Ze hebben elkaar veel te vertellen Anthony Asquith gebruikt film als toneelkijker Aan de Poort van Europa Uw Jaarbeurs ontaardde in druk kijkspel Welgestelden worden bij ons uitgeplunderd En wie is Jonathan? reeds m 1946 waS Getrouwd maar ongehuwd Sublieme opvoering van Ernst van Ernst Oude bekenden Spookachtige getallen uit de film-wereld AVONTUUR Chirurg steelt een gezicht Greta Garbo zichzelf en eenzaam vorstin HET VRIJE VOLK ZATERDAG 28 MAART 1953 Twee dagen lang hebben ze samen door Rotterdam gelopenHand in hand zwierven ze langs de havens, slenterden ze over de Coolsingel en wandelden ze door het Park. Twee lange, zonnige dagen in de Maasstad. En wat hebben ze van Rotterdam gezien? Wei nig of niets! Want ze hadden alleen maar ogen voor elkaar. Telkens weer moesten ze elkaar aankijken en dan verstrengelden hun vingers zich vaster in een stevige handdruk, die onopvallend voor de gehaaste buitenwereld hun groet geluk voor elkander moest bevestigen Ze hebben elkaar zo onzegbaar veel te vertellen. Ze struikelen bijna over hun woorden om al die kleine bij zonderheden te vermelden, die maan denlang verzwegen moesten warden. Er zijn immers ontelbare zaken, die zich niet op papier laten zetten en die toch niet ongezegd mogen blijven tussen verliefde jonge mensen. En dan zijn er nog die vele wetenswaar digheden. die te onbelangrijk lijken als de pen op het papier rust. En ook die zijn waard verteld en gehoord te worden. Dagelijks rapport Iedere avond hebben ze trouw rap port uitgebracht van alle belevenissen van de afgelopen dag. Ruim acht maanden lang hebben ze elkaar iedere avond een brief geschreven, waarin veel, maar niet alles werd ver teld. Thuis, in haar woonplaats Columbus, de hoofdstad van de Amerikaanse staat Ohio, heeft Ruth al de brieven van haar man Judson Boos bewaard. In een la van een kastje op haar meisjeskamer, waar ze. sinds Judson in dienst is, weer woont, heeft ze die brieven allemaal met rode lintjes samengebundeld tot stapeltjes. Meer dan tweehonderd en vijftig brieven liggen in die la. waaruit het fijne lin nengoed wijken moest, Samen hebben ze in die lange, lange tijd van hun onvrijwillige scheiding voor ruim honderd gulden postzegels verbruikt..,. De „Maasdam" („Een heerlijk schip") heeft Ruth naar Rot terdam gebracht, waar Judson al een dag op de kade stond te wachten. Hij kreeg drie dagen verlof van zijn legeronderdeel in Darmstadt. Nu zullen ze vier maanden samen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Stapels brieven iïgge gen thuis llllllllllllllllülllllllllllllllllllllllllllil zijn en dan moet Ruth weer alleen terug naar Columbus, want dan be ginnen voor Judson de grote oefe ningen in het veld. Maar aan het eind van het jaar komt hij met groot verlof. Judson is een stoere jonge kerel van nauwelijks vier en twintig. Strikt eenvoudig en bescheiden, soms zelfs uitgesproken verlegen. Dan bloost hij als een betrapte schooljongen. Maar meestal is er een gulle lach op zijn gezicht. Hij heeft een keurig pak J aan, dat hij echter een beetje on wennig draagt. Kennelijk is hij te lang gewend aan het uniform zonder hinderlijke knopen, die steeds weer open en dicht moeten, Duizenden fietsen Zijn vrouw Ruth is een knap vrouwtje, dat uitmunt door beschei denheid en eenvoud, maar ze is niet verlegen en ook niet op haar (vuur rode) mondje gevallen. Judson rookt niet: zij wel. „Ik vind het geen slechte, maar wel een dure gewoon te", zegt ze met een glimlach, die haar innemend maakt, Ze beweegt zich in het deftige hotel gemakkelijk ln haar gebreide jurkje van licht groene wol. Dat is eigenlijk wel verwonderlijk, want en dat geven ze beiden grif toe ze zijn niet ln een dergelijke luxe opgegroeid. Ze werden geboren in dorpjes in de buurt van Colum bus, leerden elkaar op de middelbare school kennen en gingen pas naar de stad, toen Judson arbeider bij de Amerikaanse PTT werd en ze, ruim drie jaar geleden, konden trouwen. „Twee dingen hebben mij hier bij zonder getroffen", vertelt Ruth, „in de eerste plaats die duizenden fiet sen, die zonder ongelukken over de straten zwerven. En verderde mo derne, kloeke architectuur van jullie nieuwe huizen en gebouwen. Daar kunnen wij in Amerika nog een lesje aan nemen. Het valt hier trouwens op, dat jullie schijnbaar geen ellen dige armoede kennen," Dan hebben ze geen tijd meer voor ons, want ze zijn nog lang niet uitgepraat Paul Saks Gehuld in een wolk parfum ont moeten we de antiquair en handelaar in kunstwerken Paul Saks uit de Frans-Canadese stad Montreal. Een gedrongen man met grijzende slapen, een vlinderdasje, een lichtgrijs costuum en beminnelijke manieren. Een man, die zijn goede vormen kent en nauwgezet toepast. Een goed van de tongriem gesneden zakenman, die zijn vele zaken in vijf landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan met gemak behandelt. Zijn grootvader had een zaak in de Amsterdamse Kalverstraat; zijn vader vestigde zich in hij zelf ging zijn geluk met succes in Canada beproeven. Maar de relaties in Engeland en Holland is hij niet vergeten en daarom zwerft hij nu al meer dan vijf en veertig jaar tussen die drie landen, waarbij ölllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Belgfë"^Frank rijk bezoekt. En Prijst t I -i. werken", die va- OOmeelt rieren van Chi nees porselein tot zonder gïlandse kl°m' Paul Saks praat aarzelen gemakkelijk en veel, maar alles llllllllillllllllllllllllllilllllllllllllllllll wat .ls waard gehoord te worden, al is het soms hinderlijk, dat hij over alles met een bijna indrin gende zekerheid spreekt. Hij kent geen grijs, want voor hem is alles verblindend blank of roetzwart. Hij prijst en veroordeelt zonder aarzelen, al verzacht hij zijn vernietigende waardebepalingen dikwijls door een verontschuldigende. aantrekkelijke lach, die aanstekelijk werkt. Waardeloos" Ten slotte zijn oordeel over de Utrechtse Jaarbeurs: „Waardeloos meneer, volkomen waardeloos. Dat Is geen beurs meer voor de handel, maar een kijkspul voor het grote publiek, dat toch niet koopt. Ik ben er een hele dag geweest, maar kon er geen zaken doen. En toen ik een order wou geven, voelde ik me als een aap in een dierentuin, zo veel mensen ston den me te bekijken." Lenard Cederlund Dit wordt het verdrietige verhaal van de Zweedse grootgrondbezitter Lenard Hjalman Cederlund uit Forbo Gard in Malenköping. Verdrietig, omdat die 26-jarige blonde, sportief geklede Lenard wordt uitgezogen door de Zweedse regering. Een ge sprek met hem betekent het aanho ren van een onafzienbare reeks klachten over de te hoge belastingen in Zweden. Daar raakt hij, onder het genot van een goed glas wijn, niet over uitgepraat. Jammer dat Lenard steeds aan het woord bleef, want zijn vrouw Ulla, die trouwens ook een jaar of vier ouder is, leek veel verstandiger en dus minder verbitterd. Die donkere, enigszins plompe vrouw werkt nog als vee-arts en vindt klaarblijkelijk ■llllllllllllllllllllIllljfflllll S?4"„™arha" -j-, graag meer over Jhiuropese verteld had, als 1 Lenard haar gele- rpie 4T1 genheid had ge ld» 111 geven. Maar hij moest klagen dure auto man Cederlund is IIIllllllllllllllllllllllllllIll, 1,1111,Hl,,,, de tr.otse eigenaar van twee bezittin gen, die samen ruim zevenhonderd hectare groot zijn. Twee grote boer derijen omgeven door uitgestrekte wouden, Dan komt de eerste klacht: De Pachtwet verbiedt Lenard de pachters van zijn boerderijen af te zetten. Een grof schandaal vindt hij dat. En vandaar naar de belastingen is niet meer dan een stap. De welgestelden worden, zo vertelt Lenard opgewonden, in Zweden uit geplunderd. Ze kunnen hun stand nauwelijks ophouden. Ze worden tot de bedelstaf gebracht. De Zweedse socialisten want die hebben het volgens hem gedaan! willen het grote verschil tussen rijk en arm wegwerken. Dat, vindt Lenard een ernstige misvatting. „Franco is goed" En nu denkt u misschien, dat die arme, berooide Lenard uit Zweden is weggevlucht en in ons land 'n onder komen heeft gevonden. Maar dan heeft u het toch helemaal mis. Lenard en zijn vrouw hebben juist in een dure auto een reis van een maand door Europa gemaakt, Ze be zochten Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, Spanje, België en Neder land Spanje! Daar wordt Lenard werke- j lijk enthousiast van. Daar vond hij I de toestand nog, zoals hij d;e graag ook in Zweden zou hebben. „Franco I is een goed staatsman", beweert hU, .want hij houdt de drie standen arbeiders, middenstand en bezitters in ere en laat iedereen evenveei belasting betalen. Dat Is rechtvaar dig." Met geld kun je kennelijk geen verstand kopen, ontdekt POORTWACHTER Horen Wie is Jonathan? Is het Reggie Mackintosh? Waar schijnlijk niet, want die werd vorige week al, te opvallend aange kondigd. Mevrouw Ferguson? Slechte gok. want er is t e vaak gesugge reerd, dat zit het kon zijn en dus is ze het niet, Mark Elliot? Zo-zo... Meneer Ferguson? Goeie kans, want die is nog geen enkele keer verdacht gemaakt, en zo lets is altijd een veeg teken. Enfin: morgenavond om half tien precies zullen we het weten. De op lossing na acht episoden van het Jonathan-mysterie door niemand minder dan Paul Vlaanderen, met de revolver geassisteerd door Ina, zijn onvergelijkelijke vrouw. Naar ruwe schatting twee millioen Neder landers zullen er voor bij hun luid spreker zitten. En laat er geen onver wachte visite ko men en laat die telefoon zich koest houdenGroot is de populariteit van speurder Vlaan deren. Waarin schuilt toch die populari teit? Al sinds de dertiger jaren is Paul hoog geclassificeerd in aether- land. In de bezet- tin8 hij op - rffiirftw r non-actief. maar W ABg! hij er weer. Immer jong. immer onver- f-; moeibaar, Zowel in Engeland, waar hij b'j de BBC- Paul Temple heet, als bij jjfSgg' 'L ons. Een klein PtS dozijn mysteries waar sir Gra- eva janssen ham geen gat. in zag zijn door hém, de grote man, opgelost. Het staat intussen vrijwel vast, dat het niet de kwaliteit van Francis Durbridges tekst is, die Paul Vlaanderen een succes maakt. Elke liefhebber van het detective verhaal zal moeten beamen, dat de opbouw van bijvoorbeeld dit Jona than-mysterie zacht gezegd kinder lijk is. Durbridge zoü van Agatha Christie iets kunnen leren! Nee: waarschijnlijker is, dat Paul Vlaanderens populariteit een per soonlijke populariteit is. Populariteit van Jan van Ees, van Eva Janssen en van Nico (Sir Graham) de Jong. Zij schiepen voor m Nederland drie ra- sgp diofiguren. die '...het doen" Die ons W>& het publiek Hg- gen, figuren waar- mee we ons af en ',*^1 toe een beetje kun- f'W nen vereenzelvigen, ondanks het feit dat ze soms wel erg op... caricatu- ren lijken (Karei de Kei uit Ibo's jan van ees Camera Obscura was een persiflage op Paul Vlaan deren) Na morgenavond zullen we het althans dit seizoen verder zonder Paul Vlaanderen moeten doen Het gerucht, dat Francis Durbridge en de B.B C. met Paul Temple gebroken hebben, is echter onjuist, en Pauls terugkeer volgend jaar blijft der halve mogelijk. Volgende week start de AVRO met een nieuw hoorspel „Desirée". naar een boek van Anna Marie Selinko, acht episoden En... wie is Jonathan? LUXOR. „Zo zijn we niet ge trouwd" een wel iets te vrije ver taling van de oorspronkelijke titel „We're not married" laat u van begin tot eind glimlachen om de humor en soms zelfs om het tikje ironie, die Gina Kaus en Jay Dratler hebben gelegd in een verhaal, waar in vijf echtparen zes jaar na hun trouwdag tot de ontdekking komen, dat hun huwelijk ongeldig is. Die vijf echtparen reageren verschillend, maar over het geheel zeer sympa thiek op die ontdekking, waarmee het verhaal meteen ook klaar was voor de film, die Nunnally Johnson en Edmund Goulding er van hebben gemaakt en die zo aantrekkelijk is geworden door het spel van Ginger Rogers, Paul Douglas, Eve Arden en Louis Calhem. (ARENA). We gaan met Anthony Asquith naar de schouwburg. Het doek schuift open, de voorstelling begint. Even zien we alles op afstand, maar dan mogen we van een deftige dame een toneelkijker lenen en ineens staan we aan de andere kant van het voetlicht, midden in het stuk zelf. Daar blijven we tot het eind. We geven de kijker terug, belanden om zo te zeggen weer op onze stoel in de zaal en het gordijn sluit. Als het ware door een heel grote toneelkijker verfilmde Anthony Asquith het beroemde toneelstuk van Oscar Wilde: „De Ernst van Ernst" (The Importance of Being Earnest). LUTUSCA prolongeert gelukkig de weergaloze Franse film „Verboden spel" met in het voorprogramma Nederlandse kleurenfilm over leven en werken van Vincent van Gogh. 't VENSTER brengt in reprise de kostelijke film van Danny Kaye: „Het verborgen leven van Walter Mitty" COLOSSEUM vertoont een rijk ge monteerde, Amerikaanse fllmfantasie over de „1001 Nacht", Vele, verbazing wekkende avonturen in kleur. HARMONIE draait een show-film met romantische tussen-tintjes en, niet te vergeten, dc danser Gene Nei- son: „Studentenliefde". Eventjes rillen en even tjes duizelen in de wereld van de film. Per jaar gaan bijna dertien milliard men sen naar de bioscoop. Weet u hoeveel dat is, dertien milliard mensen? Vijf a zes maal de totale bevolking van onze hele planeet, kan nibalen en zuigelingen in begrepen! Voor die ontstellende menig te fabriceert men per jaar zo'n achthonderd tot duizend films. Daarbij rekenen we dan nog met de onafzienbare productie documentaires en het „bij werk" waarmee de studio's de programma's van de bioscopen helpen volmaken noch reppen we van de reclame-films. Amerika neemt ongeveer de helft van alle films voor zijn rekening, hetgeen dus bete kent, dat men daar per dag minstens één film compleet af levert en dan met enkele an dere al aardig opgeschoten is. De financiële kant van de film-industrie ziet er spook achtig uit. Zo maar een simpel rolprentje, een z.g. B- of C- film, met sterren van de lopen de band en een regisseur zon der naam, kost al direct 285,000 gulden. Daarvan verdwijnen 15 mille in de zakken van de schrijvers, en nog eens 15 mille in het moeizaam repeteren. Ontwikkelen en copiëren kost 40.000 gulden. En als u dan weet, dat een buitenlandse film in ons land zelden méér op brengt dan twee ton, kunt u misschien begrijpen, waarom we een super-.productie als „Quo Vadis" hier nog niet heb ben mogen bewonderen. „Quo Vadis" kostte aan maak-loon 25 millioen gulden. Tob nu toe bracht deze kolossale „histori sche uitverkoop" 41 millioen gulden op in buitenlandse bio scopen, dat in één millioen gul den per maand. Hebt u al hoofdpijn? Verneem dan nog, dat in één scène van „Quo Vadis" op een gegeven ogen blik twintig duizend mensen meespelen. Jawel, twintig dui zend. De mensen, die men sterren noemt, maar die best zónnen mogen heten, rollen niet in het huwelijksgeluk maar wel in het geld. Al in 1917 bedong Charles Chaplin een salaris van een millioen dollar per jaar, en hij kréég het. Lana Turner, toch met een actrice wier talent u tot snikken zal ontroeren, „vangt" per week 40 mille. En wie eenmaal „in de running" is, hoeft niet bang te zijn voor werkloosheid. Tenzij natuurlijk iemand in Hollywood verdacht wordt van communisme, vroe ger of nu. In dat geval gaan de deuren voor hem dicht. Zoals bijvoor beeld voor Howard da Silva, die thans met twee en twintig andere verdachten een proces begonnen is tegen zijn politie ke aanklagers, 't, Gaat hierbij om een gezamenlijk geëist be drag aan schadevergoeding van niet minder dan 204 millioen gulden. Af en toe verschijnt er in een film een huilende of alleen maar lieve baby. De ouders van zo'n baby zien het uitlenen be loond met ongeveer 1700 gul den per week. Het witte doek ziet meestal zwart van de misdaad. Hoe kan het anders? Een kwart van alle speelfilms is aan de onder wereld „gewijd" Twee-derde van het bedrag, dat dc gemiddelde Neder lander besteedt aan zijn ontspanning, schuift hij de kassa's van de bioscopen in. Daar concluderen we dan maar uit, dat een film-rubriek in een krant geen luxe fs. Nietwaar? Verfilmd toneel is meestal een akelig aarzelen tussen toneel en film: het toneel te troebel, te rommelig om goed toneel te wezen, de film te stijf, te bedacht, te onnatuurlijk om als film te overtuigen. Asquith koos zeer bewust het toneel en legde zich als filmer de meest rigoureuze be perkingen op. Hij zette de camera vast in een zeer gering aantal ge zichtspunten, hield beeld en mon tage helder en strak en biedt het geheel nadrukkelijk als toneel aan. Het resultaat is een volkomen suc ces voor de brillante schrijver Oscar Wilde en voor de acteurs en actrices, die zijn comedie onder de sterke lei ding van Asquith subliem, maar dan ook subliem, speelden, „Dc Ernst van Ernst" bestaat uit een serie conversaties, luchtig, bijna achteloos verweven in een handeling, die er nauwelijks iets toe doet. Twee mijnheren dingen naar de gunst, van twee juffrouwen, worden daarbij ge hinderd door een vreselijke schoon mama-tante. nemen bij hun gelieven hun toevlucht tot een gering bedrog met voornamen, vallen door de mand en krijgen ten slotte hun zin. De gebeurtenissen volgen elkaar logisch en pittig snel op, maar ze zijn toch slechts aanleidingen tot de gesprekken, waarin een verrukke lijke, speelse humor voortdurend stuivertje wisselt met satyrisch ver nuft. De mensen in „De Ernst van Ernst" zijn eigenlijk niet meer dan aangeklede teksten; men luistert naar hun in- en uitvallen, naar hun onverwachte wendingen, naar de openlijke of verborgen spot in hun woorden; men begrijpt na een paar minuten al, dat er geen woord te véél gezegd wordt en dat iedere zin door Wilde zorgvuldig is gepoetst en gewreven. Hoger Engeland uit het MICHAEL REDGRAVE, DOROTHY TUTIN en MICHAEL DENISON in „De Ernst van Ernst". laatst van de vorige eeuw, Hoge Ro mantiek, Hoge Mannen-eer, Hoge Letteren en Hoge Manieren worden elegant maar ferm tegen de haren ingekamd en achter dit alles plooit zich de glimlach van een even on genadig als geestig tafelredenaar. Holbrook Jackson noemde dit ver rassende stuk „even moeilijk te be schrijven als de weerschijnen in een opaal". In Edith Evans vond de regis seur de ontzagwekkende vertolkster voor de ontzagwekkende Lady Brack nell, het wandelend voor-oordeel. Joan Greenwood met haar donkere stem en de allerliefste D o- rothy Tutin geven fijntjes de twee bruiden een begerenswaardige gestalte, terwijl Michael Red grave en Michael Denison hun uiterst behendig het hof maken. Margaret Rutherford en M il e s Malle.son vervullen hun vriendelijk kluchtige bijrollen met groot effect. Iedereen spreekt en be weegt „alsof h(t gedrukt staat" en toch vergeet men als toeschouwer telkens deze onnatuurlijkheid. Zo iets gebeurt alleen bij eerste-rangs- toneel (VICTORIA). Om in het Verre Westen een spoorweg aan te leggen moet je een mannetjesputter wezen, dat blijkt wel uit de film „Carson City". Boevenbenden en de krachten van de natuur doorkruisen de plan nen van de dappere ingenieur (Ran dolph Scott), die heel wat meppen moet uitdelen en revolvers moet leeg schieten aleer de trein kan rijden. De beloning blijft niet uit. want de eerste kus wordt, gewisseld op het achter balkon. Een gekleurd, stoer avon- turen-verhaal. (CAPITOL) De lijst van „westerns", door Hollywood vervaardigd, wordt voortdurend langer en feitelijk gaat het niet meer aan, om alsmaar rol prenten te maken over die goeie ouwe Sioux-Indianen, die ook het eeuwige leven niet hebben. „De zonen der Sioux" heet daarom de film die in Capitol de bezoekers wordt voorge- draaid. De techniek dei- Indianen- films is er op vooruit gegaan, naar mate het lijstje langer werd, de ver halen zijn sinds Karl May niet meer gewijzigd. Ook hier leeft er een blan ke onder de Indianenstam, die aan net slot van de film er in slaagt vrede te stichten tussen roodhuiden en blanken, zodat de jongere gene ratie der Sioux voor vernietiging blijft gespaard. Eén en ander ge schiedt niet voordat een aantal spec taculaire gevechten zijn geleverd in technicolor. (PRINSES). Een chirurg is verliefd op een meisje, dat hij niet krijgen kan. Laat hij het bij smachten? Neen. Hij herschept met het medische mes het verminkte gelaat van een mis dadig meisje tot het beeld van zijr. geliefde. Leeft hij nu lang en geluk kig met „Het gestolen gelaat?" Aller minst. Want wel veranderde hij het uiterlijk, maar het innerlijk raakte hij niet aan. Zijn patiënte blijft stelen en ze blijft omgaan met haar verkeer de vrienden. Of de chirurg nu ook met haar trouwt, het helpt niets. Zu wordt zijn leven een kwelling, dat zult u wel begrijpen. Is er geen hoop meer voor hem? Ja zeker, maakt u zich daar maar niet bezorgd over. De vrouw valt immers uit de trein, zodat de chirurg kan trouwen met degene, waar het allemaal om begonnen was. U kunt het geloven of niet. Paul Henreid en Lizzie Scott spelen de- hoofdrollen in dit zonderlinge geval. (CINEAC) Soms is ze nog de voorplaat van een tijdschrift, de grote Garbo, mooi, ernstig en gesloten. Soms is ze een foto op gewoon krantenpapier, tenger en schuw in een sluike mantel en met een slappe, lelijke, breedgerande hoed. Als „Ninotchka" lacht ze. En als Koningin Christina" van Zweden lacht ze ook. Een oude creatie van lang voor de oorlog, en een merkwaardige film, waarvan je „wat mooi!" zou kunnen zeggen en ook „wat theatraal!"; maar de melancholie en de weemoed, die men uit latere Garbo-films kent, zijn hier ai om haar heen. Alsof zij één keer. door een toeval, de gelegenheid heeft gekregen van geluk te spreken en dat geluk heeft zien wegglijden zodra ze het gevan gen dacht te hebben. Het lijkt of deze koningin Christina bij voor baat geweten heeft, da-t het geluk moest sterven zodra het woord werd uitgesproken, en dat deze Greta Garbo later bang en eenzaam zou moeten verdwijnen tussen de mensen, als de mensen te veel op haar letten. Als koningin Christiana is zij de liefdevolle en verstandige vorstin, die haar vader is opgevolgd. Ze leeft voor haar land totdat zij in een dwaze situatie, als jongeling ver momd, een Spaans gezant ontmoet, die haar namens Philips haar hand komt vragen. Christina ontdekt, dat zij ook een persoonlijk leven heeft en dat de liefde sterker kan zijn dan de geërfde vorstenplicht. Zij verlaat haar land ten slotte, niet om met Philips maar om met de gezant te trouwen. Het geluk is haar niet ver gund: haar minnaar wordt in een j duel met haar jaloerse schatbewaar- J der gedood. De film is als film ouder wets. met lange, te zwaar aangezette scènes. Maar camera-werk en een voorzichtige humor maken daaraan veel goed. Garbo blijft de hoofdzaak, de kern, zij speelt in deze hoge, statige film misschien zich zelf, onbegrepen, op een afstand en dus alleen.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2