Staan
Felle strijd om een bijbel
vertaling in Amerika
D
mm
l
Elke niet verantwoorde bestrijding
zal de weg tot bezinning
meer en meer afsluiten
r door prof. dr. -
G. C. BerkouWer
Aspirin
IER0V™10
INVLOED VAN DE
WATERSNOOD
Ut hei Vlaocden
Dagelijks feuilleton
Onwetendheid
Advies van de S.E.R. in zake
werkgelegenheidspolitiek
^xrisicod«s
GRASSO
ZATERDAG 21 MAART 1953
TROUW
Zoals te verwachten was, is er over onze Nieuwe Bijbelvertaling
hier en daar verschil van mening, maar dit is niet s, vergeleken
met de heftige en emotionele strijd over de Nieuwe vertaling, die in
Amerika verscheen. De situatie was daar zo, dat men had de z.g.
King James Version van 1611, vervolgens de American Revised
Version van 1900, terwijl er in 1946 een nieuwe vertaling uitkwam
van het N.T. en in 1952 de nieuwe vertaling van het Oude Testa
ment (Revised Standard Version). Vooral sinds de verschijning van
de vertaling van het O.T. wordt er nu een bewogen strijd gevoerd,
die nog steeds voortwoedt.
In allerlei organisatorisch verband
is de nieuwe vertaling aanbevolen met
allerlei massa-vergaderingen, terwijl
er ook vele protest-vergader in gen zijn
gehouden, die scherp het karakter van
de nieuiwe vertaling aanvallen. Voor
mij liggen minstens 25 kranten en
tijdschriften uit de laatste maanden,
die artikelen bevatten over de nieu
we vertaling, terwijl ook in bladen in
andere landen reeds aandacht wordt
besteed aan dit evenement. Zo kreeg
ik inzage van een Franse krant, die
er op wijst, dat er in Amerika ver
schillenden zijn, die van mening zijn,
dat er communistische invloeden wer
ken in de nieuwe vertaling en dan de
vraag stellen of de vertaling inderdaad
deze tendenzen vertoont, waar thans
door enkele kerkelijke figuren de
aandacht wordt gevraagd voor het feit,
dat sommige medewerkers van de
nieuwe vertaling aangesloten zijn bij
organisaties, die „crypto-communist"
zijn. Men voelt, dat de hele, zaak op
een bepaald niveau staat, waardoor
Ihet mogelijk is, dat er met zulk een
felheid wordt gestreden. Het gaat
maar niet over de vraag, of de nieu
we vertaling te vrij en te populair is,
maar vooral om de vraag, of er een
vertaling tot stand gekomen is, die
duidelijk de kenmerken van de mo
derne theologie vertoont. Daartegen
over zijn er ook in de orthodoxe
kringen die van mening zijn, dat we
deze vertaling op haar eigen merites
moeten beoordelen en dat de grote
vraag is, of er inderdaad met de
grondtekst geknoeid is. Men stemt
dan toe, dat er veel verbetering is
vergeleken met vroegere vertalingen,
al is men niet zonder kritiek op de
nieuwe vertaling. Deze gematigde be
nadering van de nieuwe vertaling
heeft echter een zeer scherpe afwij
zing naast zich, die zich kenmerkt
door een heftige aanval op het mo-1
dernisme van deze vertaling, die er op
uit is aan het volk elementaire dogma's
te ontnemen en die allerlei woorden
zo zou hebben vertaald, dat b. v.
de waarheid van de prae-existentie en
van de Godheid van Christus er uit zou
weggenomen zijn. Soherp is vooral de
bespreking van de nieuwe bijbel door
Carl Mclntire, die schreef osat-- gg,1
vraag: „Why Christians should nor
accept it" (waarom Christenen de
nieuwe vertaling niet kunnen aan
vaarden). Het is niet mogelijk hier op
finesses van zijn en anderer kritiek in
te gaan. Het is alleen onze bedoeling
enigszins in te lichten over de felle
strijd, die momenteel gestreden wordt
aan de andere zijde van de oceaan,
een strijd, die ons te meer moet in
teresseren, nu wij juist zelf een nieu
we vertaling hebben gekregen, die in
verschillende kerken reeds gebruikt
wordt.
In de strijd om de Amerikaanse ver
taling springen enkele punten scherp
naar voren. Een van de veel bespro
ken woorden is wel het woord uit
Jesaja 7 14, waar de nieuwe verta
ling heeft: jonge vrouw. (in plaats
van: maagd). Hier is een verande
ring ten opzichte van de oude verta
lingen. Men zou dit enigszins kunnen
vergelijken met de verandering
van de statenvertaling naar de nieu
we vertaling, waar we lezen: jonk
vrouw.. De wijziging hangt samen
met het door Jesaja gebruikte woord,
en de Nieuwe Amerikaanse verta
ling heeft in Mattheus 1 wèl het
woord maagd, omdat het daar ge
bruikte woord kennelijk „maagd'
betekent. Een van de vooraanstaande
mensen van de Nieuwe vertaling
(Weigle) heeft op het verwijt, dat de
nieuwe vertalers door hun nieuwe ver
taling de maagdelijke geboorte wilden
ontkennen, geantwoord, dat daar geen
•sprake van was, omdat deze door de
Schrift duidelijk wordt geleerd, maar
dat ze alleen meenden, dat het woord
in Jesaja 7 14 ènders moest vertaald
worden.
Over deze kwestie zijn heel wat ar
tikelen geschreven, die we hier niet
kunnen bespreken. Maar het is duide
lijk, dat in de beoordeling van de nieu
we vertaling een grote rol speelt het
bekijken van de ménsen, die aan de
vertaling hebben meegewerkt. Ik las
ergens een hele lijst van medewerkers,
van wie allerlei dingen in kerkelijk
en theologisch en politiek opzicht
werden meegedeeld, dingen, die voor
ons uit de aard der zaak moeilijk te
controleren zijn. Maar vooral is van
betekenis in deze zaak, die voor het
Amerikaanse leven van zo grote be
tekenis is, dat de zaak niet verzandt
in de politiek, maar uitgestreden wordt
op het terrein, waarop zulk een strijd
om een nieuwe vertaling alléén récht
gestreden kan worden, nl. de getrouw
heid tegenover de tekst van het Woord
Gods. En wie de publicaties leest, die
tot nu toe hierover verschenen zijn,
is daar niet geheel gerust op. Wel zijn
er verschillende artikelen verschenen,
die serieus op de nieuwe vertaling
ingaan b.v. een lange artikelenreeks
van de bekende Oswald T. Allis, die
waardevolle kritische opmerkingen
maakt over het vrije karakter van
deze nieuwe vertaling en dat met tal
van voorbeelden illustreert.
Maar er wordt door anderen ook kri
tiek geoefend op een wijze, die de toets
der kritiek niet kan doorstaan. Ik denk
met name aan de brochure van Carl
Mclntire, die de nieuwe vertaling fel
aanvalt (verspreid in 260.000 exem
plaren) en overal pogingen ontdekt
om de Godheid van Christus te be
strijden uia een nieuwe vertaling en
dan voorbeelden geeft, die allerminst
kloppen op de stand van zaken. Dui
delijk blijkt het, dat hij de nieuwe ver
taling vooral beziet vanuit de mede
werkers-en dan nauwelijks enige an
dere mogelijkheid open ziet dan zulk
een bewuste verandering. Hij klaagt
over een andere vertaling van Micha
5 2, waarbij b.v: duidelijk is, dat hij
op grond van zijn argumentatie even
eens allerlei orthodoxe auteurs uit
Nederland treft, die er geen ogenblik
aan denken de belijdenis van de God
heid en het voorbestaan van Christus
te bestrijden. Bovendien klaagt hij
over het tussen haakjes zetten van de
lofverheffing in het Onze Vader, ter
wijl we ook in de Nederlandse nieuwe
vertaling deze tekst uit Mattheus 6
tussen haakjes aantreffen, niet omdat
men deze woorden niet wil aanvaar
den, maar omdat men zich in ieder ge
val wil rekenschap geven van het feit,
dat deze ontbreekt in de belangrijkste
handschriften, waarom ze óók in de
Nieuwe vertaling en in de Korte ver
klaring van Herman Ridderbos tussen
haakjes komt te staan. Zo zijn er meer
voorbeelden. Het is duidelijk, dat men
met deze methode op een verkeerd
spoor komt. Mclntire noemt de tekst
kwestie niet eens en klaagt, dat men
ook op deze manier wil meewerken
aan de éénwording der kerken. Zulk
een bestrijding wekt uit de aard der
zaak weer felle reactie van anderen,
die vragen of het dan in de bijbelver
taling niet gaat om allereerst serieus
nemen van wat er staat in de tekst.
En met dankbaarheid nemen we er
dan ook kennis van dat b.v. in the
Calvin Forum (een Chr. Reformed
blad) gewaarschuwd wordt tegen
oppervlakkige bespreking en behan
deling (Henry Schultze) en er op ge
wezen wordt, dat het er om gaat, niet
dat we precies vinden, wat wij graag
zouden vinden, maar wat er staat. Dat
alleen is ware eerbied en men kan nog
zo de lof zingen van het onfeilbare
Woord, dat zal ook moeten blijken in
de benadering van wat er in dat
Woord geschreven staat. Juist omdat
deze nieuwe vertaling van een be
paalde kant komt en daardoor uit de
aard der zaak allerlei problemen op
roept, is het te meer nodig, dat in de
toetsing van deze vertaling de atmo
sfeer gezuiverd wordt en het doet daar
geen goed aan, dat deze vertaling door
sommigen gebracht wordt op het poli
tiek niveau. De zaak is bij degenen,
die tot serieuze kritiek uitnodigen,
niet, dat zij zo enthousiast zijn over de
nieuwe vertaling, maar dat ze om
dat het over de bijbel gaat, die nu in
millioenen exemplaren verspreid
wordt over het Amerikaanse volk
geen negatieve kritiek willen geven,
die de indruk wekt, dat het eigenlijk
niet zozeer om het Woord Gods zelf
te doen is, maar om eigen opvattingen.
Juist wanneer het waar is, dat hier
mensen aan hebben meegewerkt, die
voor zichzelf niet afkerig zijn van de
kritiek op de Schrift, zal het nodig
zijn, op een volkomen verantwoorde
lijke wijze te toetsen. Wie dèt doet,
zal niet als traditionalist mogen wor
den uitgemaakt. Hij vervult slechts de
roeping, die uit de eerbied voor het
Woord Gods voortkomt. Maar wie dit
niet doet op een verantwoordelijke
wijze en kwesties, die ook door ortho
doxen worden gezien en erkend, ter
zijde laat, zal de zaak die hij begeert
te dienen, niet bevorderen. Integen
deel: elke niet-verantwoorde bestrij
ding zal de weg tot bezinning meer en
meer afsluiten. Dat raakt de verant
woordelijkheid der Amerikaanse ker
ken. Wij hebben in ons land die moei
lijkheden met de nieuwe vertaling
niet, al is het niet alles pais en vree.
Maar des te méér gaat ons de strijd
in Amerika aan het hart. Een nieuwe
bijbelvertaling krijgt men nu eenmaal
niet met een handomdraaien. Des te
meer zal de kritiek zuiver moeten
zijn, opdat het blijke, dat juist de or
thodoxie volstrekt gebonden is door
de begeerte naar het zuivere Woord
Gods en daarbij de wetenschap niet
vreest, maar ziet als middel om in de
zuivere vertaling het echte Woord
Gods door te geven aan de kinderen
van onze tijd. Alleen wanneer duide
lijk blijkt, dat dit het énig motief is,
zal de strijd in de Amerikaanse pers
van allerlei richting kunnen mee
werken tot verheldering. En de ernst,
die verscheidene auteurs aan de dag
leggen om deze taak te vervullen,
schenkt een verademing tegenover die
andere methode, die op simplistische
wijze de problemen wil oplossen. Met
grote belangstelling slaan we de Ame
rikaanse strijd gade. Er hangt véél van
af. Vooral de ernst der kerk in haar
belijdenis van het Woord Gods zal hier
beslissend zijn. Want waar men geva
ren ducht voor het volk, het ganse
volk, zal men deze gevaren alleen op de
juiste wijze tegemoet kunnen treden,
om voor dat volk tot zegen te zijn.
betekent „Aspirin",
maar dan in het Perzisch.
Ook in dat gedeelte van de
wereld bestrijdt men, even.
als in Nederland, griep met
Aspirin.
Ook daar let men
op het Bayerkruis i
als teken van echt
heid van Aspirin.
De „Vebo"-Paasveetentoonstelling te
Leiden zal worden gehouden op Dins
dag 24 Maart.
Vervolg van pag. 1)
Voor details omtrent de voorgenomen
belastingvoorzieningen verwijzen wij
naar het hiernevens gepubliceerde
overzicht.
De afschaffing of verlaging van
schoolgelden voor grote groepen leer
lingen en enkele verlichtingen van de
loon- en inkomstenbelasting (hiernaast
in de punten 9, 10 en 11 nader aan
gegeven) zullen in hoofdzaak het
sociale aspect hebben, dat zij voor be
paalde belastingplichtigen een niet on
belangrijke ontlasting van hun budget
betekenen: de punten 9 en 11 vooral
voor de middengroepen, punt 10 voor
namelijk voor de minst draagkrach-
tigen.
Voor de werknemers het over
heidspersoneel daaronder begrepen
zal de via belastingmaatregelen tot
stand gebrachte compensatie dienen te
worden aangevuld met een loonsver
hoging. Nader overleg met de Stich
ting van de Arbeid zal nog worden ge
pleegd. Deze loonsverhoging zal, ge
geven de overige maatregelen, die het
staatsbudget ongunstig beïnvloeden,
voor de werkgevers niet door verder
gaande belastingverlaging kunnen wor
den gecompenseerd.
Nagegaan wordt, in hoeverre ook
aanvullende maatregelen moeten wor
den genomen voor degenen, die uit
keringen ontvangen op prond van de
Noodwet Ouderdomsvoorziening en
voor de van overheidswege gepen-
sionneerden.
De in het belang van de industria
lisatie te treffen belastingmaatregelen,
welke in de opsomming hiernaast bü
de punten 1 tot en met 7 zijn om
schreven, zullen voor het gehele be
drijfsleven gelden. In verband daar
mede is de regering voornemens om
het in 1952 ingediende wetsontwerp,
dat bijzondere fiscale faciliteiten bevat
ter bevordering van de export naar
bepaalde, nader aan te wijzen gebie
den, in te trekken.
Het is de bedoeling, dat de in
het oog gevatte maatregelen op
belastinggebied tenzij anders
is bepaald ingaan 1 Januari
1954.
Watersnood
De regering wijst er in haar nota
op. dat haar .besluiten zijn vertraagd
door de watersnoodramp, waarvan de
belangrijke financiële consequenties
nader beraad noodzakelijk maakten.
Hoewel de hulp uit binnen- en bui
tenland het aan het Nationaal Rampen
fonds en het Rode Kruis mogelijk
maken veel te doen in de persoonlijke
sfeer, zal de watersnood toch voor het
Rijk zeer zware financiële verplich
tingen medebrengen.
Een definitief financieringsplan kan
slechts worden opgemaakt als nauw
keuriger bekend is hoeveel de uitgaven
in totaal zullen bedragen. Er zal mee
moeten worden gerekend, dat beper
kingen op andere gebieden nodig zijn
en dat de budgetaire situatie op den
duur ook zou kunnen nopen tot ver
sterking va.n de middelen.
Niettemin is de regering na ampele
overweging -tot de slotsom gekomen,
dat de maatregelen, die zij in voorbe
reiding had, thans niet achterwege ge
laten kunnen worden, al moest de be
lastingverlaging beperkter worden ge
houden dan anders wellicht het geval
zou zijn geweest. Enerzijds is m het
belang van de volkshuisvesting een
huurverhoging voor het vooroorlogse
bezit aan huizen onvermijdelijk, ander
zijds zjjn bepaalde belastingverlich
tingen noodzakelijk ten einde het alge
mene beleid, gericht op voldoende
werkgelegenheid op langere termijn
voor onze snel toenemende beroeps
bevolking, te steunen, aldus de rege
ring.
tAdvertentie
I.G. Farben opgebroken
De geallieerde hoge commissie te
Bonn heeft besloten het grote chemi
sche concern I. G. Farben op te breken
in vijf onafhankelijke'maatschappijen.
De Duitse bondsregering gaat er mee
accoord.
ADENAUER OVER ROL
VAN FRANKRIJK
De Duitse bondskanselier Adenauer
heeft in een interview met „Le Monde"
verklaard, dat Frankrijks hoogste taak
momenteel is, op een beslissende wijze
mede te werken aan het bouwen van
Europa. Hoofdzakelijk daarvan zal
Frankrijks invloed in d,e wereld af
hangen.
Amerikanen beveiligen zich
tegen vreemde vliegtuigen
De Verenigde Staten nemen proeven
met een nieuw beveiligingssysteem
tegen het binnenvliegen van vreemde
vliegtuigen. Elke piloot, die in Europa
opstijgt voor Amerika, krijgt een ge
zegelde enveloppe met instructies voor
wat hij doen moet.
Explosie op Spitsbergen
Een ontploffing in een kolenmijn op
het Noorse eiland Spitsbergen heeft,
naar gisteren te Oslo is bekendge
maakt, negentien Noorse mijnwerkers
het leven gekost.
27 -
E HEER SCHU1LENBORGH,
afgevaardigde ter Staten-Gene-
raail, had het wanm. Hij was
bezig zien te kleden en veegde
af en toe met zijden zakdoek
over zijn bleek gezicht. De wijde broek
en de witte kousen had hij reeds aan
getrokken, maar zijn buis en de grote
hardgesteven witte kraag lagen nog
op tafel. In zijn wollen hemd met lange
mouwen stond Schuilenborgh voor het
raam van de achterkamer en keek in
de tuin.
Pff wat was het warm! Dat hij
nu juist op deze smoorhete dag er op
uit moest. Trouwens: het was iedere
dag warm deze week. Hij keek met
tegenzin naar het zware buis op de
tafel. Dat zou hij ook nog moeten
aantrekken. Hij dacht opeens aan een
gesprek dat hij had gehad met een
stuurman die naai de Indiën voer.
Die had hem verteld dat de mensen
n de warme landen bijna naakt rond-
iepen. Dat leek hem werkelijk ver
kieslijker dan de vracht kleren die
men hier moest aantrekken. Nou ja,
naakt zou geen mens lopen, maar wat
minder van die dikke spullen zou toch
aangenaam zijn. De vrouwen h er óók
lagen rokken hadden ze over elkaar
aan.
Sohuilenborgh nam toch het fluwe
len buis maar op en begon het aan te
trekken. Hè. hij had er niets mee op
om er met deze hitte op uit te gaan.
Maar ja een mens kon niet altijd
doen wat hij wilde. Andershij
keek naar het prieel in de tuin. Daar
vanmiddag in de schaduw een beetje
luieren! Wat met zijn vrouw praten;
een boek lezen
Hij lachte schamper. Het mocht niet
zo zijn. Hij had zich bereid verklaard
en hij zou gaan ook. De leiders van
de gilden, Warendorp en Udinck, wil
den naar Leeik, naar jonker Lutsborgh.
Harokens, de advocaat, zou ook mee
gaan, en ze hadden hem ook gevraagd,
Ze zouden met het rijtuig van Udinck
gaan. Hij 'kwam er gemakkelijk ge
noeg wat dat betrof. Maar nu het zo
warm was....
Maar 'hij kon ten slotte moeilijk wei
geren. Zijn bleek gezicht trok even vol
plooien. Zijn lichtgrijze ogen staarden
even afwezig. Hij moest al deze men
sen toch te vriend houden. Hij moest
het zichzelf bekennen: zijn positie was
niet zo heel stevig gefundeerd. Wan
neer men hem liet vallen als lid der
Staten-Generaal, wanneer men hem al
zijn postjes zou ontnemen stond hij als
amibtloos burger in de wereld. En de
kans dat men dit zou doen bestond
altijd.
Hij hield het tegenwoordig met de
gilden. Hun optreden van verleden
jaar had deze heren maohtig en sterk
gemaakt. Als de gilden iets tegen hem
wilden ondernemen konden ze
regering van de stad met 'hun oplopen
wel dwingen om hem te ontslaan. Hoe
was het Tamiminga vergaan? En waar.
om meed Lutsborgh zo angstvallig de
stad? Het was hem niet moeilijk ge
vallen om Johan de Witt tevreden te
stellen toen die naar de troebelen had
geïnformeerd. „Het is zo erg niet als
de burgemeesteren 't doen voorkomen,
edele heer", had hij gezegd. „Zij zijn
een beetje al te gauw bang en hun
halsstarrige houding heeft deze tumul
ten uitgelokt. Om hun f'guur te red
den overdrijven ze schromelijk." De
Witt had er genoegen mee genomen,
Hoe kou die ook weten hoe het hier
precies was toegegaan?
Nee, de heren van de stad mochten
zeggen wat ze wilden, maar de gilden
hadden de wind er onder. Maar dat
ze nu veel voordelen voor de werken
de stand hadden bereikt geloofde hij
niet. Warendorp was ten minste door
lopend ontevreden. Daarom wilden ze
vandaag Lutsborgh ook bezoeken. Wel,
hij had ook nog wel het een en ander
met die mijnheer te bepraten
Hij wurmde de grote kraag om zijn
hals. Balh! Om te stikken zo'n ding.
Hij keek nog even naar buiten. Er
schoven lichtgrijze wolken langs het
bleke blauw. „Wie weet krijgen we
ook nog onweer", mompelde hij.
Zijn vrouw kwam de kamer bmnen,
een kind op de arm.
„Zo, al reisvaardig?"
„Ja", zei hjj, „maar ik bleef liever
wat bij jou."
Zij lachte. „Die mannen, die man
nen. Als ze niet in Den Haag zitten
hebben ze hier wel weer besognes.
Sohuilenborgh liet het kind even
met zijn vinger spelen. Toen gaf hij
zijn vrouw een zoen. „Ik ga maar. Om
één uur zouden ze op de Grote Markt
zijn en het slaat nu al kwart voor."
Puffend liep hij een ogenblik later
door de hete straat.
Toen hij op de Grote Markt aan
kwam was er nog geen wagen te zien.
Hij waohtte onder de lu:fel van de
herberg „Het wapen van Sneek". Er
door
Sijas P. AKKERMAN
v.
waren geen gasten op het ogenblik.
De waard kwam naar buiten en maak
te een buiging, met de hoed in de
hand.
„Mijnheer Sdhuilenborgh. Moet u
met de postkoets mee?"
„Nee, ik wacht op een particulier
rijtuig. De reis gaat niet ver", zei
Sohuilenborgh.
„I'k dadht het ook reeds; u was dan
rijkelijk vroeg geweest", merkte de
waard op. Hij keek eens naar de
luoht. ,,I'k vrees dat wij onweer krij
gen, mijnheer Sohuilenborgh."
Schuilenborgh keek ook naar boven,
't Was waar: de lucht betrok. Maar
hij /had geen tijd meer om te antwoor
den, want een open rijtuig, de koetsier
hoog od de bok, reed de markt o
en bleef voor de herberg staan. De
paarden dampten.
Sohuilenborgh stapte in en drukte
handen. Warendorp. breed in de kus
sens, droeg een lichtbruin fluwelen
pak. Udinck en Harekens waren min
der opvallend gekleed. De koetsier
zette de paarden al weer aan. Ze reden
naar de poort.
,Uw open rijtuig is niet erg geschikt
om een onweersbui in af te wachten,
heer Udinck", zei Schuilenborgh naar
de lucht kijkend.
Udinok, smal cn bleek, knikte. „Ge
hebt gelijk, heer Schuilenborgh. Maar
met dit warme weer achtte ik dit rij
tuig uitermate geschikt. Wie zou er nu
ook op onweer rekenen nu het weer
zo vast is."
Warendorp beschouwde even de
lucht. „Ik geloof niet dat er iets van
onweer komt", vond hij. „De
neemt het wel. Denk aan mijn
woorden."
Harckiens, het donkere gezicht onbe
wogen, lachte kort. „Ik gun het de zee
gaarne. Een onweersbui in dit open rij
tuig lijkt mij geen aangename tijds
passering."
Ze waren nu al buiten de stad. Lus
tig draafden de paarden voor het lichte
voertuig. Ze reden langs het Hoemdiep.
Op de kimmen van de vlakke landen
stonden de contouren van corpen, don
ker, de torens als waarschuwend opge
stoken wijsvingers er boven uit.
Wij moeten vandaag de luitenant
van de hoofdmannenkamer dan maar
eens in zijn hol opzoeken", lachte
Warendorp. „De edelman schijnt zich
in de stad niet meer op zijn gemak te
voelen. Ik had van de adel meer moed
verwacht."
„Ge moest ook eens ophouden met
het volk op straat te brengen", zei
Udinok. „Bij ieder verzoek van de gil
den acht ge het nodig een waar op
roer te ontketenen. Ik acht dergelijke
troebelen niet in 'het belang van de
stad
Warendorp lachte breed. „Ik ken uw
mening, Gerard, maar een oploop is
het enige middel van het volk om ge
hoord te worden. Als men uw zin deed
zoudt ge in vrede en rust uw dogen
slijten. Maar het volk zou omkomen
van de honger."
„Zo erg is het met het volk niet ge
steld", meende Udinck. „Ge overdrijft."'
,Ik o\erdrijf niet", sprak Warendorp
tegen. „Verleden jaar hebben wij de
overwinning behaald en nog hebben
wij de grootste mceite om enige voor
delen voor het volk los te krijgen.
Moeten er nog meer kleine kinderen
sterven dan nu reeds het geval is? Die
heren daar 'hij wees met een breed
gebaar raar de silhouetten van de stad
in de verte zijn zo hard als ijzer.
Als hei voor het volk is hebben ze
geen hart.
(Wordt vervolgd)
Mossadegh weer: Neen
Premier Mossadegh van Perzië heeft
gisteren in een radio-rede de laatste
Anglo-Amerikaanse voorstellen voor
de olie-kwestie van de 'hand gewezen.
Maar hij nodigde de Anglo-Iranian uit
een schade-vergoedingseis uit te wer
ken en het Haagse Hof te laten beslis
sen. „Fout geïnterpreteerd", zeide men
gisteren in Londen, „Engeland blijft
'bij de laatste voorstellen."
En Jezus zeide: Vader, ver
geef het hun, want zij weten
niet wat zij doen.
Lukas 23 34.
En nu, broeders, ik weet, dat
gij uit onkunde hebt gehan
deld, gelijk ook uw oversten.
Handelingen 3 17.
En geen van de beheersers
dezer eeuw heeft van haar
geweten, want indien zij van
haar geweten hadden, zouden
zij den Heer der heerlijkheid
niet gekruisigd hebben.
1 Korinthe 2 8.
O ONZE zonden uit onwetendheid.
Dat Christus kruisigen uit on
kunde, uit gemis aan inzicht. Dat
Christus daarover Zijn priesterlijke
voorbede uitspreekt! En dat Petrus
dóarover woorden vol troost vindt!
Nee onze onwetendheid maakt de
schuld niet kleiner. Zo liggen de
dingen zeker niet. Er is in alle men
senlevens nog een 1 a t e r. En wij doen
wél, met dat later, als het inzicht ge
rijpt zal zijn en het bewustzijn ver
diept, ernstig te rekenen. De in zich
zelf verstrikte mens doet dat natuur
lijk niet. En op hoe duizend, dui
zend manieren is een mens niet in
zichzelf verstrikt? In zijn jeugd, in
zijn cultuur, in zijn ideologie, in zijn
principes vaak ook. Maar het resul
taat is altijd: dat de Heer der
heerlijkheid gekruisigd wordt.
Dat hebben de soldeniers op Golgotha
niet geweten. En het Joodse volk niet
met élite en al. Dat begreep ook Pi-
latus niet, de representant van de Pax
Romana, de Romeinse wereldorde.
Maar wij, begrijpen wij het wel? O,
dat kruisigen van de Heer der heer
lijkheid. We zochten immers allen on
ze heerlijkheid elders? Buiten Christus
öm? Dat is juist onze onwetendheid.
Onze schuldige onkunde. En als
ons de schellen dan eindelijk van de
ogen vallen: onze onvergefelijke
schuld. Ons martelend, ons knagend
zelfverwijt. Die schuld wordt altijd
later pas ontdekt, later. Als Chris
tus Zich onzer openbaart. Geen hevi
ger berouw, dan het berouw om een
verblind verleden. En dat met
het oog daar op uw Christus al da
delijk Zijn éérste kruiswoord spreekt.
Dat Hij de schuld van ons verleden
priesterlijk draagt. En smekend ver
zoent.
Zoekt u uw „heerlijkheid" nog lan
ger op zelfgekozen paden? Of weet u
het nu radicaal: Hij is het. Hij al
leen. Mijn Heerlijkheid. Wat
ik als „heerlijkheid" aanzag was heer
lijkheid zonder God en zonder Chris
tus. Heerlijkheid buiten alle paradijzen
Gods om.
Zeg, bidt u al bevend met Hem mee:
Vader, vergeef het mij, want ik wist
niet wat ik deed? Ik w i s t niet, dat ik
mijn Christus kruisigde.
È*giÉl
n BETROUWBARE BROMFIETS
Een Russisch gebaar
De Sowjet-Unie heeft Engeland ver
rassenderwijs beloofd haar invloed bij
de Noordkoreaanse autoriteiten aan te
wenden, om de vrijlating te verkrijgen
van negen Britse burgers, die zich
sinds Juni 1950 in gevangenschap be
vinden.
Volgens burgemeester Reuter van
Berlijn is president Eisenhower, wie
'hij gisteren een bezoek bracht, „ver
baasd" wegens de spijtbetuiging der
Russische autoriteiten naar aanleiding
van het neerschieten van een Britse
„Lincoln".
„Van nul en geiler waarde",
zegt Oost-Duitsland
De communistische regering van
Oost-Duitsland heeft gisteren de ver
dragen van Bonn en Parijs, die Don
derdag door de Duitse Bondsdag wer
den geratificeerd, van nul en gener
waarde verklaard.
Voorlichtingsbijeenkomst
Chr. Emigr. Centrale
Vanmiddag wordt te Haarlem een
grote voorlichtingsbijeenkomst gehou
den van de afd. Noord-Holland van
de Chr. Emigratie Centrale, zulks in
verband met de weer stijgende belang
stelling voor de emigratie. De verga
dering begint om halfdrie en wordt
gehouden in gebouw „Cultura" aan de
Jansstraat 83.
Schepen botsten in de mist
Een vrouw kwam om het leven,
toen gisteren in de Noordzee het iFnse
schip „Roine" zonk na een botsing in
de mist met het Britse sohip „Briar-
dene". Verder kwam het Duitse schip
„Johanna" in aanvaring met het Turk
se schip „Cuma". Bij Holyhead liep het
Engelse schip „Milborne" op de rotsen.
Op korte termijn f 400 millioen nodig
De Soc. Econ. Raad heeft een inte'
rim-advies uitgebracht aan de ministers
van Economische en van Sociale Za
ken over de werkgelegenheidspolitiek
op korte termijn. Een deel van de Raad
is van oordeel, dat de uitvoering van
het hierna volgende globale program
ma aanbeveling verdient:
1. Het uittrekken van additionele
gelden voor openbare werken (incl.
werken door de lagere publiekrechte-
lijke- lichamen en overheids- en semi-
overheidsbedrijven) ca. f 75 millioen.
2. Het opvoeren van de woningbouw
boven de in het plan 1953 voorziene
omvang van 58.000 woningen ca. f 50
millioen.
3. Versnelde afwikkeling oorlogs
schade (m. n. schade aan gebouwde
onroerende goederen en huisraadscha-
de) en uitkeringen in de consumptieve
sfeer met een sterk sociaal karakter ca.
C 100 millioen.
4. Belastingverlaging, ongeveer ge
lijkelijk te verdelen over belasting
verlaging met een stimulerend effect
voor de investering in bedrijven en be
lastingverlaging. welke rechtstreeks
aan de consumptie ten goede komt, ca.
f 125 millioen.
5. Overneming credieten door de
Herstelbank. ca. f 50 millioen.
Alles bij elkaar is dit een bedrag
van f 400 millioen. Een nadere uitwer
king van dit programma moet aan het
regeringsbeleid worden overgelaten.
Een ander deel van de Raad acht
het niet juist tihans een concreet pro
gramma in kwantitatieve vorm te ge
ven. Zou de rezering besluiten tot con
junctuur-politieke maatregelen, dan
meent dit deel van de Raad in belas
tingverlaging de meest aantrekkeliike
"orm van werkgélegenhevlcschenoina
'e moeten zien. Een versnelde afwikke
ling van oorlogsschade acht dit deel i
van de raad aanvaardbaar.
Overneming van credieten door I
de Herstelbank acht dit deel van de
Raad alleen aanvaardbaar, indien te
gelijkertijd waarborgen worden ge
schapen, dat in de toekomst de voor de
bedrijfsvoering noodzakelijke middelen,
zonder deze overfcevelingsprocedure,
in het bedrijf kunnen worden gehou
den.
Grasso's Machinefabrieken N.V.
's-Hertogenbosch