Ze hebben elkaar
veel te vertellen
Anthony Asquith gebruikt
film als toneelkijker
Aan de Poort van Europa
Uw Jaarbeurs
ontaardde in
druk kijkspel
Welgestelden
worden bij ons
uitgeplunderd
En wie is
Jonathan?
reeds m 1946 waS
Getrouwd maar
ongehuwd
Sublieme opvoering
van Ernst van Ernst
Oude bekenden
Spookachtige getallen
uit de film-wereld
AVONTUUR
Chirurg steelt
een gezicht
Greta Garbo zichzelf
en eenzaam vorstin
HET VRIJE VOLK ZATERDAG 28 MAART 1953
Twee dagen lang hebben ze samen door Rotterdam
gelopenHand in hand zwierven ze langs de havens,
slenterden ze over de Coolsingel en wandelden ze
door het Park. Twee lange, zonnige dagen in de
Maasstad. En wat hebben ze van Rotterdam gezien? Wei
nig of niets! Want ze hadden alleen maar ogen voor elkaar.
Telkens weer moesten ze elkaar
aankijken en dan verstrengelden hun
vingers zich vaster in een stevige
handdruk, die onopvallend voor de
gehaaste buitenwereld hun groet
geluk voor elkander moest bevestigen
Ze hebben elkaar zo onzegbaar veel
te vertellen. Ze struikelen bijna over
hun woorden om al die kleine bij
zonderheden te vermelden, die maan
denlang verzwegen moesten warden.
Er zijn immers ontelbare zaken, die
zich niet op papier laten zetten en
die toch niet ongezegd mogen blijven
tussen verliefde jonge mensen. En
dan zijn er nog die vele wetenswaar
digheden. die te onbelangrijk lijken
als de pen op het papier rust. En ook
die zijn waard verteld en gehoord te
worden.
Dagelijks rapport
Iedere avond hebben ze trouw rap
port uitgebracht van alle belevenissen
van de afgelopen dag. Ruim acht
maanden lang hebben ze elkaar
iedere avond een brief geschreven,
waarin veel, maar niet alles werd ver
teld. Thuis, in haar woonplaats
Columbus, de hoofdstad van de
Amerikaanse staat Ohio, heeft Ruth
al de brieven van haar man Judson
Boos bewaard.
In een la van een kastje op haar
meisjeskamer, waar ze. sinds Judson
in dienst is, weer woont, heeft ze die
brieven allemaal met rode lintjes
samengebundeld tot stapeltjes. Meer
dan tweehonderd en vijftig brieven
liggen in die la. waaruit het fijne lin
nengoed wijken moest, Samen hebben
ze in die lange, lange tijd van hun
onvrijwillige scheiding voor ruim
honderd gulden postzegels verbruikt..,.
De „Maasdam"
(„Een heerlijk
schip") heeft
Ruth naar Rot
terdam gebracht,
waar Judson al
een dag op de
kade stond te
wachten. Hij
kreeg drie dagen
verlof van zijn
legeronderdeel in
Darmstadt. Nu
zullen ze vier
maanden samen
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Stapels
brieven
iïgge
gen
thuis
llllllllllllllllülllllllllllllllllllllllllllil
zijn en dan moet Ruth weer alleen
terug naar Columbus, want dan be
ginnen voor Judson de grote oefe
ningen in het veld. Maar aan het
eind van het jaar komt hij met groot
verlof.
Judson is een stoere jonge kerel
van nauwelijks vier en twintig. Strikt
eenvoudig en bescheiden, soms zelfs
uitgesproken verlegen. Dan bloost hij
als een betrapte schooljongen. Maar
meestal is er een gulle lach op zijn
gezicht. Hij heeft een keurig pak J
aan, dat hij echter een beetje on
wennig draagt. Kennelijk is hij te
lang gewend aan het uniform zonder
hinderlijke knopen, die steeds weer
open en dicht moeten,
Duizenden fietsen
Zijn vrouw Ruth is een knap
vrouwtje, dat uitmunt door beschei
denheid en eenvoud, maar ze is niet
verlegen en ook niet op haar (vuur
rode) mondje gevallen. Judson rookt
niet: zij wel. „Ik vind het geen
slechte, maar wel een dure gewoon
te", zegt ze met een glimlach, die
haar innemend maakt, Ze beweegt
zich in het deftige hotel gemakkelijk
ln haar gebreide jurkje van licht
groene wol.
Dat is eigenlijk wel verwonderlijk,
want en dat geven ze beiden grif
toe ze zijn niet ln een dergelijke
luxe opgegroeid. Ze werden geboren
in dorpjes in de buurt van Colum
bus, leerden elkaar op de middelbare
school kennen en gingen pas naar
de stad, toen Judson arbeider bij de
Amerikaanse PTT werd en ze, ruim
drie jaar geleden, konden trouwen.
„Twee dingen hebben mij hier bij
zonder getroffen", vertelt Ruth, „in
de eerste plaats die duizenden fiet
sen, die zonder ongelukken over de
straten zwerven. En verderde mo
derne, kloeke architectuur van jullie
nieuwe huizen en gebouwen. Daar
kunnen wij in Amerika nog een lesje
aan nemen. Het valt hier trouwens
op, dat jullie schijnbaar geen ellen
dige armoede kennen,"
Dan hebben ze geen tijd meer
voor ons, want ze zijn nog lang
niet uitgepraat
Paul Saks
Gehuld in een wolk parfum ont
moeten we de antiquair en handelaar
in kunstwerken Paul Saks uit de
Frans-Canadese stad Montreal. Een
gedrongen man met grijzende slapen,
een vlinderdasje, een lichtgrijs
costuum en beminnelijke manieren.
Een man, die zijn goede vormen kent
en nauwgezet toepast. Een goed van
de tongriem gesneden zakenman, die
zijn vele zaken in vijf landen aan
weerszijden van de Atlantische
Oceaan met gemak behandelt.
Zijn grootvader had een zaak in
de Amsterdamse Kalverstraat; zijn
vader vestigde zich in
hij zelf ging zijn geluk met succes
in Canada beproeven. Maar de
relaties in Engeland en Holland is
hij niet vergeten en daarom zwerft
hij nu al meer dan vijf en veertig
jaar tussen die drie landen, waarbij
ölllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Belgfë"^Frank
rijk bezoekt. En
Prijst t
I -i. werken", die va-
OOmeelt rieren van Chi
nees porselein tot
zonder gïlandse kl°m'
Paul Saks praat
aarzelen gemakkelijk en
veel, maar alles
llllllllillllllllllllllllllilllllllllllllllllll wat .ls
waard gehoord te
worden, al is het soms hinderlijk, dat
hij over alles met een bijna indrin
gende zekerheid spreekt. Hij kent
geen grijs, want voor hem is alles
verblindend blank of roetzwart. Hij
prijst en veroordeelt zonder aarzelen,
al verzacht hij zijn vernietigende
waardebepalingen dikwijls door een
verontschuldigende. aantrekkelijke
lach, die aanstekelijk werkt.
Waardeloos"
Ten slotte zijn oordeel over de
Utrechtse Jaarbeurs: „Waardeloos
meneer, volkomen waardeloos. Dat Is
geen beurs meer voor de handel, maar
een kijkspul voor het grote publiek,
dat toch niet koopt. Ik ben er een
hele dag geweest, maar kon er geen
zaken doen. En toen ik een order wou
geven, voelde ik me als een aap in
een dierentuin, zo veel mensen ston
den me te bekijken."
Lenard Cederlund
Dit wordt het verdrietige verhaal
van de Zweedse grootgrondbezitter
Lenard Hjalman Cederlund uit Forbo
Gard in Malenköping. Verdrietig,
omdat die 26-jarige blonde, sportief
geklede Lenard wordt uitgezogen
door de Zweedse regering. Een ge
sprek met hem betekent het aanho
ren van een onafzienbare reeks
klachten over de te hoge belastingen
in Zweden. Daar raakt hij, onder het
genot van een goed glas wijn, niet
over uitgepraat.
Jammer dat Lenard steeds aan het
woord bleef, want zijn vrouw Ulla,
die trouwens ook een jaar of vier
ouder is, leek veel verstandiger en
dus minder verbitterd. Die donkere,
enigszins plompe vrouw werkt nog
als vee-arts en vindt klaarblijkelijk
■llllllllllllllllllllIllljfflllll S?4"„™arha"
-j-, graag meer over
Jhiuropese verteld had, als
1 Lenard haar gele-
rpie 4T1 genheid had ge
ld» 111 geven. Maar hij
moest klagen
dure auto
man Cederlund is
IIIllllllllllllllllllllllllllIll, 1,1111,Hl,,,, de tr.otse eigenaar
van twee bezittin
gen, die samen ruim zevenhonderd
hectare groot zijn. Twee grote boer
derijen omgeven door uitgestrekte
wouden, Dan komt de eerste klacht:
De Pachtwet verbiedt Lenard de
pachters van zijn boerderijen af te
zetten. Een grof schandaal vindt hij
dat. En vandaar naar de belastingen
is niet meer dan een stap.
De welgestelden worden, zo vertelt
Lenard opgewonden, in Zweden uit
geplunderd. Ze kunnen hun stand
nauwelijks ophouden. Ze worden tot
de bedelstaf gebracht. De Zweedse
socialisten want die hebben het
volgens hem gedaan! willen het
grote verschil tussen rijk en arm
wegwerken. Dat, vindt Lenard een
ernstige misvatting.
„Franco is goed"
En nu denkt u misschien, dat die
arme, berooide Lenard uit Zweden is
weggevlucht en in ons land 'n onder
komen heeft gevonden. Maar dan
heeft u het toch helemaal mis.
Lenard en zijn vrouw hebben juist
in een dure auto een reis van een
maand door Europa gemaakt, Ze be
zochten Duitsland, Zwitserland,
Frankrijk, Spanje, België en Neder
land
Spanje! Daar wordt Lenard werke-
j lijk enthousiast van. Daar vond hij
I de toestand nog, zoals hij d;e graag
ook in Zweden zou hebben. „Franco
I is een goed staatsman", beweert hU,
.want hij houdt de drie standen
arbeiders, middenstand en bezitters
in ere en laat iedereen evenveei
belasting betalen. Dat Is rechtvaar
dig."
Met geld kun je kennelijk geen
verstand kopen, ontdekt
POORTWACHTER
Horen
Wie is Jonathan? Is het
Reggie Mackintosh? Waar
schijnlijk niet, want die werd
vorige week al, te opvallend aange
kondigd. Mevrouw Ferguson? Slechte
gok. want er is t e vaak gesugge
reerd, dat zit het kon zijn en dus is
ze het niet, Mark Elliot? Zo-zo...
Meneer Ferguson? Goeie kans, want
die is nog geen enkele keer verdacht
gemaakt, en zo lets is altijd een
veeg teken.
Enfin: morgenavond om half tien
precies zullen we het weten. De op
lossing na acht episoden van het
Jonathan-mysterie door niemand
minder dan Paul Vlaanderen, met
de revolver geassisteerd door Ina,
zijn onvergelijkelijke vrouw. Naar
ruwe schatting twee millioen Neder
landers zullen er
voor bij hun luid
spreker zitten. En
laat er geen onver
wachte visite ko
men en laat die
telefoon zich koest
houdenGroot is
de populariteit van speurder Vlaan
deren.
Waarin schuilt toch die populari
teit? Al sinds de dertiger jaren is
Paul hoog geclassificeerd in aether-
land. In de bezet-
tin8 hij op
- rffiirftw r non-actief. maar
W ABg! hij er weer. Immer
jong. immer onver-
f-; moeibaar, Zowel in
Engeland, waar hij
b'j de BBC- Paul
Temple heet, als bij
jjfSgg' 'L ons. Een klein
PtS dozijn mysteries
waar sir Gra-
eva janssen ham geen gat. in
zag zijn door
hém, de grote man, opgelost.
Het staat intussen vrijwel vast,
dat het niet de kwaliteit van
Francis Durbridges tekst is, die
Paul Vlaanderen een succes maakt.
Elke liefhebber van het detective
verhaal zal moeten beamen, dat de
opbouw van bijvoorbeeld dit Jona
than-mysterie zacht gezegd kinder
lijk is. Durbridge zoü van Agatha
Christie iets kunnen leren!
Nee: waarschijnlijker is, dat Paul
Vlaanderens populariteit een per
soonlijke populariteit is. Populariteit
van Jan van Ees, van Eva Janssen
en van Nico (Sir Graham) de Jong.
Zij schiepen voor m
Nederland drie ra- sgp
diofiguren. die '...het
doen" Die ons W>&
het publiek Hg-
gen, figuren waar-
mee we ons af en ',*^1
toe een beetje kun- f'W
nen vereenzelvigen,
ondanks het feit
dat ze soms wel
erg op... caricatu-
ren lijken (Karei
de Kei uit Ibo's jan van ees
Camera Obscura
was een persiflage op Paul Vlaan
deren)
Na morgenavond zullen we het
althans dit seizoen verder zonder
Paul Vlaanderen moeten doen Het
gerucht, dat Francis Durbridge en
de B.B C. met Paul Temple gebroken
hebben, is echter onjuist, en Pauls
terugkeer volgend jaar blijft der
halve mogelijk.
Volgende week start de AVRO met
een nieuw hoorspel „Desirée". naar
een boek van Anna Marie Selinko,
acht episoden
En... wie is Jonathan?
LUXOR. „Zo zijn we niet ge
trouwd" een wel iets te vrije ver
taling van de oorspronkelijke titel
„We're not married" laat u van
begin tot eind glimlachen om de
humor en soms zelfs om het tikje
ironie, die Gina Kaus en Jay Dratler
hebben gelegd in een verhaal, waar
in vijf echtparen zes jaar na hun
trouwdag tot de ontdekking komen,
dat hun huwelijk ongeldig is. Die
vijf echtparen reageren verschillend,
maar over het geheel zeer sympa
thiek op die ontdekking, waarmee
het verhaal meteen ook klaar was
voor de film, die Nunnally Johnson
en Edmund Goulding er van hebben
gemaakt en die zo aantrekkelijk is
geworden door het spel van Ginger
Rogers, Paul Douglas, Eve Arden en
Louis Calhem.
(ARENA). We gaan met Anthony Asquith naar de
schouwburg. Het doek schuift open, de voorstelling begint.
Even zien we alles op afstand, maar dan mogen we van een
deftige dame een toneelkijker lenen en ineens staan we aan de
andere kant van het voetlicht, midden in het stuk zelf. Daar
blijven we tot het eind. We geven de kijker terug, belanden om
zo te zeggen weer op onze stoel in de zaal en het gordijn sluit.
Als het ware door een heel grote toneelkijker verfilmde
Anthony Asquith het beroemde toneelstuk van Oscar Wilde:
„De Ernst van Ernst" (The Importance of Being Earnest).
LUTUSCA prolongeert gelukkig de
weergaloze Franse film „Verboden
spel" met in het voorprogramma
Nederlandse kleurenfilm over leven
en werken van Vincent van Gogh.
't VENSTER brengt in reprise de
kostelijke film van Danny Kaye: „Het
verborgen leven van Walter Mitty"
COLOSSEUM vertoont een rijk ge
monteerde, Amerikaanse fllmfantasie
over de „1001 Nacht", Vele, verbazing
wekkende avonturen in kleur.
HARMONIE draait een show-film
met romantische tussen-tintjes en,
niet te vergeten, dc danser Gene Nei-
son: „Studentenliefde".
Eventjes rillen en even
tjes duizelen in de wereld
van de film. Per jaar gaan
bijna dertien milliard men
sen naar de bioscoop. Weet
u hoeveel dat is, dertien
milliard mensen? Vijf a zes
maal de totale bevolking
van onze hele planeet, kan
nibalen en zuigelingen in
begrepen!
Voor die ontstellende menig
te fabriceert men per jaar zo'n
achthonderd tot duizend films.
Daarbij rekenen we dan nog
met de onafzienbare productie
documentaires en het „bij
werk" waarmee de studio's de
programma's van de bioscopen
helpen volmaken noch reppen
we van de reclame-films.
Amerika neemt ongeveer de
helft van alle films voor zijn
rekening, hetgeen dus bete
kent, dat men daar per dag
minstens één film compleet af
levert en dan met enkele an
dere al aardig opgeschoten is.
De financiële kant van de
film-industrie ziet er spook
achtig uit. Zo maar een simpel
rolprentje, een z.g. B- of C-
film, met sterren van de lopen
de band en een regisseur zon
der naam, kost al direct 285,000
gulden. Daarvan verdwijnen 15
mille in de zakken van de
schrijvers, en nog eens 15 mille
in het moeizaam repeteren.
Ontwikkelen en copiëren kost
40.000 gulden. En als u dan
weet, dat een buitenlandse film
in ons land zelden méér op
brengt dan twee ton, kunt u
misschien begrijpen, waarom
we een super-.productie als
„Quo Vadis" hier nog niet heb
ben mogen bewonderen. „Quo
Vadis" kostte aan maak-loon
25 millioen gulden. Tob nu toe
bracht deze kolossale „histori
sche uitverkoop" 41 millioen
gulden op in buitenlandse bio
scopen, dat in één millioen gul
den per maand. Hebt u al
hoofdpijn? Verneem dan nog,
dat in één scène van „Quo
Vadis" op een gegeven ogen
blik twintig duizend mensen
meespelen. Jawel, twintig dui
zend.
De mensen, die men sterren
noemt, maar die best zónnen
mogen heten, rollen niet in het
huwelijksgeluk maar wel in het
geld. Al in 1917 bedong Charles
Chaplin een salaris van een
millioen dollar per jaar, en hij
kréég het. Lana Turner, toch
met een actrice wier talent u
tot snikken zal ontroeren,
„vangt" per week 40 mille. En
wie eenmaal „in de running"
is, hoeft niet bang te zijn voor
werkloosheid. Tenzij natuurlijk
iemand in Hollywood verdacht
wordt van communisme, vroe
ger of nu.
In dat geval gaan de deuren
voor hem dicht. Zoals bijvoor
beeld voor Howard da Silva,
die thans met twee en twintig
andere verdachten een proces
begonnen is tegen zijn politie
ke aanklagers, 't, Gaat hierbij
om een gezamenlijk geëist be
drag aan schadevergoeding van
niet minder dan 204 millioen
gulden.
Af en toe verschijnt er in een
film een huilende of alleen
maar lieve baby. De ouders van
zo'n baby zien het uitlenen be
loond met ongeveer 1700 gul
den per week.
Het witte doek ziet meestal
zwart van de misdaad. Hoe kan
het anders? Een kwart van
alle speelfilms is aan de onder
wereld „gewijd"
Twee-derde van het bedrag,
dat dc gemiddelde Neder
lander besteedt aan zijn
ontspanning, schuift hij de
kassa's van de bioscopen in.
Daar concluderen we dan maar
uit, dat een film-rubriek in een
krant geen luxe fs. Nietwaar?
Verfilmd toneel is meestal een
akelig aarzelen tussen toneel en film:
het toneel te troebel, te rommelig
om goed toneel te wezen, de film te
stijf, te bedacht, te onnatuurlijk om
als film te overtuigen. Asquith koos
zeer bewust het toneel en legde zich
als filmer de meest rigoureuze be
perkingen op. Hij zette de camera
vast in een zeer gering aantal ge
zichtspunten, hield beeld en mon
tage helder en strak en biedt het
geheel nadrukkelijk als toneel aan.
Het resultaat is een volkomen suc
ces voor de brillante schrijver Oscar
Wilde en voor de acteurs en actrices,
die zijn comedie onder de sterke lei
ding van Asquith subliem, maar dan
ook subliem, speelden,
„Dc Ernst van Ernst" bestaat uit
een serie conversaties, luchtig, bijna
achteloos verweven in een handeling,
die er nauwelijks iets toe doet. Twee
mijnheren dingen naar de gunst, van
twee juffrouwen, worden daarbij ge
hinderd door een vreselijke schoon
mama-tante. nemen bij hun gelieven
hun toevlucht tot een gering bedrog
met voornamen, vallen door de
mand en krijgen ten slotte hun zin.
De gebeurtenissen volgen elkaar
logisch en pittig snel op, maar ze
zijn toch slechts aanleidingen tot de
gesprekken, waarin een verrukke
lijke, speelse humor voortdurend
stuivertje wisselt met satyrisch ver
nuft.
De mensen in „De Ernst van
Ernst" zijn eigenlijk niet meer dan
aangeklede teksten; men luistert
naar hun in- en uitvallen, naar hun
onverwachte wendingen, naar de
openlijke of verborgen spot in hun
woorden; men begrijpt na een paar
minuten al, dat er geen woord te
véél gezegd wordt en dat iedere zin
door Wilde zorgvuldig is gepoetst en
gewreven. Hoger Engeland uit het
MICHAEL REDGRAVE, DOROTHY
TUTIN en MICHAEL DENISON in
„De Ernst van Ernst".
laatst van de vorige eeuw, Hoge Ro
mantiek, Hoge Mannen-eer, Hoge
Letteren en Hoge Manieren worden
elegant maar ferm tegen de haren
ingekamd en achter dit alles plooit
zich de glimlach van een even on
genadig als geestig tafelredenaar.
Holbrook Jackson noemde dit ver
rassende stuk „even moeilijk te be
schrijven als de weerschijnen in een
opaal".
In Edith Evans vond de regis
seur de ontzagwekkende vertolkster
voor de ontzagwekkende Lady Brack
nell, het wandelend voor-oordeel.
Joan Greenwood met haar
donkere stem en de allerliefste D o-
rothy Tutin geven fijntjes de
twee bruiden een begerenswaardige
gestalte, terwijl Michael Red
grave en Michael Denison
hun uiterst behendig het hof maken.
Margaret Rutherford en
M il e s Malle.son vervullen hun
vriendelijk kluchtige bijrollen met
groot effect. Iedereen spreekt en be
weegt „alsof h(t gedrukt staat" en
toch vergeet men als toeschouwer
telkens deze onnatuurlijkheid. Zo
iets gebeurt alleen bij eerste-rangs-
toneel
(VICTORIA). Om in het Verre
Westen een spoorweg aan te leggen
moet je een mannetjesputter wezen,
dat blijkt wel uit de film „Carson
City". Boevenbenden en de krachten
van de natuur doorkruisen de plan
nen van de dappere ingenieur (Ran
dolph Scott), die heel wat meppen
moet uitdelen en revolvers moet leeg
schieten aleer de trein kan rijden. De
beloning blijft niet uit. want de eerste
kus wordt, gewisseld op het achter
balkon. Een gekleurd, stoer avon-
turen-verhaal.
(CAPITOL) De lijst van „westerns",
door Hollywood vervaardigd, wordt
voortdurend langer en feitelijk gaat
het niet meer aan, om alsmaar rol
prenten te maken over die goeie ouwe
Sioux-Indianen, die ook het eeuwige
leven niet hebben. „De zonen der
Sioux" heet daarom de film die in
Capitol de bezoekers wordt voorge-
draaid. De techniek dei- Indianen-
films is er op vooruit gegaan, naar
mate het lijstje langer werd, de ver
halen zijn sinds Karl May niet meer
gewijzigd. Ook hier leeft er een blan
ke onder de Indianenstam, die aan
net slot van de film er in slaagt
vrede te stichten tussen roodhuiden
en blanken, zodat de jongere gene
ratie der Sioux voor vernietiging
blijft gespaard. Eén en ander ge
schiedt niet voordat een aantal spec
taculaire gevechten zijn geleverd in
technicolor.
(PRINSES). Een chirurg is verliefd
op een meisje, dat hij niet krijgen
kan. Laat hij het bij smachten? Neen.
Hij herschept met het medische mes
het verminkte gelaat van een mis
dadig meisje tot het beeld van zijr.
geliefde. Leeft hij nu lang en geluk
kig met „Het gestolen gelaat?" Aller
minst. Want wel veranderde hij het
uiterlijk, maar het innerlijk raakte
hij niet aan. Zijn patiënte blijft stelen
en ze blijft omgaan met haar verkeer
de vrienden. Of de chirurg nu ook
met haar trouwt, het helpt niets. Zu
wordt zijn leven een kwelling, dat zult
u wel begrijpen. Is er geen hoop meer
voor hem? Ja zeker, maakt u zich
daar maar niet bezorgd over. De
vrouw valt immers uit de trein, zodat
de chirurg kan trouwen met degene,
waar het allemaal om begonnen was.
U kunt het geloven of niet. Paul
Henreid en Lizzie Scott spelen de-
hoofdrollen in dit zonderlinge geval.
(CINEAC) Soms is ze nog de voorplaat van een tijdschrift, de
grote Garbo, mooi, ernstig en gesloten. Soms is ze een foto op
gewoon krantenpapier, tenger en schuw in een sluike mantel en
met een slappe, lelijke, breedgerande hoed. Als „Ninotchka"
lacht ze. En als Koningin Christina" van Zweden lacht ze ook.
Een oude creatie van lang voor de
oorlog, en een merkwaardige film,
waarvan je „wat mooi!" zou kunnen
zeggen en ook „wat theatraal!";
maar de melancholie en de weemoed,
die men uit latere Garbo-films kent,
zijn hier ai om haar heen.
Alsof zij één keer. door een toeval,
de gelegenheid heeft gekregen van
geluk te spreken en dat geluk heeft
zien wegglijden zodra ze het gevan
gen dacht te hebben. Het lijkt of
deze koningin Christina bij voor
baat geweten heeft, da-t het geluk
moest sterven zodra het woord werd
uitgesproken, en dat deze Greta
Garbo later bang en eenzaam zou
moeten verdwijnen tussen de mensen,
als de mensen te veel op haar letten.
Als koningin Christiana is zij de
liefdevolle en verstandige vorstin, die
haar vader is opgevolgd. Ze leeft
voor haar land totdat zij in een
dwaze situatie, als jongeling ver
momd, een Spaans gezant ontmoet,
die haar namens Philips haar hand
komt vragen. Christina ontdekt, dat
zij ook een persoonlijk leven heeft en
dat de liefde sterker kan zijn dan de
geërfde vorstenplicht. Zij verlaat
haar land ten slotte, niet om met
Philips maar om met de gezant te
trouwen. Het geluk is haar niet ver
gund: haar minnaar wordt in een
j duel met haar jaloerse schatbewaar-
J der gedood. De film is als film ouder
wets. met lange, te zwaar aangezette
scènes. Maar camera-werk en een
voorzichtige humor maken daaraan
veel goed.
Garbo blijft de hoofdzaak, de kern,
zij speelt in deze hoge, statige film
misschien zich zelf, onbegrepen, op
een afstand en dus alleen.