YERSEKE dankbaar maar niet gerust AFSLUITING ZEEGATEN BETEKENT ONDERGANG Schitterend Werk in rampdagen Vier beroemde mal Schreeuw om Bi EEN ITALIAAN ITALIANEN „De opgejaagden' ZATERDAG 14 MAART 1953 TRÜCW (Van onze speciale verslaggever) Y ERSEKE heeft er eerlijk gezegd de moed niet toe om te klagen, want ten slotte is het gespaard gebleven voor de verschrikkingen van de watersnood. En niemand in die kleine Zeeuwse stad van mosselen en oesters zou er ook maar één seconde aan denken, om daar niet meer dan dankbaar voor te zijn. Daarvoor liggen de geweldige watermassa's rond Kruiningen te dichtbij, daarvoor liggen de jammerlijke taferelen van binnenkomende evacué's nog te vers in het geheugen. Neen, men klaagt niet in Yerseke en men is er dankbaar, dat men anderen heeft mogen redden in plaats van zelf gered te worden. Maar toch voelt men zich om drie redenen niet bijster behaaglijk in het stadje. Allereerst, en laten we dan meteen maar heel ver in de toekomst kijken, js daar die afsluiting van de zeegaten. O zeker, Yerseke weet, dat dat nog verre toekomst is. Yerseke weet ook, dat het geen recht van spreke heeft met al die ondergelopen polders en verdronken dorpen om zich heen, maar toch wordt er 's avonds in de huiskamers ach tel de zeedijk al over gesproken en dan zjjn het vooral de jonge mensen, die zorgelijk kijken. Want als die afsluiting door moet gaan dan gaat ze door, wie zal daar tegen protesteren als je weet, dat daar mee een nieuwe eerste Februari kan wox-den voorkomen? Maar wees er nu eens blij om als je evengoed weet, dat het 't einde gaat betekenen van de economische kurk, waarop bijkans ge heel Yerseke drijft? De oester, en mos- selbedrijven zouden onherroepelijk ten ondergaan. Wat dat betekent? Mis schien zegt u het cijfer van tien mlt- lioen gulden iets. Dat is de omzet, die Yerseke jaarlijks met zijn mosselen en oesters maakt. Maar misschien is het plaatselijke te- lef oo nboekje spre- kender. Probeer daarin eens vijf na men onder elkaar te vinden, waar niet 'het woord mossel of oester in het be roep voorkomt! „Ja jong, als 't zover is, gaan we meer naar de zee kant", zegt een oude mosselvisser tegen zijn pasge trouwde zoon, maar hij weet, dat hij niet helemaal eer lijk is tetgen dat jong. Want eer 't zover is staat hij niet meer aan het roer van zijn kotter en leeft hij ergens rustig met moeder de vrouw in zo'n klein huiske aan de havenkant. En je gaat zo ge makkelijk niet wat meer naar de zee kant. Dat weet die oude visser maar al te goed. Hij heeft op Schouwen Dui velend mensen ge zien, die met ge weld van 'hun om spoelde daken moesten worden gehaald. Want ja, zó heoht een mens aan z'n vertrouwde, eigen stukje bezit. Beste klanten kwijt NEEN, die afsluiting ligt Yerseke niet best. En daar komt nog dat andere onbehaaglijke gevoel op econo misch terrein bij. Het stadje is zodra de eerste lentezon om de wolken komt kijken vanouds een trekpleister vooi' rijke Belgische en Franse toeristen, die daar oesters komen eten en kopen. Dat. eet-toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor het: stadje en hoe moet dat nu dit jaar? De verbinding vanuit het Westen door Zuid-Beveland is verbroken en de handelsreizigers weten hoe moeilijk het zelfs voor be roepsdoeleinden :s om een doorlaatbe- wijs los te krijgen. „Voordat ze al dat water bij Rilland en Kruinimgen weg hebben is het al lang najaar en zitten wij met de groot ste strop van ons leven. Er zijn af heel wat Belgische klanten de afgelopen zonnige dagen bij Woensdrecht terug gestuurd", klaagde een inwoner van „Iese", zoals het stadje binnen de eigen dijken genoemd wordt. „Ik be grijp niet, dat er niet op grote schaal in België geadverteerd wordt, dat wij nog best bereikbaar zijn via de veren over de Sclhe'lde. Nu denken de mensen, dat wij ook onder water staan en niet alleen raak je zo de toeristen kwijt maar ook je besta klanten voor de ex port. Want de meeste Belgen leren hier mosselen en oesters eten en ooilc al komen ze nooit meer in Iese terug, ze blijven thuis trouwe afnemers. Neen, wij geloven niet in een snel herstel van de autoweg en daar zitten we imaar Zo ligt ihet land rond Kruiningen. Water, water en nog eens water. De mannen van Yerseke met hun roei boten waren de eersten, die dit water trotseerden om de polderbewoners te redden. kon en een roei- of motorboot bemach tigd had de polders 'bij Kruin.ngen leeg. Terwijl men vrouwen en kinde ren achter ldet in een stadje, dat zelf elk mement verdronken land 'kon worden, verschenen de vissers als eerste redders voor SCnouwen-Duive~ land en Stavenisse. Wij leven snel en wij zijn zo gauw geneigd om te zeggen: geen reddings- verhalen meer, dat is nu oud nieuws. Maar het verhaal van de vissers, die het eerst het drama van Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland aanschouw- den, kan en mag geen oud nleuwis wor den. Hier is het als het veilhaal van schipper Huib recht Koster. Missabien is het onbillijk om juist 'hem er uit te kiezen, om alleen zijn naam te noe men en al die andere te verzwijgen. Maar vissers van Yerseke, wij weten, dat jullie allemaal zo waren, dat de één niet voor de ander onder deed wij ja, lees daar gerust voor in de plaats: het Nederlandse volk zijn er bar trots mee, dat jullie stuk voor stuk in je daden zo sprekend op die HuJbredht Koster leken. laagdook zou ze over de kop slaan. Maar argumenten hadden geen en kele zin. Hubrecht. Koster trok zijn mond samen tot een witte streep van verbeter, wilskracht. De motor werkte boven z'n toeren en zo begon hij de strijd met dat razende water. „Het is een stevig ijzeren schip, dat kan wel tegen een stootje", zegt hij nu thuis aan tafeh „Wat denk je, dat slaat niet om als een roeiboot. En de Schelde lag vol met drijfhout, huis raad en dood vee. Nou dan bedenk jef je niet. Ik moest er door, man." Vliegende Hollander EN hij kiwam er door. De visser ut Yerseke, die de Zaterdagavond tevoren nog met zware griep naar bed was gegaan en nu onverzettelijk zijn vierkante kop tegen de stormwind in plantte. Toen ze er eenmaal door waren zagen ze ir. de verte mensen met lakens zwaaien. Daar moest Koster heen en langs het kerkhof stoomde hij langzaam het dorp binnen. Het meet voor de mensen van Ouwer kerk een onwezenlijk gezicht geweest zijn. Als de legendarische Vliegende Hollander verscheer, daar plots een kloek schip met de lichten op in hun dorp. Als daar niet zo'n reële schip per van vlees" en bloe'd achter het stuurwiel had gestaan zouden ze aan een spookverschijning hebben kunnen denken. „Sdhiipper, vaar eerst naar die hof stee ginds, wij honen 't hier nog wel." En weg voer Koster weer, naar de hof stee, waar hij met tranen in de ogen twee vrouwen, vier kiinideren en een man van 'het dak haalde. De eerste mensen op Schouwen-Duiveland, die gered werden. Rustig bijna ging de tocht terug naar het dorp en daar kwamen nog zeventig verkleumde, huilende mensen aan boord. Feilloos vond Koster de weg terug over de woelige Schelde, hij noteerde de gaisboeien, die weggeslagen waren en bracht in een paar sobere woorden rapport uit op net stadhuis van Yer seke. Dat is het verhaal van Hubrecht Koster. Dat ;S ihet verhaal van reddend Yerseke. Meer dan tweehonderd men sen en vele stuks levend vee heeft de „Beatrix" naar Yerseke gebracht. En dat indrukwekkende - cijfer is slechts een fractie van het aantal geredden, dat in die stad van mosselen en oesters een warm en liefderijk onthaal vond. Honderd vendigen De berken| het groene boombedekkl Duitsland deze berk irj nabijheid - bij millioenJ reld beleve De lente van hen, meisje poge| onbekend visuele be| grout is. Het wisstj van de wii toegewijde Niet alle 1><I product ir. de I in vele geva'" Duifsisnd en I bloemen zich i op het gebied I hoogte bereikt^ Wij hebben grootste bed rij® van de -oudste f Als de Maaj maakt dit de c hof des te ®dh«| De mimosa J Men verwacB bedrieglijk ec# ten en zachfl donkergeel alsT Ge kunt keuze vinden. semtakken s edht-Nederlanl dan dat deze Vlot spoelde aan De oestervangst is voor Yerseke een belangrijke bron van inkomsten en voor ons land een flinke deviezen- maker. Door de afsluiting- van de zeegaten zou deze cultuur ten ondergang gedoemd zijn. Pijnlijke vraag OVER de derde grief, als we het zo noemen mogen, praten de mensen in Yerseke niet graag, want wat koop je er voor. Maar toch kunnen ze bij tijd en wijle met nalaten om er toch wat over te zeggen. Waarom is de rol van het vaardersvolk van het stadje in de eerste dagen van de ramp zo verzwegen? Waarom hebben de kran ten vol gestaan met verhalen over allerlei soorten redders, maar kwam de naam van Yerseke nooit daarin voor? Tja, geef daar maar eens een bevre digend antwoord op. Want die vraag is niet afgedaan met de opmerking, dat Yerseke die eerste dagen onbereik baar was. Daarvoor is er te veel gepresteerd in en vanuit dit zwierige stadje. Ter wijl de eigen dijken elk moment kon den doorbreken haalde alles wat varen DIE Maandagmorgen tegen 'het. krie ken van de dag, terwijl de roe:- boten hun droeve last naar Yerseke voerden vanuit de kolkende polders bij Krulininigen, spoelde er aan de zee dijk een vlot aan. „Of eigenlijk was het geen vlot. Het was een stuik dak van een boerenr woning en daaroo lagen drie mannen. De jongste was maar net dood, zijn doorweekte lichaam voelde nog warm. Zijn broer en zijn vader waren de eerste levende wezens, die de buiten wereld vertelden, dat het volk van Schouwen-Duiveland aan het verdrin ken was. Zij kwamen uit Ouwerkerk en zaten mef. z'n zessen op het dak toen het losscheurde van de muren en zeewaarts dreef, door het gat in de dijk. De een na de ander had de vader weg zien zinken in de golven. Zijn vrouw, zijn zoon, zijn dochter. Negen hadden hij en zijn trwee andere zoons rondgedreven, meegesleurd door de hevige stroming. Vlak voor de ha ven van Yerseke bezweek de jongste zoon door de ontberingen en de vader st het. pas, toen wij 'het hem vertel den. Zo kregen wij de boodschap, dat het niet alleen in onze eigen polders verschrikkelijk was, maar dat mis schien wel heel Nederland verdronk." Maar zelfs de mensen, die misschien dachten, dat Yerseke de enige droog- ge'bleven plek ter wereld was, verlo ren hun hoofd niet. Ouwerkenk was in doodsgevaar, dat was een concreet feit. En dus moest Ouwerkerk gered wor den. De vissers, die zich vrijwillig en zonder enig bevel gemobiliseerd had den, kregen op het stadhuis centraal de opdrachten en zwalkten in het noodweer uit over de Ooster-Schelde. Ouwerkerk doemt op SCHIPPER Hubrecht Koster stond aan het roer van zijn kapitale kot ter „Beatrix", veertig ton en een ge weldig schip, toen tegen het vallen van de avor.d Ouwerkerk uit de water massa opdoemde. Het dorp lag daar te sterven achter een 150 meter brede bres in de zeedijk. Daar moest hij zijn. bij die boven de golven uitstekende daken, bij die mensen in de bomen. Huibreeht Koster beet op z'n lippen en z'n beslissing was gemaakt. Hij vroeg zich niet af wie hem ooit een nieuwe kotter van honderd duizend gulden zou geven wanneer het misl ep. Hij wilde ei- niiet bij stil staan wat er van zijn vrouw en kinderen worden zou wanneer bij hier omkwam. Hij wist maar één ding, Daarginds verdronken mensen en om bij ze te komen moest je dwars door dat gat in de dijk va ren en over land verder koersen. De „Beatrix" wendde haar stalen steven naar de Kapotte dijk. Toen pas beseften zijn zoons wat hij doen wilde, Zij bezwoeren hem om het niet te doen. De geweldige stroming zou de kotter naar de diepte zuigen. Er kon den ingestorte huizen achter de dijk onder het water staan, het schip zou lek stoten, Het, water in de Schelde stond hoger dan op het lai.d en wan neer de kotter straks landwaarts om- OP de modeshows van Voss, die ook dit jaar weer t beurs in het Amsterdamse RAl-gebouw zullen zullen vier beroemde Parijse mannequins de modell Het zijn v.l.n.r.: Sïmonereeds zes jaren de ster-v Jacques Fabh, de meest gefotografeerde Parijse mam 1950 en 1951 en vorig jaar uitgeroepen tot ..Miss I meest elegante vrouw ter wereld. Verder Ohiquita, s het huis Curven verbonden en in de modewereld vei mannequin" van Parijs. Vervolgens Freddy, de mees Parijse mannequin van het ogenblik. Zij iverkte b Germaine Lecomte en is thans aan het huis Lanvii het die de Haute Couture vertegenwoordigt op de gr en in het Palais de Versailles. Freddy is de dochter bassadeur in Panama en een rechtstreekse afstamm-el de Lesseps, de maker van hel Suez-kanaal. En te Nederland zeer bekende Paulettester van het huis Br zo populair is. dat. toen zij onlangs in het huweli daarvan getuige wilde zijn. vertaald, het is e« se uitgave in Zwi verschenen ondei lienisChe Tra god i< neel. In Septemb ontzielde lioham Ossaia gevonden vindt in hun ba waaruit op te ma vermoord zijn. Di Het boek bevat d middelste is wel ln Elik van de drie is een mens, d:e wielen van het v geraakt en tijden: blijven leven, totd elk een andere, I mannen zijn naar sen, die niemand en eigenlijk alleer Zij hebben zake meer dan het ovi mensheid. Vooral het twee< Antonio Bianohï, h fen. Het heeft tot t gesproken van Gai geschreven verb; rhetonek vreemd een diepe indruk a wel een Garibaldi gesproken hebt. W den zijn mening ui ergens een belet regiem, dat de eig lute waarheid zi straft die twijfelt, liaanse oorlogscoi snoodheid begaat, schrijven over alle in Polen, in de Abessinië, in A (Van een onzer redacteuren). Wat weten wij eigenlijk weinig van onze naasten af. En hoe ge makkelijk veroordelen wij. liet is veelal zo, dat onze veroordeling berust op volstrekt onvoldoende feitenmateriaal of, zo er al vol doende van dat materiaal aanwe zig is, op een schifting er van, die tegemoet komt aan onze geeste lijke luiheid of vooringenomen heid. Hoe eenvoudiger het sche ma, hoe stoerder het lijkt en hoe gevaarlijker het is. Een Italiaan, Indro Montanelli, heeft een boek geschreven over de impasse waarin millioenen Europeanen tijdens de laatste grote oorlog geraakt waren. Het is een no'bel en overtuigend boek geworden en net stelt 'het zwart-wit schema in zijn domheid en liefdeloos heid aan de kaas. Het doet ook nog meer: liet laat zien hoe moeilijk 'het leven is geworden voor de mens, die geen kuddedier wil zij'n, omdat hij het nu eenmaal niet is De mens dus, die oog heeft voor de vele facetten van elk levensverschijnsel en toch gedwon gen wordt voor of tegen te zijn in za ken d'ie volgens hem niet met een enkelvoudig „voor" of „tegen" zijn te benaderen. Zij geraken tussen wal en schip, zij zijn er altijd „bij". Montanelli's boek (Qui non R.posa- no) is door mevrouw M Meeter-Bre- vee voor de uitgeverij D. van Sijn Zonen te Rotterdam uit 'het Italiaans

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1