mede
gedeeld, dat wij voor dit doel (de territoriale
verdediging) niet op Amerikaanse hulp mo
gen rekenen.
Het ziet er dus voor de wapen voorziening
van de territoriale verdediging, zowel tegen
gevaar te land als tegen gevaar in de lucht,
somber uit. Dit laatste wordt nog geaccen
tueerd door het feit, dat op vervanging van
de verouderde Meteor-jachtvliegtuigen nog
geen. enkel uitzicht bestaat, niettegenstaande
verschillende modernere typen zowel in
Amerika als in Engeland in productie zijn
en aan andere landen worden geleverd. Ten
overvloede bestaat er ook nog geen enkel
uitzicht op de leveranties van een nacht- of
„all weather"-jager voor de luchtverdediging,
hoewel van dit soort vliegtuig ook verschil
lende typen in vorengenoemde landen in
productie zijn en aan andere landen worden
geleverd.
Terwijl de marine wel op peil wordt ge
bracht en zelfs een voorsprong heeft, terwijl
zij chronologisch en functioneel-strategisch
van secundair belang is, wordt de strategisch
van primair belang zijnde lucht- en territo
riale verdediging aldus ten achter gesteld
Wanneer West-Europa tengevolge van deze
gang van zaken door een agressor zou wor
den bezet, zou het weinig baten, dat met
kanonnen bewapende koopvaardijschepen,
alsmede vliegdekschepen en kruisers aan het
spelevaren waren op een oceaan, die geen.
verbindingsweg meer is. Een verbinding ver
onderstelt twee verbindingspw?ite?2, nl. in
scheep- en ontscheephavens, de onmisbare
elementen voor de uitoefening van de Macht
ter zee. Wanneer de ontscheephavens in
vijandelijke handen zouden zijn gevallen,
zou de Macht ter zee en al haar strijdmid
delen haar reden van bestaan hebben verlo
ren. De strategisch logische volgorde is dus:
opbouw van onze macht te land en in de
lucht, gevolgd door die ter zee, wanneer de
opbouw van alle drie niet gelijktijdig kan
geschieden.
Daar dit laatste niet het geval is, moet
prioriteit wenden gegeven. De thans gevolgde
prioriteit beantwoordt echter niet aan de
strategische noodzaak.
Perikelen bij de
wapenleveranties
door
onze militaire
medewerker
"IVTIET beter staat het met de bewapening te
-'land. Terwijl wij oorspronkelijk Ameri
kaanse Patton-tanks zouden krijgen, wacht'
ten wij daarop nog steeds tevergeefs. Wel
werden zij aan België en Frankrijk geleverd!
Tenslotte worden wij met vertraging uit de
brand geholpen door de leverantie van op
kosten van Amerika in Engeland gebouwde
Centurion-tanks.
Terwijl wij oorspronkelijk onze gehele
artillerie-uitrusting voor het Legerkorps van
het veldleger uit- Amerika zouden krijgen, is
de leverantie opgeschort en moeten we het
ten dele met Amerikaans, ten dele met het
nog in ons bezit zijnde Britse geschut doen.
Daar dit laatste bestemd was voor de terri
toriale verdediging, zodra er voldoende Ame
rikaans geschut zou zijn voor het veldleger,
is door deze gang van zaken de territoriale
verdediging andermaal het kind van de
rekening.
Verder hebben de Amerikaanse wapenleve
ranties het eigenaardige ge
brek, dat zij niet gecoördi
neerd worden met de leve
rantie van bijbehorende on-
do'piw munitie. Dit
gebf'.w.-.Mi ook bij de her-
bewap mnc vóór en tijdens
de achter tfns liggende we
reldoorlogen ondervonden.
Toen leverde Amerika o.m.
wapens voor het ex-K.N.I.L.,
doch zonder munitie. Zo
stonden honderden gloed
nieuwe mitrailleurs in de
magazijnen zonder een
schot munitie, toen de Japanse invasie kwam.
Thans komen op grote schaal wapens ter be
schikking van de Kon. Landmacht, doch zon
der de daarbij behorende munitie.
Kanonnen kunnen niet werken omdat
bepaalde onmisbare onderdelen ontbre
ken, vechtwagens staan ongebruikt, om
dat het daarbij behorende exclusieve
type accu ontbreekt.
En tot besluit! Het Amerikaanse leger
heeft onlangs een verklaring uitgegeven, dat
het geleide of zelfbesturende projectielen
heeft, die zo goed zijn, dat het vrijwel onmo
gelijk is, dat zij hun doel missen, ongeacht
de bewegingen van vijandelijke vliegtuigen.
Een der projectielen, de Nike genaamd, heeft
een richtingsysteem, dat het in staat stelt
een vijand te treffen, ook al verandert deze
tijdens de vlucht van richting. Er is een
programma, dat in vele gevallen van het
ontwikkelingsstadium in het stadium der
massaproductie is getreden, aldus de verkla
ring.
Doch nog géén van dit soort moderne pro
jectielen is voor de luchtafweer aan Neder
land geleverd. Zelfs inlichtingen ter zake
heeft Amerika ons onthouden, ook al staan
wij met onze kwetsbare strategische ligging
in de voorste lijn!
Wij mogen met deze greep van feiten vol
staan. Wij herbewapenen nationaal en inter
nationaal op een wijze, die de strategische
logica op vele punten met voeten treedt. Er
is geen sprake van een harmonische opbouw,
die phase voor phase een afgerond geheel
vormt en zo goed mogelijk aansluit op de
geografisch-strategische verhoudingen. De
harmonie kan pas komen, wanneer wij het
einddoel hebben bereikt. Dan kunnen en
moeten alle los van elkaar werkende delen
op een gelijk niveau uitmonden. Doch op
weg naar dit einddoel is het verband op vele
punten volkomen zoek en daarom onbevre
digend.
Nationaal zijn wij hiervoor slechts ten dele
verantwoordelijk. Dit bedenke men wanneer
we klaar staan met critiek op de defensie
leiding. De perikelen van de wapenleveranties
liggen ten dele buiten de verantwoordelijk
heid van de regering. Slechts op het punt,
waar zij wel tientallen millioenen guldens
voteert voor kruisers, zonder een cent te
reserveren voor de onmisbare vechtwagens
voor de territoriale verdediging, komt haar
eigen verantwoordelijkheid in het geding.
DE ZETTER:
„De heleboel zit in de knop."
VRI) NEDERLAND
Dertiende jaargang no 31 28 Maart 1953
Prijs 30 cent
Het nieuwe nummer na de grote pauze... een ijdele belofte?
TTET is een kinderlijke opvatting te ver
onderstellen, dat Tito's reis naar Londen
nutteloos is geweest, omdat het staatshoofd
van Joegoslavië geen kaartje voor de voetbal
wedstrijd van „Arsenal" heeft kunnen be
machtigen. Men schiet verder tekort in ver
beeldingskracht, wanneer men aanneemt, dat
de gevolgen van dit bezoek slechts voelbaar
zullen worden in de verhouding tussen de
regeringen van Joegoslavië en van andere
landen.
Tegelijkertijd met Tito's reis hebben vak
verenigingsleiders uit zijn land krachtige
aandrang uitgeoefend op de vakverenigingen
uit de Westerse landen, die zijn georgani
seerd in het I.V.V.V. (het Verbond der Vrije
Vakverenigingen, waarbij ook het Neder
landse N.V.V. is aangesloten).-Verleden jaar
is een poging van de Joegoslavische vakbewe
ging om in het I.V.V.V. te komen, afgestuit
op een besluit van de bestuursvergadering
van dat lichaam, die toen in Berlijn bijeen
kwam. De besprekingen waren niet voor de
openbaarheid bestemd, maar in de pers is
na de bestuursvergadering het bericht ver
schenen, dat een rapport van onze land
genoot J. H. Oldenbroek (de internationale
secretaris) het voornaamste struikelblok was.
In dit rapport zou nl. aan de hand van de
feiten zijn betoogd, dat de vakbeweging van
Joegoslavië niet „vrij" is.
Via een uitvoerige correspondentie met de
machtige Amerikaanse vakbewegingsleider
David Dubinsky (van de organisatie der
kleermakers en kleermaaksters), schijnt
thans de Joegoslavische vakbeweging er in
geslaagd te zijn een bres te schieten in het
front van het I.V.V.V.; deze gedachte heerst
althans in Joegoslavische kringen. Ander
zijds kan men in het land van Tito moeilijk
over 't hoofd zien, dat een andere machtige
Amerikaan, John Lewis (mijnwerkersbond)
zich mordicus tegen contact met vertegen
woordigers uit Joegoslavië heeft verzet en
dat geen enkele Amerikaanse vakbond tot
dusver gevolg heeft willen geven aan ver
zoeken om gedelegeerden naar Joegoslavië
te zenden. Verder staan de rigoureuze bepa
lingen van de McCarran-wet een bezoek van
Joegoslaven aan Amerika in de weg, aan
gezien zij door de emigratie-politie als „com
munisten" zullen worden geweerd.
In de kringen van de (politieke) Socialisti
sche Internationale is het vraagstuk van de
verhouding tot Joegoslavië eveneens aan de
orde. Op de conferentie der Aziatische Socia
listen in Rangoon in het begin van 1953, was
Joegoslavië vertegenwoordigd, maar de invi
taties gingen niet uit van het Londense
Bureau der Internationale, maar van een
college, dat de conferentie in Rangoon had
voorbereid en dat volstrekt autonoom was
en is.
Het Bureau van de Londense Socialistische
Internationale zal deze kwestie in April te
Parijs bespreken. Voorzover de meningen
van aangesloten socialistische partijen be
kend zijn, mag worden verondersteld, dat zij
niet zeer belust zullen zijn om hals over kop
betrekkingen met Tito's regeringspartij aan
te knopen.
De reacties aan katholieke zijde op het
bezoek van Tito geven verder een aanwijzing,
dat men daar sterke remmingen voelt. Om
trent de felle protesten, die Engelse katho
lieken, zowel aan de kant van Labour als
aan de conservatieve zijde deden horen, zijn
in de pers verschillende berichten versche
nen. De Katholieke Unie van Engeland,
tezamen met negentien andere grote katho
lieke organisaties, heeft echter een memoran
dum tot de Britse regering gericht, dat een
scheiding maakt tussen politieke en andere
vraagstukken. In dat memorandum staat o.a.:
„Het is niet het doel van dit schrijven
tegen het bezoek van de maarschalk te
protesteren. Terwijl er velen zijn, die er de
voorkeur aan zouden hebben gegeven, dat
de uitnodiging niet zou zijn gedaan, wenst
de Katholieke Unie de wijsheid van de
regering in haar pogingen om de Brits-
Joegoslavische betrekkingen te verbeteren,
niet in twijfel te trekken. Maar de Engelse
katholieken zijn diep bezorgd over het lot
van hun mede-katholieken en van hun
mede-christenen in Joegoslavië, zij achten
het van essentieel belang, dat het bezoek
van de maarschalk aan Engeland niet zo
kan worden uitgelegd, dat het beschouwd
zou kunnen worden als een veronachtza
ming door de Britse regering van Tito's
onderdrukkende anti-godsdienstige poli
tiek."
De conclusie van dit alles is, dat Tito „er
nog niet is."
TAE KOMENDE huurverhoging men
voelt zich gedrongen het aan te nemen
kan redelijk worden genoemd. Desniettemin
zullen velen haar instinctief onaangenaam
blijven vinden. Misschien behoren tot die
velen de sommigen die zich herinneren, hoe
zo'n 35 jaar geleden het „rode Wenen" het
particuliere huizenbezit „verouderd en dus
onzedelijk" achtte, het zWaar belastte en van
die belasting de formidabele arbeidershuizen
blokken met minimale huren bouwde, die
van dat rode Wenen de roem uitmaakten.
Nu, ten onzent komt het tot zodanige be
lasting op het woningbezit niet; wel tot
huurverhoging: een redelijke pil, maar e-n
bittere pil, die dus een beetje verguldsel wel
kan verdragen.
Vandaar als resultaat van een verguld
avondje van het kabinet de compensaties,
door de regering bij Nota aan de Tweede
Kamer in het vooruitzicht gesteld.
Een tegemoetkoming hier, een tegemoet
koming daar. En de meest spectaculaire
daarvan: de afschaffing van het schoolgeld
voor het lager onderwijs wat dat betreft
is Nederland dus straks niet langer de enige
smadelijke Europese uitzondering. Zullen al
die tegemoetkomingen de huurverhoging kun
nen opvangen? De Nota is niet zo uitvoerig
en gedetailleerd, dat men dit nauwkeurig kan
berekenen.
En slaat men aan het rekenen, dan komt
men tot fracties van procenten, waarmee
ons budget straks na aan de huurkant
verhoogd te zijn verlaagd zal worden. Ver
laagde suikeraccijns: 0,2 procent, afschaffing
van de omzetbelasting op huisbrand: 0,1 pro
cent. Het is uit een goed hart, maar weinig.
Maar daarom niet getreurd: in de herfst
gaat men in de Stichting van de Arbeid over
een aanvullende loonsverhoging praten. Hoe
veel? Ons lijfblad „De Tijd" verraadt: de
schattingen bewegen zich tussen 1 en 1,8
procent. Ook weer: weinig, maar uit een
goed hart.
En, voegen wij er aan toe, uit een verstan
dig hart. De regering, als zij de compensatie
maatregelen niet allereerst in de sfeer der
loonsverhoging zoekt, doch veeleer in die van
het verbruik, handelt verstandig. Hier im
mers liggen de mogelijkheden tot bestaans-
verlichtmg die vooral ten goede kunnen ko
men aan hen die haar het meest behoeven:
de kinderrijken, de kleine neringdoenden, de
pensioentrekkers. Wij denken daarbij be
halve aan de accijnsverlagingen ook aan de
verlaging der personele belasting en aan de
aankondiging (waarbij het niet blijve) dat
nagegaan zal worden „in hoeverre aanvul
lende maatregelen moeten worden genomen
voor degenen die uitkeringen ontvangen op
grond van de Noodwet Ouderdomsvoorziening
en voor de van overheidswege gepensionneer-
den."
Weinig maar uit een goed hart, zeiden wij.
Op het „weinig" is hier en daar wel wat al
te zeer de nadruk gelegd, wanneer men zijn
oordeel gaf over de voorgestelde belasting
maatregelen ten bate van het bedrijfsleven.
Inderdaad zal daarvan niet altijd onmiddel
lijke aandeelhouderswinst het gevolg zijn
(er is ook nog zo iets als een dividendstop!).
Maar investering en voortgaande industriali
satie zullen door die maatregelen ongetwij
feld op bescheiden wijze worden gestimu
leerd. En dat is in Nederlands voornaamste
en nog altijd meest urgente belang.
Intussen: de Nota is nog maar een begin.
Nu de wetsontwerpen, nu de parlementaire
behandeling daarvan nog. Wij weten alleen
nog maar hoe de regering koersen wil: nie
mand zal durven beweren dat de volksver
tegenwoordiging haar automatisch volgen
zal.
En nóg een intussen: we hebben met ons
allen tot uiterlijk 1 Januari de tijd om al
vast iets op zij te leggen voor de hogere huur
Want dat zal nodig zijn voor het geval het
met de onmiddellijke uitwerking van de
compensatie-maatregelen niethelemaal
mee zou vallen.