Staan Felle strijd om een bijbel vertaling in Amerika D mm l Elke niet verantwoorde bestrijding zal de weg tot bezinning meer en meer afsluiten r door prof. dr. - G. C. BerkouWer Aspirin IER0V™10 INVLOED VAN DE WATERSNOOD Ut hei Vlaocden Dagelijks feuilleton Onwetendheid Advies van de S.E.R. in zake werkgelegenheidspolitiek ^xrisicod«s GRASSO ZATERDAG 21 MAART 1953 TROUW Zoals te verwachten was, is er over onze Nieuwe Bijbelvertaling hier en daar verschil van mening, maar dit is niet s, vergeleken met de heftige en emotionele strijd over de Nieuwe vertaling, die in Amerika verscheen. De situatie was daar zo, dat men had de z.g. King James Version van 1611, vervolgens de American Revised Version van 1900, terwijl er in 1946 een nieuwe vertaling uitkwam van het N.T. en in 1952 de nieuwe vertaling van het Oude Testa ment (Revised Standard Version). Vooral sinds de verschijning van de vertaling van het O.T. wordt er nu een bewogen strijd gevoerd, die nog steeds voortwoedt. In allerlei organisatorisch verband is de nieuwe vertaling aanbevolen met allerlei massa-vergaderingen, terwijl er ook vele protest-vergader in gen zijn gehouden, die scherp het karakter van de nieuiwe vertaling aanvallen. Voor mij liggen minstens 25 kranten en tijdschriften uit de laatste maanden, die artikelen bevatten over de nieu we vertaling, terwijl ook in bladen in andere landen reeds aandacht wordt besteed aan dit evenement. Zo kreeg ik inzage van een Franse krant, die er op wijst, dat er in Amerika ver schillenden zijn, die van mening zijn, dat er communistische invloeden wer ken in de nieuwe vertaling en dan de vraag stellen of de vertaling inderdaad deze tendenzen vertoont, waar thans door enkele kerkelijke figuren de aandacht wordt gevraagd voor het feit, dat sommige medewerkers van de nieuwe vertaling aangesloten zijn bij organisaties, die „crypto-communist" zijn. Men voelt, dat de hele, zaak op een bepaald niveau staat, waardoor Ihet mogelijk is, dat er met zulk een felheid wordt gestreden. Het gaat maar niet over de vraag, of de nieu we vertaling te vrij en te populair is, maar vooral om de vraag, of er een vertaling tot stand gekomen is, die duidelijk de kenmerken van de mo derne theologie vertoont. Daartegen over zijn er ook in de orthodoxe kringen die van mening zijn, dat we deze vertaling op haar eigen merites moeten beoordelen en dat de grote vraag is, of er inderdaad met de grondtekst geknoeid is. Men stemt dan toe, dat er veel verbetering is vergeleken met vroegere vertalingen, al is men niet zonder kritiek op de nieuwe vertaling. Deze gematigde be nadering van de nieuwe vertaling heeft echter een zeer scherpe afwij zing naast zich, die zich kenmerkt door een heftige aanval op het mo-1 dernisme van deze vertaling, die er op uit is aan het volk elementaire dogma's te ontnemen en die allerlei woorden zo zou hebben vertaald, dat b. v. de waarheid van de prae-existentie en van de Godheid van Christus er uit zou weggenomen zijn. Soherp is vooral de bespreking van de nieuwe bijbel door Carl Mclntire, die schreef osat-- gg,1 vraag: „Why Christians should nor accept it" (waarom Christenen de nieuwe vertaling niet kunnen aan vaarden). Het is niet mogelijk hier op finesses van zijn en anderer kritiek in te gaan. Het is alleen onze bedoeling enigszins in te lichten over de felle strijd, die momenteel gestreden wordt aan de andere zijde van de oceaan, een strijd, die ons te meer moet in teresseren, nu wij juist zelf een nieu we vertaling hebben gekregen, die in verschillende kerken reeds gebruikt wordt. In de strijd om de Amerikaanse ver taling springen enkele punten scherp naar voren. Een van de veel bespro ken woorden is wel het woord uit Jesaja 7 14, waar de nieuwe verta ling heeft: jonge vrouw. (in plaats van: maagd). Hier is een verande ring ten opzichte van de oude verta lingen. Men zou dit enigszins kunnen vergelijken met de verandering van de statenvertaling naar de nieu we vertaling, waar we lezen: jonk vrouw.. De wijziging hangt samen met het door Jesaja gebruikte woord, en de Nieuwe Amerikaanse verta ling heeft in Mattheus 1 wèl het woord maagd, omdat het daar ge bruikte woord kennelijk „maagd' betekent. Een van de vooraanstaande mensen van de Nieuwe vertaling (Weigle) heeft op het verwijt, dat de nieuwe vertalers door hun nieuwe ver taling de maagdelijke geboorte wilden ontkennen, geantwoord, dat daar geen •sprake van was, omdat deze door de Schrift duidelijk wordt geleerd, maar dat ze alleen meenden, dat het woord in Jesaja 7 14 ènders moest vertaald worden. Over deze kwestie zijn heel wat ar tikelen geschreven, die we hier niet kunnen bespreken. Maar het is duide lijk, dat in de beoordeling van de nieu we vertaling een grote rol speelt het bekijken van de ménsen, die aan de vertaling hebben meegewerkt. Ik las ergens een hele lijst van medewerkers, van wie allerlei dingen in kerkelijk en theologisch en politiek opzicht werden meegedeeld, dingen, die voor ons uit de aard der zaak moeilijk te controleren zijn. Maar vooral is van betekenis in deze zaak, die voor het Amerikaanse leven van zo grote be tekenis is, dat de zaak niet verzandt in de politiek, maar uitgestreden wordt op het terrein, waarop zulk een strijd om een nieuwe vertaling alléén récht gestreden kan worden, nl. de getrouw heid tegenover de tekst van het Woord Gods. En wie de publicaties leest, die tot nu toe hierover verschenen zijn, is daar niet geheel gerust op. Wel zijn er verschillende artikelen verschenen, die serieus op de nieuwe vertaling ingaan b.v. een lange artikelenreeks van de bekende Oswald T. Allis, die waardevolle kritische opmerkingen maakt over het vrije karakter van deze nieuwe vertaling en dat met tal van voorbeelden illustreert. Maar er wordt door anderen ook kri tiek geoefend op een wijze, die de toets der kritiek niet kan doorstaan. Ik denk met name aan de brochure van Carl Mclntire, die de nieuwe vertaling fel aanvalt (verspreid in 260.000 exem plaren) en overal pogingen ontdekt om de Godheid van Christus te be strijden uia een nieuwe vertaling en dan voorbeelden geeft, die allerminst kloppen op de stand van zaken. Dui delijk blijkt het, dat hij de nieuwe ver taling vooral beziet vanuit de mede werkers-en dan nauwelijks enige an dere mogelijkheid open ziet dan zulk een bewuste verandering. Hij klaagt over een andere vertaling van Micha 5 2, waarbij b.v: duidelijk is, dat hij op grond van zijn argumentatie even eens allerlei orthodoxe auteurs uit Nederland treft, die er geen ogenblik aan denken de belijdenis van de God heid en het voorbestaan van Christus te bestrijden. Bovendien klaagt hij over het tussen haakjes zetten van de lofverheffing in het Onze Vader, ter wijl we ook in de Nederlandse nieuwe vertaling deze tekst uit Mattheus 6 tussen haakjes aantreffen, niet omdat men deze woorden niet wil aanvaar den, maar omdat men zich in ieder ge val wil rekenschap geven van het feit, dat deze ontbreekt in de belangrijkste handschriften, waarom ze óók in de Nieuwe vertaling en in de Korte ver klaring van Herman Ridderbos tussen haakjes komt te staan. Zo zijn er meer voorbeelden. Het is duidelijk, dat men met deze methode op een verkeerd spoor komt. Mclntire noemt de tekst kwestie niet eens en klaagt, dat men ook op deze manier wil meewerken aan de éénwording der kerken. Zulk een bestrijding wekt uit de aard der zaak weer felle reactie van anderen, die vragen of het dan in de bijbelver taling niet gaat om allereerst serieus nemen van wat er staat in de tekst. En met dankbaarheid nemen we er dan ook kennis van dat b.v. in the Calvin Forum (een Chr. Reformed blad) gewaarschuwd wordt tegen oppervlakkige bespreking en behan deling (Henry Schultze) en er op ge wezen wordt, dat het er om gaat, niet dat we precies vinden, wat wij graag zouden vinden, maar wat er staat. Dat alleen is ware eerbied en men kan nog zo de lof zingen van het onfeilbare Woord, dat zal ook moeten blijken in de benadering van wat er in dat Woord geschreven staat. Juist omdat deze nieuwe vertaling van een be paalde kant komt en daardoor uit de aard der zaak allerlei problemen op roept, is het te meer nodig, dat in de toetsing van deze vertaling de atmo sfeer gezuiverd wordt en het doet daar geen goed aan, dat deze vertaling door sommigen gebracht wordt op het poli tiek niveau. De zaak is bij degenen, die tot serieuze kritiek uitnodigen, niet, dat zij zo enthousiast zijn over de nieuwe vertaling, maar dat ze om dat het over de bijbel gaat, die nu in millioenen exemplaren verspreid wordt over het Amerikaanse volk geen negatieve kritiek willen geven, die de indruk wekt, dat het eigenlijk niet zozeer om het Woord Gods zelf te doen is, maar om eigen opvattingen. Juist wanneer het waar is, dat hier mensen aan hebben meegewerkt, die voor zichzelf niet afkerig zijn van de kritiek op de Schrift, zal het nodig zijn, op een volkomen verantwoorde lijke wijze te toetsen. Wie dèt doet, zal niet als traditionalist mogen wor den uitgemaakt. Hij vervult slechts de roeping, die uit de eerbied voor het Woord Gods voortkomt. Maar wie dit niet doet op een verantwoordelijke wijze en kwesties, die ook door ortho doxen worden gezien en erkend, ter zijde laat, zal de zaak die hij begeert te dienen, niet bevorderen. Integen deel: elke niet-verantwoorde bestrij ding zal de weg tot bezinning meer en meer afsluiten. Dat raakt de verant woordelijkheid der Amerikaanse ker ken. Wij hebben in ons land die moei lijkheden met de nieuwe vertaling niet, al is het niet alles pais en vree. Maar des te méér gaat ons de strijd in Amerika aan het hart. Een nieuwe bijbelvertaling krijgt men nu eenmaal niet met een handomdraaien. Des te meer zal de kritiek zuiver moeten zijn, opdat het blijke, dat juist de or thodoxie volstrekt gebonden is door de begeerte naar het zuivere Woord Gods en daarbij de wetenschap niet vreest, maar ziet als middel om in de zuivere vertaling het echte Woord Gods door te geven aan de kinderen van onze tijd. Alleen wanneer duide lijk blijkt, dat dit het énig motief is, zal de strijd in de Amerikaanse pers van allerlei richting kunnen mee werken tot verheldering. En de ernst, die verscheidene auteurs aan de dag leggen om deze taak te vervullen, schenkt een verademing tegenover die andere methode, die op simplistische wijze de problemen wil oplossen. Met grote belangstelling slaan we de Ame rikaanse strijd gade. Er hangt véél van af. Vooral de ernst der kerk in haar belijdenis van het Woord Gods zal hier beslissend zijn. Want waar men geva ren ducht voor het volk, het ganse volk, zal men deze gevaren alleen op de juiste wijze tegemoet kunnen treden, om voor dat volk tot zegen te zijn. betekent „Aspirin", maar dan in het Perzisch. Ook in dat gedeelte van de wereld bestrijdt men, even. als in Nederland, griep met Aspirin. Ook daar let men op het Bayerkruis i als teken van echt heid van Aspirin. De „Vebo"-Paasveetentoonstelling te Leiden zal worden gehouden op Dins dag 24 Maart. Vervolg van pag. 1) Voor details omtrent de voorgenomen belastingvoorzieningen verwijzen wij naar het hiernevens gepubliceerde overzicht. De afschaffing of verlaging van schoolgelden voor grote groepen leer lingen en enkele verlichtingen van de loon- en inkomstenbelasting (hiernaast in de punten 9, 10 en 11 nader aan gegeven) zullen in hoofdzaak het sociale aspect hebben, dat zij voor be paalde belastingplichtigen een niet on belangrijke ontlasting van hun budget betekenen: de punten 9 en 11 vooral voor de middengroepen, punt 10 voor namelijk voor de minst draagkrach- tigen. Voor de werknemers het over heidspersoneel daaronder begrepen zal de via belastingmaatregelen tot stand gebrachte compensatie dienen te worden aangevuld met een loonsver hoging. Nader overleg met de Stich ting van de Arbeid zal nog worden ge pleegd. Deze loonsverhoging zal, ge geven de overige maatregelen, die het staatsbudget ongunstig beïnvloeden, voor de werkgevers niet door verder gaande belastingverlaging kunnen wor den gecompenseerd. Nagegaan wordt, in hoeverre ook aanvullende maatregelen moeten wor den genomen voor degenen, die uit keringen ontvangen op prond van de Noodwet Ouderdomsvoorziening en voor de van overheidswege gepen- sionneerden. De in het belang van de industria lisatie te treffen belastingmaatregelen, welke in de opsomming hiernaast bü de punten 1 tot en met 7 zijn om schreven, zullen voor het gehele be drijfsleven gelden. In verband daar mede is de regering voornemens om het in 1952 ingediende wetsontwerp, dat bijzondere fiscale faciliteiten bevat ter bevordering van de export naar bepaalde, nader aan te wijzen gebie den, in te trekken. Het is de bedoeling, dat de in het oog gevatte maatregelen op belastinggebied tenzij anders is bepaald ingaan 1 Januari 1954. Watersnood De regering wijst er in haar nota op. dat haar .besluiten zijn vertraagd door de watersnoodramp, waarvan de belangrijke financiële consequenties nader beraad noodzakelijk maakten. Hoewel de hulp uit binnen- en bui tenland het aan het Nationaal Rampen fonds en het Rode Kruis mogelijk maken veel te doen in de persoonlijke sfeer, zal de watersnood toch voor het Rijk zeer zware financiële verplich tingen medebrengen. Een definitief financieringsplan kan slechts worden opgemaakt als nauw keuriger bekend is hoeveel de uitgaven in totaal zullen bedragen. Er zal mee moeten worden gerekend, dat beper kingen op andere gebieden nodig zijn en dat de budgetaire situatie op den duur ook zou kunnen nopen tot ver sterking va.n de middelen. Niettemin is de regering na ampele overweging -tot de slotsom gekomen, dat de maatregelen, die zij in voorbe reiding had, thans niet achterwege ge laten kunnen worden, al moest de be lastingverlaging beperkter worden ge houden dan anders wellicht het geval zou zijn geweest. Enerzijds is m het belang van de volkshuisvesting een huurverhoging voor het vooroorlogse bezit aan huizen onvermijdelijk, ander zijds zjjn bepaalde belastingverlich tingen noodzakelijk ten einde het alge mene beleid, gericht op voldoende werkgelegenheid op langere termijn voor onze snel toenemende beroeps bevolking, te steunen, aldus de rege ring. tAdvertentie I.G. Farben opgebroken De geallieerde hoge commissie te Bonn heeft besloten het grote chemi sche concern I. G. Farben op te breken in vijf onafhankelijke'maatschappijen. De Duitse bondsregering gaat er mee accoord. ADENAUER OVER ROL VAN FRANKRIJK De Duitse bondskanselier Adenauer heeft in een interview met „Le Monde" verklaard, dat Frankrijks hoogste taak momenteel is, op een beslissende wijze mede te werken aan het bouwen van Europa. Hoofdzakelijk daarvan zal Frankrijks invloed in d,e wereld af hangen. Amerikanen beveiligen zich tegen vreemde vliegtuigen De Verenigde Staten nemen proeven met een nieuw beveiligingssysteem tegen het binnenvliegen van vreemde vliegtuigen. Elke piloot, die in Europa opstijgt voor Amerika, krijgt een ge zegelde enveloppe met instructies voor wat hij doen moet. Explosie op Spitsbergen Een ontploffing in een kolenmijn op het Noorse eiland Spitsbergen heeft, naar gisteren te Oslo is bekendge maakt, negentien Noorse mijnwerkers het leven gekost. 27 - E HEER SCHU1LENBORGH, afgevaardigde ter Staten-Gene- raail, had het wanm. Hij was bezig zien te kleden en veegde af en toe met zijden zakdoek over zijn bleek gezicht. De wijde broek en de witte kousen had hij reeds aan getrokken, maar zijn buis en de grote hardgesteven witte kraag lagen nog op tafel. In zijn wollen hemd met lange mouwen stond Schuilenborgh voor het raam van de achterkamer en keek in de tuin. Pff wat was het warm! Dat hij nu juist op deze smoorhete dag er op uit moest. Trouwens: het was iedere dag warm deze week. Hij keek met tegenzin naar het zware buis op de tafel. Dat zou hij ook nog moeten aantrekken. Hij dacht opeens aan een gesprek dat hij had gehad met een stuurman die naai de Indiën voer. Die had hem verteld dat de mensen n de warme landen bijna naakt rond- iepen. Dat leek hem werkelijk ver kieslijker dan de vracht kleren die men hier moest aantrekken. Nou ja, naakt zou geen mens lopen, maar wat minder van die dikke spullen zou toch aangenaam zijn. De vrouwen h er óók lagen rokken hadden ze over elkaar aan. Sohuilenborgh nam toch het fluwe len buis maar op en begon het aan te trekken. Hè. hij had er niets mee op om er met deze hitte op uit te gaan. Maar ja een mens kon niet altijd doen wat hij wilde. Andershij keek naar het prieel in de tuin. Daar vanmiddag in de schaduw een beetje luieren! Wat met zijn vrouw praten; een boek lezen Hij lachte schamper. Het mocht niet zo zijn. Hij had zich bereid verklaard en hij zou gaan ook. De leiders van de gilden, Warendorp en Udinck, wil den naar Leeik, naar jonker Lutsborgh. Harokens, de advocaat, zou ook mee gaan, en ze hadden hem ook gevraagd, Ze zouden met het rijtuig van Udinck gaan. Hij 'kwam er gemakkelijk ge noeg wat dat betrof. Maar nu het zo warm was.... Maar 'hij kon ten slotte moeilijk wei geren. Zijn bleek gezicht trok even vol plooien. Zijn lichtgrijze ogen staarden even afwezig. Hij moest al deze men sen toch te vriend houden. Hij moest het zichzelf bekennen: zijn positie was niet zo heel stevig gefundeerd. Wan neer men hem liet vallen als lid der Staten-Generaal, wanneer men hem al zijn postjes zou ontnemen stond hij als amibtloos burger in de wereld. En de kans dat men dit zou doen bestond altijd. Hij hield het tegenwoordig met de gilden. Hun optreden van verleden jaar had deze heren maohtig en sterk gemaakt. Als de gilden iets tegen hem wilden ondernemen konden ze regering van de stad met 'hun oplopen wel dwingen om hem te ontslaan. Hoe was het Tamiminga vergaan? En waar. om meed Lutsborgh zo angstvallig de stad? Het was hem niet moeilijk ge vallen om Johan de Witt tevreden te stellen toen die naar de troebelen had geïnformeerd. „Het is zo erg niet als de burgemeesteren 't doen voorkomen, edele heer", had hij gezegd. „Zij zijn een beetje al te gauw bang en hun halsstarrige houding heeft deze tumul ten uitgelokt. Om hun f'guur te red den overdrijven ze schromelijk." De Witt had er genoegen mee genomen, Hoe kou die ook weten hoe het hier precies was toegegaan? Nee, de heren van de stad mochten zeggen wat ze wilden, maar de gilden hadden de wind er onder. Maar dat ze nu veel voordelen voor de werken de stand hadden bereikt geloofde hij niet. Warendorp was ten minste door lopend ontevreden. Daarom wilden ze vandaag Lutsborgh ook bezoeken. Wel, hij had ook nog wel het een en ander met die mijnheer te bepraten Hij wurmde de grote kraag om zijn hals. Balh! Om te stikken zo'n ding. Hij keek nog even naar buiten. Er schoven lichtgrijze wolken langs het bleke blauw. „Wie weet krijgen we ook nog onweer", mompelde hij. Zijn vrouw kwam de kamer bmnen, een kind op de arm. „Zo, al reisvaardig?" „Ja", zei hjj, „maar ik bleef liever wat bij jou." Zij lachte. „Die mannen, die man nen. Als ze niet in Den Haag zitten hebben ze hier wel weer besognes. Sohuilenborgh liet het kind even met zijn vinger spelen. Toen gaf hij zijn vrouw een zoen. „Ik ga maar. Om één uur zouden ze op de Grote Markt zijn en het slaat nu al kwart voor." Puffend liep hij een ogenblik later door de hete straat. Toen hij op de Grote Markt aan kwam was er nog geen wagen te zien. Hij waohtte onder de lu:fel van de herberg „Het wapen van Sneek". Er door Sijas P. AKKERMAN v. waren geen gasten op het ogenblik. De waard kwam naar buiten en maak te een buiging, met de hoed in de hand. „Mijnheer Sdhuilenborgh. Moet u met de postkoets mee?" „Nee, ik wacht op een particulier rijtuig. De reis gaat niet ver", zei Sohuilenborgh. „I'k dadht het ook reeds; u was dan rijkelijk vroeg geweest", merkte de waard op. Hij keek eens naar de luoht. ,,I'k vrees dat wij onweer krij gen, mijnheer Sohuilenborgh." Schuilenborgh keek ook naar boven, 't Was waar: de lucht betrok. Maar hij /had geen tijd meer om te antwoor den, want een open rijtuig, de koetsier hoog od de bok, reed de markt o en bleef voor de herberg staan. De paarden dampten. Sohuilenborgh stapte in en drukte handen. Warendorp. breed in de kus sens, droeg een lichtbruin fluwelen pak. Udinck en Harekens waren min der opvallend gekleed. De koetsier zette de paarden al weer aan. Ze reden naar de poort. ,Uw open rijtuig is niet erg geschikt om een onweersbui in af te wachten, heer Udinck", zei Schuilenborgh naar de lucht kijkend. Udinok, smal cn bleek, knikte. „Ge hebt gelijk, heer Schuilenborgh. Maar met dit warme weer achtte ik dit rij tuig uitermate geschikt. Wie zou er nu ook op onweer rekenen nu het weer zo vast is." Warendorp beschouwde even de lucht. „Ik geloof niet dat er iets van onweer komt", vond hij. „De neemt het wel. Denk aan mijn woorden." Harckiens, het donkere gezicht onbe wogen, lachte kort. „Ik gun het de zee gaarne. Een onweersbui in dit open rij tuig lijkt mij geen aangename tijds passering." Ze waren nu al buiten de stad. Lus tig draafden de paarden voor het lichte voertuig. Ze reden langs het Hoemdiep. Op de kimmen van de vlakke landen stonden de contouren van corpen, don ker, de torens als waarschuwend opge stoken wijsvingers er boven uit. Wij moeten vandaag de luitenant van de hoofdmannenkamer dan maar eens in zijn hol opzoeken", lachte Warendorp. „De edelman schijnt zich in de stad niet meer op zijn gemak te voelen. Ik had van de adel meer moed verwacht." „Ge moest ook eens ophouden met het volk op straat te brengen", zei Udinok. „Bij ieder verzoek van de gil den acht ge het nodig een waar op roer te ontketenen. Ik acht dergelijke troebelen niet in 'het belang van de stad Warendorp lachte breed. „Ik ken uw mening, Gerard, maar een oploop is het enige middel van het volk om ge hoord te worden. Als men uw zin deed zoudt ge in vrede en rust uw dogen slijten. Maar het volk zou omkomen van de honger." „Zo erg is het met het volk niet ge steld", meende Udinck. „Ge overdrijft."' ,Ik o\erdrijf niet", sprak Warendorp tegen. „Verleden jaar hebben wij de overwinning behaald en nog hebben wij de grootste mceite om enige voor delen voor het volk los te krijgen. Moeten er nog meer kleine kinderen sterven dan nu reeds het geval is? Die heren daar 'hij wees met een breed gebaar raar de silhouetten van de stad in de verte zijn zo hard als ijzer. Als hei voor het volk is hebben ze geen hart. (Wordt vervolgd) Mossadegh weer: Neen Premier Mossadegh van Perzië heeft gisteren in een radio-rede de laatste Anglo-Amerikaanse voorstellen voor de olie-kwestie van de 'hand gewezen. Maar hij nodigde de Anglo-Iranian uit een schade-vergoedingseis uit te wer ken en het Haagse Hof te laten beslis sen. „Fout geïnterpreteerd", zeide men gisteren in Londen, „Engeland blijft 'bij de laatste voorstellen." En Jezus zeide: Vader, ver geef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Lukas 23 34. En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehan deld, gelijk ook uw oversten. Handelingen 3 17. En geen van de beheersers dezer eeuw heeft van haar geweten, want indien zij van haar geweten hadden, zouden zij den Heer der heerlijkheid niet gekruisigd hebben. 1 Korinthe 2 8. O ONZE zonden uit onwetendheid. Dat Christus kruisigen uit on kunde, uit gemis aan inzicht. Dat Christus daarover Zijn priesterlijke voorbede uitspreekt! En dat Petrus dóarover woorden vol troost vindt! Nee onze onwetendheid maakt de schuld niet kleiner. Zo liggen de dingen zeker niet. Er is in alle men senlevens nog een 1 a t e r. En wij doen wél, met dat later, als het inzicht ge rijpt zal zijn en het bewustzijn ver diept, ernstig te rekenen. De in zich zelf verstrikte mens doet dat natuur lijk niet. En op hoe duizend, dui zend manieren is een mens niet in zichzelf verstrikt? In zijn jeugd, in zijn cultuur, in zijn ideologie, in zijn principes vaak ook. Maar het resul taat is altijd: dat de Heer der heerlijkheid gekruisigd wordt. Dat hebben de soldeniers op Golgotha niet geweten. En het Joodse volk niet met élite en al. Dat begreep ook Pi- latus niet, de representant van de Pax Romana, de Romeinse wereldorde. Maar wij, begrijpen wij het wel? O, dat kruisigen van de Heer der heer lijkheid. We zochten immers allen on ze heerlijkheid elders? Buiten Christus öm? Dat is juist onze onwetendheid. Onze schuldige onkunde. En als ons de schellen dan eindelijk van de ogen vallen: onze onvergefelijke schuld. Ons martelend, ons knagend zelfverwijt. Die schuld wordt altijd later pas ontdekt, later. Als Chris tus Zich onzer openbaart. Geen hevi ger berouw, dan het berouw om een verblind verleden. En dat met het oog daar op uw Christus al da delijk Zijn éérste kruiswoord spreekt. Dat Hij de schuld van ons verleden priesterlijk draagt. En smekend ver zoent. Zoekt u uw „heerlijkheid" nog lan ger op zelfgekozen paden? Of weet u het nu radicaal: Hij is het. Hij al leen. Mijn Heerlijkheid. Wat ik als „heerlijkheid" aanzag was heer lijkheid zonder God en zonder Chris tus. Heerlijkheid buiten alle paradijzen Gods om. Zeg, bidt u al bevend met Hem mee: Vader, vergeef het mij, want ik wist niet wat ik deed? Ik w i s t niet, dat ik mijn Christus kruisigde. È*giÉl n BETROUWBARE BROMFIETS Een Russisch gebaar De Sowjet-Unie heeft Engeland ver rassenderwijs beloofd haar invloed bij de Noordkoreaanse autoriteiten aan te wenden, om de vrijlating te verkrijgen van negen Britse burgers, die zich sinds Juni 1950 in gevangenschap be vinden. Volgens burgemeester Reuter van Berlijn is president Eisenhower, wie 'hij gisteren een bezoek bracht, „ver baasd" wegens de spijtbetuiging der Russische autoriteiten naar aanleiding van het neerschieten van een Britse „Lincoln". „Van nul en geiler waarde", zegt Oost-Duitsland De communistische regering van Oost-Duitsland heeft gisteren de ver dragen van Bonn en Parijs, die Don derdag door de Duitse Bondsdag wer den geratificeerd, van nul en gener waarde verklaard. Voorlichtingsbijeenkomst Chr. Emigr. Centrale Vanmiddag wordt te Haarlem een grote voorlichtingsbijeenkomst gehou den van de afd. Noord-Holland van de Chr. Emigratie Centrale, zulks in verband met de weer stijgende belang stelling voor de emigratie. De verga dering begint om halfdrie en wordt gehouden in gebouw „Cultura" aan de Jansstraat 83. Schepen botsten in de mist Een vrouw kwam om het leven, toen gisteren in de Noordzee het iFnse schip „Roine" zonk na een botsing in de mist met het Britse sohip „Briar- dene". Verder kwam het Duitse schip „Johanna" in aanvaring met het Turk se schip „Cuma". Bij Holyhead liep het Engelse schip „Milborne" op de rotsen. Op korte termijn f 400 millioen nodig De Soc. Econ. Raad heeft een inte' rim-advies uitgebracht aan de ministers van Economische en van Sociale Za ken over de werkgelegenheidspolitiek op korte termijn. Een deel van de Raad is van oordeel, dat de uitvoering van het hierna volgende globale program ma aanbeveling verdient: 1. Het uittrekken van additionele gelden voor openbare werken (incl. werken door de lagere publiekrechte- lijke- lichamen en overheids- en semi- overheidsbedrijven) ca. f 75 millioen. 2. Het opvoeren van de woningbouw boven de in het plan 1953 voorziene omvang van 58.000 woningen ca. f 50 millioen. 3. Versnelde afwikkeling oorlogs schade (m. n. schade aan gebouwde onroerende goederen en huisraadscha- de) en uitkeringen in de consumptieve sfeer met een sterk sociaal karakter ca. C 100 millioen. 4. Belastingverlaging, ongeveer ge lijkelijk te verdelen over belasting verlaging met een stimulerend effect voor de investering in bedrijven en be lastingverlaging. welke rechtstreeks aan de consumptie ten goede komt, ca. f 125 millioen. 5. Overneming credieten door de Herstelbank. ca. f 50 millioen. Alles bij elkaar is dit een bedrag van f 400 millioen. Een nadere uitwer king van dit programma moet aan het regeringsbeleid worden overgelaten. Een ander deel van de Raad acht het niet juist tihans een concreet pro gramma in kwantitatieve vorm te ge ven. Zou de rezering besluiten tot con junctuur-politieke maatregelen, dan meent dit deel van de Raad in belas tingverlaging de meest aantrekkeliike "orm van werkgélegenhevlcschenoina 'e moeten zien. Een versnelde afwikke ling van oorlogsschade acht dit deel i van de raad aanvaardbaar. Overneming van credieten door I de Herstelbank acht dit deel van de Raad alleen aanvaardbaar, indien te gelijkertijd waarborgen worden ge schapen, dat in de toekomst de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke middelen, zonder deze overfcevelingsprocedure, in het bedrijf kunnen worden gehou den. Grasso's Machinefabrieken N.V. 's-Hertogenbosch

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1